Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32395-XVIII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32395-XVIII nr. 2 |
INHOUDSOPGAVE | |||
---|---|---|---|
Pag: | |||
A. | Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel | 2 | |
B. | Begrotingstoelichting | 3 | |
1. | Algemeen | 3 | |
2. | Het beleid | 3 | |
Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangsten mutaties | 3 | ||
Artikelsgewijze toelichting | 6 | ||
Wetsartikel 1 (uitgaven / verplichtingen en ontvangsten) | 6 | ||
2.2. De beleidsartikelen | 6 | ||
Artikel 1. Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw | 6 | ||
Artikel 2. Stimuleren van een duurzame kwaliteit van woningen, gebouwen en bouwwerken | 10 | ||
Artikel 3. Garanderen van keuzemogelijkheden en betaalbaarheid op de woningmarkt | 13 | ||
Artikel 4. Integratie niet-westerse migranten | 16 | ||
Artikel 5 Kennis en ordening wonen, wijken en integratie | 19 | ||
Artikel 6. Rijkshuisvesting | 20 | ||
2.3. De niet-beleidsartikelen | 21 | ||
Artikel 95. Algemeen | 21 | ||
Artikel 96. Onverdeeld | 22 | ||
Wetsartikel 2 (begroting Baten-lastendiensten) | 23 | ||
3. | Baten-lastendienst: Rijksgebouwendienst | 23 | |
4. | Baten-Lastendienst: Dienst Huurcommissie | 25 |
Bij een wetsvoorstel tot een begrotingswijziging wordt geen algemene toelichting opgenomen. De beleidsinhoudelijke toelichting bij de begroting(sstaat) wordt opgenomen in onderdeel B van de memorie van toelichting (de begrotingstoelichting).
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in:
a. de begrotingsstaat van de begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII));
b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendienst Rijksgebouwendienst.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. van Middelkoop
De suppletore begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting van het lopende jaar. De suppletore begroting is bedoeld om (tussentijds) afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting voor te leggen aan de Staten-Generaal. Door onder andere inzicht te verschaffen in de financiële consequenties van beleidsvoornemens wordt aan de allocatie- en autorisatiefunctie van de Tweede Kamer tegemoet gekomen.
In de artikelsgewijze toelichting worden alle mutaties in de volgorde van de begrotingsartikelen van de begrotingsstaat opgenomen. Technische mutaties c.q. beleidsmatig niet relevante mutaties worden slechts cijfermatig gepresenteerd. Alleen indien er sprake is van een grote omvang worden ook technische mutaties nader toegelicht. De beleidsmatig relevante mutaties worden nader omschreven in de toelichting waarbij het bijbehorende mutatiebedrag wordt genoemd. Een beleidsmatige mutatie is het gevolg van gevoerd beleid en is dus te beïnvloeden (b.v. beleidsintensivering- en extensivering, beleidswijzigingen met financiële gevolgen, afwijkingen uit hoofde van behoorlijk bestuur).
De stand 1e suppletore begroting samenhangende met de Voorjaarsnota, wordt opgebouwd door middel van mutaties op de stand ontwerpbegroting. De mutaties worden in de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» op instrumentniveau gesaldeerd opgenomen. Indien mutaties worden toegelicht op instrumenten waarbij sprake is van een saldering, worden deze afzonderlijk zichtbaar gemaakt.
In tabel «budgettaire gevolgen van beleid» is allereerst een nadere uitsplitsing van de uitgaven naar «apparaat- en programmagelden» gemaakt. Het artikelonderdeel «programma» wordt vervolgens uitgesplitst naar operationele doelen welke weer zijn opgebouwd uit (financiële) beleidsinstrumenten. Dit biedt de Tweede Kamer beleidsmatig relevante en duidelijke aangrijpingspunten om de begrotingsuitvoering kritisch te volgen en eventueel wijzigingen aan te brengen.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat in de tabellen een kolom is opgenomen met daarin mutaties die voortvloeien uit een amendement of Nota van Wijziging waardoor de oorspronkelijke begrotingsstand is gewijzigd.
Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangsten mutaties
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletore mutaties weergegeven gevolgd door een korte toelichting. Voor een uitgebreide toelichting wordt u verwezen naar het betreffende artikel.
Uitgaven
Uitgaven | Artikelnr: | ||
---|---|---|---|
Stand Begroting 2010 | 3 717 348 | ||
Belangrijkste suppletore mutaties: | |||
1. | Van portefeuille Ruimte voor ISV3 | 19 403 | 1 |
2. | Impulsbudget naar de verzameluitkering | – 5 241 | 1 |
3. | Budget IPSV naar de verzameluitkering | – 13 358 | 1 |
4. | Stimulering woningbouw 3e tranche (Stimuleringspakket) | 100 000 | 1 |
5. | Naar VROM instrument «bekostiging van externe uitvoeringsorganisatie» | – 6 126 | 2 |
6. | Naar VROM instrument «bekostiging van externe uitvoeringsorganisatie» | – 7 062 | 2 |
7. | Vanuit 2009 doorgeschoven crisisbudget voor energiebesparing | 10 000 | 2 |
8. | Aanpassing fasering budget energiebesparing gebouwde omgeving | 15 983 | 2 |
9. | Aanpassing fasering budgetten innovatie energiebesparing gebouwde omgeving | 13 896 | 2 |
10. | Stimulering glasisolatie (EIA-glasisolatieregeling) | 20 000 | 2 |
11. | Meer toekenningen Huurtoeslag dan geraamd | 83 000 | 3 |
12. | Kosten nieuwe organisatie Huurcommissie | 6 300 | 3 |
13. | Schriftelijke toets Inburgeringexamen Buitenland | 10 000 | 4 |
14. | Naar GF: Uitvoeringskosten inburgering | – 60 70 | 4 |
15. | Instellen decentralisatie-uitkering opstapcursussen inburgering | – 14 159 | 4 |
16. | Naar GF: decentralisatie-uitkering aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren | – 7 000 | 4 |
17. | Van instrument ISV voor overboeking naar GF | 5 241 | 95 |
18. | Van instrument Innovatieprogramma Stedelijke vernieuwing (IPSV) | 13 358 | 95 |
19. | Benodigde kasschuif om de middelen in het juiste tempo over te boeken. | – 5 900 | 95 |
20. | Eindejaarsmarge (EJM) WWI vanuit Algemene middelen voor de begrotingsuitvoering 2009/2010 | 48 716 | 96 |
21. | Inzet EJM als gevolg van de begrotingsuitvoeringproblematiek 2010 | – 28 734 | 96 |
22. | Uitboeking EJM voor de begrotingsuitvoering 2010 | – 20 027 | 96 |
23. | Overige mutaties | – 68 527 | |
Stand 1e suppletore begroting 2010 | 3 787 111 |
Ad 1.
De middelen voor bodemsanering worden van de VROM begroting naar het ISV instrument overgeboekt.
Ad 2 en 3.
De beschikbare uitgavenbudgetten van de Impulsregeling Stedelijke vernieuwing 2005 en voor de afwikkeling van het Innovatieprogramma Stedelijke vernieuwing vormen voortaan onderdeel van de verzameluitkering van WWI. Verantwoording van deze budgetten vindt op artikel 95 «Algemeen» plaats.
Ad 4.
Vanuit het stimuleringspakket wordt er voor de 3e tranche stimulering woningbouw € 100 mln beschikbaar gesteld.
Ad 5 en 6.
Het betreft hier een bijdrage aan de uitvoeringskosten van het AgentschapNL.
Ad 7 en 8.
Omdat de belangstelling voor de regelingen Energiebesparing Gebouwde Omgeving (de Tijdelijke subsidieregeling Isolatieglas en de Tijdelijke subsidieregeling maatwerkadviezen) in 2009 een trage start kende, is budget doorgeschoven naar het jaar 2010. Hiervan is € 10 mln onderdeel van het crisisbudget.
Ad 9.
Omdat de ontwikkeling en implementatie van het beleidsinstrumentarium meer tijd vergt dan voorzien, wordt voor 2009 beschikbaar budget bij «Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving» doorgeschoven naar 2010.
Ad 10.
Als onderdeel van het stimuleringspakket wordt voor het aanbrengen van isolatieglas € 20 mln toegevoegd vanuit de aanvullende post.
Ad 11.
De uitgaven van de huurtoeslag vallen hoger uit doordat bij het voorlopig toekennen door de belastingdienst regelmatig meer wordt uitgekeerd dan waar ontvangers uiteindelijk recht op hebben. Regelmatig wordt een hoger inkomen niet of te laat doorgegeven aan de belastingdienst.
Ad 12.
De Dienst van de huurcommissie heeft additionele kosten als gevolg van de inrichting van de nieuwe organisatie met bijbehorende infrastructuur en een verhoogde zaaklast.
Ad 13.
Vanaf 1 januari 2011 wordt het inburgeringsexamen in het buitenland uitgebreid met een Toets geletterdheid en begrijpend lezen. Voor de ontwikkeling hiervan is in 2010 € 10 mln beschikbaar gesteld.
Ad 14.
De bevoorschotting van de uitvoeringskosten van gemeenten voor inburgering verloopt via het gemeentefonds.
Ad 15.
In het kader van de uitvoering van de maatregelenbrief kwaliteitsimpuls inburgering (TK 31143, nr. 67) ontvangen gemeenten in 2010 € 14 mln om opstapcursussen te organiseren met als doel de instroom van vrijwillige inburgeraars te verbeteren.
Ad 16.
De mutatie betreft een overboeking naar het Gemeentefonds in verband met de decentralisatie-uitkering van de aanpak van Marokkaans-Nederlandse risicojongeren.
Ad 17, 18 en 19.
De uitgavenbudgetten beschikbaar voor de afwikkeling van de Impulsregeling Stedelijke vernieuwing 2005 en het Innovatieprogramma Stedelijke vernieuwing vormen voortaan onderdeel van de verzameluitkering van WWI. Hiertoe is een kasschuif benodigd.
Ad 20, 21 en 22.
De beschikbare eindejaarsmarge van € 48,761 mln wordt ingezet voor de vertragingen in 2009 die in 2010 tot betaling komen (ruim € 20 mln) en de specifieke problematiek in 2010 (ruim € 28,7 mln).
Ontvangsten
Ontvangsten | Artikelnr: | ||
---|---|---|---|
Stand Begroting 2010 | 485 786 | ||
Belangrijkste suppletore mutaties: | |||
1. | Aanpassing fasering budgetten innovatie energiebesparing gebouwde omgeving | 13 896 | 2 |
2. | Bijstelling raming ontvangsten huurtoeslag | – 27 700 | 3 |
3. | Overige mutaties | – 407 | |
Stand 1e suppletore begroting 2010 | 472 389 |
Toelichting:
Ad 1.
Zie de toelichtingen bij de uitgavenmutaties.
Ad 2.
Het inningtempo van de ingestelde vorderingen met betrekking tot te hoog uitgekeerde voorlopige toeslagen ligt lager dan eerder aangenomen. In 2010 is daarom sprake van lagere ontvangsten.
Artikelsgewijze toelichting
Wetsartikel 1 (uitgaven / verplichtingen en ontvangsten)
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | 328 326 | 1 018 722 | 1 347 048 | – 262 729 | – 138 143 | – 138 143 | – 132 839 | ||||
Uitgaven: | 443 693 | 0 | 50 760 | 494 453 | 51 437 | 42 703 | 54 195 | 55 650 | |||
Programma: | 443 693 | 0 | 50 760 | 494 453 | 51 437 | 42 703 | 54 195 | 55 650 | |||
Stimuleren krachtige steden | 307 050 | 0 | – 591 | 306 459 | 51 437 | 42 703 | 54 195 | 55 650 | |||
BDU-Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing | 287 406 | 16 460 | 303 866 | 61 246 | 49 703 | 56 345 | 56 375 | ||||
Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing | 15 051 | – 15 051 | 0 | – 9 809 | – 7 000 | – 2 150 | – 725 | ||||
BDU-Sociaal, Integratie en Veiligheid | 0 | 0 | |||||||||
BDU-veiligheidsmiddelen/leefbaarheid | 2 000 | – 2 000 | 0 | ||||||||
Faciliteren grotestedenbeleid | 1 656 | 1 656 | |||||||||
Sittard Geleen | 937 | 937 | |||||||||
Sociale herovering | 0 | 0 | |||||||||
Programma Sociale Veiligheid | 0 | 0 | |||||||||
Vitale wijken tot stand brengen | 4 274 | 0 | – 700 | 3 574 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Stimuleren wijkaanpak/wijkverpleegkundigen | 2 389 | 2 389 | |||||||||
40+ wijkenbudget | 1 185 | 1 185 | |||||||||
Bewonersinitiatieven | 700 | – 700 | 0 | ||||||||
Voldoende woningproductie: | 126004 | 0 | 50 128 | 176 132 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Budget BLS | 126004 | – 51 200 | 74 804 | ||||||||
Bijdragen stimulering woningproductie | 0 | 101 328 | 101 328 | ||||||||
Overige programmabudgetten: | 6 365 | 0 | 1 923 | 8 288 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Onderzoek | 1 382 | – 84 | 1 298 | ||||||||
Kennisoverdracht | 1 345 | 700 | 2 045 | ||||||||
FES NICIS | 3 638 | 707 | 4 345 | ||||||||
Kenniscentum | 0 | 0 | |||||||||
600 | 600 | ||||||||||
Ontvangsten: | 3 638 | 2 707 | 6 345 | 222 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Fysieke Investeringen Stedelijke vernieuwing
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Van portefeuille Ruimte voor ISV3 | 242 000 | 19 403 |
2. | Verplichtingenschuif van 2011–2014 naar 2010 voor ISV3 | 671 854 | 0 |
3. | Vertragingen projecten Maatwerk ISV en Impuls ISV in 2009 | 0 | 1 528 |
4. | Impulsbudget naar de verzameluitkering | 0 | – 5.241 |
Totaal | 913 854 | 16 460 |
Toelichting
Ad 1.
De middelen voor bodemsanering worden van de VROM begroting naar het ISV instrument overgeheveld zodat het gehele budget in één keer kan worden verplicht. Daarnaast wordt er vanuit één instrument bevoorschot.
Ad 2.
Op basis van de wet ISV zijn voor stedelijke vernieuwing met gemeenten en provincies verplichtingen aangegaan voor de periode 2010 tot en met 2014. Aangezien het een meerjarige verplichting betreft over de periode 2010–2014 is een verplichtingenschuif noodzakelijk. Daartoe wordt het verplichtingenbudget uit de jaren 2011–2014 naar voren gehaald.
Ad 3.
Een vertraging bij enkele projecten in het kader van Maatwerk en de Impulsregeling Stedelijke Vernieuwing in 2009 leidt tot aanpassing van het kasritme.
Ad 4.
De voor de afwikkeling van de Impulsregeling Stedelijke vernieuwing 2005 beschikbare uitgavenbudgetten vormen voortaan onderdeel van de verzameluitkering van WWI. Verantwoording van deze budgetten vindt op artikel 95 «Algemeen» plaats.
Instrument: Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Budget IPSV naar de Verzameluitkering | – 13 358 | |
2. | Compensatie extra uitgaven in 2009 nav versnelling van enkele projecten | – 917 | |
3. | Overige mutaties | – 776 | |
Totaal | – 15 051 |
Toelichting
Ad 1.
De voor de afwikkeling van de innovatieprogramma Stedelijke vernieuwing beschikbare uitgavenbudgetten vormen voortaan onderdeel van de verzameluitkering van WWI. Verantwoording van deze budgetten vindt op artikel 95 «Algemeen» plaats.
Ad 2.
In 2009 zijn enkele projecten van het Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing versneld tot uitvoering gekomen. Als gevolg hiervan wordt het kasbudget hierop aangepast.
Instrument: Veiligheidsmiddelen
Naar BZK is € 2 mln overgeboekt voor Pilots overlast coffeeshops naar aanleiding van de afspraken in het kader van «Overlast en verloedering».
Instrument: Budget BLS
De beschikbare ruimte van € 51,2 mln op het instrument BLS wordt ingezet ter compensatie van de specifiek te dekken problematiek.
Van de resterende – niet verplichte – middelen BLS in 2010 is € 31 mln geoormerkt voor de uitvoering van de in het Actieplan Bevolkingsdaling genoemde krimpgebieden.
Instrument: Bijdrage stimulering woningproductie
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Herinzet budget stimuleren woningproductie | 1.330 | 1.330 |
2. | Derde tranche stimulering woningbouw | 100.000 | 100.000 |
3. | Overige mutaties | 430 | – 2 |
Totaal | 101.760 | 101.328 |
Toelichting
Ad 1.
Het in 2009 terugontvangen budget voor de stimulering van de woningbouw wordt in 2010 heringezet voor de crisismaatregel stimulering woningbouw.
Ad 2.
Vanuit het stimuleringspakket zijn middelen voor de stimulering van de woningbouw toegevoegd. Het betreft hier middelen voor de derde (en tevens laatste) tranche.
Op dit artikel zijn incidentele subsidies verstrekt.
Op grond van artikel 4:23 lid 3 sub c van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt voor € 0,6 mln een begrotingsbasis gecreëerd voor de voldoening van de bij vaststellingsovereenkomst overeengekomen minnelijke schikking tussen de Staat en de gemeenten Hendrik ido Ambacht en Zwijndrecht inzake de aanleg van de Sophiatunnel.
In de 2e suppletore begroting 2009 is aangekondigd dat toekenning van de onderstaande subsidies voor monumenten in 2009 zou plaatsvinden. Als gevolg van de staatssteuntoets is de definitieve toekenning vertraagd en door tussenkomst van het Nationaal Restauratie Fonds in 2010 uitgekeerd.
In het kader van het aanvullend beleidsakkoord «Werken aan de toekomst» is met brief (TK 2008–2009 II, 27 562, nr. 36) gemeld dat er naast een eerste tranche ten behoeve van de woningproductie ad € 100 mln een bedrag van € 13 mln voor monumenten vanuit de WWI begroting artikel 1 «Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw» beschikbaar zal worden gesteld.
Op grond van artikel 4:23 lid 3 sub c van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt gemeld dat de verdeling van dit budget als volgt zal zijn:
• De Lambertuskerk in Maastricht (subsidie: € 3.800.000) – gebiedsaanpak wonen/werken, herbestemming;
• Hartelust, Leeuwarden (subsidie: € 901.000) – wonen, herbestemming;
• Huis Rodenburgh in Dordrecht (subsidie: € 1.515.000) – herbestemming, gebiedsaanpak wonen/werken;
• Het Karenhuis in Alkmaar (subsidie: € 2.100.000) – herbestemmen bejaardenhuis tot wonen;
• De DRU fabriek in Ulft (subsidie: € 1.750.000) – herbestemmen industrie tot wonen/werken.
• De in de 2e suppletore begroting 2009 aangekondigde toekenning aan de Clemenskerk in Hilversum (subsidie: € 2.978.000) – herbestemmen kerk tot wonen, is nog niet definitief toegekend, hangende overleg.
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | 62 800 | 36 411 | 99 211 | – 12 519 | – 1 312 | – 478 | – 478 | ||||
Uitgaven: | 79 095 | 0 | 39 729 | 118 824 | – 5 936 | – 2 882 | – 478 | – 478 | |||
Programma: | 79 095 | 0 | 39 729 | 118 824 | – 5 936 | – 2 882 | – 478 | – 478 | |||
Realisatie CO2 reductiedoelstellingen in de gebouwde omgeving: | 74 162 | 0 | 43 631 | 117 793 | – 5 129 | – 2 562 | – 478 | – 478 | |||
Programma energiebudgetten | 8 791 | – 6 672 | 2 119 | – 1 832 | – 776 | ||||||
Subsidies energiebesparing (CO2 reductie) gebouwde omgeving | 50 337 | 36 067 | 86 404 | – 3 297 | – 1 786 | – 478 | – 478 | ||||
Regeling sanering loden drinkwaterleidingen | 0 | 0 | |||||||||
Regeling energiebesparing huishoudens met lagere inkomens | 34 | 278 | 312 | ||||||||
Innovatief bouwen | 0 | 62 | 62 | ||||||||
Subsidies innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (FES) | 15 000 | 13 896 | 28 896 | ||||||||
Overige programmabudgetten: | 4 933 | 0 | – 3 902 | 1 031 | – 807 | – 320 | 0 | 0 | |||
Onderzoek | 661 | 661 | |||||||||
Kennisoverdracht | 1 682 | – 1 356 | 326 | ||||||||
Kosten uitvoeringsorganisaties | 2 546 | – 2 546 | 0 | – 807 | – 320 | ||||||
Nader aan te wijzen | 44 | 44 | |||||||||
Ontvangsten: | 15 091 | 13 896 | 28 987 | 4080 | 1090 | 80 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Programma energiebudgetten
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Naar VROM instrument «bekostiging van externe uitvoeringsorganisatie» | – 3 880 | – 6 126 |
2. | Overige mutaties | – 546 | |
Totaal | – 3 880 | – 6 672 |
Toelichting
Ad 1.
De mutatie betreft een bijdrage aan de uitvoeringskosten van het AgentschapNL.
Instrument: Subsidies energiebesparing (CO2 reductie) gebouwde omgeving
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Aanpassing fasering budgetten Meer met Minder | – 14 000 | |
2. | Naar VROM instrument «bekostiging van externe uitvoeringsorganisatie» | – 2 371 | – 7 062 |
3. | Naar Dienst Huurcommissie met betrekking tot het energielabel | – 2 854 | – 2 854 |
4. | Vanuit 2009 doorgeschoven crisisbudget tbv energiebesparing | 10 000 | 10 000 |
5. | Aanpassing fasering budget energiebesparing gebouwde omgeving | 15 983 | 15 983 |
6. | Stimulering glasisolatie (EIA-glasisolatieregeling) | 20 000 | 20 000 |
Totaal | 26 758 | 36 067 |
Toelichting
Ad 1.
Het verplichtingbudget 2009 voor Meer met Minder is verhoogd met € 24,5 mln. in verband met de verleende garantiestelling Energiebesparingskrediet aan het Waarborgfonds Eigen woningen ten bedrage van € 35 mln. Ter compensatie worden de beschikbare verplichtingenbudgetten 2010 en 2011 verlaagd met in totaal € 24,454 mln, waarvan € 14 mln in 2010 en € 10,454 mln in 2011.
Ad 2.
De mutatie betreft een bijdrage aan de uitvoeringskosten van het AgentschapNL.
Ad 3.
Implementatie van het energielabel in het woningwaarderingstelsel leidt tot hogere uitgaven voor de Dienst van de Huurcommissie in verband met de behandeling van bezwaren over de huurprijs van de woning na een afgegeven energielabel. Vanwege de beleidsrelatie vindt dekking plaats vanuit het budget van Meer met Minder.
Ad 4 en 5.
Omdat de belangstelling voor de regelingen Energiebesparing Gebouwde Omgeving (de Tijdelijke subsidieregeling Isolatieglas en de Tijdelijke subsidieregeling maatwerkadviezen) in 2009 een trage start kende, is budget doorgeschoven naar het jaar 2010. Hiervan is € 10 mln onderdeel van het crisisbudget.
Op dit artikel zijn incidentele subsidies verstrekt.
Op grond van artikel 4:23 lid 3 sub c van de Algemene Wet Bestuursrecht wordt in artikel 2 voor € 2,2 mln een begrotingsbasis gecreëerd voor toekenning van bijdragen voor zogenaamde «excellente gebieden».
Conform het gestelde in de WWI-begroting 2009, artikel 2, komen er excellente gebieden waarin geëxperimenteerd wordt met energiezuinig en innovatief bouwen. Kern is dat voor de aangewezen gebieden een minimaal 25% scherpere norm geldt dan de landelijke norm. Ervaringen worden verspreid onder projectontwikkelaars en bouwers.
Toekenning van onderstaande bijdragen zal in 2010 plaatsvinden:
• Geerpark te Heusden, € 200 000
750 woningen en 1000 m2 bvo utiliteitsbouw. EPC-streefwaarden van minimaal 50% onder de norm.
• Erasmusveld – Leywegzone te Den Haag, € 200 000
3 800 woningen en 47 500 m2 bvo utiliteitsbouw.
• Hout Noord te Almere, € 200 000
4 320 woningen en 56 500 m2 bvo utiliteitsbouw.
• Vroonermeer Noord te Alkmaar, € 100 000
De combinatie restwarmte met goed casco bouwen voldoet aan de toekomstige EPC aanscherping.
• Klimaatneutraal Jeruzalem te Amsterdam Oost – Watergraafsmeer, € 200 000
Ambitie om een gehele klimaatneutrale wijk te realiseren in een monumentale wijk.
• Klimaatneutraal Steenbrugge te Deventer, € 100 000
Groot woningbouwproject, vernieuwend vooral qua financieringsconstructie en sterk leereffect.
• Distriport Noord-Holland te Koggenland, € 200 000
Utiliteitsbouw project 640 000 m2 bvo. Veel aandacht voor leereffect en kwaliteitsborging.
• De Houthaven te Amsterdam Westerpark, € 200 000
Leereffect is goed toepasbaar in andere gebieden.
• VenloGreenpark, Villa Flora en Innovatoren te Venlo, € 300 000
Utiliteitsbouw en aandacht gebiedsontwikkeling. In de schijnwerpers in binnen- en buitenland. Veel aandacht voor kwaliteitsborging.
• Velmolen Buiten: Duurzaam bouwen én wonen te Uden, € 100 000
Ambitieuze EPC-waarden.
• Wijkvernieuwing Stekkenberg – West te Groesbeek, € 100 000
Verschillende besparingstechnieken.
• CO2 neutrale straat Grijpskerke (Gemeente Veere), € 200 000
Groot qua ambitie.
• De Elementen Deelgebied Dijkzone 1c te Spijkenisse, € 100 000
Veel aandacht voor de keuzen van bouwmaterialen.
Instrument: Subsidies innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (FES)
Op dit instrument is de volgende mutaties verwerkt:
Omdat de ontwikkeling en implementatie van het beleidsinstrumentarium meer tijd vergt dan voorzien, wordt voor 2009 beschikbaar budget (€ 18,896 mln) bij «Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving» doorgeschoven naar 2010.
Instrument: Kosten uitvoeringsorganisaties
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Naar VROM instrument «bekostiging van externe uitvoeringsorganisatie» | – 1 600 | – 3 804 |
2. | Additioneel budget AgentschapNL | 1 258 | 1 258 |
Totaal | – 342 | – 2 546 |
Toelichting
Ad 1.
De mutatie betreft een bijdrage in de uitvoeringskosten van het AgentschapNL.
Ad 2.
Voor de uitvoering van diverse subsidieregelingen door AgentschapNL is additioneel budget toegevoegd.
Ontvangsten artikel 2
Op dit instrument is de volgende mutatie verwerkt:
Omdat de ontwikkeling en implementatie van het beleidsinstrumentarium meer tijd vergt dan voorzien, wordt voor 2009 beschikbaar budget (€ 13,896 mln) bij «Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving» doorgeschoven naar 2010. (Instrument: Subsidies innovatie energiebesparing gebouwde omgeving (FES))
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | 2 541 670 | 110 750 | 2 652 420 | 65 931 | 90 172 | 113 064 | 148 964 | ||||
Uitgaven: | 2 484 135 | 0 | 94 130 | 2 578 265 | 65 403 | 89 807 | 112 641 | 148 000 | |||
Programma: | 2 484 135 | 0 | 94 130 | 2 578 265 | 65 403 | 89 807 | 112 641 | 148 000 | |||
Garanderen betaalbaarheid voldoende huurwoningen en evenwichtige verdeling: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Garanderen van de betaalbaarheid van voldoende huurwoningen en een evenwichtige verdeling hiervan (aanbodgericht) | 0 | 0 | |||||||||
Garanderen betaalbaarheid wonen voor lage inkomensgroepen (vraaggericht): | 2 466 071 | 0 | 84 742 | 2 550 813 | 57 450 | 86 543 | 112 177 | 147 536 | |||
Huursubsidie en huurtoeslag | 2 439 624 | 83 000 | 2 522 624 | 57 800 | 86 900 | 112 600 | 148 500 | ||||
Bevorderen eigen woonbezit | 26 447 | 1 742 | 28 189 | – 350 | – 357 | – 423 | – 964 | ||||
Bijdrage financiering startersleningen | 0 | 0 | |||||||||
Garanderen van een laagdrempelige geschillenbeslechting | 15 152 | 0 | 11 154 | 26 306 | 8 355 | 3 272 | 464 | 464 | |||
Bekostiging Huurcommissie | 15 152 | 11 154 | 26 306 | 8 355 | 3 272 | 464 | 464 | ||||
Verruiming van het aanbod van geschikte woningen voor bijzondere aandachtsgroepen, alsmede het bestrijden van onrechtmatige bewoning | 0 | ||||||||||
Overige programmabudgetten: | 2 912 | 0 | – 1 766 | 1 146 | – 402 | – 8 | 0 | 0 | |||
Onderzoek | 442 | – 86 | 356 | 0 | |||||||
Kennisoverdracht | 525 | 265 | 790 | 265 | |||||||
Kosten uitvoeringsorganisaties | 1 945 | – 1 945 | 0 | – 667 | – 8 | ||||||
Nader aan te wijzen | 0 | 0 | |||||||||
Ontvangsten: | 363 237 | – 30 000 | 333 237 | 24 100 | 59 700 | 69 600 | 55 300 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Huursubsidie en huurtoeslag
De uitgaven van de huurtoeslag vallen hoger uit doordat bij het voorlopig toekennen door de belastingdienst regelmatig meer wordt uitgekeerd dan waar ontvangers uiteindelijk recht op hebben. Regelmatig wordt een hoger inkomen niet of te laat doorgegeven aan de belastingdienst.
Instrument: Bevorderen eigen woningbezit
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Doorwerking hoger aantal aanvragen BEW+ in 2009 op 2010 | – 79 000 | |
2. | Naar VROM instrument «bekostiging van externe uitvoeringsorganisatie» | – 40 | – 3 097 |
3. | Van WWI instrument «bekostiging van externe uitvoeringsorganisatie» | 40 | 3 097 |
4. | Kasschuifprogramma- en uitvoeringskosten BEW+ | 94 882 | 2 405 |
5. | Overige mutaties | – 663 | – 663 |
Totaal | 15 219 | 1 742 |
Toelichting
Ad 1.
Door een grotere instroom van aanvragen bij de BEW+ was in 2009 meer verplichtingenruimte benodigd. Compensatie wordt geboden door de verplichtingenruimte in 2010 overeenkomstig te verlagen.
Ad 2.
De mutatie betreft een gewijzigde artikelbelasting van de bijdrage voor de uitvoering door AgentschapNL in 2010.
Ad 3.
De mutatie betreft een overboeking als gevolg van de gewijzigde artikelbelasting bij de uitvoeringskosten van de BEW. Dit betreft de kosten van het AgentschapNL.
Ad 4.
De mutatie is nodig om aan te sluiten bij het kasritme van de kosten van de BEW+ op grond van de toekenningen tot aan het sluiten van de regeling.
Instrument: Bekostiging Dienst van de Huurcommissie
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Van instrument «Subsidies energiebesparing» | 2.854 | 2.854 |
2. | Bedrijfsvoeringsmiddelen voor Dienst van de Huurcommissie (DHC) van VROM naar WWI | 4.300 | 4.300 |
3. | Kosten nieuwe organisatie Huurcommissies | 6.300 | 6.300 |
4. | Aanpassing bijdrage DHC agv legesontvangsten bij het ZBO | – 2.300 | – 2.300 |
Totaal | 11.154 | 11.154 |
Toelichting
Ad 1.
Met de invoering van het energielabel wordt het woningwaarderingstelsel aangepast. De hieruit voortvloeiende kosten van de Dienst van de Huurcommissie (DHC) worden vanuit het EGO-budget gefinancierd.
Ad 2.
Middelen op de VROM-begroting (van de voormalige Gemeenschappelijke Diensten) hebben betrekking op de afname van de DHC in het verleden. Nu de bekostiging van de DHC via de begroting voor WWI loopt, worden deze budgetten structureel van VROM naar WWI overgeboekt.
Ad 3.
De DHC heeft additionele kosten als gevolg van de inrichting van de nieuwe organisatie met bijbehorende infrastructuur en een verhoogde zaaklast.
Ad 4.
Omdat de legesontvangsten van DHC niet meer op de begroting voor WWI worden verantwoord maar via de DHC, worden ook de uitgaven voor de baten lastendienst DHC overeenkomstig verlaagd.
Instrument: Kosten uitvoeringsorganisaties
Op dit instrument is de volgende mutatie verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Naar WWI instrument «bevorderen eigen woningbezit» | – 40 | – 3 097 |
2. | Overige mutaties | 1 152 | 1 152 |
Totaal | 1 112 | – 1 945 |
Toelichting
Ad 1.
Dit betreft een interne omboeking naar het instrument BEW binnen hetzelfde artikel. Hiervoor is gekozen om de uitgaven zoveel als mogelijk te koppelen aan de beleidsdoelstellingen.
Ontvangsten artikel 3
Op dit artikel zijn de volgende mutaties verwerkt:
Ontvangsten | ||
---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | ||
1. | Bijstelling raming ontvangsten huurtoeslag | – 27 700 |
2. | Aanpassing ontvangsten leges Dienst Huurcommissie (DHC) | – 2 300 |
Totaal | – 30 000 |
Toelichting
Ad 1.
Het inningtempo van de ingestelde vorderingen met betrekking tot te hoog uitgekeerde voorlopige toeslagen ligt lager dan eerder aangenomen. In 2010 is daarom sprake van lagere ontvangsten.
Ad 2.
De legesontvangsten van DHC worden direct door hen ontvangen en ook daar verantwoord. Als gevolg hiervan is de begroting van WWI dienovereenkomstig verlaagd.
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | 582 790 | – 82 003 | 500 787 | – 17 384 | – 16 984 | – 9 984 | 501 | ||||
Uitgaven: | 582 790 | 0 | – 77 275 | 505 515 | – 11 384 | – 10 984 | – 3 984 | 501 | |||
Programma: | 582 790 | 0 | – 77 275 | 505 515 | – 11 384 | – 10 984 | – 3 984 | 501 | |||
Bewerkstelligen dat oud- en nieuwkomers hun inburgerings examen halen: | 504 243 | 0 | – 64 397 | 439 846 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Facilitering inburgering | 504 243 | – 64 397 | 439 846 | ||||||||
Het versterken van maatschappelijke emancipatie en het vergroten van de sociale integratie van niet-westerse migranten: | 78 547 | 0 | – 12 878 | 65 669 | – 11 384 | – 10 984 | – 3 984 | 501 | |||
Facilitering remigratie | 36 981 | 511 | 37 492 | 501 | 501 | 501 | 501 | ||||
Overige instrumenten | 41 566 | – 13 389 | 28 177 | – 11 885 | – 11 485 | – 4 485 | |||||
Ontvangsten: | 103 249 | 103 249 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Facilitering inburgering
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Schriftelijke toets Inburgeringexamen Buitenland | 10 000 | 10 000 |
2. | Naar GF: Uitvoeringskosten inburgering | – 60 070 | – 60 070 |
3. | Instellen decentralisatie-uitkering opstapcursussen inburgering | – 14 159 | – 14 159 |
4. | Overige mutaties | – 100 | – 168 |
Totaal | – 64 329 | – 64 397 |
Toelichting
Ad 1.
Vanaf 1 januari 2011 wordt het inburgeringsexamen in het buitenland uitgebreid met een Toets geletterdheid en begrijpend lezen. Voor de ontwikkeling hiervan is in 2010 € 10 mln beschikbaar gesteld.
Ad 2.
De bevoorschotting van de uitvoeringskosten van gemeenten voor inburgering verloopt via het gemeentefonds.
Ad 3.
In het kader van de uitvoering van de maatregelenbrief kwaliteitsimpuls inburgering (TK 31143, nr. 67) ontvangen gemeenten in 2010 € 14 mln om opstapcursussen te organiseren met als doel de instroom van vrijwillige inburgeraars te verbeteren.
Ad 4.
De regel «Overige mutaties» betreft een saldo dat is opgebouwd uit plussen en minnen van verscheidene posten, waaronder een voorlopige ramingbijstelling van het aantal verwachte inburgeringtrajecten.
Instrument: Facilitering remigratie
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletoire begroting: | |||
1. | Fasering prijsbijstelling tranche 2008 naar 2010 | 2 515 | 2 515 |
2. | Fasering prijsbijstelling tranche 2008 over de jaren 2011–2014 | – 2 004 | – 2 004 |
Totaal | 511 | 511 |
Toelichting
Ad 1 en 2.
De remigratie-uitkering is in 2008 geïndexeerd. De bijbehorende prijsbijstellingstranche is in 2010 en verder benodigd. Deze tranche wordt met de mutatie onder 2 verdeeld over de jaren 2011–2014 (€ 0,501 mln per jaar)
Instrument: Overige instrumenten
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletoire begroting: | |||
1. | Doorwerking meerjarige subsidietoezegging 2009 FORUM | – 6 000 | |
2. | Naar GF: decentralisatie-uitkering aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren | – 7 000 | – 7 000 |
3. | Naar GF: decentralisatie-uitkering aanpak Antilliaans-Nederlandse risicojongeren | – 4 485 | – 4 485 |
4. | Naar WWI artikel 5 – Kennis en Ordening voor onderzoek | – 1 024 | |
5. | Overige mutaties | – 700 | – 880 |
Totaal | – 18 185 | – 13 389 |
Toelichting
Ad 1.
In 2009 is besloten dat FORUM tot en met 2013 jaarlijks € 6 mln subsidie ontvangt, hiervoor is in 2009 een meerjarige verplichting aangegaan. De hiervoor benodigde ruimte wordt met deze mutatie naar voren gehaald.
Ad 2 en 3.
De mutaties betreffen overboekingen naar het Gemeentefonds in verband met de decentralisatie-uitkering van de aanpak van Marokkaans-Nederlandse (€ 7 mln in 2010 t/m 2012) en Antilliaans-Nederlandse risicojongeren (€ 4,5 mln in 2010 t/m 2013).
Ad 4.
Van WWI beleidsartikel 4 «Integratie niet-westerse migranten» is met name voor de uitvoering van het onderzoek Survey Integratie Minderheden 2010 (SIM 2010) budget ad € 1 mln overgeboekt naar beleidsartikel 5 «Kennis en Ordening wonen, wijken en integratie».
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | 3 372 | – 305 | 3 067 | – 1 030 | – 630 | – 630 | – 630 | ||||
Uitgaven: | 8 630 | 0 | 1 698 | 10 328 | – 1 770 | – 669 | – 630 | – 630 | |||
Programma: | 8 630 | 0 | 1 698 | 10 328 | – 1 770 | – 669 | – 630 | – 630 | |||
Tijdig inspelen op maatschappelijke veranderingen: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Tijdig inspelen op maatschappelijke veranderingen | 0 | 0 | |||||||||
Ontsluiten van kennis en onderzoekscoördinatie: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Ontsluiten van kennis en onderzoekscoördinatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van wooncorporaties: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Bevorderen van maximale maatschappelijke prestaties van wooncorporaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Versterken van de positie van de woonconsument: | 1 363 | 0 | 0 | 1 363 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Subsidies woonconsumentenorganisaties | 1 363 | 1 363 | |||||||||
Overige programmabudgetten: | 7 267 | 0 | 1 698 | 8 965 | – 1 770 | – 669 | – 630 | – 630 | |||
Onderzoek | 3 959 | 1 594 | 5 553 | – 400 | |||||||
Experimenten en kennisoverdracht | 3 308 | 104 | 3 412 | – 1 370 | – 669 | – 630 | – 630 | ||||
Nader aan te wijzen | 0 | 0 | |||||||||
Ontvangsten: | 0 | 0 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Onderzoek
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Van WWI artikel 4 Integratie niet-westerse migranten voor onderzoek | 1 024 | |
2. | Overige mutaties | 400 | 570 |
Totaal | 400 | 1 594 |
Toelichting
Ad 1.
Vanuit het beleidsartikel «Integratie niet-westerse migranten» wordt voor uitvoering van onderzoeksopdrachten € 1 mln overgeboekt.
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | 102 842 | – 52 605 | 50 237 | – 20 096 | – 761 | 18 898 | 16 567 | ||||
Uitgaven: | 102 842 | 0 | – 52 605 | 50 237 | – 20 096 | – 761 | 18 898 | 16 567 | |||
Programma: | 102 842 | 0 | – 52 605 | 50 237 | – 20 096 | – 761 | 18 898 | 16 567 | |||
Vanuit rijkshuisvesting bijdragen aan rijksdoelen: | 10 804 | 0 | – 3 300 | 7 504 | – 5 700 | 0 | 3 600 | 3 000 | |||
Beleid (mede) van toepassing op de rijkshuisvesting en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel | 3 051 | 3 051 | |||||||||
Onderzoek Rgd | 599 | 599 | |||||||||
Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw | 1 212 | 1 212 | |||||||||
Energiebesparing rijkshuisvesting | 5 942 | – 3300 | 2 642 | – 5700 | 3600 | 3000 | |||||
Monumenten beheren: | 15 259 | 0 | 0 | 15 259 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Beheer monumenten in rijksbezit | 15 259 | 15 259 | |||||||||
Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken: | 76 779 | 0 | – 49 305 | 27 474 | – 14 396 | – 761 | 15 298 | 13 567 | |||
Onderhoud HCvS/AZ | 3 627 | – 3 627 | 0 | – 4 009 | – 4 024 | – 4 025 | – 4 025 | ||||
Investeringen HCvS/AZ | 41 356 | – 41 356 | 0 | – 14 738 | – 10 720 | – 173 | – 205 | ||||
Huren HCvS/AZ | 5 474 | – 5 474 | 0 | – 4 868 | – 2 922 | – 2 936 | – 2 936 | ||||
Paleizen | 26 322 | – 26 322 | 0 | – 18 354 | – 8 608 | – 3 320 | – 5 319 | ||||
Functionele kosten Koninklijk Huis | 0 | 0 | |||||||||
Systeemwijziging investeringen | 0 | 18 096 | 18 096 | 18 195 | 16 135 | 16 374 | 16 674 | ||||
Systeemwijziging Paleizen | 0 | 9 378 | 9 378 | 9 378 | 9 378 | 9 378 | 9 378 | ||||
Ontvangsten: | 357 | 0 | 357 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Energiebesparing rijkshuisvesting
Op dit instrument is een mutatie verwerkt om € 3,3 mln door te schuiven van 2010 naar 2013 om uitvoering te geven aan een programma van energiebesparende maatregelen in de rijkshuisvesting.
Instrument: Huisvesten van het Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken
De mutaties bij dit instrument betreffen een systeemwijziging die binnen de WWI-begroting wordt toegepast bij de financiering van de objecten van de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat. Bij de huisvesting van het Koninklijk Huis gaat het om de 3 staatspaleizen: Paleis Noordeinde, Huis ten Bosch en het Koninklijk Paleis Amsterdam.
De objecten van deze diensten en het Koninklijk Huis worden met ingang van 2010 op een analoge wijze als in het rijkshuisvestingstelsel behandeld. Voor investeringen voor deze objecten zal gebruik gemaakt kunnen worden van de leenfaciliteit. Naar analogie van het rijkshuisvestingstelsel zal voor de investeringen een gebruiksvergoeding worden bepaald. Het ministerie voor WWI zal, als verantwoordelijke voor de huisvesting van de genoemde diensten, de gebruiksvergoeding aan de Rijksgebouwendienst voldoen.
Artikel 95. Algemeen
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | 3 242 | 2 326 | 5 568 | ||||||||
Uitgaven: | 17 741 | 0 | 13 388 | 31 129 | 10 055 | 11 489 | 2 097 | 643 | |||
Programma: | 17 741 | 0 | 13 388 | 31 129 | 10 055 | 11 489 | 2 097 | 643 | |||
Afkoop subsidies WWI regelingen | 0 | 0 | |||||||||
Kosten uitvoeringsorganisaties | 0 | 0 | |||||||||
Betaalbare woonkeuze koop- en huursector | 8 063 | 8 063 | |||||||||
Budget BWS 1992–1994 | 2 169 | 2 169 | |||||||||
Woningbouw en duurzame kwaliteit | 0 | 0 | |||||||||
Huisvesting gehandicapten en woon-zorg | 57 | 363 | 420 | – 57 | – 57 | – 57 | – 57 | ||||
Stedelijke vernieuwing Lelystad | 0 | 0 | |||||||||
LVS en W I | 3 262 | – 2 000 | 1 262 | ||||||||
Verzameluitkering | 4 190 | 15 025 | 19 215 | 10 112 | 11 546 | 2 154 | 700 | ||||
Ontvangsten: | 214 | 214 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: LVS en WI
De mutatie op dit instrument betreft een ramingstechnische bijstelling. Voor de afwikkeling van de resterende projecten in het kader van de werkgelegenheidsimpuls (WI) is in 2010 minder budget benodigd dan beschikbaar was.
Instrument: Verzameluitkering
De verzameluitkering die is gestoeld op de Financiële-verhoudingswet beoogt medeoverheden ruimte te bieden voor lokaal maatwerk en de administratieve lasten bij het Rijk en medeoverheden te beperken. De uitkering vindt plaats door de Minister van BZK. De navolgende subsidieregelingen en budgetten op de begroting van WWI zijn hierin opgenomen:
• Impulsregeling Stedelijke Vernieuwing 2005
• Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing
• Bijdragen aan Enschede Lage Bothof en Deventer Colmschate.
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
Verplichtingen | Uitgaven | ||
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Impulsregeling | 5 241 | |
2. | Innovatieprogramma Stedelijke vernieuwing (IPSV) | 13 358 | |
3. | Benodigde kasschuif om de middelen in het juiste tempo over te boeken. | – 5 900 | |
4. | Bijdrage aan Enschede. Lage Bothof | 2 100 | 2 100 |
5. | Bijdrage aan Deventer Colmschate | 226 | 226 |
Totaal | 2 326 | 15 025 |
Toelichting
Ad 1 en 2.
De middelen van de Impulsregeling Stedelijke vernieuwing 2005 en het Innovatieprogramma Stedelijke vernieuwing worden naar dit instrument overgeboekt.
Ad 4.
De minister voor WWI heeft een bijdrage in de excessieve grondkosten van € 2,1 mln aan Enschede toegezegd voor de woningbouw op locatie Lage Bolthof.
Ad 5.
De mutatie betreft de finale bijdrage aan Deventer Colmschate uit hoofde van de toenmalige knelpunten Vinex-locaties.
(x € 1.000,–) | (1) | (2) | (3) | (4)=(1+2+3) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | Mutaties via NvW en amendement | Mutaties 1e suppletore begroting 2010 | Stand 1e suppletore begroting 2010 | Mutatie 2011 | Mutatie 2012 | Mutatie 2013 | Mutatie 2014 | ||||
Verplichtingen: | – 6 143 | 0 | – 6 143 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Uitgaven: | – 1 578 | 0 | – 62 | – 1 640 | 0 | 6 | 6 | 31 | |||
Programma: | – 1 578 | 0 | – 62 | – 1640 | 0 | 6 | 6 | 31 | |||
Prijsbijstelling: | – 664 | 0 | 0 | – 664 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Prijsbijstelling | – 664 | – 664 | |||||||||
Nog te verdelen: | – 914 | 0 | – 62 | – 976 | 0 | 6 | 6 | 31 | |||
Nog nader te verdelen taakstellingen | 0 | ||||||||||
Nog nader te verdelen overig | – 914 | – 62 | – 976 | 0 | 6 | 6 | 31 |
Toelichting relevante mutaties:
Instrument: Nog nader te verdelen overig
Op dit instrument zijn de volgende mutaties verwerkt:
x € 1000,– | Verplichtingen | Uitgaven | |
---|---|---|---|
Mutaties 1e suppletore begroting: | |||
1. | Eindejaarsmarge (EJM) WWI vanuit Algemene middelen tbv de begrotingsuitvoering 2009/2010 | 48 761 | 48 761 |
2. | Inzet EJM als gevolg van de specifieke problematiek 2010 | – 28 734 | – 28 734 |
3. | Uitboeking EJM tbv de begrotingsuitvoering 2010 | – 20 027 | – 20 027 |
4. | Overige mutaties | – 62 | |
Totaal | 0 | – 62 |
Toelichting
Ad 1, 2 en 3.
De beschikbare eindejaarsmarge van € 48,818 mln wordt ingezet voor de vertragingen in 2009 die in 2010 tot betaling komen (ruim € 20 mln) en de specifieke problematiek in 2010 (ruim € 28,7 mln).
Wetsartikel 2 (begroting Baten-lastendiensten)
Begroting Baten-Lastendienst: Rijksgebouwendienst
1e suppletore begroting 2010 Rijksgebouwendienst
Totaal baten | Totaal lasten | Saldo van baten en lasten | |
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | 1 483 931 | 1 483 471 | 460 |
Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting | 30 114 – | 30 114 – | – |
Stand 1e suppletore begroting | 1 453 817 | 1 453 357 | 460 |
Totaal kapitaaluitgaven | Totaal kapitaalontvangsten | ||
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | 725 371 | 470 000 | |
Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting | 162 788 | 145 000 | |
Stand 1e suppletore begroting | 888 159 | 615 000 |
Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Voorjaarsnota
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting | Totaal geraamd |
---|---|---|---|
Baten | |||
Leveren producten/diensten: | |||
Opbrengst departementen | 1 348 290 | 39 620 | 1 387 910 |
Opbrengst moeder | 105 753 | – 79 734 | 26 019 |
Opbrengst derden | 11 650 | – | 11 650 |
– | |||
Bedrijfsvoering: | – | ||
Rentebaten | 5 151 | – | 5 151 |
Overige baten | 5 475 | 10 000 | 15 475 |
Totaal baten | 1 483 931 | – 30 114 | 1 453 817 |
Lasten | |||
Product Huisvesting: | |||
Apparaatskosten (netto) | 89 473 | – | 89 473 |
Huren vanuit de markt | 328 132 | 180 | 328 312 |
Rentelasten | 329 122 | 2 932 | 332 054 |
Afschrijvingen | 302 634 | 22 932 | 325 566 |
Onderhoud | 155 438 | – 15 847 | 139 591 |
Mutaties voorzieningen | 19 406 | – 18 000 | 1 406 |
Belastingen en heffingen | 24 056 | – | 24 056 |
Investeringen buiten gebruiksvergoedingen | 139 968 | – 44 656 | 95 312 |
Overige producten: | – | – | |
Services | 65 975 | – | 65 975 |
Adviezen | 5 801 | – | 5 801 |
Beleid | 7 773 | 345 | 8 118 |
PPS lasten | 10 400 | 7 000 | 17 400 |
Overige lasten | 5 287 | 15 000 | 20 287 |
Totaal lasten | 1 483 471 | – 30 114 | 1 453 357 |
Saldo | 460 | – | 460 |
Toelichting:
De hogere opbrengsten departementen en lagere opbrengsten moeder hangen met name samen met een systeemwijziging die binnen de begroting voor WWI heeft plaatsgevonden bij de financiering van de objecten van de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat. Bij de huisvesting van het Koninklijk Huis gaat het om de 3 staatspaleizen: Paleis Noordeinde, Huis ten Bosch en het Paleis op de Dam.
De objecten van deze diensten en het Koninklijk Huis worden met ingang van 2010 op een analoge wijze als in het huur-verhuurstelsel behandeld. Voor investeringen voor deze objecten zal gebruik gemaakt kunnen worden van de leenfaciliteit. Naar analogie van het huur-verhuurstelsel zal voor de investeringen een gebruiksvergoeding worden bepaald. Het ministerie voor WWI zal, als verantwoordelijke voor de huisvesting van de genoemde diensten, de gebruiksvergoeding aan de Rijksgebouwendienst voldoen.
De wijzigingen bij de huren vanuit de markt, rente, afschrijvingen, onderhoud en investeringen buiten de gebruiksvergoeding zijn eveneens een gevolg van de systeemwijziging. De activiteiten liggend onder de verlagingen bij onderhoud en investeringen buiten de gebruiksvergoeding worden vanaf 2010 via de leenfaciliteit gefinancierd.
Daarnaast zijn de ramingen van rente, afschrijving een PPS-kosten aangepast aan actuele inzichten op basis van de jaarrekening 2009.
De verlaging bij de mutaties in de voorzieningen zijn een gevolg van de besluiten om de voorziening Boekwaarderisico’s en de voorziening Leegstand op te heffen. Tenslotte is bij de overige lasten is sprake van een technische correctie in verband met kosten voor brandveiligheid, die ook bij de overige baten optreedt.
Kasstroomoverzicht per 31 december 2010
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of -) 1e suppletore begroting | Stand 1e suppletore begroting | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2010 | 304 923 | 265 571 | 570 494 |
2 | Operationele kasstroom | 293 418 | – 8 000 | 285 418 |
3a | Investeringen | – 425 000 | – 145 000 | – 570 000 |
3b | Desinvesteringen | 45 000 | – | 45 000 |
3 | Investeringskasstroom | – 380 000 | – 145 000 | – 525 000 |
4a | Afdracht | – | – 17 788 | – 17 788 |
4b | Aflossing | – 300 371 | – | – 300 371 |
4c | Beroep op leenfaciliteit | 425 000 | 145 000 | 570 000 |
4 | Financieringskasstroom | 124 629 | 127 212 | 251 841 |
5 | Rekening-courant RHB 31 dec 2010 | 342 970 | 239 783 | 582 753 |
Toelichting:
De beginstand van de rekening-courant RHB is aangepast aan de realisatie per ultimo 2009.
Daarnaast zijn de investeringen en het beroep op de leenfaciliteit verhoogd als gevolg van een actueel inzicht in de uitfinanciering van met name lopende projecten en als gevolg van de systeemwijziging.
Met ingang van 1 januari 2010 hanteert de Huurcommissie een baten-lastenadministratie. Als onderdeel daarvan wordt in deze begroting de openingsbalans van de Huurcommissie gepresenteerd.
Activa | bedragen in € | Passiva | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Vaste Activa | Eigen vermogen | |||||
Immateriële activa | Exploitatiereserve | – 1 786 118,46 | ||||
Software Pakketten | 120 177,96 | Wettelijke reserve | 1 786 118,46 | |||
Themis | 1 665 940,50 | |||||
Voorzieningen | ||||||
Materiële activa | Herplaatsers | 740 000,00 | ||||
Installaties en inventaris | 395 649,64 | Maatwerkafspraken | 1 431 277,00 | |||
Hardware | 309 656,02 | |||||
Langlopende schulden | ||||||
Vlottende activa | Initiële lening MvF | 2 491 424,12 | ||||
Onderhanden werk | 4 909 450,00 | |||||
Vorderingen | Kortlopende schulden | |||||
Nog te ontvangen leges | 2 064,00 | Crediteuren | 0,00 | |||
Voorschotten en leningen personeel | 2 681,00 | Nog te ontvangen facturen (kosten) | 1 862 691,37 | |||
Overige vorderingen | 6 785,90 | Verplichtingen vakantiedagen | 185 247,00 | |||
Vorderingen op VROM | 4 592 347,47 | Verplichtingen vakantiegeld | 290 414,36 | |||
Verplichtingen eindejaarsuitkering | 40 293,64 | |||||
Liquide middelen | Ontvangen leges op lopende zaken (depot) | 53 955,00 | ||||
Rekening courant bij financiën | 0,00 | Vooruitontvangen vergoedingen VROM | 4 909 450,00 | |||
Betaalrekening | 0,00 | Overige schulden belastingen en premies | 0,00 | |||
Legesrekening | 0,00 | |||||
12 004 752,49 | 12 004 752,49 |
Toelichting op de openingsbalans per 1 januari 2010
Inleiding
De openingsbalans 2010 van de baten/lastendienst Huurcommissie is opgesteld conform het voorgeschreven model van het ministerie van Financiën.
De uitgangspunten en randvoorwaarden voor het opstellen van de openingsbalans
1. De balans wordt gemaakt voor de baten/lastendienst Huurcommissie.
2. De van toepassing zijnde wet- en regelgeving dient te worden gevolgd, in het bijzonder de Regeling baten-lastendiensten 2007, onderdeel van de Comptabiliteitswet.
3. De IT-gerelateerde investeringen zullen in de toekomst waarde genereren voor de Huurcommissie. Volgens dit beginsel moeten deze investeringen worden geactiveerd op de openingsbalans, de investerings- en exploitatiebegroting.
4. Afschrijvingen op bestaande en in de toekomst aan te schaffen activa en afspraken met het ministerie voor WWI over betalingen/ financiering m.b.t. die activa hebben effect op de tarieven. Deze tarieven zullen jaarlijks na vaststelling ter goedkeuring worden voorgelegd aan het ministerie voor WWI. Het kostprijsmodel 2010 is gehanteerd ter bepaling van de waarde van het onderhanden werk.
Activa
Grondslagen voor activa
In de balans van de Huurcommissie zijn 4 soorten activa onderscheiden. Immateriële vaste activa, materiële vaste activa, vlottende activa en liquide middelen. De in de balans opgenomen waarde van deze activa is gebaseerd op historische kostprijzen minus een lineaire afschrijving. De restwaarde van alle vaste activa wordt geschat op nul. De vaste activa zijn geheel gefinancierd met een initiële lening bij het Ministerie van Financiën.
Voor afschrijvingen op vaste activa worden de volgende termijnen gehanteerd: verbouwingen 10 jaar, inventaris 5 jaar, hardware, installaties en software 3 jaar. Voor het bedrijfssoftwarepakket Themis zal gezien de forse investeringen en geschatte gebruiksduur een afschrijvingstermijn van 5 jaar worden gehanteerd.
De vlottende activa, behoudens de onderhanden werk positie die is gewaardeerd tegen kostprijzen 2010, worden alle geactiveerd tegen nominale waarden. De vlottende activa bestaan uit nog te ontvangen bedragen (leges en het ministerie van VROM/voor WWI) en een post voorschotten en leningen aan het personeel.
Immateriële vaste activa
De immateriële activa bestaan uit het Themis bedrijfssoftware pakket dat in opdracht van de Huurcommissie door derden wordt ontwikkeld. Het Themis pakket is op dit moment in ontwikkeling. Het implementatietraject is gepland tot ultimo 2010 en zal in 2011 verder uitontwikkeld worden.
Bedragen die op dit moment op de balans staan voor Themis zijn gebaseerd op de in 2009 werkelijk betaalde kosten. Op bedragen van de post Themis zal worden afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname, najaar 2010.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit inventaris, hardware, installaties en verbouwingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan aan het kantoor Den Haag van de Huurcommissie. De Huurcommissie huurt haar kantoorruimten, deze panden staan daarom niet op de balans als activa. Zoals eerder vermeld zijn de materiële vaste activa gewaardeerd tegen historische kostprijs.
De exacte kostprijs van het inbouwpakket van kantoor Den Haag is echter niet te achterhalen. Dit inbouwpakket is volgens de Rijksgebouwendienst in opdracht van het ministerie van VROM begin 2000 geplaatst. VROM heeft het pakket betaald en om niet aan de Huurcommissie overgedragen. Op basis van een taxatierapportage van de Rijksgebouwendienst is uitgegaan van de vervangingswaarde (ca. € 2,7 mln).
De materiële vaste activa zijn getoetst op volledigheid (steekproef op een verdieping). Daarnaast is er gekeken of de aanschafprijzen redelijk zijn en de aantallen in overeenstemming met grootte van het personeelsbestand zijn.
Het grootste deel van de activa is begin deze eeuw aangeschaft waardoor de restwaarde beperkt is. Veel activa worden nog gebruikt terwijl ze inmiddels afgeschreven zijn.
Onderhanden werk
Onderhanden werk geeft de positie weer van kosten die zijn gemaakt voor het behandelen van zaken die nog niet in rekening zijn gebracht bij de opdrachtgever. Voor de komende jaren worden schommelingen in het aantal zaken verwacht. De onderhanden werk positie helpt met het kunnen koppelen van kosten aan opbrengsten, waardoor er beter kan worden gestuurd op kosten en de kostprijzen beter kunnen worden bepaald.
Tot 2010 was er nog geen sprake van een baten-lastensituatie. De onderhanden werk positie zal voortdurend onderhevig zijn aan fluctuaties.
Omdat de kosten van het onderhanden werk in de huidige situatie reeds vergoed zijn is de post onderhanden werk gecorrigeerd met de post «vooruit ontvangen vergoedingen» onder de passiva. De hoogte van de post is op dit moment geacht op € 4,89 mln. (op basis van 6.272 zaken waarvan de waarde is bepaald naar gelang de uitvoeringsfase waarin deze zich bevinden).
Nog te ontvangen leges
De nog te ontvangen leges is een vorderingen post. Zodra de Huurcommissie een rekening uitstuurt voor leges ontstaat deze vordering. Nog te ontvangen leges worden tegen nominale waarde opgenomen in de balans. Vorderingen van vóór 1 december 2009 zijn hier niet meer in meegenomen vanwege de geringe kans dat deze nog geïnd worden.
Voorschotten en leningen personeel
De voorschotten en leningen aan personeel betreffen vooral voorschotten op te maken onkosten. De post wordt tegen nominale waarde opgenomen in de balans.
Overige vorderingen
Dit betreft door de Huurcommissie betaalde rekeningen voor studiekosten van werknemers die nog in rekening gebracht moeten worden bij derden.
Vorderingen op VROM
De post Vorderingen op VROM is een saldopost waarin vorderingen op en schulden aan VROM zijn gesaldeerd. Dit betreft alleen zaken die voor rekening van VROM komen.
Liquide middelen
De liquide middelen worden gevormd door de rekening courant bij het Ministerie van Financiën en twee bankrekeningen te weten een betaalrekening t.b.v. het betalen van crediteuren en een legesrekening waar alle transacties m.b.t. legesinning en restitutie op worden afgewikkeld. Beide rekeningen worden dagelijks afgeroomd en staan daarom op nul. In de loop van 2010 zal er wel een rekening courant verhouding met het Ministerie van Financiën ontstaan ter hoogte van die afgeroomde bedragen.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen wordt gevormd door enerzijds de exploitatiereserve en anderzijds een wettelijke reserve. Op de Wettelijke reserve dient volgens de regeling baten/lastendiensten 2007 een bedrag opgenomen te worden ter grootte van de immateriële activa. Het gaat hier feitelijk om een administratieve vastlegging want de tegenboeking hiervan staat op de Exploitatiereserve en zorgt er dus voor dat het Eigen vermogen per saldo nul blijft. Het saldo op deze rekeningen zal recht evenredig afnemen met de afschrijvingen op de Immateriële activa.
Daarnaast is de Exploitatiereserve de feitelijke «overloop» van de resultatenrekening. Winsten en verliezen worden met deze post verrekend. Bij enige omvang van de exploitatiereserve is er sprake van een buffer. Er is voor gekozen om bij aanvang van de baten/lastendienst het Eigen vermogen op nul te stellen. Het saldo op de Exploitatiereserve dient daarom alleen als tegenboeking voor de Wettelijke reserve.
Herplaatsers
De voorziening die op de openingsbalans staat betreft herplaatsingskosten. Deze is berekend aan de hand van de te verwachten loonkosten van betreffende medewerkers in 2010 uitgaande van de ingangsdatum 1-7-2009 van de herplaatsingsperiode.
Maatwerkafspraken
De maatwerkafspraken betreft kosten voor een aantal personeelsleden die in het kader van de reorganisatie vervroegd zijn uitgetreden. Deze afspraken liggen volledig vast. Uitbetaling van de deze regeling zal tot en met 2012 plaatsvinden.
Langlopende schulden
Deze post bestaat uit de initiële lening bij het Ministerie van Financiën. De balans is een overzicht van bezittingen en hoe deze gefinancierd zijn (alle schulden). De Regeling batenlastendiensten 2007 schrijft voor, dat activa alleen mogen worden gefinancierd met een lening bij het Ministerie van Financiën.
De Initiële lening zal wijzigen als gevolg van de afbetaling van de lening voor bestaande activa. Deze afbetaling loopt gelijk op met de afschrijvingen op diezelfde activa. Daarnaast zal er voor nieuwe investeringen een nieuw bedrag moeten worden geleend.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden betreffen crediteuren (saldo per 1 januari 2010 is nul) en verplichtingen aan het personeel en overige schulden. De volgende posten worden nog eens nader benoemd:
Nog te ontvangen facturen
De nog te ontvangen facturen vormen een grote post met voornamelijk de te verwachten kosten over 2009 voor ingehuurd personeel en overige materiële kosten. Deze kosten komen ten laste van VROM. Het bedrag van deze toezegging is verwerkt in de saldo post «Vorderingen op VROM».
Het saldo bestaat uit nog te verwachten kosten op basis van onderliggende contracten en/of overeenkomsten waarvoor nog geen factuur is ontvangen en uit in 2010 ontvangen facturen voor gemaakte kosten die betrekking hebben op 2009.
In deze post zijn een aantal nog te ontvangen facturen van VROM opgenomen waarvan het niet duidelijk is of die nog aan de Huurcommissie in rekening worden gebracht. Het betreft facturen voor ingeleende medewerkers (Interim Managementpool VROM) en geleverde diensten door post haal-/brengservice, schoonmaak en mobiele telefonie. Mocht blijken dat de Huurcommissie deze kosten niet meer in rekening gebracht krijgt dan wordt de balanspost Nog te ontvangen facturen dienovereenkomstig verlaagd met als tegenrekening de «Vorderingen op Vrom».
Verplichting vakantiedagen
Hierbij zijn de positieve vakantieurensaldo's van de vaste medewerkers omgerekend met het op 31 december geldende uurtarief van die medewerkers.
Verplichting vakantiegeld
Dit betreft de maandelijkse reservering voor het in de maand mei uit te betalen vakantiegeld. De kosten hiervan worden daardoor geleidelijk over het jaar verdeeld.
Verplichtingen eindejaarsuitkering
Ook voor de eindejaarsuitkering zal er maandelijks een bedrag gereserveerd gaan worden. Uitkering hiervan vindt plaats in de maand november. In december wordt begonnen met de reservering voor de uitkering volgend jaar.
Ontvangen leges
Ontvangen leges over lopende zaken vormen een schuld omdat de kans bestaat dat de Huurcommissie deze leges moet terugbetalen indien de uitspraak van de zaak daartoe aanleiding geeft.
Vooruitontvangen vergoedingen VROM
Vooruitontvangen vergoedingen VROM wordt geheel gevormd als tegenpost voor onderhanden werk. Zie ook de toelichting op de post onderhanden werk. Vanaf 2010 zal VROM voorschotten voor afgewikkelde zaken aan de Huurcommissie gaan betalen die dan onder deze noemer worden opgenomen.
Overige schulden
De overige schulden bestaan voornamelijk uit belastingen en (pensioen)premies over de uitbetaalde salarissen in december. Omdat de salarisverwerking en de financiële afhandeling daarvan geheel door P-Direkt, het shared service center voor personeelsregistratie en salarisadministratie binnen de rijksdienst, wordt gedaan zal hier de schuld aan deze organisatie worden opgenomen indien nog geen verrekening heeft plaatsgevonden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32395-XVIII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.