Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2018
Hierbij zend ik u het antwoord op de vraag van Mevrouw Barth (PvdA) over het gebruik
van oxycodon in Nederland. Deze informatie is afgestemd met Minister Bruins.
Op 15 januari 2018 is er, naar aanleiding van de ontwikkelingen in Noord-Amerika,
door uw Kamer een vraag gesteld over de toename van het gebruik van oxycodon in Nederland
en de mogelijke gevolgen hiervan.
In Nederland is een sterke stijging van het aantal oxycodon-gebruikers zichtbaar.
Dit is toe te schrijven aan een toename van medisch gebruik van oxycodon. Deze situatie
wordt gemonitord en extra maatregelen zijn op dit moment niet nodig. Ik ben daarbij
op de hoogte van de signalen dat het gebruik van oxycodon een groot maatschappelijk
probleem is in Noord-Amerika. Dit probleem is niet recent en speelt al een aantal
jaren.
Oxycodon is een opiaat dat gebruikt wordt bij pijnbestrijding. Uit cijfers van de
Stichting Farmaceutische Kengetallen blijkt dat het aantal oxycodon-gebruikers in
Nederland de afgelopen jaren sterk is gestegen (536.228 gebruikers in 2017 t.o.v.
176.545 gebruikers in 2012), maar dat patiënten per keer voor minder dagen oxycodon
meekrijgen dan vroeger.
Het groeiende gebruik van oxycodon in Nederland is onder andere toe te schrijven aan:
-
– Het feit dat oxycodon een goed werkend pijnbestrijdingsmiddel is. Alternatieve pijnbestrijdingsmiddelen
(NSAID’s) hebben veel bijwerkingen.
-
– De toegenomen aandacht voor pijnbestrijding door zowel patiënt als behandelaar.
-
– Een stijging in het voorschrijven van opioïden bij aandoeningen anders dan kanker.
Voorschrijven van oxycodon is hierdoor laagdrempeliger geworden en dit leidt tot een
groei van het aantal gebruikers. Het Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen
(aCBG) is op de hoogte van deze ontwikkeling en heeft in mei 2017 gewaarschuwd voor
het voorschrijven van sterke pijnstillers, waaronder oxycodon, vanwege bijwerkingen
en de risico’s van gewenning en afhankelijkheid2. Het aCBG blijft het gebruik van deze middelen daarom nauwgezet volgen.
Voor zover bekend begeven de oxycodon-gebruikers zich in het medisch circuit. Dit
wordt onderschreven door het Trimbos Instituut. Signalen en ontwikkelingen van oxycodon-gebruik
worden in de gaten gehouden door drie, door mij gesubsidieerde, monitorsystemen: het
Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS), de Monitor Drugs Incidenten (MDI) en
het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS). Het DIMS ziet op dit moment
geen meldingen van oxycodon op de drugsmarkt. Daarnaast is er op dit moment ook geen
toename van de hulpvraag vanwege verslaving aan medicatie die opiaten bevat.
Voor huisartsen en apothekers zijn er vanuit het Nederlands Huisartsen Genootschap
(NHG) richtlijnen beschikbaar voor de behandeling van pijnbestrijding met opioïden.
In de NHG-Standaard Pijn en in het NHG-Formularium wordt er aandacht besteed aan de
bijwerkingen en risico’s op afhankelijkheid en aan de rol van angst bij pijn. Dit
jaar wordt een update van de NHG-Standaard Pijn gepubliceerd. Hierin zal extra aandacht
worden besteed aan de ongewenste effecten van opiaten en hoe die zoveel mogelijk voorkomen
kunnen worden. Ook zal er aandacht zijn voor het restrictief en zo kortdurend mogelijk
voorschrijven van opiaten.
Het is van belang om de ontwikkelingen met betrekking tot gebruik van oxycodon te
blijven monitoren, maar gelet op het voorgaande is er naar mijn oordeel geen reden
om nu aanvullende maatregelen te nemen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis