32 395 XVI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Bij een wetsvoorstel tot een begrotingswijziging wordt geen algemene toelichting opgenomen. De beleidsinhoudelijke toelichting bij de begroting(sstaat) wordt opgenomen in onderdeel B van de memorie van toelichting (de begrotingstoelichting).

Wetsartikel 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Compatibiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2010 te wijzigen.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).

Tevens wordt in onderdeel B een actueel beeld gegeven van de uitgaven onder het Budgettair Kader Zorg (BKZ) en van de financiering van de zorgsector in het jaar 2010.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

De mutaties in deze suppletore begroting bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal vrijvallen.

De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Voorjaarsnota 2010, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.

Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende uitgangspunten toegepast:

  • 1. Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de programma-uitgaven op doelstellingsniveau hoger is dan 3% van de vastgestelde begroting of groter dan € 3 miljoen. Eveneens kunnen bedragen onder deze norm worden toegelicht als blijkt dat het totaal van de post «overige mutaties» de € 3 miljoen overschrijdt.

  • 2. De apparaatsuitgaven in de beleidsartikelen zijn in relatie tot de beleidsuitgaven gering van omvang. Daarom worden alleen verschillen die groter zijn dan 10% van de vastgestelde begroting toegelicht.

  • 3. Mutaties die afzonderlijk lager zijn dan deze normen en/of die betrekking hebben op interne verrekeningen binnen de administratie van VWS, staan gesaldeerd toegelicht met de algemene tekst Overige mutaties. Hierdoor kan dat saldo op de post «overige mutaties» uiteindelijk hoger zijn dan de bovengenoemde criteria.

  • 4. Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven;

Voor wat betreft de premie-uitgaven en -ontvangsten worden in principe alleen mutaties die groter zijn dan € 10 miljoen toegelicht. In enkele gevallen is om beleidsmatige redenen van deze regel afgeweken en zijn ook kleinere mutaties toegelicht.

In paragraaf 2 wordt het beleid met betrekking tot de begrotingsuitgaven- en ontvangsten besproken.

In paragraf 3 volgt de artikelsgewijze toelichting van de begrotingsmutaties.

Paragraaf 4 bevat het beleid met betrekking tot de premie-uitgaven en de wijzigingen daarvan.

2. HET BELEID MET BETREKKING TOT DE BEGROTINGSUITGAVEN EN -ONTVANGSTEN

In paragraaf 2.1 wordt een overzicht gegeven van de tijdens de begrotingsbehandeling aangenomen amendementen en de moties met een directe relatie tot de begroting.

In paragraaf 2.2 worden de onderwerpen vermeld waarvoor deze begrotingswet de wettelijke basis vormt.

2.1. Amendementen en moties

Tijdens de behandeling van de VWS-begroting 2010 is één amendement aangenomen. De budgettaire consequenties van dit amendement zijn in onderstaande tabel opgenomen.

Tabel 1. Budgettaire consequenties amendementen, moties en nota van wijzigingen (bedragen x € 1 000)

Artikel

Bijstelling (Kas = Verplichting)

Toelichting dekking

Amendement of Nota van Wijziging

44

1 000

Binnen artikel 44 OD 1

Amendement 32 123 XVI, nr. 41 van de leden Wolbert, de Vries en Wiegman-van Meppelen Scheppink

Het amendement beoogt om in 2010 € 1 miljoen extra beschikbaar te stellen om zo een stevige impuls te geven aan Welzijn Nieuwe Stijl. De strekking van het amendement past goed binnen de uitgangspunten van de begroting VWS 2010. Daartoe is artikel 44 Maatschappelijke ondersteuning verhoogd met € 1 miljoen en als dekking is hetzelfde artikel met € 1 miljoen verlaagd.

2.2. Wettelijke basis

In deze paragraaf worden de onderwerpen vermeld waarvoor deze begrotingswet de wettelijke basis vormt. Dit betreft:

Fonds voor de topsporter

Aan de Stichting Fonds voor de Topsporter zijn bijdragen (totaal € 5,6 miljoen in 2010) beschikbaar gesteld voor het uitkeren van stipendia (€ 4,6 miljoen) en onkostenvergoedingen (€ 1 miljoen) aan A-topsporters en nationale toptalenten met een inkomen dat lager is dan het minimumloon.

Fonds Gehandicaptensport Nederland

Aan het Fonds Gehandicaptensport Nederland is een bijdrage (€ 1,8 miljoen voor 5 jaar) beschikbaar gesteld voor het financieren van de vervoersregeling voor gehandicapte teamsporters en voor het opbouwen van een structurele financiering van de vervoersregeling door middel van collectes.

3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING VAN DE BEGROTINGSMUTATIES

Beleidsartikel 41 Volksgezondheid

41.1 Algemene doelstelling

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen gezond leven en zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid.

41.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

667 450

0

176 514

843 964

32 199

22 891

22 096

10 935

          

Uitgaven

679 697

0

180 946

860 643

33 211

24 070

22 445

10 935

          

Programma-uitgaven

670 800

0

179 925

850 725

32 190

23 124

21 499

9 989

1.

Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl.

44 535

0

– 6 648

37 887

– 4 303

– 3 647

– 2 513

– 1 664

2.

Het voorkomen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten.

84 621

0

– 785

83 836

– 75

0

0

0

3.

Het voorkomen van gezondheidsschade door ongevallen.

5 497

0

– 44

5 453

– 58

– 58

– 58

0

4.

De vermijdbare ziektelast neemt af door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten.

338 006

0

159 562

497 568

10 990

11 379

8 009

8 188

5.

Er is een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorg-voorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid.

182 809

0

26 795

209 604

24 591

14 405

15 016

2 420

6.

Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek.

15 332

0

1 045

16 377

1 045

1 045

1 045

1 045

          

Apparaatsuitgaven

8 897

0

1 021

9 918

1 021

946

946

946

          

Ontvangsten

21 653

0

– 7 963

13 690

4 109

9 315

6 995

7 174

41.3 Operationele doestellingen

Er zijn zes operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl;

  • 2. Het voorkómen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten;

  • 3. Het voorkómen van gezondheidsschade door ongevallen;

  • 4. De vermijdbare ziektelast neemt af door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten;

  • 5. Er is een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorgvoorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid;

  • 6. Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek.

41.3.1 Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

44 535

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 41 OD 1 en OD 2 naar artikel 41 OD 4 (€ 2,0 miljoen) en OD 5 (€ 0,4 miljoen) voor het Centrum Gezond Leven bij het RIVM respectievelijk opdrachten aan het RIVM (subgroepen in voedselconsumptiepeiling, advisering chemische voedselveiligheid).

– 2 394

2.

Overboeking van artikel 41 OD 1 naar artikel 41 OD 5 in verband met de ZonMw programma’s Gezonde Voeding, Gezonde Slagkracht en Leefstijlcampagne Tabak.

– 2 342

3.

Overboeking naar het Gemeentefonds. Het betreft de bijdrage van VWS in de kosten van de verlenging van de pilot Toezicht Drank- en Horecawet om de controle op de naleving van de bepalingen van de wet te versterken. Aan deze pilot doen vijftien (regio’s van) gemeenten mee.

– 1 087

4.

Overige mutaties

– 825

Stand 1e suppletore begroting

37 887

41.3.2 Het voorkomen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

84 621

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

– 785

Stand 1e suppletore begroting

83 836

41.3.3 Het voorkomen van gezondheidsschade door ongevallen

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

5 497

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1. Overige mutaties

– 44

Stand 1e suppletore begroting

5 453

41.3.4 De vermijdbare ziektelast neemt af door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

338 006

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

FES-mutatie inzake Respiratoir Syncytieel Virus (RSV)-vaccin. Gedurende het onderzoek is het inzicht ontstaan dat het klinische programma complexer zal zijn en langer zal duren dan aanvankelijk gedacht. Dat heeft onder meer met de toenemende veiligheidseisen te maken. Gevolg is dat de geplande uitgaven naar achteren worden verschoven

– 11 504

2.

Een deel van de voor 2009 geplande vaccinleveringen H1N1 is vertraagd. Deze leveringen worden dus pas in 2010 betaald. Het budget dient daarom mee te schuiven; voorliggende kasschuif geeft daaraan invulling.

72 412

3.

Het gaat hier om voor 2010 geplande betalingen voor vaccinleveringen H1N1.

86 000

4.

Vaccinatiecampagne GGD’en. Het betreft de kosten die door de GGD’en zijn gemaakt voor de vaccinaties H1N1. Deze kosten houden onder meer verband met de huur van locaties en de inzet van personeel.

8 530

5.

Overboeking van artikel 41 OD 1 en OD 2 naar artikel 41 OD 4 (€ 2,0 miljoen) en OD 5 (€ 0,4 miljoen) voor het Centrum Gezond Leven bij het RIVM respectievelijk opdrachten aan het RIVM (subgroepen in voedselconsumptiepeiling, advisering chemische voedselveiligheid).

2 014

6.

Als gevolg van de grieppandemie is de reguliere HPV-campagne doorgeschoven naar 2010. Voorliggende post betreft hoofdzakelijk de toedieningskosten. Voor alle andere kostenposten is reeds in 2010 voorzien.

983

7.

Overige mutaties

1 127

Stand 1e suppletore begroting

497 568

41.3.5 Er is een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorgvoorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

182 809

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering door ZonMw van het programma «Zichtbare schakel: de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt». Het programma is opgezet naar aanleiding van de motie Hamer c.s. (TK 2008–2009, 31 700 XVI nr. 15) en is onder meer gericht op de inzet van extra wijkverpleegkundigen op wijkniveau.

8 257

2.

Overboeking van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin naar het ministerie van VWS in verband met projecten vrijwilligerswerk. De motie Slob (TK 2008–2009, 31 700 XVI nr. 17) heeft hiervoor middelen vrijgemaakt op de begroting van Jeugd en Gezin. Uitvoering van deze projecten vindt plaats door ZonMw. In totaal is hiervoor in 2010 € 6,0 miljoen beschikbaar gesteld.

6 000

3.

Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering van het programma «Zorg voor Beter» door ZonMw.

3 933

4.

Overboeking van artikel 41 OD 1 naar artikel 41 OD 5 in verband met de ZonMw programma’s Gezonde Voeding, Gezonde Slagkracht en Leefstijlcampagne Tabak.

2 342

5.

Overboeking van artikel 42 OD 2 in verband met het door ZonMw uitgevoerde innovatieprogramma Revalidatie. Dit programma komt voort uit de door de Leden Koser Kaya en Van der Veen ingediende amendement bij de begrotingsbehandeling 2009 (TK 2008–2009, 31 700 XVI nr. 98). Door middel van dit tijdelijke innovatieprogramma Revalidatie wordt jaarlijks € 2 miljoen ingezet om innovatie in de revalidatiegeneeskunde mogelijk te maken en te bevorderen.

2 000

6.

Overboeking van artikel 42 OD 2 voor de uitvoering door ZonMw van het programma «Participatie en Gezondheid».

1 911

7.

Overboeking van artikel 41 OD 1 en OD 2 naar artikel 41 OD 4 (€ 2,0 miljoen) en OD 5 (€ 0,4 miljoen) voor het Centrum Gezond Leven bij het RIVM respectievelijk opdrachten aan het RIVM (subgroepen in voedselconsumptiepeiling, advisering chemische voedselveiligheid).

414

8.

Overige mutaties

1 938

Stand 1e suppletore begroting

209 604

41.3.6 Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

15 332

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

De werkdruk binnen de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) en de Regionale Toetsingscommissies (RTE) is de afgelopen jaren fors toegenomen. Uitbreiding is nodig om wettelijke taken en toegenomen meldingen te beoordelen.

1 045

Stand 1e suppletore begroting

16 377

41.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

8 897

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Als gevolg van de toenemende werkdruk op de beleidsterreinen van ethiek en infectieziektebestrijding is de formatie van de desbetreffende afdelingen uitgebreid.

664

2.

Overige mutaties

357

Stand 1e suppletore begroting

9 918

41.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

21 653

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

FES-mutatie inzake Respiratoir Syncytieel Virus (RSV)-vaccin. Gedurende het onderzoek is het inzicht ontstaan dat het klinische programma complexer zal zijn en langer zal duren dan aanvankelijk gedacht. Dat heeft onder meer met de toenemende veiligheidseisen te maken. Gevolg is dat de geplande uitgaven en ontvangsten uit het FES naar achteren worden verschoven.

– 11 504

2.

Ontvangsten als gevolg van de verkoop aan diverse landen van kleine vaccinhoeveelheden H1N1.

2 200

3.

Overige mutaties

1 341

Stand 1e suppletore begroting

13 690

Beleidsartikel 42 Gezondheidszorg

42.1 Algemene doelstelling

Een goed werkend en innoverend zorgstelsel, gericht op een optimale combinatie van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid voor de burger.

42.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

7 460 126

0

178 444

7 638 570

290 083

384 483

402 880

430 935

          

Uitgaven

7 472 005

0

239 277

7 711 282

336 912

389 652

406 209

431 713

          

Programma-uitgaven

7 463 695

0

239 156

7 702 851

336 715

389 433

405 963

431 467

1.

De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt.

1 796

0

2 446

4 242

0

0

0

0

2.

Zorgaanbieders worden gestimuleerd om het door de burger gewenste zorgaanbod te realiseren.

1 297 034

0

15 818

1 312 852

– 5 506

21 150

9 632

4 952

3.

Zorgverzekeraars bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijke zorg aan.

6 164 865

0

220 892

6 385 757

342 221

368 283

396 331

426 515

          

Apparaatsuitgaven

8 310

0

121

8 431

197

219

246

246

          

Ontvangsten

77 162

0

21 759

98 921

– 9 661

16 546

4 628

0

42.3 Operationele doelstellingen

Er zijn drie operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

  • 2. Zorgaanbieders worden gestimuleerd om het door de burger gewenste zorgaanbod te realiseren;

  • 3. Zorgverzekeraar bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijk zorg aan.

42.3.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

1 796

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 98 (IGZ) naar artikel 42 OD 1. Deze middelen zullen vanuit het programma «Zichtbare Zorg» worden aangewend om de transparantie in de zorg te verbeteren (door subsidies te verstrekken voor onder andere etalage verstrekking mondzorg, de 3e tranche Zichtbare Zorg ziekenhuizen en medisch specialisten, data verwerking en rapportage 2009).

1 689

2.

Overboeking van artikel 98 (IGZ) naar artikel 42 OD 1. Ten behoeve van het programma «Zichtbare Zorg» worden subsidies verstrekt aan de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en de Consumentenbond voor het ontwikkelen van indicatoren in het kader van de CQ-index voor ziekenhuizen.

655

3.

Overboeking van artikel 98 (IGZ) naar artikel 42 OD 1. Betreft een subsidiebijdrage aan het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) in het kader van de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren (het project «Kwaliteitsindicatoren eerstelijns fysiotherapie').

102

Stand 1e suppletore begroting

4 242

42.3.2 Zorgaanbieders worden gestimuleerd om het door de burger gewenste zorgaanbod te realiseren

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

1 297 034

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van de premiemiddelen naar de begroting van VWS. Het betreft de loonbijstelling van het opleidingsfonds. Als gevolg van het OVA-convenant is VWS gehouden deze kosten te vergoeden. Omdat de loon- en prijsbijstelling op deze begrotingsgefinancierde uitgaven niet wordt uitgekeerd, leidt dit tot een tegenvaller.

10 300

2.

Voor de implementatie van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) worden onder andere subsidie aan Nictiz en een bijdrage aan het CIBG verstrekt voor de implementatie van het klantloket en het EPD-DigiD.

10 000

3.

Om de implementatie van het elektronisch patiëntendossier (EPD) te stimuleren, bestaat voor zorgaanbieders de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor de aansluiting op het Landelijk Schakelpunt (LSP). Omdat het in het eerste halfjaar 2009 niet mogelijk was om op het LSP aan te sluiten, is vertraging opgelopen die in 2010 zal worden ingehaald.

3 600

4.

Bijdrage aan het CIBG voor het Unieke Zorgverlener Identificatie Register (UZI-register).

3 800

5.

In 2009 waren middelen gereserveerd voor subsidies aan startende eerstelijns gezondheidscentra, om te voorzien in de aanloopkosten. Het grootste deel van de subsidieaanvragen is te laat binnengekomen om nog in 2009 afgehandeld te worden. Deze middelen worden middels de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2010.

2 314

6.

Een aantal subsidieaanvragen voor het cohort 2009 van de opleiding tot physician assistant en nurse practitioner is in 2010 afgewikkeld, waardoor het budget 2010 voor € 1,1 miljoen wordt belast.

1 064

7.

Om de – op basis van de meest recente gegevens van het Capaciteitsorgaan- minimaal benodigde stabilisering van de instroom van de huisartsenopleiding in 2010 te kunnen financieren, wordt een in 2010 binnen het BKZ-budget voor medisch specialisten in het opleidingsfonds vrijvallend bedrag van € 5 miljoen overgeheveld naar het niet-BKZ-budget, waaruit van oudsher de huisartsenopleiding wordt betaald. Beide budgetten vallen onder artikel 42 OD 2, waardoor het budgettaire effect per saldo nul is.

0

8.

Overboeking van artikel 42 OD 2 naar artikel 98 apparaatsuitgaven. De Tuchtcolleges worden van agentschap CIBG naar het kernministerie overgeheveld. Deze mutatie betreft de overheveling van de bijbehorende budgetten.

– 4 937

9.

Betreft een desaldering van FES-middelen voor Top Institute Pharma. De projecten van TI Pharma zijn later gestart dan verwacht. Dit heeft tot gevolg dat de duur van de projecten over een groter aantal jaren plaatsvindt dan oorspronkelijk geraamd.

– 9 679

10.

Overboeking naar artikel 41 OD 5 in verband met het door ZonMw uitgevoerde innovatieprogramma Revalidatie. Dit programma komt voort uit de door de Leden Koser Kaya en Van der Veen ingediende amendement bij de begrotingsbehandeling 2009 (TK 2008–2009, 31 700 XVI nr. 98). Door middel van dit tijdelijke innovatieprogramma Revalidatie wordt jaarlijks € 2 miljoen ingezet om innovatie in de revalidatiegeneeskunde mogelijk te maken en te bevorderen.

– 2 000

11.

Overboeking naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering door ZonMw van het programma «Participatie en Gezondheid».

– 1 911

12.

Overige mutaties

3 267

Stand 1e suppletore begroting

1 312 852

42.3.3 Zorgverzekeraar bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijk zorg aan

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

6 164 865

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Bijstelling van de uitgavenraming Zorgtoeslag naar aanleiding van actuele ramingen van de CEP-raming van het Centraal Plan Bureau.

226 056

2.

Overboeking naar het ministerie van BZK in verband met de jaarlijkse bijdrage vanuit VWS aan het digitale communicatienetwerk voor de Nederlandse hulpverleningsdiensten (C2000).

– 4 090

3.

Overige mutaties

– 1 074

Stand 1e suppletore begroting

6 385 757

42.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

8 310

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

121

Stand 1e suppletore begroting

8 431

42.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

77 162

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Betreft een desaldering van FES-middelen voor het Top Institute Pharma. De projecten van TI Pharma zijn later gestart dan verwacht. Dit heeft tot gevolg dat de duur van de projecten over een groter aantal jaren plaatsvindt dan oorspronkelijk geraamd.

– 9 679

2.

Terugontvangsten opleidingsfonds. De vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche 2009 leidt naar verwachting tot hogere terugontvangsten.

30 000

3.

Overige mutaties

1 438

Stand 1e suppletore begroting

98 921

Beleidsartikel 43 Langdurige zorg

43.1 Algemene doelstelling

Zorgen dat voor mensen met een langdurige of chronische aandoening van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard zorg van goede kwaliteit beschikbaar is en dat deze zorg tegen voor de samenleving aanvaardbare maatschappelijke kosten wordt geleverd.

43.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

5 988 637

0

18 685

6 007 322

278 447

325 993

329 615

330 804

          

Uitgaven

5 990 885

0

19 339

6 010 224

311 240

333 043

330 045

330 804

          

Programma-uitgaven

5 986 884

0

18 484

6 005 368

311 191

333 016

330 045

330 804

1.

De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

63 181

0

– 2 695

60 486

108

48

48

48

2.

Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar

138 745

0

14 512

153 257

0

0

0

0

3.

De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

166 452

0

– 34 833

131 619

– 34 673

– 9 688

– 11 859

0

4.

De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

5 618 506

0

41 500

5 660 006

345 756

342 656

341 856

330 756

          

Apparaatsuitgaven

4 001

0

855

4 856

49

27

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

43.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

  • 2. Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar;

  • 3. De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goed zorg);

  • 4. De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar.

43.3.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

63 181

Mutaties 1e suppletore begroting:

 
 

1.

Overboeking van artikel 43 OD 1 naar artikel 98 (IGZ). Het betreft het beschikbaar stellen van een deel van de benodigde middelen voor de uitvoering van het jaarplan 2010 voor het project Zichtbare Zorg. 

– 4 700

2.

Voor patiënten, gehandicapten en ouderen is voor projectsubsidies PGO een totaal bedrag beschikbaar gesteld van € 24 miljoen in de jaren 2009 tot en met 2012. Een bedrag van € 1,97 miljoen kon in 2009 niet tot betaling komen en wordt aan het budget voor 2010 toegevoegd.

1 970

3.

Overige mutaties

35

Stand 1e suppletore begroting

60 486

43.3.2 Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

138 745

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking vanuit de premiemiddelen 2010 voor de herindicaties voor de pakketmaatregel «begeleiding». Het betreft meerkosten van het CIZ, die vooral worden veroorzaakt, doordat er meer herindicaties hebben plaatsgevonden dan verwacht.

8 100

2.

In de VWS-begroting 2010 is de instellingssubsidie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gebaseerd op afspraken uit het meerjarenperspectief 2007–2011. Inmiddels is de hierin afgesproken taakstelling voor het CIZ herzien. Dat betekent dat een aanvulling noodzakelijk is op de instellingssubsidie.

5 000

3.

Deze mutatie betreft de overboeking van de niet in 2009 bestede middelen op de begroting voor herindicaties. Voor de herindicaties in het kader van de pakketmaatregel «begeleiding» zijn in 2009 extra middelen aan het CIZ beschikbaar gesteld. Een deel van de werkzaamheden vindt echter in 2010 plaats.

2 142

4.

Overboeking van artikel 43 OD 2 naar artikel 43 apparaatskosten voor de uitvoering van het programma Stroomlijning Indicatie Processen (STIP).

– 730

 

Stand 1e suppletore begroting

153 257

43.3.3 De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

166 452

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Voor de werkzaamheden van MEE zijn in 2009 extra middelen beschikbaar gesteld. Een deel van de werkzaamheden vindt echter in 2010 plaats. Deze mutatie betreft de overboeking van de niet in 2009 bestede middelen voor de MEE-werkzaamheden.

2 483

2.

Overheveling naar de premiemiddelen voor de uitvoering van de NZa-beleidsregel «Stimulering kleinschalige zorg voor dementerenden». De middelen voor deze beleidsregel staan gereserveerd op de begroting van VWS en worden voor de dekking van de beleidsregel naar de premiemiddelen overgeboekt.

– 24 800

3.

Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering door ZonMw van het programma «Zichtbare schakel: de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt». Het programma is opgezet naar aanleiding van de motie Hamer c.s. (TK 2008–2009, 31 700 XVI, nr. 15) en is onder meer gericht op de inzet van extra wijkverpleegkundigen op wijkniveau.

– 8 257

4.

Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering van het programma «Zorg voor Beter» door ZonMw.

– 3 933

5.

Overige mutaties

– 326

Stand 1e suppletore begroting

131 619

43.3.4 De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

5 618 506

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Vanaf 2010 is € 50 miljoen structureel beschikbaar om de afbakening van de doelgroep Wtcg (voorstellen commissie Linschoten) te verbeteren. Een deel van de verbeteringen gaat per 2010 in. De maatregelen hebben een geleidelijke ingroei, waardoor in 2010 een deel van de € 50 miljoen niet wordt ingezet.

– 36 900

2.

Bijstelling raming Wtcg. Op basis van geactualiseerde berekeningen van Vektis is het aantal mensen dat op grond van zorggebruik in aanmerking komt voor een forfait hoger dan eerder aangenomen. Met het oog hierop dient de raming met structureel € 53 miljoen te worden bijgesteld.

53 000

3.

Bijstelling in de kosten van kortingen (BIKK) naar aanleiding van de actuele ramingen van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB.

20 400

4.

Noodzakelijke kosten voor een goede uitvoering van de Wtcg. Het betreft kosten met het oog op aanpassing aan wensen van de Tweede Kamer (afbakening/uitbreiding van doelgroepen) en vergoedingen voor de uitvoering van de Wtcg aan het CAK, verzekeraars, gemeenten en bureaus Jeugdzorg.

6 000

5.

Overboeking naar het ministerie van Financiën ten behoeve van de kosten van de Belastingdienst voor de uitvoering van de regeling Tegemoetkoming Buitengewone Uitgaven (TBU) en de regeling Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ).

– 1 000

Stand 1e suppletore begroting

5 660 006

43.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

4 001

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 43 OD 2 naar artikel 43 apparaatsuitgaven voor de uitvoering van het programma Stroomlijning Indicatie Processen (STIP).

730

2.

Overige mutaties

125

Stand 1e suppletore begroting

4 856

43.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

0

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

0

Beleidsartikel 44 Maatschappelijke ondersteuning

44.1 Algemene doelstelling

Alle burgers participeren in de samenleving.

44.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

300 718

0

57 858

358 576

– 89 489

– 17 840

– 17 509

– 17 365

          

Uitgaven

304 071

0

– 12 135

291 936

– 11 725

– 16 365

– 17 365

– 17 365

          

Programma-uitgaven

300 174

0

– 12 135

288 039

– 11 725

– 16 365

– 17 365

– 17 365

1.

Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden.

27 645

0

– 70

27 575

– 60

0

0

0

2.

Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

81 370

0

0

81 370

0

0

0

0

3.

Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning.

74 348

0

– 9 000

65 348

– 9 000

– 9 000

– 9 000

– 9 000

4.

Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning.

116 811

0

– 3 065

113 746

– 2 665

– 7 365

– 8 365

– 8 365

          

Apparaatsuitgaven

3 897

0

0

3 897

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

44.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden;

  • 2. Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning;

  • 3. Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning;

  • 4. Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning.

44.3.1 Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

27 645

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

– 70

Stand 1e suppletore begroting

27 575

44.3.2 Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

81 370

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

81 370

44.3.3 Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

74 348

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking naar het Gemeentefonds ten behoeve van middelen voor dure woningaanpassingen. Dure woningaanpassingen vormen een onderdeel van de Wmo en uiteindelijk zal het gehele budget voor dure woningaanpassingen aan het Gemeentefonds worden toegevoegd. Vanaf 2010 is er structureel € 21 miljoen beschikbaar voor de gemeenten. De hier genoemde € 9 miljoen maakt daarvan onderdeel uit.

– 9 000

Stand 1e suppletore begroting

65 348

44.3.4 Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

116 811

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Voor de invoering van de nieuwe verdeelsleutel middelen Maatschappelijke Opvang is door het ministerie van Financiën een bedrag van € 66 miljoen beschikbaar gesteld, oorspronkelijk voor de jaren 2007 t/m 2011. De daadwerkelijke benutting van deze gelden over de jaren is in de loop van de tijd veranderd met een uitloop naar 2012. Vorig jaar is bij de Voorjaarsnota slechts een deel van de benodigde kasschuif verwerkt. Het restant voor de jaren 2010 t/m 2012 wordt nu verwerkt.

5 300

2.

Overboeking naar het Gemeentefonds ten behoeve van aanpassing budget maatschappelijke opvang.

– 8 317

3.

Overige mutaties

– 48

Stand 1e suppletore begroting

113 746

44.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

3 897

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

3 897

44.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

0

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

0

Beleidsartikel 46 Sport

46.1 Algemene doelstelling

Een sportieve samenleving waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten.

46.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

89 386

0

– 30 335

59 051

– 6 492

– 4 058

– 997

70

          

Uitgaven

144 186

0

– 14 972

129 214

128

128

128

70

          

Programma-uitgaven

141 890

0

– 15 042

126 848

58

58

58

0

1.

Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid

27 894

0

– 7 764

20 130

– 3 692

– 1 192

– 1 192

– 1 250

2.

Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om

81 682

0

– 9 433

72 249

1 620

1 620

1 620

1 620

3.

De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen- en buitenland

32 314

0

2 155

34 469

2 130

– 370

– 370

– 370

          

Apparaatsuitgaven

2 296

0

70

2 366

70

70

70

70

          

Ontvangsten

870

0

0

870

0

0

0

0

46.3 Operationele doelstellingen

Er zijn drie operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid;

  • 2. Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om;

  • 3. De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen- en buitenland.

46.3.1 Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

27 894

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking naar het Gemeentefonds. Het betreft de bijdrage van het ministerie van VWS aan de Impuls Nationaal Actieplan Sport en Bewegen.

– 4 134

2.

Ter financiering van een bijdrage van het Rijk aan de realisatie van een multifunctionele topsporthal op het Nationaal Topsportcentrum Papendal wordt omgebogen op de uitvoering van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB). Dit leidt de komende twee jaar op onderdelen van het NASB tot een fasering van de uitvoering en bijstelling van ambities.

– 2 500

3.

Overboeking van artikel 46 OD 1 naar artikel 46 OD 3 vanwege een aanpassing in de organisatie. De middelen zijn bestemd voor het ondersteunen van activiteiten op het gebied van sportmedische begeleiding van topsporters.

– 1 250

4.

Overige mutaties

120

Stand 1e suppletore begroting

20 130

46.3.2 Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

81 682

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking naar het Gemeentefonds in het kader van de Impuls brede scholen, sport en cultuur. Het gaat om de financiering van de aanstelling van combinatiefunctionarissen die werkzaam zijn op meerdere terreinen. Hierdoor worden sportverenigingen versterkt met het oog op hun maatschappelijke functie. Deze mutatie heeft betrekking op de eerste en tweede tranche van de Impuls brede scholen, sport en cultuur en heeft betrekking op in totaal 900 fte.

– 11 153

2.

Overboeking van artikel 46 OD 3 naar artikel 46 OD 2 vanwege aanpassing in de organisatie. De middelen zijn bestemd voor subsidies aan (inter)nationale antidoping organisaties.

1 670

3.

Overige mutaties

50

Stand 1e suppletore begroting

72 249

46.3.3 De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen -en buitenland

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

32 314

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Ten behoeve van een bijdrage van het Rijk aan de realisatie van een multifunctionele topsporthal op het Nationaal Topsportcentrum Papendal is twee maal een bedrag van € 2,5 miljoen gereserveerd. Voorwaarden voor het verlenen van de bijdrage zijn dat er, aanvullend op de door andere partijen eerder toegezegde bijdragen, een sluitende begroting wordt voorgelegd én dat het initiatief breed door de sportbonden wordt ondersteund.

2 500

2.

Overboeking van artikel 46 OD 1 naar artikel 46 OD 3 vanwege een aanpassing in de organisatie. De middelen zijn bestemd voor het ondersteunen van activiteiten op het gebied van sportmedische begeleiding van topsporters.

1 250

3.

Overboeking van artikel 46 OD 3 naar artikel 46 OD 2 vanwege aanpassing in de organisatie. De middelen zijn bestemd voor subsidies aan (inter)nationale antidoping organisaties.

– 1 670

4.

Overige mutaties

75

Stand 1e suppletore begroting

34 469

46.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

2 296

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

70

Stand 1e suppletore begroting

2 366

46.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

870

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

870

Beleidsartikel 47 Oorlogsgetroffenen en herinnering Wereldoorlog II

47.1 Algemene doelstelling

De erfenis van WO II is afgewikkeld en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.

47.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

368 480

0

4 579

373 059

4 426

3 911

3 074

1 929

          

Uitgaven

369 245

0

4 579

373 824

4 426

3 911

3 074

1 929

          

Programma-uitgaven

368 336

0

4 323

372 659

4 426

3 911

3 074

1 929

1.

Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiele en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw.

359 001

0

4 579

363 580

4 426

3 911

3 074

1 929

2.

De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – waaronder specifieke subgroepen zoals bijvoorbeeld jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II.

9 335

0

– 256

9 079

0

0

0

0

          

Apparaatsuitgaven

909

0

256

1 165

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

47.3 Operationele doelstellingen

Er zijn twee operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiele en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw;

  • 2. De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – waaronder specifieke subgroepen zoals bijvoorbeeld jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II.

47.3.1 Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiele en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

359 001

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1. Als gevolg van een te grote neerwaartse bijstelling van de meerjarenraming in het verleden moet het volume van de raming wetten oorlogsgetroffenen worden bijgesteld.

4 579

Stand 1e suppletore begroting

363 580

47.3.2 De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – waaronder specifieke subgroepen, zoals bijvoorbeeld jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

9 335

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 47 OD 2 naar artikel 47 apparaatsuitgaven in verband met de afhandeling en overdracht naar het Nationaal Comité 4 en 5 mei van Erfgoed van de oorlog. Een deel van de medewerkers van Erfgoed blijft nog een jaar in dienst in verband met de verantwoording van de projecten en de overdracht.

– 256

Stand 1e suppletore begroting

9 079

47.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

909

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 47 OD 2 naar artikel 47 apparaatsuitgaven in verband met de afhandeling en overdracht naar het Nationaal Comité 4 en 5 mei van Erfgoed van de oorlog. Een deel van de medewerkers van Erfgoed blijft nog een jaar in dienst in verband met de verantwoording van de projecten en de overdracht.

256

Stand 1e suppletore begroting

1 165

47.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

0

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

0

Niet-beleidsartikel 98 Algemeen

98.1 Algemene doelstelling

In dit niet-beleidsartikel worden de uitgaven beschreven die niet specifiek aan een van de beleidsdoelstellingen uit de voorgaande beleidsartikelen zijn toe te rekenen. Het gaat hierbij om ministeriebrede programma- en apparaatsuitgaven.

98.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

299 172

0

36 170

335 342

15 161

13 746

13 310

12 146

          

Uitgaven

303 719

0

36 722

340 441

15 161

13 746

13 310

12 146

          

Programma-uitgaven

99 517

0

11 257

110 774

– 280

0

0

0

1.

Beheer en toezicht stelsel

89 992

0

1 290

91 282

– 280

0

0

0

2.

Internationale samenwerking bevorderen

9 525

0

9 967

19 492

0

0

0

0

3.

Verzameluitkering VWS

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Apparaatsuitgaven

204 202

0

25 465

229 667

15 441

13 746

13 310

12 146

          

Ontvangsten

4 080

0

4 361

8 441

4 900

4 900

4 900

4 900

98.3 Operationele doelstellingen op programma-uitgaven

Er zijn drie operationele doelstellingen op dit niet-beleidsartikel:

  • 1. Beheer en toezicht stelsel;

  • 2. Internationale samenwerking bevorderen;

  • 3. Verzameluitkering VWS.

Daarnaast worden op dit artikel de apparaatsuitgaven geraamd van de Inspectie Gezondheidszorg, Sociaal en Cultureel Planbureau, Raad voor Maatschappelijke ontwikkeling, Raad voor Volksgezondheid en Zorg, de Gezondheidsraad, Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek, Strategisch onderzoek RIVM, Strategisch onderzoek NVI, Inspectie Jeugdzorg en Personeel en materieel kernministerie.

98.3.1 Beheer en toezicht stelsel

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

89 992

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

1 290

Stand 1e suppletore begroting

91 282

98.3.2 Internationale samenwerking bevorderen

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

9 525

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Het is noodzakelijk om voor de transitiedatum 10-10-2010 op een aantal zorgterreinen te investeren, zodat ook VWS vanaf de transitiedatum kan voldoen aan het rijksbreed afgesproken voorzieningenniveau op de BES-eilanden. Op het gebied van de zorg is het verschil tussen de huidige situatie op de BES en het rijksbreed afgesproken voorzieningenniveau groter dan bij andere beleidsterreinen. Daarnaast zijn er noodzakelijke kosten ter voorbereiding op de invoer van het nieuwe zorgstelsel op de BES om vanaf de transitiedatum het nieuwe zorgverzekeringstelsel in te kunnen voeren.

5 000

2.

Incidentele overboeking van het ministerie van BZK teneinde op korte termijn zichtbare verbetering op het gebied van VWS te realiseren op de BES-eilanden. Deze middelen zijn op de begroting van het ministerie van BZK gezet en worden nu overgeboekt om vooruitlopend op de transitiedatum 10-10-2010 zichtbare verbeteringen te realiseren op enkele prioritaire beleidsterreinen.

3 000

3.

Eindejaarsmarge Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). Door vertragingen van het programma United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) is in 2009 € 2 miljoen van de beschikbare middelen niet tot besteding gekomen.

2 000

4.

Overige mutaties

– 33

Stand 1e suppletore begroting

19 492

98.3.3 Verzameluitkering VWS

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

0

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

0

98.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

204 202

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Investeringen Informatiseringsagenda VWS. Met de Informatiserings-agenda geeft VWS invulling aan Rijksbrede afspraken voor een flexibele, efficiënte en moderne Rijksoverheid. VWS legt hiermee een basis voor de verdere professionalisering van de bedrijfsvoering en noodzakelijke stappen in verband met de taakstelling. Het betreft: Rijkspas, identity & access management, digitalisering van de documenthuishouding, Digitale Werkomgeving Rijk, P-Direkt, herinrichting van de financiële informatievoorziening en aanpassing van departementale bedrijfsvoeringssystemen.

5 000

2.

Overboeking van artikel 42 OD 2 naar artikel 98 apparaatsuitgaven. De Tuchtcolleges worden van agentschap CIBG naar het kernministerie overgeheveld. Deze mutatie betreft de overheveling van de bijbehorende budgetten.

4 937

3.

Overboeking van artikel 43 OD 1 naar artikel 98 (IGZ). Het beschikbaar stellen van een deel van de benodigde middelen voor de uitvoering van het jaarplan 2010 voor het programma «Zichtbare Zorg». 

4 700

4.

Invoering Rijkslogo. Het is kabinetsbeleid om rijksbreed één logo in te voeren. Daarvoor is voor 2009 budget overgeheveld. De implementatie bij buitendiensten heeft vertraging opgelopen, waardoor de middelen via de eindejaarssystematiek naar 2010 worden geschoven.

3 750

5.

Betreft kosten van het programma Zichtbare Zorg in 2010 als gevolg van een wijziging van de invulling van de ontwikkeling van indicatoren in de sector ziekenhuizen, een vertraging in het traject van de gehandicaptenzorg en doordat delen van betalingen van een aan aantal projecten zijn verschoven naar 2010.

2 200

6.

Betreft benodigde herinrichtingskosten voor de centralisatie van de IGZ in Utrecht.

1 200

7.

In verband met vertraging van het herhuisvestingproces van de Inspectie Jeugdzorg is het gereserveerde herhuisvestingsbudget in 2009 niet tot besteding gekomen. De middelen worden doorgeschoven naar 2010.

980

8.

Overboeking van artikel 98 (IGZ) naar artikel 42 OD 1. Deze middelen zullen vanuit het programma «Zichtbare Zorg» worden aangewend om de transparantie in de zorg te verbeteren (door subsidies te verstrekken voor onder andere etalage verstrekking mondzorg, de 3e tranche Zichtbare Zorg ziekenhuizen en medisch specialisten, data verwerking en rapportage 2009).

– 1 689

9.

Overboeking van artikel 98 (IGZ) naar artikel 42 OD 1. Ten behoeve van het programma «Zichtbare Zorg» worden subsidies verstrekt aan de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en de Consumentenbond voor het ontwikkelen van indicatoren in het kader van de CQ-index voor ziekenhuizen.

– 655

10.

Overboeking van artikel 98 (IGZ) naar artikel 42 OD 1. Betreft een subsidiebijdrage aan het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) in het kader van de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren (het project «Kwaliteitsindicatoren eerstelijns fysiotherapie»).

– 102

11.

Sociaal Flankerend beleid VWS tranche 2010.

1 570

12.

Overige mutaties

3 574

Stand 1e suppletore begroting

229 667

98.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

4 080

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 99 ontvangsten. De tranche 2010 voor de high trust boetetaakstelling uit het coalitieakkoord bedroeg voor VWS € 4,2 miljoen. Op het terrein van VWS zijn twee toezichthouders aangeslagen, te weten de IGZ en de NZA. De boetetaakstelling van € 4,2 miljoen is daarom overgeboekt naar de ontvangstenartikelen van de IGZ (€ 0,4 miljoen) en de NZA (€ 3,8 miljoen).

4 200

2.

Overige mutaties

161

Stand 1e suppletore begroting

8 441

Niet-beleidsartikel 99 Nominaal en Onvoorzien

99.1 Algemene doelstelling

Dit is een technisch, administratief artikel, waarop middelen voor de loon en prijsbijstelling worden geparkeerd voordat ze worden overgeheveld naar de desbetreffende beleidsartikelen. Ook worden hierop de onvoorziene uitgaven geraamd. Daarnaast worden op dit artikel de taakstellingen geboekt, voordat deze worden verdeeld over de beleidsartikelen.

99.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

– 46 855

0

– 32 850

– 79 705

16 960

5 400

– 9 097

– 6 897

          

Uitgaven

– 46 855

0

– 32 850

– 79 705

16 960

5 400

– 9 097

– 6 897

          

Programma-uitgaven

– 46 855

0

– 32 850

– 79 705

16 960

5 400

– 9 097

– 6 897

1.

Loonbijstelling

175

0

30 000

30 175

30 000

30 000

30 000

30 000

2.

Prijsbijstelling

12 685

0

– 64

12 621

– 41

– 41

– 41

– 41

3.

Onvoorzien

79

0

0

79

0

0

0

0

4.

Taakstelling

– 59 794

0

– 62 786

– 122 580

– 12 999

– 24 559

– 39 056

– 36 856

          

Ontvangsten

4 200

0

800

5 000

100

100

100

100

99.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit niet-beleidsartikel:

  • 1. Loonbijstelling;

  • 2. Prijsbijstelling;

  • 3. Onvoorzien;

  • 4. Taakstelling.

99.3.1 Loonbijstelling

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

175

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Als gevolg van de inhouding van de loonbijstelling tranche 2010 wordt een knelpunt op de begroting van VWS verwacht. Dit knelpunt van maximaal € 30 miljoen wordt specifiek binnen de begroting van VWS gedekt.

30 000

Stand 1e suppletore begroting

30 175

99.3.2 Prijsbijstelling

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

12 685

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

– 64

Stand 1e suppletore begroting

12 621

99.3.3 Onvoorzien

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

79

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

79

99.3.4 Taakstelling

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

– 59 794

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Bij Besluitvormingsmemorandum 2009 is een aantal taakstellingen opgelegd op gebied van bedrijfsvoering. Daarnaast ontvangt VWS – vanwege de openstaande taakstellende onderuitputting – jaarlijks een negatieve prijsbijstelling. De taakstellingen en de negatieve prijsbijstelling worden nu gedekt voor zover de ruimte op artikel 99 uit loon- en prijsbijstelling en onvoorzien daar ruimte voor biedt.

3 154

2.

Ter dekking van de algehele uitvoeringsproblematiek wordt voor 2010 op de begroting van VWS een taakstelling ingeboekt van € 50,3 miljoen. Deze taakstelling komt bovenop de eerder structureel ingeboekte taakstellende onderuitputting en wordt ingevuld met de optredende onderuitputting als gevolg van een tijdelijke verplichtingenstop op de begroting van VWS.

– 50 300

3.

Resterende ruimte loon- en prijsbijstelling tranche 2009.

– 12 936

4.

Afgelopen jaar heeft VWS gezorgd voor dekking voor de interne herschikkingen op de begroting van VWS en de rijksbrede uitvoeringsproblematiek uit het aanvullende beleidsakkoord. Daarnaast betreft dit de nog niet uitgedeelde prijsbijstelling van de tranche 2009. De ruimte wordt ingezet voor dekking van de begrotingsproblematiek.

– 6 600

5.

Overige mutaties

3 896

Stand 1e suppletore begroting

– 122 580

99.3.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

4 200

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Taakstellende onderuitputting ontvangsten. Betreft een verhoging van de ontvangstenraming op de begroting van VWS, gelet op ontvangstenmeevallers in voorgaande jaren en ter dekking van de algehele uitvoeringsproblematiek.

5 000

2.

Overboeking naar artikel 98 ontvangsten. De tranche 2010 voor de high trust boetetaakstelling uit het coalitieakkoord bedroeg voor VWS € 4,2 miljoen. Op het terrein van VWS zijn twee toezichthouders aangeslagen, te weten de IGZ en de NZA. De boetetaakstelling van € 4,2 miljoen is daarom overgeboekt naar de ontvangstenartikelen van de IGZ (€ 0,4 miljoen) en de NZA (€ 3,8 miljoen).

– 4 200

Stand 1e suppletore begroting

5 000

4. HET BELEID MET BETREKKING TOT DE ZORGUITGAVEN

Deze paragraaf geeft een actueel beeld van de uitgaven onder het Budgettair Kader Zorg (BKZ). Naast de doorwerking van de voorlopige zorguitgaven 2009 (zoals gepresenteerd in het Jaarverslag 2009, dat op de derde woensdag in mei verschijnt), geeft deze paragraaf de mutaties weer die voortkomen uit in gang gezet beleid en onvermijdelijke knelpunten die voor 2010 worden voorzien.

De netto BKZ relevante uitgaven nemen ten opzichte van de VWS ontwerpbegroting toe met € 904 miljoen. Dit is het saldo1 van de mutaties in de bruto BKZ relevante uitgaven en in de BKZ relevante ontvangsten (eigen betalingen). Ten opzichte van de VWS ontwerpbegroting nemen de bruto BKZ relevante uitgaven toe met € 814 miljoen en de BKZ relevante ontvangsten af met € 90 miljoen. Paragraaf 4 1 geeft een nadere specificatie van de uitgaven en ontvangsten mutaties. Het werkelijk kader/BKZ is als gevolg van nominale ontwikkelingen en technische ijklijnmutaties met € 306 miljoen verlaagd. De netto BKZ relevante uitgaven komen volgens de huidige stand € 553 miljoen boven het werkelijk kader/BKZ uit. Paragraaf 4.2 geeft een nadere toelichting van de verhoging van het werkelijk kader/BKZ en de vergelijking met de netto BKZ relevante uitgaven.

4.1 Ontwikkelingen in uitgaven en ontvangsten 2010

Tabel 1 geeft een overzicht van de mutaties in de BKZ-uitgaven en -ontvangsten. De belangrijkste mutaties worden vervolgens kort toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting van de BKZ-mutaties op de VWS-artikelen wordt verwezen naar paragraaf 4.3.

Tabel 1 Mutaties in de bruto- en netto-BKZ-uitgaven 2010 (bedragen x € 1 000 000)
 

2010

Bruto BKZ-uitgaven stand VWS ontwerpbegroting 2010

59 734,4

Actualisering zorguitgaven

1 490,9

Correctie invoering eigen bijdrage begeleiding

– 80,0

Maatregel medisch specialisten

– 137,0

Farmaceutische hulp

– 158,0

Besparingsverlies eigen bijdrage voor functie begeleiding

12,0

Ramingsbijstelling Wtcg

53,0

Resultaat betere afbakening Wtcg

– 36,9

Macro loon- en prijsbijstelling (CEP tranche 2010)

– 219,8

IJklijnmutaties

– 86,0

Overige mutaties

20,0

Financieringsschuif

– 44,6

Bruto BKZ-uitgaven stand 1e suppletore begroting 2010

60 548,0

BKZ-ontvangsten stand VWS ontwerpbegroting 2010

2 975,2

Actualisering zorguitgaven

– 37,0

Correctie invoering eigen bijdrage begeleiding

– 80,0

Besparingsverlies eigen bijdrage voor functie begeleiding

– 3,0

Terugontvangsten opleidingsfonds

30,0

BKZ-ontvangsten stand 1e suppletore begroting 2010

2 885,2

Netto BKZ-uitgaven stand VWS ontwerpbegroting 2010

56 759,2

Netto BKZ-uitgaven stand 1e suppletore begroting 2010

57 662,8

Mutatie netto BKZ-uitgaven t.o.v. stand VWS ontwerpbegroting 2010

903,6

Bruto-BKZ-uitgaven

Actualisering zorguitgaven 2010

Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de zorguitgaven 2010 geactualiseerd, dit betreft echter nog een voorlopig beeld. Uit de huidige actualisering volgt per saldo een tegenvaller van € 1 491 miljoen. Deze tegenvaller bestaat voornamelijk uit hogere uitgaven bij de huisartsenzorg (€ 30 miljoen), tandheelkundige zorg (€ 99 miljoen), paramedische zorg (€ 57 miljoen), dieetadvisering (€ 6 miljoen), ziekenhuizen (€ 241 miljoen), medisch specialisten (€ 348 miljoen), ZBC’s (€ 132 miljoen), hulpmiddelen (€ 19 miljoen) geneeskundige ggz (€ 67 miljoen), buitenland (€ 20 miljoen), bovenbudgettaire vergoedingen in de AWBZ (€ 21 miljoen), de zorg in natura door AWBZ-instellingen (€ 423 miljoen), persoonsgebonden budgetten (€120 miljoen). Naast deze hogere uitgaven zijn o.a. de uitgaven bij het ziekenvervoer (€ 4 miljoen) en de Sociale Verzekerings Bank (€ 6 miljoen) gedaald.

Correctie invoering eigen bijdrage begeleiding

Dit betreft een technische mutatie ten aanzien van de opbrengsten door gedragseffecten van de invoering eigen bijdrage voor begeleiding. Het gaat om een verlaging van de uitgaven en ontvangsten.

Maatregel medisch specialisten

Eind 2009 is aangekondigd dat in 2010 aanvullende tariefsmaatregelen worden genomen in aanvulling op de korting van € 375 miljoen op basis van de aanwijzing van 6 juli 2009, met kenmerk CZ/TSZ-2940850. Bij de verwerking van de tariefskorting houdt de NZa redelijkerwijs rekening met de consequenties van de differentiatie van de korting per specialisme.

Farmaceutische hulp

Dit betreft het saldo van een aantal mutaties. Bij de geraamde uitgaven voor geneesmiddelen was er voor 2010 een reservering opgenomen. Gezien de huidige omstandigheden is besloten deze reservering te laten vervallen en de beschikbare middelen voor 2010 met dit bedrag neerwaarts bij te stellen (€ 53 miljoen). Daarnaast zijn er lagere uitgaven (€ 220 miljoen) door de beperking van de aanspraak op slaap- en kalmeringsmiddelen en de effecten van prijsverlagingen (o.a. door het aflopen van patenten en door intensiveringen van het preferentiebeleid). Als laatste heeft de NZa besloten de vergoeding die apothekers per receptregel ontvangen per 1 januari 2010 te verhogen (€ 115 miljoen).

Besparingsverlies eigen bijdrage voor functie begeleiding

De eigen bijdrage voor de functie begeleiding bij zorg in natura kan pas per 1 juli 2010 worden ingevoerd in plaats van per 1 januari, waardoor een tegenvaller ontstaat van € 12 miljoen.

Ramingsbijstelling Wtcg

Op basis van geactualiseerde berekeningen van Vektis is het aantal mensen dat op grond van zorggebruik in aanmerking komt voor een forfait hoger dan eerder aangenomen. Met het oog hierop wordt de raming structureel met € 53 miljoen verhoogd.

Resultaat betere afbakening Wtcg

Vanaf 2010 is € 50 miljoen structureel beschikbaar om de afbakening van de doelgroep Wtcg (voorstellen Commissie Linschoten) te verbeteren. Een deel van de verbeteringen gaat per 2010 in. De maatregelen hebben een geleidelijke ingroei, waardoor in 2010 een deel van de € 50 miljoen niet wordt benut.

Macro loon- en prijsbijstelling (CEP tranche 2010)

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente macro-economische inzichten in het CEP 2010 van het Centraal Planbureau (CPB).

IJklijnmutaties

Dit betreft het saldo van diverse mutaties tussen het BKZ en de andere uitgavenkaders Rijksbegroting in enge zin (RGB-eng) en Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid (SZA). De meest omvangrijke mutaties betreffen overhevelingen ten gevolge van de compensatie voor de pakketmaatregel AWBZ. Het gaat hier om een overheveling van € 68 miljoen naar de algemene uitkering en van € 34 miljoen naar de integratie-uitkering nadeelgemeenten Wmo. Naast de bovengenoemde € 102 miljoen is een bedrag van € 25 miljoen toegevoegd aan de integratie-uitkering huishoudelijke verzorging Wmo. Daar deze integratie-uitkering Wmo onder het BKZ valt, is hier geen sprake van een ijklijnmutatie. In totaal is dus € 127 miljoen beschikbaar gesteld ter compensatie voor de pakketmaatregel AWBZ. Tevens zijn er middelen overgeheveld naar de VWS-begroting voor huisartsenopleiding (€ 5 miljoen), project herindicaties AWBZ (€ 8,1 miljoen) en zijn middelen van de VWS-begroting ontvangen voor de Stimuleringsregeling kleinschalig wonen (€ 24,8 miljoen) en voor dure woningaanpassingen voor de Wmo (€ 9 miljoen).

Financieringsschuif

Er is sprake van een zeker tijdsverloop tussen het moment dat de NZa de productieafspraken van partijen ontvangt en de verwerking daarvan in de budgetten en de bevoorschotting van de instellingen. Als gevolg daarvan is het gebruikelijk dat de financiering binnen een jaargrens afwijkt van de uitgaven (budgetten) in dat jaar. Zo ontstaan zogeheten financieringsachterstanden of -voorsprongen. Deze verschillen worden in het daaropvolgende jaar verrekend. Tussen de jaren doen zich daardoor incidentele financieringsschuiven voor. Over meerdere jaren gezien volgt de financiering echter altijd de uitgaven.

In 2009 laat de actualisering van de financiering een hogere bijstelling zien dan de actualisering van de budgetten: in 2009 is € 265,2 miljoen meer gefinancierd dan op grond van de budgetten 2009 verwacht zou worden. Dit heeft een voorsprong in de financiering opgeleverd. In 2010 vindt hiervoor een verrekening plaats. Tevens zijn de uitgaven 2008 en de jaren daarvoor naar boven bijgesteld: deze toename van de budgetten moet achteraf nog gefinancierd worden. Hier is sprake van een achterstand in de financiering. Ook dit wordt verrekend in 2010.

Beide effecten hebben samen geleid tot een financieringsschuif van -€ 44,6 miljoen in 2010.

BKZ-ontvangsten

Actualisering zorguitgaven 2010

Uit de actualisering van de zorguitgaven blijkt dat de eigen betalingen in de AWBZ € 37 miljoen lager uitvallen dan geraamd. De tegenvaller wordt veroorzaakt door het anticumulatiebeding van de eigen bijdragen AWBZ en Wmo, waardoor de inning van de eigen bijdrage van de Wmo voorgaat op de inning van de eigen bijdrage van de AWBZ.

Correctie invoering eigen bijdrage begeleiding

Dit betreft een technische mutatie ten aanzien van de opbrengsten door gedragseffecten van de invoering eigen bijdrage voor begeleiding. Het gaat om een verlaging van de uitgaven en ontvangsten.

Besparingsverlies eigen bijdrage voor functie begeleiding

De eigen bijdrage voor de functie begeleiding bij zorg in natura kan pas per 1 juli 2010 worden ingevoerd in plaats van per 1 januari, waardoor een tegenvaller in de ontvangsten ontstaat van € 3 miljoen.

Terugontvangsten opleidingsfonds

De vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche 2009 leidt naar verwachting tot hogere terugontvangsten.

4.2 Werkelijk kader/BKZ

Het werkelijk kader/BKZ is door het kabinet Balkenende IV vastgesteld in het coalitieakkoord. Gedurende een kabinetsperiode verandert dit kader in principe niet meer, afgezien van ijklijnmutaties, nominale bijstellingen en technische bijstellingen. De ijklijnmutaties betreffen zoals eerder beschreven verschuivingen van uitgaven tussen de verschillende kaders.

De nominale bijstelling is het aanpassen van het kader aan de ontwikkeling van de prijs nationale bestedingen (pNB). Hierdoor beweegt het kader mee met een hogere of lagere prijsontwikkeling. Sinds het opstellen van het coalitieakkoord is de verwachte prijsontwikkeling licht gedaald, waardoor het kader lager uitvalt. Daarnaast is het kader neerwaarts aangepast als gevolg van technische bijstellingen. In het Aanvullende Beleidsakkoord van maart 2009 heeft het kabinet vastgelegd dat vanaf de ontwerpbegroting 2009 de uitgavenkaders gecorrigeerd worden voor macro-economische ontwikkelingen. Dit houdt in dat het kader aangepast wordt aan het verschil tussen de ontwikkeling van de prijs nationale bestedingen en de daadwerkelijke ontwikkeling van de lonen en prijzen in de zorg (dit is de zogenaamde ruilvoet).

Als gevolg van alle hierboven genoemde ontwikkelingen is het kader voor 2010 ten tijde van de 1e suppletore wet € 306 miljoen lager dan in de ontwerpbegroting 2010.

Tabel 2 geeft een overzicht van de bijstelling van het werkelijk kader/BKZ1.

Tabel 2 Mutaties van het werkelijk kader/BKZ 2010 (bedragen x € 1 000 000)
 

2010

BKZ-plafond stand VWS ontwerpbegroting 2010

57 415,6

Macro loon- en prijsbijstelling (CEP tranche 2010)

– 219,8

IJklijnmutaties begrotingsgefinancieerde uitgaven

– 86,0

BKZ-plafond stand 1e suppletore begroting 2010

57 109,8

Tabel 3 geeft de ontwikkeling van de uitgaven en ontvangsten onder het werkelijk kader/BKZ1 weer.

Tabel 3 Ontwikkeling van de uitgaven en ontvangsten onder het werkelijk kader/BKZ 2010 (bedragen x € 1 000 000)
 

Bruto BKZ uitgaven

BKZ ontvangsten

Netto BKZ uitgaven

Werkelijk kader/BKZ

Overschrijding (+) / onderschrijding (-)

 

a

b

c=a-b

d

e=c-d

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

59 734

2 975

56 759

57 416

– 656

Stand 1e suppletore begroting 2010

60 548

2 885

57 663

57 110

553

Mutatie t.o.v. stand VWS ontwerpbegroting 2010

814

– 90

904

– 306

1 209

Als gevolg van ijklijn- en technische mutaties, een daling van de verwachte loon- en prijsontwikkeling en de tegenvallers die volgen uit de actualisering van de zorguitgaven, zijn de bruto-BKZ-uitgaven (€ 814 miljoen), -ontvangsten (– € 90 miljoen) en dus ook netto-BKZ-uitgaven (€ 904 miljoen) toegenomen.

Ten opzichte van het werkelijk kader/BKZ is er sprake van een overschrijding van € 553 miljoen. De totale mutatie ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2010 is € 1 209 miljoen.

4.3 Toelichting mutaties per artikel

De onderstaande tabellen geven een cijfermatig overzicht per artikel. Tabel 4 geeft de mutaties vanaf de stand ontwerpbegroting 2010 tot aan de 1e suppletore begroting 2010 op artikelniveau weer. Relevante mutaties worden in de artikelsgewijze toelichting verder toegelicht.

Het totaal van premiegefinancierde zorguitgaven is € 320 miljoen hoger dan het totaal van de bruto-BKZ-uitgaven. Deze € 320 miljoen betreft de middelen die in het kader van het stimuleringspakket uit het aanvullend beleidsakkoord voor de bouw in de zorg beschikbaar zijn gesteld. Deze middelen zijn niet relevant voor het werkelijk kader/BKZ.

Tabel 4 Premiegefinancierde zorguitgaven per artikel 2010 (bedragen x € 1 000 000)
 

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

Stand VWS 1e suppletore begroting 2010

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

41 Volksgezondheid

107,8

– 15,7

92,1

0,0

0,0

0,0

0,0

42 Gezondheidszorg

33 346,8

669,5

34 016,3

797,7

797,7

797,7

797,7

43 Langdurige zorg

22 484,6

556,5

23 041,1

440,7

394,4

394,4

394,4

44 Maatschappelijke ondersteuning

178,0

0,0

178,0

0,0

0,0

0,0

0,0

99 Nominaal en onvoorzien

934,8

– 303,2

631,6

17,8

93,7

200,7

325,4

Wmo (Gemeentefonds)

1 626,6

– 82,0

1 544,6

– 89,6

– 89,6

– 89,6

– 89,6

Opleidingsfonds (begroting VWS)

839,7

5,3

845,0

10,3

10,3

10,3

10,3

Wtcg (begroting VWS)

499,3

16,1

515,4

31,1

38,8

48,0

48,0

Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven

36,8

– 32,9

3,9

– 99,0

– 97,4

– 90,6

– 84,9

Totaal

60 054,4

813,6

60 868,0

1 109,0

1 147,9

1 270,9

1 401,3

Alleen mutaties na de begroting die groter zijn dan € 10 miljoen worden toegelicht. In enkele gevallen is om beleidsmatige redenen van deze regel afgeweken en zijn ook kleinere mutaties toegelicht. De overige en technische mutaties betreffen een saldo van kleinere mutaties en worden daardoor niet beschreven. Verder is de financieringsschuif in paragraaf 4 1 reeds toegelicht.

41 Volksgezondheid (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

107,8

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

Financieringsschuif

– 15,7

Stand 1e suppletore begroting 2010

92,1

Toelichting mutaties:

N.v.t.

42 Gezondheidszorg (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

33 346,8

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Actualisering zorguitgaven

1 014,7

2.

FLO-middelen

8,0

3.

Maatregel medisch specialisten

– 137,0

4.

Farmaceutische hulp

– 158,0

5.

Verloskundige zorg

10,0

6.

Huisartsen

7,0

Financieringsschuif

– 75,2

Stand 1e suppletore begroting 2010

34 016,3

Toelichting mutaties:

  • 1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de zorguitgaven 2010 geactualiseerd, dit betreft echter nog een voorlopig beeld. Uit de huidige actualisering volgt een tegenvaller van € 1 014,7 miljoen. Deze tegenvaller bestaat uit hogere uitgaven bij de huisartsenzorg (€ 30 miljoen), tandheelkundige zorg (€ 99 miljoen), paramedische zorg (€ 57 miljoen), dieetadvisering (€ 6 miljoen), ziekenhuizen (€ 241 miljoen), medisch specialisten (€ 348 miljoen), ZBC’s (€ 132 miljoen), hulpmiddelen (€ 19 miljoen) geneeskundige ggz (€ 67 miljoen) en buitenland (€ 20 miljoen). Naast deze hogere uitgaven zijn de uitgaven bij het ziekenvervoer (€ 4 miljoen) gedaald.

  • 2. Betreft de overheveling van artikel 99 naar artikel 42 van de middelen die zijn bedoeld voor de financiering van de FLO-akkoorden met de B3-ambulancediensten.

  • 3. Eind 2009 is aangekondigd dat in 2010 aanvullende tariefsmaatregelen worden genomen in aanvulling op de korting van € 375 miljoen op basis van de aanwijzing van 6 juli 2009, met kenmerk CZ/TSZ-2940850. Bij de verwerking van de tariefskorting houdt de Nza redelijkerwijs rekening met de consequenties van de differentiatie van de korting per specialisme.

  • 4. Dit betreft het saldo van een aantal mutaties. Bij de geraamde uitgaven voor geneesmiddelen was er voor 2010 een reservering opgenomen. Gezien de huidige omstandigheden is besloten deze reservering te laten vervallen en de beschikbare middelen voor 2010 met dit bedrag neerwaarts bij te stellen (€ 53 miljoen). Daarnaast zijn er lagere uitgaven (€ 220 miljoen) door de beperking van de aanspraak op slaap- en kalmeringsmiddelen en de effecten van prijsverlagingen (o.a. door het aflopen van patenten en door intensiveringen van het preferentiebeleid). Als laatste heeft de Nza besloten de vergoeding die apothekers per receptregel ontvangen per 1 januari 2010 te verhogen (€ 115 miljoen).

  • 5. De Nza heeft per 1 januari 2010 beleidsregels verloskunde vastgesteld die onder andere uitgaan van een lagere rekennorm voor het aantal bevallingen (van 110 naar 105 per jaar) en een stijging van het norminkomen. De Nza zal de tarieven tussen 2010 en 2012 in drie stappen verhogen naar het gewenste niveau.

  • 6. Bij de huisartsen treedt een besparingsverlies op bij twee maatregelen die vorig jaar zijn genomen, te weten het onder het inschrijftarief brengen van de herhaalrecepten en het verhogen van de ANW-tarieven.

43 Langdurige zorg (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

22 484,6

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Actualisering zorguitgaven

558,4

2.

Correctie invoering eigen bijdrage begeleiding

– 80,0

3.

Stimuleringsregeling kleinschalig wonen

24,8

4.

SVB

– 5,0

5.

Besparingsverlies eigen bijdrage voor functie begeleiding

12,0

Financieringsschuif

46,3

Stand 1e suppletore begroting 2010

23 041,1

Toelichting mutaties:

  • 1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de zorguitgaven 2010 geactualiseerd. Hieruit volgt een tegenvaller in de AWBZ van € 558,4 miljoen. Deze tegenvaller bestaat uit hogere uitgaven bij de zorg in natura door AWBZ-instellingen (€ 423 miljoen), persoongebonden budgetten (€ 120 miljoen), bovenbudgettaire vergoedingen (€ 21 miljoen) en de Sociale Verzekerings Bank (€ 6 miljoen) gedaald.

  • 2. Dit betreft een technische mutatie ten aanzien van de opbrengsten door gedragseffecten van de invoering eigen bijdrage voor begeleiding. Het gaat om een verlaging van de uitgaven en ontvangsten (artikel 99).

  • 3. De mutatie betreft een overheveling van de VWS-begroting van de middelen voor de uitvoering van de NZa-beleidsregel «Stimulering kleinschalige zorg voor dementerenden».

  • 4. De vergoeding die de Sociale Verzekeringsbank (SVB) jaarlijks ontvangt voor werkzaamheden voor het Servicecentrum PGB was tot 2009 gebaseerd op een vast bedrag per budgethouder. Aangezien deze vergoeding hoger bleek dan de werkelijke kosten is bij de SVB een bestemmingsreserve opgebouwd, die in 2010 door SZW en VWS wordt afgeroomd. De bijdrage aan de SVB kan daardoor in 2010 met € 5 miljoen worden verlaagd.

  • 5. De eigen bijdrage voor de functie begeleiding bij zorg in natura kan pas per 1 juli 2010 worden ingevoerd in plaats van per 1 januari, waardoor een tegenvaller ontstaat van € 12 miljoen.

44 Maatschappelijke ondersteuning (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

178,0

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

n.v.t.

n.v.t.

Stand 1e suppletore begroting 2010

178,0

99 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

934,8

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Actualisering zorguitgaven

– 88,8

2.

Aanpassing raming loon- en prijsbijstelling

– 211,4

3.

FLO-middelen

– 8,0

Overig

5,0

Stand 1e suppletore begroting 2010

631,6

Toelichting mutaties:

  • 1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de zorguitgaven 2009 geactualiseerd, dit betreft echter nog een voorlopig beeld. Uit de huidige actualisering volgt een meevaller van € 88,8 miljoen. Deze meevaller is het saldo van diverse posten.

  • 2. De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente macro-economische inzichten in het CEP 2009 van het CPB.

  • 3. Betreft de overheveling van artikel 99 naar artikel 42 van de middelen die zijn bedoeld voor de financiering van de FLO-akkoorden met de B3-ambulancediensten.

99 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1 000 000)

Ontvangsten

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

2 975,2

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Actualisering zorguitgaven

– 37,0

2.

Correctie invoering eigen voor bijdrage begeleiding

– 80,0

3.

Besparingsverlies eigen bijdrage functie begeleiding

– 3,0

Stand 1e suppletore begroting 2010

2 855,2

Toelichting mutaties:

  • 1. Uit de actualisering van de zorguitgaven blijkt dat de eigen betalingen in de AWBZ € 37 miljoen lager uitvallen dan geraamd. De tegenvaller wordt veroorzaakt door het anticumulatiebeding van de eigen bijdragen AWBZ en Wmo en doordat de inning van de eigen bijdrage van de Wmo voorgaat op de inning van de eigen bijdrage van de AWBZ.

  • 2. Dit betreft een technische mutatie ten aanzien van de opbrengsten door gedragseffecten van de invoering eigen bijdrage voor begeleiding. Het gaat om een verlaging van de uitgaven (art. 43) en ontvangsten.

  • 3. De eigen bijdrage voor de functie begeleiding bij zorg in natura kan pas per 1 juli 2010 worden ingevoerd in plaats van per 1 januari, waardoor een tegenvaller in de ontvangsten ontstaat van € 3 miljoen.

Wmo (gemeentefonds, op de begroting van BZK) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

1 626,6

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Actualisering zorguitgaven

6,6

2.

Dure woningaanpassingen

9,0

3.

Algemene uitkering Gemeentefonds

– 68,0

4.

Integratie-uitkering nadeelgemeenten Wmo

– 34,0

5.

Uitvoeringskosten

2,8

6.

Compensatie gemeenten

2,0

Overig

– 0,4

Stand 1e suppletore begroting 2010

1 544,6

Toelichting mutaties:

  • 1. Een bedrag van € 6,6 miljoen is in 2009 niet meer tot uitbetaling gekomen ten behoeve van de Wmo. Dit zal alsnog uitbetaald worden in 2010.

  • 2. Er wordt voor dure woningaanpassingen structureel een bedrag van € 9 miljoen toegevoegd aan het Wmo budget.

  • 3. Overheveling naar de algemene uitkering Gemeentefonds voor compensatie pakketmaatregelen AWBZ.

  • 4. Overheveling tbv een aparte integratie-uitkering «nadeelgemeenten Wmo». Het betreft compensatie voor gemeenten die bij de overgang van het historische naar het objectieve verdeelmodel Wmo een negatief herverdeeleffect hadden.

  • 5. Vergoeding gemeenten in verband met uitvoerings/registratiekosten vanwege de Wtcg.

  • 6. Bijstelling van raming middelen compensatie voor gemiste eigen bijdrage gemeenten als gevolg van de Wtcg.

Opleidingsfonds (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

839,7

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Huisartsenopleiding

– 5,0

2.

Bijstelling opleidingsfonds

10,3

Stand 1e suppletore begroting 2010

845,0

Toelichting mutaties:

  • 1. Om de op basis van de meest recente gegevens van het Capaciteitsorgaan minimaal benodigde stabilisering van de instroom van de huisartsenopleiding in 2010 te kunnen financieren, wordt een in 2010 binnen het BKZ-budget voor medisch specialisten in het opleidingsfonds vrijvallend bedrag van € 5 miljoen overgeheveld naar het niet-BKZ budget waaruit van oudsher de huisartsenopleiding wordt betaald.

  • 2. Voor de begrotingsgefinancierde uitgaven wordt in 2010 geen loonbijstelling uitgekeerd. Omdat VWS als gevolg van het OVA-convenant gehouden is om het opleidingsfonds wel te indexeren ontstaat een tegenvaller

Opleidingsfonds (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Ontvangsten

2010

Stand ontwerpbegroting 2010

0,0

Mutaties 1e suppletore begroting 2010:

 

1.

Terugontvangsten

30,0

Stand 1e suppletore begroting 2010

30,0

Toelichting mutaties:

  • 1. De vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche 2009 leidt naar verwachting tot hogere terugontvangsten.

Wtcg (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

499,3

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Resultaat betere afbakening

– 36,9

2.

Ramingsbijstelling

53,0

Stand 1e suppletore begroting 2010

515,4

Toelichting mutaties:

  • 1. Vanaf 2010 is € 50 miljoen structureel beschikbaar om de afbakening van de doelgroep Wtcg (voorstellen Commissie Linschoten) te verbeteren. Een deel van de verbeteringen gaat per 2010 in. De maatregelen hebben een geleidelijke ingroei, waardoor in 2010 een deel van de € 50 miljoen niet wordt benut.

  • 2. Op basis van geactualiseerde berekeningen van Vektis is het aantal mensen dat op grond van zorggebruik in aanmerking komt voor een forfait hoger dan eerder aangenomen. Met het oog hierop dient de raming structureel met € 53 miljoen te worden bijgesteld.

Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven (o.a. op de begroting van Financiën) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven

2010

Stand VWS ontwerpbegroting 2010

36,8

Mutaties 1e suppletore begroting 2010

 

1.

Aanpassing raming loon- en prijsbijstelling

– 8,4

2.

Inzet reserve AWBZ-knelpunten

– 4,0

3.

Niet uitkeren loon- en prijsbijstelling

– 20,5

Stand 1e suppletore begroting 2010

3,9

Toelichting mutaties:

  • 1. De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente inzichten in het CEP 2010 van het CPB.

  • 2. In het kader van de pakketmaatregel begeleiding zijn middelen gereserveerd ter compensatie van mogelijke negatieve effecten. Deze middelen worden nu ingezet om het tekort in de AWBZ te beperken.

  • 3. De loon- en prijsbijstelling voor 2010 wordt in 2010 niet uitgekeerd.


XNoot
1

Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Naar boven