32 429 G-20

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2018

De G20 is een informeel forum waarin de grootste economieën van de wereld overleggen over een scala aan onderwerpen die veelal direct of indirect raken aan economische groei en ontwikkeling. Deze voor Nederland zeer relevante onderwerpen en de afspraken daarover in de G20 hebben een brede internationale impact waaronder op het Nederlands beleid en de effectiviteit daarvan.

Het kabinet is verheugd – en beschouwt het als een succes – dat Nederland in navolging van het Duitse voorzitterschap van Argentinië weer een uitnodiging heeft ontvangen om in 2018 deel te nemen aan de G20 top van regeringsleiders op 30 november en 1 december, de eerste G20 top in Zuid-Amerika. Ook zal Nederland deelnemen aan alle ministeriële G20 bijeenkomsten en de (ambtelijke) bijeenkomsten. Zeker voor Nederland – als open en internationaal georiënteerde economie – is het belangrijk om aan tafel te zitten om te spreken over mondiale kwesties die ons allen voor belangrijke beleidskeuzen stellen en in veel gevallen om een gezamenlijke aanpak vragen. Het kabinet ziet de uitnodiging van Argentinië als een uitgelezen mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de volle breedte van de G20 agenda. Met deze deelname kan Nederland laten zien dat we ook op het wereldpodium een goede en constructieve rol spelen.

Het Argentijnse voorzitterschap heeft als motto «Building consensus for Fair and Sustainable Development» en kent drie hoofdprioriteiten: toekomst van werk, financiering van infrastructuur en duurzame voedselzekerheid. Hieronder worden deze onderwerpen kort geschetst en wordt tevens een korte kabinetsappreciatie gegeven in het licht van de Nederlandse G20-deelname in het komende jaar.

Hoofdprioriteiten

Toekomst van werk

Het kabinet verwelkomt de prioriteit van het Argentijnse voorzitterschap om aandacht te besteden aan de toekomst van werk en leven lang leren. Door trends als digitalisering, robotisering, de transitie richting een low carbon en circulaire economie en globalisering veranderen productieprocessen en zullen er naar verwachting banen veranderen, banen verdwijnen en nieuwe andersoortige banen bij komen. Dit creëert mogelijkheden om tot een meer eerlijke en duurzame ontwikkeling te komen, maar zorgt ook voor uitdagingen op het gebied van werkgelegenheid, welvaart en onderwijs.

Het Argentijnse voorzitterschap wil bespreken hoe de arbeidsmarkt, het socialezekerheidsstelsel en het onderwijssysteem aan kunnen sluiten bij de toekomstige (technologische) veranderingen. Dit zijn vraagstukken die ook in Nederland relevant zijn. In het onderwijs is meer aandacht nodig voor digitale geletterdheid en technologische ontwikkeling. We kijken naar het verbeteren van permanent leren en het faciliteren van de transitie naar het nieuwe werk; naar hoe we zekerheid en bescherming organiseren in een arbeidsmarkt met toenemende flexibilisering; en hoe we kansen kunnen bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze vraagstukken pakt het kabinet samen met de sociale partners op. Bijvoorbeeld door met het bedrijfsleven te zorgen dat werknemers de benodigde digitale vaardigheden kunnen opdoen en de mogelijkheid hebben tot leven lang leren.

Ook in het zogenaamde finance track is aandacht voor de toekomst van werk. Nederland zal hier aandacht vragen voor de impact van technologische verandering op het genereren van belastinginkomsten, wanneer werknemers als gevolg van digitalisering mobieler kunnen opereren op arbeidsmarkten.

Infrastructuur voor ontwikkeling

Het kabinet onderschrijft de wens van Argentinië om in te zetten op het mobiliseren van privaat kapitaal voor infrastructuurontwikkeling. Goede fysieke en digitale infrastructuur is een onmisbaar onderdeel van een goed ondernemingsklimaat en een essentiële randvoorwaarde voor private sectorontwikkeling en economische groei. Het kabinet steunt de Argentijnse ambitie om binnen het finance track te werken aan het ontwikkelen van infrastructuur als beleggingsproduct om zodoende privaat kapitaal te mobiliseren. Macro-economische stabiliteit en gedegen voorbereiding van projecten zijn hiervoor belangrijke randvoorwaarden. Nederland erkent het belang om in landen, waar private investeringen onvoldoende zelfstandig tot stand komen, met publieke steun private fondsen te mobiliseren. Nederland hecht eraan dat publieke instrumenten risico’s dragen die de markt zelf niet kan dragen of dat door publieke inmenging doelmatigheidsvoordelen worden behaald. De multilaterale ontwikkelingsbanken hebben hierin een belangrijke rol. Nederland draagt zelf ook bij via bilaterale programma’s, zoals DRIVE en Infrastructure Development Fund, en via multilaterale programma’s, zoals Private Infrastructure Development Group (PIDG) en Public-Private Infrastructure Advisory Facility (PPIAF) gericht op infrastructuurontwikkeling in ontwikkelingslanden en de Currency Exchange Fund (TCX) gericht op lokale valutafinanciering in opkomende markten.

Voedselzekerheid

Het derde prioritaire thema van het Argentijnse voorzitterschap van de G20 is «een duurzame toekomst voor voedsel: het verbeteren van de bodem op duurzame wijze». De invalshoek die het voorzitterschap hierbij neemt is dat duurzame verhoging van de bodemproductiviteit bijdraagt aan een meer inclusieve en efficiënte verdeling van de voedselvoorziening over de wereld.

Behoud en verbetering van de bodemkwaliteit is een randvoorwaarde om een hoog niveau van agrarische productie, ook op de lange termijn, te kunnen bereiken en handhaven. Een goede bodemkwaliteit speelt eveneens een cruciale rol voor het bereiken van goede (drink)waterkwaliteit, het leveren van waterbuffering, het bieden van voldoende biodiversiteit en voor het tegengaan van klimaatverandering door koolstofopslag. Belangrijk is toegang tot land(gebruik), met name landrechten voor vrouwen, en het ontwikkelen van kennis en concrete handelingsperspectieven voor boer(inn)en om het beheer van hun landbouwgrond te verduurzamen.

Het kabinet verwelkomt de aandacht die Argentinië aan een goede bodemkwaliteit wil geven. Dit sluit goed aan bij de inzet van Nederlandse kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid in internationale initiatieven als de Global Soil Partnership (gehost door FAO), het Franse «4 pour 1000» initiatief, de uitkomsten van de VN-milieutop (UNEA3) over samenwerking in de aanpak van bodemvervuiling en de recente uitkomsten van de klimaat top COP23. Nederland ondersteunt daarnaast een aantal programma’s die werken aan toegang tot land (landrechten), geïntegreerd bodemvruchtbaarheidsbeheer en regeneratie van landbouwgrond, met name in Sub Sahara Afrika. Duurzaam bodembeheer speelt ook in de discussie over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), als het gaat om het leveren van publieke diensten door de landbouw.

Thema’s

Financiën

Digitalisering van de economie is een leidend thema voor het finance track, naast de hoofdprioriteiten toekomst van werk en infrastructuur voor ontwikkeling. Dit komt onder andere terug in de werkstromen over financiële regulering en belastingen. In het bijzonder zal de Financial Stability Board (FSB) werken aan cyberresilience in de financiële sector en de OESO aan het belasten van bedrijven in de digitale economie. Het kabinet steunt de discussie hierover in de G20, aangezien het voor deze grensoverschrijdende uitdagingen van belang is om internationaal informatie uit te wisselen en waar mogelijk te werken aan een mondiale aanpak.

Argentinië zal het komend jaar ook het reguliere langlopend werk van het finance track voortzetten, o.a. op het gebied van de economie, financiële sector hervormingen, de internationale belastingagenda en de internationale financiële architectuur. Nederland zal in den brede benadrukken dat de positieve economische vooruitzichten momentum creëren voor G20 landen om hun schulden terug te brengen en in te zetten op inclusieve groei met behulp van structurele hervormingen. Nederland zal ook aandacht vragen voor lopende trajecten in andere internationale organisaties waarvoor steun van de G20 van belang is, zoals het herstel- en afwikkelkader van Centrale Tegenpartijen (CCPs) en de implementatie van afspraken op het gebied van Base Erosion Profit Shifting (BEPS) en Beneficial Ownership (BO).

Nederland zal een actieve rol innemen in de verschillende werkgroepen van het finance track. Binnen de internationale financiële architectuur werkgroep zal Nederland samen met gelijkgezinde landen inzetten op het monitoren van schuldenontwikkelingen in lage-inkomenslanden. Specifiek vindt Nederland het van belang dat crediteuren transparant zijn over hun kredietverlening, om risico’s voor schuldhoudbaarheid te kunnen monitoren. In de infrastructuur werkgroep zal Nederland zijn eigen expertise met het mobiliseren van private investeringen delen, waaronder de ervaring met publiek-private partnerschappen.

Landbouw

Het Argentijnse voorzitterschap heeft als algemene doelstelling om de landbouw te bevorderen, in navolging van het Franse voorzitterschap (2011). De wereld heeft duurzaam en gezond voedsel nodig op basis van moderne, competitieve en duurzame landbouw. Argentinië heeft de aanzet gegeven om alle initiatieven genomen onder auspiciën van de G20 landbouwministers sinds 2011 te inventariseren en te monitoren. Het gaat hierbij om onderwerpen als voedselverliezen en -verspilling, landbouw en water, de toepassing van ICT in de landbouw en antimicrobiële resistentie.

Het kabinet steunt het voorzitterschap om de activiteiten van de G20 te gaan monitoren. Dit is een logische stap nu de jaarlijkse bijeenkomst van de landbouwministers in 2016 is geïnstitutionaliseerd. Continuïteit in het werk van de G20 op het gebied van landbouw vergroot de slagkracht, efficiëntie en effectiviteit. De onderwerpen sluiten aan bij de Nederlandse beleidsagenda en Nederland wil een constructieve bijdrage leveren om deze verder te concretiseren.

Anticorruptie

Op het gebied van anticorruptie wil het Argentijns voorzitterschap voortborduren op het in Huangzhou overeengekomen actieplan voor 2017–2018, dat door het Duitse voorzitterschap in gang is gezet. Hierbij wordt onder meer ingezet op meer transparantie in en betere samenwerking tussen het publieke en private domein. Daarnaast zet het voorzitterschap in op aanbevelingen voor meer integriteit bij staatsbedrijven en het tegengaan van belangenverstrengeling. Deze inzet is in lijn met de Nederlandse inzet bij organisaties als de OESO en de VN.

Handel & Investeringen

Argentinië continueert het G20-debat over handel en investeringen en kiest hierin twee prioriteiten. Ten eerste zal de G20 spreken over «handels- en investeringsaspecten van de voedsel- en landbouw waardeketen». Argentinië benadrukt de integratie van het midden- en kleinbedrijf (in de agro-food sector) in mondiale waardeketens, manieren voor die bedrijven om meer toegevoegde waarde te produceren in die keten en de rol van ICT-toepassingen hierin. Ten tweede wordt aandacht besteed aan «handels- en investeringsaspecten van de nieuwe industriële revolutie» (o.a. 3D-printing, Internet-of-Things, nanotechnologie, robotica). Argentinië wil onderzoeken op welke manier de handel in dergelijke technologie inclusiever kan, en welke industrieën wellicht moeite hebben om zich aan te passen aan de technologische revolutie (ook hier met nadruk op het micro-, klein- en middenbedrijf). Beide onderwerpen zijn relevant voor Nederland. Nederland brengt zelf veel innovaties voort en is vooraanstaande speler in de (innovatieve) landbouwproductie. Het kabinet hecht daarom groot belang aan deze internationale agenda.

Ontwikkeling

Net als in voorgaande jaren, behandelt de ontwikkelingswerkgroep het ontwikkelingsperspectief van alle relevante G20 prioriteiten, waarbij de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) het leidende kader vormen. Argentinië kiest als hoofdprioriteit voor de ontwikkelingswerkgroep inclusieve, economische groei en legt daarbij de focus op sociale vooruitgang en gender gelijkheid. Hierbinnen zal de werkgroep zich richten op drie thema’s: investeringen in de mentale en fysieke ontwikkeling van jonge kinderen; het verbeteren van leefomstandigheden in stedelijke gebieden; private initiatieven die inclusieve samenlevingen bevorderen. Verder geeft Argentinië opvolging aan de G20 inzet op het aantrekken van investeringen voor Afrika. Als onderdeel van de finance track zal de Africa Advisory Group de voortgang van de G20 Compact with Africa begeleiden.

Nederland heeft ruime ervaring op het gebied van inclusieve ontwikkeling en het bevorderen van een duurzaam economisch klimaat en kan deze kennis gebruiken om een constructieve bijdrage te leveren. Het kabinet verwelkomt de continuïteit in de agenda en ziet uit naar de verdere uitwerking van deze onderwerpen in het werkprogramma van Argentinië.

Digitale economie

Het Duitse voorzitterschap heeft een ministeriële conferentie van G20 ministers over digitale economie georganiseerd. De ministers hebben een «roadmap voor de digitalisering: beleid voor de digitale toekomst» opgesteld. Nederland heeft deze roadmap mede vormgegeven. Onder het Duitse voorzitterschap is verder gewerkt aan de implementatie van deze roadmap.

Argentinië heeft een G20 bijeenkomst op ministerieel niveau gepland om verdere invulling te geven aan de implementatie van de roadmap. Dit biedt Nederland wederom de kans om – als een van de Europese landen die vooroplopen op het gebied van de digitalisering- een belangrijke bijdrage te leveren en zo de discussies op G20 niveau te beïnvloeden. Daarbij kan worden aangesloten bij de Argentijnse prioriteiten op het gebied van betere connectiviteit en participatie (digital inclusion), verdere ontwikkeling van normen en standaarden o.a. op het gebied van veiligheid, aandacht voor consumenten- en databescherming en de ontwikkeling van digitale vaardigheden. Ook de digitalisering van het MKB, smart industry en smart agriculture en verdere digitalisering van de overheid komen tijdens het Argentijnse voorzitterschap aan bod.

Het kabinet acht de ontwikkeling van de digitale economie van groot belang, omdat hier kansen liggen voor burgers en bedrijven. Dit staat ook omschreven in de Kamerbrief van 23 december 2016 over Nederlandse deelname G20 in 20171. Niet alleen kunnen burgers en bedrijven dankzij elektronische communicatie eenvoudiger grensoverschrijdend zakendoen, maar door de digitale transformatie van de economie neemt de productiviteit in sectoren toe en ontstaan nieuwe verdienmodellen. De prioriteiten van het voorzitterschap sluiten goed aan bij de Nederlandse inzet. Het kabinet verwelkomt dat het voorzitterschap relevante stakeholders, zoals Business 20, Women 20 en Youth 20, zal betrekken.

Onderwijs

Het kabinet is verheugd dat Argentinië onderwijs centraal op de agenda heeft gezet met de verbinding arbeid en onderwijs en het opzetten van de Education Working Group. Om de veranderingen als gevolg van digitalisering en mondialisering het hoofd te bieden, is aandacht nodig voor digitale vaardigheden in het onderwijs. De Argentijnse agenda sluit aan bij de bestaande Nederlandse inzet in andere internationale fora. Arbeid en onderwijs gaan hier nadrukkelijk samen en kunnen elkaar versterken. Voor Nederland zijn de volgende onderwerpen belangrijk: digitale geletterdheid, verbeteren onderwijskwaliteit middels digitalisering (zoals met behulp van de versnellingsagenda, hier is een duidelijke link met de arbeidsmarkt), leven lang leren en duurzame inzetbaarheid van (oudere) werknemers, gendersegregatie in onderwijs en arbeidsmarkt, techniekonderwijs en vrouwen in het techniekonderwijs en vaardigheden (skills pact). De Education Working Group biedt de kans om deze onderwerpen te adresseren.

Werkgelegenheid

Op het gebied van werkgelegenheid zal het komend jaar het thema toekomst van werk centraal staan. Daarbij zal nauw worden samengewerkt met de onderwijsministers op het gebied van vaardigheden van de toekomst en een leven lang leren. In Nederland zijn we continu op zoek naar manieren om doelgroepen te bereiken en te activeren om in vaardigheden te investeren. Het kabinet wil hierover afspraken maken met sociale partners en onderwijsinstellingen.

Verder wordt gekeken naar het versterken van de sociale bescherming voor de toekomst en het bevorderen van het formaliseren van werk en van fatsoenlijk werk. In Nederland is de inkomensongelijkheid in internationaal perspectief laag en, in tegenstelling tot veel andere landen, sinds de jaren negentig vrijwel stabiel. Het streven is om kansengelijkheid op de arbeidsmarkt ook in de toekomst te borgen. Hiervoor werkt het kabinet toe naar een arbeidsmarkt waar tegenstellingen verminderen, die kansen biedt aan iedereen en waar iedereen de arbeidsrelatie kan aangaan die past bij zijn of haar wensen en de aard van het werk. Nederland zal zijn expertise en ervaringen delen in de G20.

Het Argentijns voorzitterschap richt zich ook op het bevorderen van kansen op de arbeidsmarkt voor kwetsbare groepen; in dat verband noemt het voorzitterschap specifiek vrouwen en mensen met een handicap. In Nederland kennen we fiscale maatregelen voor vrouwen, om hen te stimuleren te gaan werken. Voor mensen met een handicap is er de participatiewet met het quotum om hun deelname aan de arbeidsmarkt te vergroten. Daarnaast wordt onderzocht hoe robotisering ingezet kan worden ten gunste van mensen met een handicap.

De Argentijnen hebben ook het versterken van de sociale dialoog op de agenda staan. De sociale dialoog is essentieel om de toekomstige uitdagingen aan te gaan. In Nederland zien we dat een goede coördinatie medebepalend is voor de kwaliteit van de sociale dialoog.

Gezondheid

Gezondheid is een relatief nieuw thema binnen de G20 (voor het eerst geagendeerd door het Duitse voorzitterschap). Het kabinet vindt het een goede keuze dat de nadruk daarbij blijft liggen op antimicrobiële resistentie (AMR). De «Global AMR R&D Hub» (voor samenwerking en coördinatie van AMR-onderzoek en productinnovatie) zal worden voortgezet. AMR vormt een grote bedreiging voor de volks- en diergezondheid en in toenemende mate voor de bodemgesteldheid. In een aantal van de G20 landen wordt onzorgvuldig omgegaan met antibiotica, zowel in de gezondheidszorg als bij dieren. Minder antibioticagebruik is een belangrijke maatregel. Daarnaast vraagt de aanpak van AMR om zowel internationale- als sector overstijgende samenwerking, met name tussen de gezondheidssector en de veterinaire sector (de One Health aanpak). Bij sommige landen is er nog weinig ervaring met een One Health aanpak en er wordt gevreesd voor economische gevolgen bij het terugdringen van antibioticumgebruik bij dieren. Voor Nederland biedt deelname aan de G20 de mogelijkheid om het belang van de aanpak van antibioticaresistentie en het Nederlandse model uit te dragen. Volgens Nederland moet het zelfs mogelijk zijn om met een groeiende wereldbevolking en de daarbij horende vraag naar voedsel, het gebruik van antibiotica niet te laten stijgen of zelfs terug te dringen.

Verder zal Argentinië de nadruk leggen op het versterken van gezondheidssystemen en de aanpak rond pandemieën. Ook deze onderwerpen sluiten goed aan bij de kabinetsinzet.

Klimaat en duurzaamheid

Het Argentijns voorzitterschap wil, in navolging van Duitsland, klimaatactie koppelen aan concrete zaken als de energietransitie en infrastructuur. Argentinië plaatst het onderwerp in de bredere internationale context van duurzame ontwikkelingsdoelen en de Addis Abeba Actie Agenda voor Ontwikkelingsfinanciering. Argentinië kiest hiermee voor een meer «zuidelijk» perspectief met aandacht voor adaptatie, capaciteitsopbouw, werkgelegenheid en lange termijn ontwikkelingsstrategieën.

De koppeling tussen klimaat en energie zal terugkomen in gezamenlijke bijeenkomsten van klimaat- en energiespecialisten, een voortzetting van dit Duitse initiatief. Argentinië wil voortborduren op het in Duitsland opgestelde Klimaat- en Energie Actieplan. Daarnaast steunt het kabinet het Argentijnse voornemen om de Resource Efficiency Dialogue voort te zetten, waarbij in lijn met de prioriteiten van het Argentijnse voorzitterschap de nadruk zal liggen op de samenhang met/het belang daarvoor van de klimaat- en energie transitie. Nederland wordt internationaal gezien als koploper op het gebied van circulaire economie en zal ook in 2018 een actieve bijdrage leveren aan deze G20 Dialoog, onder meer door te wijzen op de bijdrage van een circulaire economie aan toekomstbestendige, inclusieve groei en het realiseren van de klimaatdoelstellingen.

Het kabinet ziet de G20 bijeenkomsten als onderdeel van de internationale kalender die in 2018 in het teken staat van het verhogen van de mondiale ambities op klimaat. Door de diverse samenstelling van de G20, met de grootste economieën en dus de grootste uitstoters van broeikasgassen aan tafel, zijn dit goede gelegenheden wederzijdse standpunten te leren kennen en begrijpen. Nederland zal zich sterk maken voor het verhogen van klimaatambitie en voor concrete actie. Op thema’s als adaptatie en financiering kan Nederland toegevoegde waarde hebben dankzij eigen kennis en ervaring. Die heeft Nederland bijvoorbeeld op de koppeling tussen klimaatadaptatie en waterbeheer (Deltaprogramma) en tussen klimaatadaptatie en infrastructuur. Ook zal Nederland, waar mogelijk, uitdrukkelijk aandacht vragen voor de impact van klimaatverandering op «small island development states (SIDS)» met name de gewenste urgentie om tot regionale samenwerking te komen op het gebied van disaster management en disaster resilience.

Energie

Het voorzitterschap benoemt de energietransitie tot een afzonderlijk thema. De nadruk komt te liggen op flexibiliteit en transparantie in de netwerken, hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en toegang tot energie, dat laatste toegespitst op toegang tot betaalbare energie in de regio: Latijns-Amerika en de Cariben. Het belang dat het Argentijns voorzitterschap hecht aan energietransitie komt tot uitdrukking in het feit dat er medio juni een ministeriële bijeenkomst over dit onderwerp is voorzien.

Het kabinet steunt deze focus. De bijdrage aan het tegengaan van klimaatverandering en de uitdagingen ten aanzien van de energietransitie zijn kernpunten in het regeerakkoord en in het energieakkoord. De afspraken in de roadmap over uitwisseling van informatie, best practices en het voornemen om een Energy Efficiency Hub te vormen kunnen een belangrijke impuls geven aan de concrete realisering van de klimaatdoelen. Het kabinet is verheugd met de voortzetting van de discussie over klimaat en energie, zoals die onder het Duitse voorzitterschap is gestart. De Caribische landen van het Koninkrijk vormen een koploper op het gebied van duurzame energie in de regio. De ervaringen die daar zijn opgedaan kunnen een goede bijdrage leveren voor de discussie over een betaalbare energievoorziening in de regio.

Tot slot

Nederland heeft in 2018 weer de gelegenheid om een inhoudelijke bijdrage te leveren aan de G20 discussie over voor Nederland zeer relevante onderwerpen. Het is goed en bovendien terecht dat Nederland net als vorig jaar bij de G20 aanwezig is.

Deze uitnodiging maakt het mogelijk om nog meer onze verantwoordelijkheid te nemen waar het gaat om de aanpak van grote internationale vraagstukken. Het kabinet wil van deze gelegenheid gebruikmaken en de hierboven geschetste inhoudelijke lijn zal daarbij leidend zijn. In aanloop naar de top van regeringsleiders in november/december 2018 zal ik uw Kamer nogmaals informeren.

Mede namens de Minister-President,

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra


X Noot
1

Kamerstuk 32 429, nr. 4

Naar boven