Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 20 november 2009 en het nader rapport d.d. 19 april 2010, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 5 november 2009, no. 09.003098, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen
de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Anguilla inzake de uitwisseling van informatie betreffende
belastingen, met Protocol; Londen, 22 juli 2009 (Trb. 2009, 130), met toelichtende nota.
Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing. De Raad onderschrijft de goedkeuring
van het verdrag, maar plaatst daarbij enige kanttekeningen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november 2009, nr. 09.003098, machtigde Uwe Majesteit de Raad
van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 november
2009, nr. W06.09.0458/III, bied ik U hierbij aan.
1. Modelverdrag
De Raad merkt op, dat het Verdrag op verscheidene plaatsen afwijkt van het Model Agreement on Exchange of Information on Tax
Matters (modelverdrag). Het merendeel van de afwijkingen van het modelverdrag is in de toelichtende nota toegelicht, maar
niet alle materiële afwijkingen zoals artikel 2 (non-discriminatiebepaling) van het Verdrag zijn toegelicht. Dit dient alsnog
te gebeuren.
Nu is aangekondigd dat Nederland er naar streeft een reeks van Tax information exchange agreements (TIEA’s) te sluiten, zal
een systematische en puntsgewijze opsomming van de afwijkingen van het modelverdrag die in de onderscheiden verdragen zijn
opgenomen, kunnen bijdragen tot transparantie.
De Raad adviseert een zodanige puntsgewijze opsomming alsnog in de toelichtende nota op te nemen.
1. Modelverdrag
Gevolg gevend aan het advies van de Raad is de toelichting bij artikel 2 kort aangevuld. Het advies van de Raad om in de toelichtende
nota een puntsgewijze opsomming op te nemen van de afwijkingen van het OESO-modelverdrag is evenwel niet overgenomen. Het
verdrag met Anguilla is grotendeels gebaseerd op dat modelverdrag. Waar dit verdrag substantieel afwijkt van het modelverdrag,
is dit toegelicht in de toelichtende nota. Voor zover de bepalingen daarvan niet substantieel afwijken, is het OESO-commentaar
op het modelverdrag van overeenkomstige toepassing.
2. Staatkundige hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden
In de toelichtende nota wordt geen enkele aandacht gegeven aan de staatkundige hervorming, hoewel deze staatkundige hervorming
voor verdragen als de onderhavige onder meer ten aanzien van de omschrijving van de territoriale wateren, van belang kan zijn.
De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.
2. Staatkundige hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden
Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de toekomstige staatkundige hervorming van het Koninkrijk is de toelichting
bij artikel 4 op dit punt aangepast.
3. Ownership
De Raad merkt op, dat het begrip «beneficial ownership», dat in artikel 5, vierde lid, onderdeel b, van het Verdrag is opgenomen,
tot verwarring kan leiden, omdat dit begrip onder de common law een andere betekenis heeft dan het begrip «uiteindelijk gerechtigde».
De Raad adviseert in de toelichtende nota nader hierop in te gaan.
3. Ownership
Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de term «beneficial ownership» is de toelichting bij artikel 5 op dit punt aangepast.
4. Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de toelichting op enkele punten te actualiseren.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H.D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de Minister van Financiën, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag
vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen