32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg)

N BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2017

Hierbij breng ik u het gevoelen van een deel van de Kamer zoals is verwoord tijdens het ordedebat van heden over.

Het stenografisch verslag treft u bijgaand aan.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Khadija Arib

BIJLAGE

Dan geef ik nu het woord aan de heer Markuszower namens de PVV.

De heer Markuszower (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De berichten rondom Michael Panhuis in de falende sekskliniek Den Dolder worden steeds schokkender. Waarom kon deze levensgevaarlijke crimineel zo kort na zijn veroordeling vrij rondlopen? Hoe is het überhaupt mogelijk dat criminelen die in dit soort klinieken worden behandeld, zo veel vrijheid krijgen? Hoe is het mogelijk dat zogenaamde «begeleidsters» criminelen niet behandelen, maar met hen het bed in duiken? En – dat is het belangrijkste en daarom wil ik graag zo snel mogelijk een debat – hoeveel figuren zoals Michael Panhuis lopen er op dit moment vrij rond in Nederland? De PVV wil graag het liefst op zo kort mogelijke termijn een debat met de Minister van Veiligheid en Justitie om over deze en andere vragen opheldering te krijgen.

De voorzitter:

Ik kijk even. Mevrouw Van Toorenburg wil een opmerking maken?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Nee, gewoon hierover.

De voorzitter:

Oké, dan was de heer Van Nispen de eerste.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Als het waar is wat in de krant staat, dan is dat buitengewoon ernstig en dan moeten die problemen in de kliniek liever gisteren dan vandaag worden opgelost. Om die reden hebben wij gisteren op initiatief van het CDA, gesteund door de SP en andere fracties, ook een brief gevraagd aan de Minister. Wij hebben er specifieke vragen over gesteld omdat ik echt vind dat die problemen snel moeten worden opgelost. Maar omdat deze kwestie niet los gezien kan worden van een zaak die de gemoederen van heel Nederland terecht bezighoudt, is het niet gepast om daarover juist op heel korte termijn te debatteren. Dus als er problemen zijn in de kliniek moeten die per direct worden aangepakt. Ik ga er ook van uit dat de Minister dat doet. Dus ook dat moet worden opgenomen in de brief.

De voorzitter:

Dus geen steun voorlopig voor dit debat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Dit debat moet worden gevoerd. Het gaat nu alleen wel even over de timing. Er is al een brief gevraagd, ook met steun van de Partij van de Arbeid. En wij moeten even weten hoe het strafrechtelijk onderzoek rondom deze persoon gaat lopen. Het wordt heel ingewikkeld om een debat te voeren voordat dit afgerond is. Ik steun dus het debat, maar ik wil wel kijken wat de timing gaat zijn.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ja, voorzitter, daarom hebben wij gisteren hierover een brief gevraagd. Ik zou nog wel een ander aspect erbij willen voegen. Wij hebben enige jaren geleden als Kamer een wet aangenomen die voorkomt dat mensen gemakkelijk echt beloond worden voor niet meewerken aan hun tbs. Het schijnt dat die wet nu al jarenlang stilligt in onze Eerste Kamer. Wij vinden het als Kamer heel erg belangrijk dat die wet wordt behandeld, en wel zo snel mogelijk. Wij weten dat ook de Minister hieraan hecht, om dit soort ellende in de toekomst te voorkomen. Zouden wij ook aan onze Eerste Kamer kunnen vragen om met enige urgentie naar deze wet te kijken om ervoor te zorgen dat die wordt behandeld, met de vrijheid van de Eerste Kamer? Maar op zo'n thema geen voortgang boeken is eigenlijk niet uit te leggen.

De voorzitter:

De Eerste Kamer gaat over haar eigen agenda, maar ik ben wel bereid om deze boodschap over te brengen.

De heer Van Oosten (VVD):

Ja graag, voorzitter. Wilt u dat signaal overbrengen? Ik kan mij daarbij aansluiten. Geen steun voor dit debat. Daar is nu het momentum niet naar. Ik wil nog wel benadrukken dat de brief die wij gisteren hebben gevraagd, wel met enige vaart moet komen. Als namelijk waar is wat wij lezen in de media over de toedracht in en rondom de kliniek, moeten wij dat weten, maar dan wil ik ook – en daar gaat het mij om – in die brief opgenomen hebben wat de Minister daartegen doet en welke maatregelen hij neemt.

Mevrouw Van Engelshoven (D66):

Voorzitter. Geen steun voor het debat, gelet ook op het feit dat gisteren die brief is gevraagd. Gelet op de zorgvuldigheid waarmee je met dit soort zaken moet omgaan, lijkt het mij ook goed dat wij eerst de brief hebben en dan pas een debat.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Dank u. Ik ben het eens met de collega's dat de brief al gevraagd is, met een aantal toevoegingen, zoals de heer Van Oosten nu ook zei. Ik denk dat wij dat moeten afwachten voordat wij erover gaan praten.

De heer Krol (50PLUS):

Steun natuurlijk voor de brief. Steun ook voor het verzoek aan de Eerste Kamer. Een debat zou ik op termijn wel willen steunen, maar nu nog niet.

De voorzitter:

Wat moet ik daaruit begrijpen? Voorlopig geen steun? Dat is het geval; oké.

Meneer Markuszower, u heeft geen meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Markuszower (PVV):

Dat klopt.

De voorzitter:

Verder stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de Eerste Kamer.

Naar boven