32 395 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2010 te wijzigen.

Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3 (verplichtingenbedrag bedoeld in artikel 5 van de Financiële-verhoudingswet)

Ingevolge artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 6, vierde lid van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet, hebben de provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering c.a. is opgenomen van € 1 259 366 000.

Ingevolge artikel 5, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet, hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen van respectievelijk €  42 202 000 en €  116 190 000.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

Inhoudsopgave

blz.

   
 

Leeswijzer

3

   

1.

Het beleid

3

 

Overzicht uitgavenmutaties

3

 

Toelichting op de beleidsmutaties

3

   

2.

Het beleidsartikel

5

 

Toelichting

5

   

3.

Integratie-uitkeringen

7

   

4.

Decentralisatie-uitkeringen

8

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Leeswijzer

Bij de eerste suppletore begroting ligt de nadruk niet op de beleidsprioriteiten, zoals in de ontwerpbegroting 2010, maar op de mutaties ten opzichte van deze ontwerpbegroting. De terugkoppeling over het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsprioriteiten, zal centraal staan in de financiële verantwoording over 2010.

De indeling van deze suppletore begroting is als volgt. Paragraaf 1 start met het beschrijven van de beleidsmutaties. Kort zal worden toegelicht wat de omvang en de reden van de uitgavenmutaties is. Vervolgens wordt in paragraaf 2 («het beleidsartikel»), ingegaan op de «budgettaire gevolgen van beleid». Deze paragraaf geeft inzicht in de integrale uitgaven die samenhangen met de hoofdbeleidsdoelstelling. Hierin worden de veranderingen op artikelonderdeel-niveau belicht. Tot slot, in paragraaf 3 en 4, een overzicht van de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen.

1. Het beleid

Overzicht uitgavenmutaties:

In de onderstaande overzichtstabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste mutaties die zich in de periode vanaf de ontwerpbegroting 2010 tot en met de eerste suppletore begroting 2010 hebben voorgedaan in de uitgaven. De weergegeven mutaties (€ 115 178 000 in totaliteit) worden onder de tabel afzonderlijk toegelicht.

Tabel B1: Overzichtstabel suppletore uitgavenmutaties (x € 1 000)
  

Uitgaven

Stand uitgavenbedrag ontwerpbegroting 2010

1 302 485

Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:

 

1)

Alle troeven in handen (decentralisatie-uitkering)

221

2)

Restauratie Rijksmonumenten (decentralisatie-uitkering)

19 000

3)

Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

57 700

4)

Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2009

1

5)

Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2009

– 30

6)

Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2009

– 166

7)

Vervangingsregeling statenleden

16

8)

Invoeringskosten WABO

9 000

9)

Regiospecifiekpakket Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)

29 436

Totaal nieuwe mutaties

115 178

Stand 1ste suppletore begroting 2010

1 417 663

Toelichting op de beleidsmutaties:

1) Alle troeven in handen (decentralisatie-uitkering)

De minister van OCW investeert in de landelijke uitrol van effectieve emancipatieprojecten ter versterking van het lokale emancipatiebeleid van gemeenten en het emancipatieproces van kwetsbare vrouwen. Hiertoe zijn 18 best practices geselecteerd uit de projecten die op basis van de subsidieregeling emancipatieprojecten 2004–2007 gesubsidieerd zijn. In totaal stelt de minister van OCW voor de periode 2009–2011 een bedrag van € 0,35 miljoen beschikbaar aan provincies. Voor 2010 is dit € 0,221 miljoen.

2) Restauratie Rijksmonumenten (decentralisatie-uitkering)

Provincies en de minister van OCW hebben afspraken gemaakt over de restauratie van rijksmonumenten. Gezamenlijk investeren beide partijen € 38 miljoen over de periode 2009, 2010 en 2011. Het doel is het behoud van werkgelegenheid in de bouw met het oog op de economische crisis en tegelijkertijd wordt een bijdrage gegeven aan de instandhouding van cultureel erfgoed. Hiervoor wordt eenmalig € 19 miljoen in 2010 aan het provinciefonds toegevoegd. De bijdrage die provincies krijgen bestaat deels uit een vast bedrag dat voor iedere provincie gelijk is en deels uit een bedrag dat is gebaseerd op het aantal rijksmonumenten per provincie (verdeelsleutel). Het bedrag loopt via een decentralisatie-uitkering.

3) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

Met ingang van 1 januari 2010 zal een deel van het bodemsaneringsbudget uitgekeerd worden aan de provincies via de decentralisatie-uitkering Bodemsanering in het provinciefonds. De komst van de decentralisatie-uitkering Bodemsanering is het gevolg van de bestuursafspraken met het IPO in 2007. Mede in het vervolg hierop is op 10 juli 2009 het «Convenant Bodem – ontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties» ondertekend door het Rijk, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen. Met de ondertekening van het Convenant wordt ook de definitieve stap gezet naar de verdere decentralisatie van de middelen. Met de middelen (€ 57,7 miljoen) vanuit het provinciefonds kunnen de provincies de beleidsafspraken uit het convenant uitvoeren.

4 en 5) Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen 2009

Bij Voorlopige Rekening is vastgesteld hoe de in 2009 gerealiseerde uitbetalingen voor de decentralisatie-uitkeringen (DU) en integratie-uitkeringen (IU) aan de gemeenten zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2e suppletore begroting 2009 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er in totaal hogere uitbetalingen zijn gedaan dan bij Najaarsnota 2009 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € – 1 000 (negatief) voor de integratie-uitkeringen en € 30 000 (positief) voor de decentralisatie-uitkeringen. Voor een verklaring van deze verschillen wordt verwezen naar de slotwet van het provinciefonds (Kamerstukken II 2009–2010, 32 360 C, nrs. 3 en 4). Bij Voorjaarsnota 2010 zullen de decentralisatie-uitkeringen met € – 30 000 neerwaarts en de integratie-uitkeringen met € 1 000 opwaarts worden bijgesteld.

6) Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2009

Bij Voorlopige Rekening is vastgesteld hoe de in 2009 gerealiseerde uitbetalingen aan de gemeenten zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2e suppletore begroting 2009 voor de uitbetalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er hogere uitbetalingen zijn gedaan dan bij Najaarsnota 2009 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van € 166 000 (negatief). Voor een verklaring van dit verschil wordt verwezen naar de slotwet van het provinciefonds (Kamerstukken II 2009–2010, 32 360 C, nrs. 3 en 4). Het provinciefonds zal bij Voorjaarsnota 2010 met het bedrag van € – 166 000 neerwaarts worden bijgesteld.

7) Vervangingsregeling statenleden

Het Rijk heeft middelen toegezegd aan de provincies voor een tijdelijke vervangingsregeling voor zwangere en langdurig zieke statenleden vanaf 2007. Deze middelen zijn echter nooit structureel toegevoegd aan het provinciefonds. Deze middelen (€ 16 000 per jaar) worden nu voor 2010 en verder structureel toegevoegd.

8) Invoeringskosten WABO

Betreft een incidentele vergoeding van het ministerie van VROM aan de provincies voor de invoeringskosten van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO).

9) Regiospecifiekpakket Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)

In november 2007 besloot het kabinet op voorstel van de minister van Verkeer en Waterstaat om af te zien van de aanleg van de Zuiderzeelijn, de geplande hogesnelheidslijn tussen Schiphol en Groningen. In plaats daarvan is een alternatief pakket aan investeringen in Noord-Nederland en de Noordoostpolder met een sterke infrastructurele focus samengesteld. Hiervoor ontvangen de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland in totaal € 29,4 miljoen in 2010.

2. Het beleidsartikel

In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.

Tabel B2: Bugettaire gevolgen van beleid (x € 1 000)
 

Stand ontwerpbegroting 2010

Mutaties 1ste suppletore begroting 2010

Stand 1ste suppletore begroting 2010

Mutatie 2011

Mutatie 2012

Mutatie 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

 

(1)

(2)

(3)=(1+2)

     

Verplichtingen

1 302 485

115 373

1 417 858

57 808

57 716

57 716

57 716

16

Uitgaven:

1 302 485

115 178

1 417 663

57 808

57 716

57 716

57 716

16

         

Apparaatsuitgaven

        

1.

Kosten Financiële- verhoudingswet

100

0

100

0

0

0

0

0

         

Programma-uitgaven

        

1.

Algemene uitkering c.a.

1 250 350

8 850

1 259 200

16

16

16

16

16

2.

Integratie-uitkeringen

42 202

1

42 203

0

0

0

0

0

3.

Decentralisatie-uitkeringen

9 833

106 327

116 160

57 792

57 700

57 700

57 700

0

         

Ontvangsten:

1 302 485

115 178

1 417 663

57 808

57 716

57 716

57 716

16

Toelichting

Mutaties 1ste suppletore begroting

Verplichtingen

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen van het provinciefonds voor het jaar 2010 met €  115 373 000 te verhogen en te brengen op € 1 417 858 000. De mutaties worden hieronder in tabel B3 opgesomd. De toelichting bij de mutaties die onderdeel vormen van het totaalbedrag dat in deze tabel is vermeld is reeds gegeven in § 1.

Tabel B3: Verplichtingenbedrag provinciefonds 2010 (x € 1 000)

Stand verplichtingenbedrag ontwerpbegroting 2010

 

1 302 485

Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:

  
   

Alle troeven in handen (decentralisatie-uitkering)

221

 

Restauratie Rijksmonumenten (decentralisatie-uitkering)

19 000

 

Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)

57 700

 

Vervangingsregeling statenleden

16

 

Invoeringskosten WABO

9 000

 

Regiospecifiekpakket Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)

29 436

 
   

Totaal nieuwe mutaties:

 

115 373

Stand verplichtingenbedrag bij 1ste suppletore begroting 2010

 

1 417 858

Waarvan verplichtingenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet

 

100

Waarvan verplichtingenbedrag algemene uitkering

 

1 259 366

Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkeringen

 

42 202

Waarvan verplichtingenbedrag decentralisatie-uitkeringen

 

116 190

Het verplichtingenbedrag voor de algemene uitkeringen, zoals opgenomen in artikel 3 van dit wetsvoorstel, is € 1 259 366 000. Dit bedrag is het verschil tussen het verplichtingenbedrag provinciefonds van € 1 417 858 000 en de som van het verplichtingenbedrag voor de integratie-uitkeringen van €  42 202 000, de decentralisatie-uitkeringen van €  116 190 000 en de apparaatskosten van €  100 000.

Uitgaven

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de uitgaven van het provinciefonds met € 115 178 000 te verhogen en te brengen op € 1 417 663 000. De mutaties worden in tabel B4 opgesomd. De mutaties die plaatsvinden met betrekking tot de verplichtingen zijn ook van toepassing op de uitgaven. Er zijn echter nog drie mutaties, die wel effect hebben op het uitgavenbedrag 2009, maar niet op het verplichtingenbedrag 2009. Het gaat om de «wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2009» (€ – 166 000), «wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2009» (€ 1 000) en «wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2009» (€ – 30 000). De toelichting bij de mutaties die onderdeel vormen van het totaalbedrag dat in deze tabel is vermeld is reeds gegeven in § 1.

Tabel B4: Uitgavenbedrag provinciefonds 2010 (x € 1 000)

Stand uitgavenbedrag ontwerpbegroting 2010

 

1 302 485

Mutaties nog niet opgenomen in een begrotingsstuk:

  
   

Saldo mutaties in de verplichtingen (verplichtingen=uitgaven) (zie tabel B3)

115 373

 

Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2009

1

 

Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2009

– 30

 

Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2009

– 166

 
   

Totaal nieuwe mutaties:

 

115 178

Stand uitgavenbedrag bij 1ste suppletore begroting 2010

 

1 417 663

Waarvan uitgavenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet

 

100

Waarvan uitgavenbedrag algemene uitkering

 

1 259 200

Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkeringen

 

42 203

Waarvan uitgavenbedrag decentralisatie-uitkeringen

 

116 160

Ontvangsten

Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de ontvangsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de oorspronkelijke vastgestelde begroting van het provinciefonds voor 2010 worden de ontvangsten, analoog aan de uitgaven, met €  115 178 000 verhoogd tot € 1 417 663 000.

3. Integratie-uitkeringen

In tabel B5 is een overzicht opgenomen van de integratie-uitkeringen.

Tabel B5: Overzicht integratie-uitkeringen provinciefonds 2010 (x € 1 000)

Omschrijving

2010

Integratie-uitkering begroting 2010:

 

Rivierdijkversterking / hoofdwaterkering

42 202

Subtotaal

42 202

  

Nog niet eerder opgenomen in een begroting:

 

Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2009

1

Subtotaal

1

Totaal:

42 203

4. Decentralisatie-uitkeringen

In tabel B6 is een overzicht opgenomen van de decentralisatie-uitkeringen.

Tabel B6: Overzicht decentralisatie-uitkeringen provinciefonds 2010 (x € 1 000)

Omschrijving

2010

Decentralisatie-uitkering begroting 2010:

 

Regeling cultuurparticipatie

8 123

Stimulering lokaal klimaatbeleid (SLOK)

1 710

Subtotaal

9 833

  

Nog niet eerder opgenomen in een begroting:

 

Alle troeven in handen

221

Restauratie Rijksmonumenten

19 000

Bodemsanering

57 700

Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2009

– 30

Regiospecifiekpakket Zuiderzeelijn

29 436

Subtotaal

106 327

Totaal:

116 160

Naar boven