32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg)

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2012

Bijgaand treft u de antwoorden aan op vragen die zijn gesteld door de Eerste Kamer naar aanleiding van de voorhangbrief van 14 juni jl. (Kamerstuk 32 398, nr. 16) inzake de invoering van prestatiebekostiging in de forensische zorg *). Ik wijs erop dat ik, naar aanleiding van de vragen van de leden van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer en mede op verzoek van GGZ Nederland, heb besloten bij invoering van prestatiebekostiging in 2013 een ander transitiemodel te hanteren dan in de voorhangbrief was vermeld. In plaats van een transitieperiode van twee jaar met een vangnet van 95 procent in het eerste jaar en van 70 procent in het tweede jaar zal worden gewerkt met een transitieperiode van drie jaar, met een vangnet van 95 procent in de eerste twee jaar en een vangnet van 70 procent in het derde jaar.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven