32 389 Wijziging van de Provinciewet, de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met de revitalisering van het generiek interbestuurlijk toezicht (Wet revitalisering generiek toezicht)

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONINGIN1

Vastgesteld 10 april 2012

Inbreng van de leden van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 hebben met veel belangstelling en waardering kennisgenomen van de reactie van de regering in de memorie van antwoord. Op een tweetal punten willen zij nog een nadere vraag aan de regering stellen.

De leden van de fractie van D66 hebben gevraagd in hoeverre het met dit wetsvoorstel in het leven te roepen regiem van generiek toezicht als geheel in potentie een grotere inbreuk kan maken op de autonomie en de beleidsvrijheid van het decentraal bestuur dan het huidige toezichtsinstrumentarium. Met deze vraag doelden deze leden op de ook in de literatuur2 gesignaleerde aarzeling in hoeverre de nieuwe toezichtsbevoegdheden, na eerdere verzachtingen van het preventieve toezicht, passen in het streven naar meer decentralisatie. In haar reactie legt de regering nog eens uit dat om redenen van onder meer slagvaardigheid en proportionaliteit de herpositionering van de vernietigingsbevoegdheid om nadere, additionele bevoegdheden vraagt. Vervolgens geeft zij aan dat het nieuwe regiem niet tot een stapeling van bevoegdheden leidt en dat elk van de additionele bevoegdheden evenmin zeer ingrijpend zijn. Tegelijkertijd moet worden aangenomen dat het aangescherpte generieke toezicht zich nu over de algehele taakuitoefening van provincies en gemeenten zal uitstrekken. Voor de aan het woord zijnde leden is met andere woorden nog niet geheel duidelijk hoe en op welke grondslag de regering de principiële hoofdvraag nu precies beantwoordt: wordt met dit voorstel per saldo de decentralisatie nu bevorderd, of versterken wij met de door de regering voorgestelde revitalisering van het generiek toezicht de eenheidsstaatsgedachte? Graag vernemen deze leden een nadere reactie van de regering.

Een vergelijkbare vraag leeft bij de leden van de D66-fractie met betrekking tot de voorgestelde beleidskaders. In de eerder aangehaalde literatuur is gesuggereerd dat met name het nieuwe beleidskader spontane vernietiging weinig tot geen relevante aanknopingspunten bevat voor de vraag op welke wijze toepassing zal worden gegeven aan het gerevitaliseerde vernietigingsrecht. De geïntroduceerde interventieladder geeft weliswaar inzicht in de opzet van het bestuurlijke voortraject, maar biedt geen normatieve richting voor de wijze waarop de verschillende instrumenten zullen worden ingezet. Ook hier rijst de vraag hoe de regering dit beoordeelt in het licht van een verdere bevordering van decentralisatie en daarmee verbonden noties van decentrale autonomie en decentrale beleidsvrijheid en zelfstandigheid. De leden van de fractie van D66 krijgen graag een nadere toelichting.

De commissie ziet met belangstelling uit naar de nadere memorie van antwoord en ontvangt deze, zoals gebruikelijk, graag binnen vier weken na de vaststelling van dit nader voorlopig verslag. Na ontvangst van de nadere memorie van antwoord zal de commissie bezien of plenaire behandeling van het onderhavige wetsvoorstel samen met het wetsvoorstel Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten (Wet NErpe; Kamerstukken 32 157) wenselijk is.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin, Engels

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin, Bergman


X Noot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Dupuis (VVD), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vice-voorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Meurs (PvdA), Vliegenthart (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Barth (PvdA), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Klever (PVV), Sörensen (PVV) en Schouwenaar (VVD).

X Noot
2

S.E. Zijlstra, NTB, 2011, nr. 3, p. 43 e.v., en S.A.J. Munneke, TvCR, 2011, nr. 4, p. 415 e.v.

Naar boven