32 399 Regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)

Nr. 58 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN TANAMAL EN VOORTMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 301

Ontvangen 2 februari 2017

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 12:1 komt het tweede lid te luiden:

  • 2. De familievertrouwenspersoon heeft tevens tot taak:

    • a. tekortkomingen in de structuur en de uitvoering van de zorg, voor zover deze afbreuk doen aan de rechten van de betrokkene, te signaleren en aan de inspectie te melden;

    • b. te bemiddelen tussen:

      • 1°. de familie en naasten,

      • 2°. De zorgaanbieder, de geneesheer-directeur en de zorgverantwoordelijke, en

      • 3°. betrokkene.

II

In artikel 13:2, tweede lid, wordt na «klachten van de patiëntenvertrouwenspersoon» ingevoegd: of de familievertrouwenspersoon.

Toelichting

Dit amendement regelt dat naast de zorgaanbieder, de zorgverantwoordelijke, de geneesheer-directeur, de patiëntvertrouwenspersoon en de zorgverlener, ook naasten van betrokkenen een expliciete rol krijgen in het signaleren van tekortkomingen in de verlening van vrijwillige of verplichte geestelijke zorg door een zorgaanbieder en het melden van deze tekortkomingen aan de IGZ. Naasten kunnen hiervoor de familievertrouwenspersoon benutten. Naasten kunnen immers als geen ander het belang van de betrokkene vertegenwoordigen indien betrokkene dit niet zelf kan en tekortkomingen doorgeven aan de familievertrouwenspersoon. Dit amendement regelt derhalve dat de familievertrouwenspersoon dezelfde rol krijgt in het signaleren van tekortkomingen als de patiëntvertrouwenspersoon, zodat ook naasten een aanspreekpunt hebben voor het melden van gesignaleerde tekortkomingen in de zorg.

Tanamal Voortman


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening

Naar boven