32 429 G-20

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2021

Mede namens de Minister-President informeer ik uw Kamer graag over de Nederlandse G20 deelname dit jaar.

Inleiding

De G20 is een belangrijk informeel forum waarin ’s werelds grootste economieën spreken over een scala aan onderwerpen die veelal direct of indirect raken aan economische groei en ontwikkeling. Gezamenlijk beslaan de leden van de G20 zo'n 80% van het wereldwijde bruto nationaal product, zo'n 75% van de wereldhandel en twee derde van de wereldbevolking. Als open en internationaal georiënteerde economie is het voor Nederland belangrijk om aan tafel te zitten om te spreken over mondiale kwesties (als financiële stabiliteit, economische groei en ontwikkeling) die ons allen voor belangrijke beleidskeuzen stellen en in veel gevallen om een gezamenlijke aanpak vragen. In het licht van de COVID-19 pandemie en de sociaal-maatschappelijke en economische impact daarvan is gecoördineerde, gezamenlijke actie essentiëler dan ooit. Afspraken binnen de G20 over een breed palet aan beleidsterreinen hebben een brede internationale impact en raken aan de effectiviteit van het Nederlands beleid.

Nederland blijft sterk gecommitteerd aan internationale samenwerking en wil een actieve en betrouwbare internationale partner blijven om resultaten te boeken op de grote thema’s van deze tijd die landen niet alleen kunnen bereiken. Het kabinet is daarom verheugd en waardeert het dat Nederland een uitnodiging van het Italiaanse voorzitterschap heeft ontvangen1 om in 2021 deel te nemen aan de G20 top van regeringsleiders (Rome, 30 en 31 oktober 2021), alle ministeriële G20 bijeenkomsten en de voorbereidende (ambtelijke) bijeenkomsten.

Aanwezigheid bij G20 bijeenkomsten is voor Nederland geen novum. Nederland nam eerder, in de periode 2008 tot 2010 en in de periode 2017 tot en met 2019, deel aan een aantal G20-toppen. Daarnaast is Nederland onder Turks (2015) en Chinees (2016) voorzitterschap betrokken geweest bij bijeenkomsten in het handelstraject van de G20 en heeft Nederland als voorzitter van de Europese Unie gedurende de eerste helft van 2016 deelgenomen aan bijeenkomsten van het financiële traject.

Het kabinet ziet de uitnodiging van Italië als een uitgelezen mogelijkheid om een constructieve bijdrage te leveren aan de volle breedte van de G20 agenda. Het Italiaanse voorzitterschap van de G20 stelt zich ten doel een meer inclusieve en duurzame samenleving te bereiken, ondersteund door voldoende investeringen in de ontwikkeling naar een rechtvaardige, groene en duurzame toekomst. De Italiaanse G20 agenda is daarbij gestoeld op een drietal pilaren: People, Planet, Prosperity. De G20 zal het komende jaar onder andere in het teken staan van de crisisrespons en de gezamenlijk uitdaging voor een duurzaam economisch herstel na de coronacrisis. Het economisch herstel is een langdurig proces waarbij het nog enkele jaren kan duren voordat economieën zich weer op het niveau van voor de coronacrisis bevinden. Bovendien zal het herstel naar verwachting ongelijk verlopen tussen regio’s en landen. Juist in deze tijd is het daarom van belang dat er gezamenlijk, onder andere in de G20, goede multilaterale randvoorwaarden worden gecreëerd voor duurzame mondiale groei. Binnen deze doelstellingen zijn verschillende hoofdonderwerpen te onderscheiden. Hieronder worden deze onderwerpen kort geschetst en wordt tevens een korte kabinetsappreciatie gegeven in het licht van de Nederlandse G20-deelname in het komende jaar.

Thema’s

Financiën

Een centraal thema binnen het zogenoemde Finance Track van de G20 in 2021 is de uitvoering van het «G20 actieplan»2 voor de mondiale economie, zoals in 2020 vastgesteld in respons op de crisis. Dit plan van aanpak beschrijft beleidsinspanningen op het gebied van i) coördinatie op het gebied van de volksgezondheid en de financiële en economische maatregelen; ii) het bewaren van de financiële stabiliteit en het ondersteunen van mensen en bedrijven (behouden van banen, scholing); iii) de terugkeer naar sterke, duurzame, evenwichtige en inclusieve groei en iv) het bieden van internationale hulp aan alle landen die hulp nodig hebben. Nederland steunt deze aanpak aangezien in deze uitdagende tijden internationale samenwerking en kennisuitwisseling van cruciaal belang is.

De herstelfase zal gepaard gaan met nieuwe uitdagingen voor landen, ook op het gebied van digitalisering en klimaat. Deze onderwerpen zullen dan ook onderdeel zijn van het financiële traject binnen de G20. Ten aanzien van het macro-economisch beleid zal Italië met ondersteuning van de OESO bezien hoe digitalisering productiviteitsgroei kan bevorderen en kan bijdragen aan het economisch herstel. Ook steunt Nederland het voornemen van Italië om risico’s voor mondiale groei beter in kaart te brengen, gebaseerd op de analyse van internationale organisaties. Nederland vraagt daarbij specifiek aandacht voor de macro-economische risico’s die gepaard gaan met klimaatverandering.

Een belangrijke deliverable voor dit jaar in de G20 is belastingheffing in een digitaliserende economie, waar momenteel aan wordt gewerkt in het Inclusive Framework3. In 2015 zijn in opdracht van de G20 in de OESO afspraken gemaakt over de aanpak van belastingontwijking. In het Inclusive Framework van de OESO wordt verder gewerkt aan een herziening van het internationale belastingsysteem aan de hand van twee pijlers. De eerste pijler betreft het aanpassen van de regels over belastbare aanwezigheid en winsttoerekening. De tweede pijler van het project ziet op maatregelen om te waarborgen dat multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen. Het Italiaanse voorzitterschap wil halverwege 2021 in OESO-verband consensus bereiken over concrete maatregelen (in lijn met het doel dat in de OESO is afgesproken). Nederland wil ook in 2021 tot concrete oplossingen komen in OESO-verband.4 Daarnaast is het Italiaanse voorzitterschap voornemens in G20-verband een discussie te starten over groene belastingen, zoals milieubelastingen. Nederland is voorstander van vergroening van het belastingstelsel.

Op het gebied van de internationale financiële architectuur blijft een sterk mondiaal financieel vangnet (Global Financial Safey Net, GFSN) een belangrijke prioriteit. Het is belangrijk dat het vangnet, waarin het Internationaal Monetair Fonds een centrale positie heeft, voldoende geëquipeerd blijft om haar cruciale rol te blijven vervullen. Daarnaast zal binnen de G20 de discussie over de schuldenproblematiek van lage-inkomenslanden en opkomende economieën worden voortgezet als onderdeel van de crisisrespons. In 2020 hebben de Club van Parijs (CvP) en de G20 een schuldendienstmoratorium ingesteld voor lage-inkomenslanden: het Debt Service Suspension Initiative (DSSI) (verlengd tot medio 2021). Tevens zal er binnen de G20 en de CvP verder worden gesproken over de implementatie van een structurele oplossing (Common Framework for Debt Treatments beyond the DSSI) voor de behandeling van schulden van kwetsbare landen. Nederland steunt deze inzet, en zal benadrukken dat met name internationale transparantie op het gebied van schulden belangrijk is om risico’s voor schuldhoudbaarheid inzichtelijk te maken en goed schuldenbeheer te bevorderen. Daarnaast is een gezamenlijke aanpak van onhoudbare schulden op basis van gedeelde principes en een gelijke verdeling van lasten bij eventuele toekomstige schuldherstructureringen van belang. Dit betekent dat ook opkomende markten en private partijen gelijkwaardig bijdragen en niet alleen traditionele crediteuren, zodat de lasten evenredig verdeeld worden. Eventuele toekomstige herstructurering van onhoudbare schuld op deze manier maakt een groen en inclusief herstel mogelijk.

De G20 heeft een belangrijke rol op het gebied van financiële stabiliteit en de standaarden op het gebied van financiële regulering. In de G20 zal onder andere de prioriteiten op het gebied van financiële stabiliteit en het werkprogramma voor 2021 van de Financial Stability Board (FSB) bespreken, waaronder lessen gerelateerd aan de COVID-19-uitbraak, als ook versterking van de weerbaarheid van non-bancaire financiële intermediairies (NBFIs). Daarnaast komen onderwerpen met betrekking tot de digitalisering van de financiële sector aan bod, zoals zogenaamde stablecoins, central bank digital currency (CBDC), fintech en cyber security. Verder steunt Nederland in het bijzonder de agendering van sustainable finance. Daar zal Nederland inzetten op het belang van klimaatrapportagestandaarden, het stellen van klimaatdoelen door financiële instellingen, en adequaat risicomanagement te benadrukken.

Handel & Investeringen

Het Italiaanse G20-werkprogramma op handel en investeringen komt in sterke mate overeen met Nederlandse prioriteiten op dit gebied. De Nederlandse inzet qua handel en investering legt het accent op het behouden, versterken en hervormen van het multilateraal handelssysteem en de-escalatie van de huidige handelsfricties; het integreren van duurzaamheid in het handelssysteem en duurzaam herstel van de pandemie; digitale economie en handel; en het verbeteren van het mondiale level playing field, met name gericht op marktverstorende subsidies. Zo zet Nederland zich in voor liberalisering van handel in milieuvriendelijke goederen en diensten en het vergemakkelijken van handel in essentiële medische goederen (het zogeheten Trade & Health Initiative van de EU en gelijkgezinde landen). Ook pleit Nederland voor een spoedig akkoord op het terugdringen van schadelijke visserijsubsidies, om mondiale overbevissing en illegale bevissing tegen te gaan. Nederland bepleit daarnaast het terugdringen van (handels)subsidies in 2021, om een gelijker speelveld tussen landen te bewerkstelligen.

Klimaat en Energie

Klimaat en energie zijn door het Italiaanse G20 voorzitterschap benoemd tot centrale thema’s voor dit jaar. Het groeiende aantal G20 landen dat ambitieuze klimaatdoelen stelt, in combinatie met de uitkomst van de verkiezingen in de VS, wijst op een veranderd krachtenveld dat kansen biedt voor afspraken tussen de grootste uitstoters van broeikasgassen. Het Italiaanse voorzitterschap wil aandacht voor de samenhang tussen klimaat en energie, en zet in op het versnellen van de noodzakelijke energietransitie om de mondiale broeikasgasemissies tot netto-nul te reduceren, in lijn met de lange termijn doelen van de Overeenkomst van Parijs. Daarbij wordt het belang benadrukt van duurzaam en groen herstel uit de COVID-19 crisis.

Nederland zet in op ambitieuze afspraken op klimaat- en energiegebied in de G20 in aanloop naar de VN-Klimaattop CoP-26 in november 2021 te Glasgow. G20-leden zijn samen verantwoordelijk voor ongeveer 80% van de mondiale broeikasgasemissies. Nederland pleit daarom voor het stellen van ambitieuze (net-zero) lange termijn doelen. Daarnaast wil Nederland dat G20 landen die dit nog niet hebben gedaan, ambitieuze NDCs indienen in lijn met deze net zero doelen vóór de klimaattop COP26 in november.

Nederland steunt de insteek van het Italiaanse voorzitterschap om discussie over klimaatambitie – zowel in NDCs als in lange termijn doelen – te verbinden met mondiaal groen herstel en zal ook aandacht vragen voor de belangrijke rol van de multilaterale financiële instellingen hierin. Zowel voor klimaatmitigatie als een mondiaal groen herstel is het van belang dat G20 landen de beleidsdiscussies die cruciaal zijn voor de transitie, niet uit de weg gaan. Zoals bijvoorbeeld de uitfasering van steenkolen (in beleid en financiering), CO2-beprijzing en verduurzaming van handel. Een ander belangrijk thema binnen de klimaatagenda is de groeiende urgentie wat betreft klimaatadaptatie maatregelen door kwetsbare landen.

Nederland steunt de inzet van het Italiaans voorzitterschap om de energietransitie in lijn te brengen met de mondiale klimaatdoelstellingen. Om dat te bereiken op een efficiënte manier, met oog voor de energie-leveringszekerheid en voorzieningszekerheid en om de economische kansen ten volle te benutten, zijn energiesysteemintegratie, de uitrol en opschaling van waterstof, grootschalige uitrol van off shore wind en ten slotte in de overgangsfase naar 2050 CC(U)S cruciale bouwstenen. Een goed werkende energiemarkt met sterke regionale samenwerkingsverbanden is een beproefd middel om de bovenstaande pijlers voor de energietransitie op een efficiënte en kosteneffectieve manier te bereiken.

Milieu

Het Italiaanse G20 voorzitterschap benoemt onder milieu 3 centrale thema’s voor dit jaar te weten 1) bescherming en herstel van ecosystemen, 2) steunen van resource efficiency en implementeren van circulaire economie, 3) uitwerken van financiele instrumenten ten behoeve van SDG 14 (leven in water), SDG15 (leven op het land). Bij ongewijzigd beleid zal in 2050 de wereldwijde consumptie van biomassa, mineralen en het gebruik van fossiele brandstoffen verdubbelen i.p.v. afnemen en de jaarlijkse afvalproductie zal eveneens toenemen met 70%. Dit vraagt binnen de G20 landen om herbezinning op inzet van materialen en grondstoffen wereldwijd. Gegeven het feit dat het mondiale grondstoffen gebruik en de productie van cement en staal goed zijn voor de helft van het totaal aan greenhouse gas emissions en leiden tot biodiversiteitsverlies en water stress, zijn binnen de G20 stappen nodig om wereldwijd de transitie naar een meer resource-efficiente economie te versnellen. Dit laatste kan alleen maar met een volledige circulaire economie in 2050. Nederland steunt op dit punt de inzet van het Italiaans G20 voorzitterschap en organiseert op 15 april een 2021 een World Circular Economy Forum (WCEF) in samenwerking met Finnish Innovation Fund SITRA. Verder steunt Nederland het Italiaans G20 voorstel om circulaire economie en duurzame consumptie en productie te linken aan «post Covid sustainable recovery».

Gezondheid

De COVID-19-pandemie heeft ongekend vergaande gevolgen voor de gezondheidszorg in zowel hogere als lagere inkomenslanden. Het Italiaanse G20-voorzitterschap zal in samenwerking met de WHO en andere internationale organisaties, wetenschappers, academische instellingen en mondiale NGO’s haar G20-voorzitterschap concentreren op de lessen die geleerd zijn uit de recente pandemische uitbraak en het bepalen van de toekomst. Vier thema’s zullen daarbij centraal staan: i) monitoren van de wereldwijde gezondheidseffecten van de pandemie voor de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de VN; ii) definiëren van voorbereidingsplannen definiëren, beginnend met de meest kwetsbare contexten en de minder veerkrachtige landen; iii) plannen van een wereldwijd gecoördineerde en samenwerkende respons op gezondheidscrises en noodgevallen en iv) definiëren van gemeenschappelijke globale strategieën om de ontwikkeling en de verspreiding van behandelingen en vaccins te ondersteunen.

Deze thema’s sluiten aan bij de opgave waarvoor ook Nederland zich gesteld ziet. Verbetering van de internationale health security preparedness agenda en de financiering van van mondiale COVID-19 response zijn thema’s die G20 landen gezamenlijk verder kunnen brengen.

Werkgelegenheid

De focus op het gebied van werkgelegenheid zal net als in de voorgaande jaren komen te liggen op de vraag hoe om te gaan met de veranderingen die de arbeidsmarkt ondergaat als gevolg van o.a. digitalisering en technologische ontwikkelingen, waarbinnen de platformeconomie een belangrijk aspect vormt. Dit thema heeft de afgelopen jaren meerdere keren op de agenda gestaan, en is in het licht van de huidige omstandigheden door COVID-19, onverminderd actueel. Italië vraagt in dit kader specifiek aandacht voor de aanpassing van sociale bescherming aan de nieuwe vormen van werk, alsmede het stimuleren van een leven lang ontwikkelen en duurzame inzetbaarheid. Deze vraagstukken zijn ook relevant voor Nederland. Het kabinet heeft reeds meerdere initiatieven ontplooid om de duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking te vergroten, ook in het licht van COVID-19.

Gendergelijkheid en gelijke beloning voor mannen en vrouwen staan daarnaast op de agenda. Het kabinet voert actief beleid om gendergelijkheid te bevorderen en gelijke kansen voor mannen en vrouwen te creëren. Zo is in juli 2020 het wettelijke geboorteverlof voor partners uitgebreid naar 6 weken en is in november 2020 een wetsvoorstel ingediend om de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen van grote naamloze en besloten vennootschappen evenwichtiger te maken. Bovenstaande vraagstukken sluiten goed aan bij de uitdagingen waar het kabinet voor staat.

Landbouw

Het Italiaanse voorzitterschap zet in op verduurzaming door een aantal praktische zaken te adresseren die de kwetsbaarheid van voedselsystemen doet afnemen. Deze praktische aanpak sluit goed aan bij de Nederlandse inzet. Het geeft ook mogelijkheden om de Nederlandse kennis in te zetten. Het Italiaanse voorzitterschap legt hierbij de focus op het aanpakken van voedselverspilling, verbeterde tracering, betere uitgangsmaterialen en innovatie en digitalisering; onderwerpen die Nederland sterk kan steunen. Voor Nederland liggen hier kansen om kennis en innovatie in te zetten. Ook aandacht voor de rol van jeugd en vrouwen bij sociale duurzaamheid wordt door Nederland gesteund.

Daarnaast zet het Italiaanse voorzitterschap in op het leveren van een bijdrage aan duurzame landbouwontwikkeling in het kader van het behalen van de SDG 2-doelstellingen (zero Hunger). Deze focus zou van Nederland breder mogen. Nederland is voorstander van interventies die gebaseerd zijn op een voedselsysteembenadering (meer dan een ketenbenadering) en waarbij intensieve samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere relevante maatschappelijke actoren plaatsvindt. Tot slot sluit Nederland zich aan bij de derde prioriteit van Italië; G20 doelstelling tot een ambitieuze uitkomst van de Food Systems Summit.

Digitale economie

Digitalisering zal een belangrijke rol spelen bij het economische herstel en herstructurering van de economie na de COVID-19 pandemie. Investeringen en onderzoek en ontwikkeling in nieuwe digitale technologie o.a. Artificial Intelligence (AI)/ Blockchain vormen dan ook een belangrijke pijler in het vorig jaar opgestelde EU-herstelprogramma. Italië wil tijdens zijn G20 voorzitterschap een gezamenlijke bijeenkomst van de Ministers van digitale economie en van onderzoek en onderwijs organiseren. Nederland steunt deze inzet; dit biedt Nederland kans de Nederlandse triple helix benadering (samenwerking universiteiten en instellingen, bedrijven en overheid) te laten zien. Het Italiaanse G20 voorzitterschap wil ook een betere verbinding leggen tussen digitalisering en domeinen zoals arbeid, financiën, handel, gezondheid en onderwijs. Nederland werkt hier al drie jaar succesvol aan op basis van de Nationale Digitalisering Strategie.

Het Italiaanse voorzitterschap zal op het gebied van digitale economie de agenda van eerdere G20-voorzitterschappen voortzetten zoals het meten van de digitale economie, bevorderen van connectiviteit, cross-border data flows ter bevordering van handel in diensten en digitale handel als bron van groei, AI en digitale overheid. Accenten lijken te liggen op het beter bereiken van mSME’s (AI-toepassingen en aandacht voor cybersecurity) ter voorbereiding op de digitale en groene transities, bescherming van kinderen online en betere overheidsdiensten op basis van digitale identiteiten. Nederland verwelkomt deze onderwerpen.

Bij de discussies over digitale overheid, zal Nederland uitdragen om mensgerichte en waarden gedreven ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën te stimuleren om enerzijds de maatschappelijke kansen te adresseren en anderzijds om publieke dienstverlening te verbeteren. Randvoorwaarde daarvoor is een goede data infrastructuur en digitale identiteit.

Ontwikkelingssamenwerking

Het Italiaanse voorzitterschap zet binnen de ontwikkelingswerkgroep in op twee prioriteiten, te weten; (1) Financing for Sustainable Development en (2) Localizing the Sustainable Development Goals (SDGs) en daarnaast de dwarsdoorsnijdende thema’s (1) one health approach en (2) empowerment of women and youth. Nederland kan zich goed vinden in deze onderwerpen omdat het aansluit bij de Nederlandse visie op sociaaleconomisch post-COVID-19 herstel en herstel na eventuele schuldenherstructureringen, namelijk in lijn met de SDG’s en de Parijse Klimaatdoelstellingen. Daarnaast zijn gendergelijkheid en het versterken van de stem van jongeren belangrijke speerpunten binnen het Nederlandse beleid. Vanzelfsprekend zal in deze werkgroep ook aandacht zijn voor de toegang tot COVID-19 vaccins en andere technologieën in ontwikkelingslanden, waarbij aansluiting zal worden gezocht bij de discussie in de werkgroep voor Financiën, waar de financiële kant van toegang tot mondiale publieke goederen voor gezondheid zal worden bespreken.

Anticorruptie

De Italiaanse prioriteiten op het gebied van anti-corruptie sluiten op hoofdlijnen aan bij de Nederlandse focus. Het kabinet steunt het Italiaanse speerpunt om een holistische benadering van corruptie als een faciliterende factor van andere vormen van misdaad te hanteren. Internationale samenwerking is hierbij van groot belang. Ook steunt het kabinet het voorgestelde speerpunt over transparantie over uiteindelijke belanghebbenden (UBO), een onderwerp dat wordt overgenomen uit het voorgaande voorzitterschap. Binnen het Italiaanse speerpunt corruptie en sport ligt de focus van het kabinet op gezamenlijke afspraken tussen overheden en sportorganisaties. Nederland zal daarnaast inzetten op het breder uitdragen van het OESO-Verdrag inzake bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren bij internationale zakelijke transacties, mede ten behoeve van een level playing field.

Onderwijs

Het kabinet is verheugd over de blijvende aandacht voor onderwijs op de agenda van de G20. Italië bouwt voort op het werk van voorgaande voorzitterschappen met een sterkte thematische koppeling tussen de onderwijswerkgroep en de werkgelegenheidswerkgroep. De COVID-19 pandemie heeft een enorme impact gehad op onderwijs en arbeidsmarkt die vraagt om gecoördineerde samenwerking binnen de G20. De pandemie raakt kinderen en jongeren met een kwetsbare achtergrond disproportioneel zwaar. Italië zet daarom in op kansengelijkheid bij de toegang tot het onderwijs, het tegengaan van voortijdig schoolverlaten, en aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, inclusief aandacht voor leven lang leren, upskilling, reskilling en gendergelijkheid in onderwijs en op de arbeidsmarkt. Verder is er aandacht voor het bevorderen van digitale vaardigheden en de uitdagingen die onderwijs op afstand en hybride onderwijs met zich meebrengen.

De prioriteiten sluiten goed aan op de Nederlandse inzet. De pandemie heeft het belang van digitalisering van het onderwijs en digitale ontsluiting van de (internationale) arbeidsmarkt nog eens verder benadrukt en de ontwikkeling hiervan versneld. Daarnaast is het door gewijzigde economische omstandigheden en grote transities als vergroening en digitalisering, zaak dat jongeren tot 23 jaar het onderwijs niet alleen verlaten met een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt, maar vooral dat zij beschikken over de juiste vaardigheden om in dynamische economische omstandigheden werk te vinden. Het is daarom belangrijk om in te zetten op upskilling en reskilling van volwassenen. Daarnaast is het essentieel om de toegankelijkheid van het onderwijs te borgen, de kwaliteit ervan te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Maatregelen die gelijke kansen in het onderwijs bevorderen en zorgdragen voor voldoende goede leraren en praktijkbegeleiders zijn nu meer dan ooit van groot belang voor inclusief onderwijs van goede kwaliteit. De Onderwijswerkgroep biedt een goede mogelijkheid om deze onderwerpen in samenwerking met de werkgelegenheidsgroep in G20-verband te adresseren.

Onderzoek en Hoger Onderwijs

Het kabinet is verheugd dat Italië hoger onderwijs en onderzoek voor het eerst een eigenstandige positie op de agenda van de G20 heeft gegeven. Het voorzitterschap zet in op een betere aansluiting van de academische wereld op de digitale transitie. Het kabinet is ervan overtuigd dat de wetenschap het fundament legt voor zulke grote transities en dat het tijdens de transitie een essentiële rol vervult in de verdere ontwikkeling en het verantwoord gebruik van nieuwe technieken. Samenhang en samenwerking tussen onderzoek en onderwijs in daarbij onmisbaar, ook voor de duurzame verankering van nieuwe vaardigheden. Italië wijst op het belang dat studenten over een adequaat niveau van digitale vaardigheden beschikken en ziet hier ook een belangrijke rol voor mobiliteit. Daarnaast is er aandacht voor de uitdagingen die voortkomen uit de alomtegenwoordigheid van digitale technologie in alle domeinen. Hier gaat het bijvoorbeeld om de ethische dilemma’s die samen met nieuwe technologieën opkomen, bijvoorbeeld op het gebied van AI (waaronder genderbias) en het enorme aanbod aan digitale content waardoor feiten, onwaarheden en meningen voor individuen niet altijd makkelijk te onderscheiden zijn. Ook wil Italië inzetten op het potentieel voor academische samenwerking door middel van digitale technologie en infrastructuur.

De prioriteiten sluiten goed aan op de Nederlandse inzet op nationaal niveau en in andere internationale fora. De pandemie heeft een niet eerder vertoonde druk op het onderwijs betekend en heeft geleid tot een drastische verschuiving naar afstandsonderwijs en gemengde vormen van fysiek- en afstandsonderwijs, maar ook tot veel nieuwe vraagstukken. De focus op uitdagingen op het gebied van digitalisering in het Hoger Onderwijs en Onderzoek komt dan ook op een goed moment. Het kabinet deelt de mening van het voorzitterschap dat mobiliteit een belangrijke aanjager van internationale kennissamenwerking is. Nederland vindt het ook belangrijk dat mobiliteitsstromen meer inclusief worden. Uitgaande mobiliteit is nog niet voor iedereen even bereikbaar: eerste generatiestudenten, studenten met een migratieachtergrond en studenten met een handicap nemen minder vaak deel. Online/digitale mobiliteit kan de drempel verlagen.

Het kabinet is ervan overtuigd dat een sterke wetenschappelijke basis essentieel is voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen, voor het bestrijden van nepnieuws en voor innovatie. De ethische dilemma’s die voortkomen uit het gebruik van algoritmes en AI hebben nationaal en internationaal veel aandacht. Zo wordt samen met relevante stakeholders meer bewustzijn gecreëerd rondom de kansen en risico’s van AI op het vlak van gelijke behandeling en worden oplossingen verkend die mogelijkheden bieden voor het opsporen van (gender, lhbti- en etnische)bias en het beperken van de gevolgen daarvan. Daarnaast wordt in UNESCO-verband op dit moment onderhandeld over ethische richtlijnen voor AI. Bespreking in G20-verband kan dit onderwerp verder internationaal verankeren. Daarnaast wijst Italië er terecht op dat het voor individuen steeds moeilijker wordt om feiten, onwaarheden en meningen uit elkaar te houden. Hier kunnen (open) wetenschap en wetenschapscommunicatie een belangrijke rol spelen. Daarnaast kan (open) wetenschap, met oog voor een andere manier van erkennen en waarderen van wetenschappers en voor samenwerking met het bedrijfsleven, een belangrijke bijdrage leveren aan een grotere kenniscirculatie en internationale wetenschappelijke doorbraken en innovaties (bijvoorbeeld de COVID-19 vaccins).

Cultuur

Het kabinet is verheugd dat Italië cultuur centraal op de agenda heeft gezet met de nadruk op de gemeenschappelijke actie voor het bevorderen van de cultuur en de bescherming van het cultureel erfgoed voor een duurzame toekomst. Naast aandacht voor klimaatadaptatie, erfgoedvaardigheden en de kennisoverdracht en uitwisseling daarover en de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen, zal er ook aandacht zijn voor de relatie van deze onderwerpen met digitalisering en nieuwe technologieën. De Italiaanse agenda sluit aan bij prioriteiten van internationale fora als de EU, de Raad van Europa en UNESCO, waar Nederland nauw bij betrokken is. De keuze voor de prioritaire onderwerpen sluiten ook goed aan bij het Nederlands beleid voor de bescherming van het cultureel erfgoed.

Toerisme

Het Kabinet is verheugd dat het Italiaans voorzitterschap toerisme op de G20-agenda heeft gezet. Door de COVID-19 crisis is de toeristische sector wereldwijd hard geraakt. Voor een veerkrachtig wereldwijd herstel van de sector is samenwerking noodzakelijk. De thema’s en de prioriteiten van het Italiaanse voorzitterschap: inzetten op veilig en gezond reizen en het verbeteren van de impact die de toerist heeft op lokale gemeenschappen, met bijzondere aandacht voor ecologische duurzaamheid sluiten aan bij het Nederlandse toerismebeleid waarin gestreefd wordt naar een duurzaam herstel en lusten en lasten in balans en daarmee een goed evenwicht tussen de belangen van de bezoekers, bewoners en bedrijven.

Conclusie

Het kabinet hecht eraan dat tijdens het Italiaanse G20 voorzitterschap concrete afspraken worden gemaakt over duurzaam economisch herstel met inachtneming van de multilaterale instellingen en de geldende internationale afspraken. Nederland heeft daar, als open en internationaal georiënteerde economie, groot belang bij, zeker in het licht van de COVID-19 pandemie en de sociaal-maatschappelijke en economische impact daarvan. Het kabinet zal zich inspannen om het Italiaanse G20-voorzitterschap bij het realiseren van deze afspraken waar mogelijk te ondersteunen.

Het kabinet ziet de uitnodiging van Italie als een uitgelezen mogelijkheid om een constructieve en inhoudelijke bijdrage te leveren aan de volle breedte van de G20 agenda. Het kabinet wil van deze gelegenheid goed gebruikmaken, waarbij de hierboven geschetste inhoudelijke lijn leidend zal zijn. Daarbij past echter ook bescheidenheid. Als gastland is het niet aan Nederland om de G20 agenda te sturen. Wel zal er in lijn met het hierboven geschetste brede kabinetsbeleid worden gezocht naar accenten binnen de G20 agenda die Nederland kan benadrukken.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Het jaarlijks roulerend voorzitterschap van de G20 heeft de mogelijkheid om naast de vaste leden enkele andere landen uit te nodigen om deel te nemen aan de G20 activiteiten, zog. gastlanden. Voor 2021 zijn, naast Nederland, Spanje en Singapore uitgenodigd.

X Noot
3

Het OESO/G20 Inclusive Framework on BEPS is in 2016 gevormd met het oog op implementatie van de maatregelen uit het OESO/G20-project om grondslaguitholling en winstverschuiving tegen te gaan (het BEPS-project) en verdere internationale samenwerking op het gebied van belastingheffing. Binnen het Inclusive Framework werken lidstaten en niet-lidstaten van de OESO op gelijke voet samen. Het Inclusive Framework heeft op het moment van schrijven 139 leden.

X Noot
4

Zie ook Kamerstuk 32 140, nr. 73 en Kamerstuk 32 140, nr. 76, waarin de demissionair Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst uw Kamer heeft geïnformeerd over de inhoud van de pijlers, het verloop van dit project en de Nederlandse inzet daarbij.

Naar boven