32 401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010)

Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID SLOB

Ontvangen 16 november 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

De aanhef van artikel I, onderdeel Jc, wordt vervangen door:

Jc. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het zesde lid, onder 2°, genoemde percentage wordt verlaagd met één procentpunt.

2. Het achtste lid komt te luiden:.

II

Aan artikel VI wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

D. Artikel 35c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het in het eerste lid, onderdeel c, onder 2°, genoemde percentage wordt verlaagd met 1 procentpunt.

2. Aan het vierde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:

De voorwaarde van onderdeel d wordt niet gesteld indien de verkrijger van de preferente aandelen de echtgenoot van de erflater is.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe in huwelijkssituaties de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 altijd van toepassing te laten zijn voor die gevallen waarin bij overlijden van de eerststervende echtgenoot preferente aandelen, die in een situatie van reële bedrijfsopvolging zijn uitgegeven, worden verkregen door de langstlevende echtgenoot.

Hiermee wordt tegemoet gekomen aan gevallen waarin weliswaar sprake is van een andere beoogde bedrijfsopvolger die reeds houder is van ten minste 5% van de geplaatste gewone aandelen in de vennootschap, maar het toch wenselijk wordt geacht dat na het overlijden van de eerststervende echtgenoot eerst de langstlevende echtgenoot de preferente aandelen gaat houden. In situaties waarin de wettelijke verdeling van toepassing is, waarborgt dit amendement dat de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 van toepassing is op de door de langstlevende echtgenoot verkregen preferente aandelen.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in artikel 35f van de Successiewet 1956 is bepaald dat de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 (op verzoek) onder voorwaarden wordt toegepast op basis van de gerechtigdheid na verdeling van de nalatenschap en de huwelijksgoederengemeenschap. Indien derhalve de preferente aandelen bij verdeling worden toebedeeld aan de langstlevende echtgenoot en daarbij aan het gestelde in artikel 35f van de Successiewet 1956 is voldaan, is de in artikel 35c, vierde lid, tweede volzin, van de Successiewet 1956 opgenomen uitzondering dus ook van toepassing.

Het amendement is budgettair neutraal. De aanpassing in de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 wordt in dit amendement gedekt door een verlaging met 1 procentpunt van de (afrondings)marge op grond waarvan aan ab-aandelen toe te rekenen beleggingsvermogen kwalificeert voor de doorschuifregeling in de Wet IB 2001, respectievelijk de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956.

Bij aanname van dit amendement wordt ervan uitgegaan dat de regelgeving met betrekking tot indirect gehouden preferente aandelen zoals opgenomen in artikel 8, derde lid, van de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting dienovereenkomstig wordt aangepast.

Slob

Naar boven