32 438 Wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en de Gemeentewet in verband met het onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften brengen van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en enkele technische verbeteringen

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wijzigingen aan te brengen in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en de Gemeentewet in verband met het onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften brengen van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en enkele technische verbeteringen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «de Wegenverkeerswet 1994,» ingevoegd «de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen,» en vervalt: (Stb. 1992, 96).

2. In het derde lid komt de tweede volzin te luiden: Deze geldsom kan per gedraging niet meer zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie.

3. In het vijfde lid worden de tweede en derde volzin vervangen door: De voordracht van deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

B

In artikel 2a wordt na «het opleggen en de inning van een administratieve sanctie» ingevoegd: en de administratiekosten.

C

In artikel 23, tweede lid, vervalt: «, doch ten minste € 4,».

D

In artikel 25, eerste lid, vervalt: «, doch ten minste € 11».

ARTIKEL II

In artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet komt de laatste volzin te luiden: De bestuurlijke boete kan voor natuurlijke personen per gedraging niet hoger zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie en voor rechtspersonen per gedraging niet hoger zijn dan € 2 250.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie

Naar boven