32 379 Wijziging van de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut naar aanleiding van de evaluatie van deze wet

Nr. 9 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 augustus 2013

Het kabinet heeft besloten tot het intrekken van het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut naar aanleiding van de evaluatie van deze wet (Kamerstuk 32 379, nr. 1–3).

In de periode 2007–2009 is de Wet op het KNMI geëvalueerd. Er bleek in uw Kamer een brede steun voor de veiligheidstaken van het KNMI, zoals het weeralarm, en voor de invoering van een open data beleid. Over de positionering van de luchtvaartmeteorologie was uw Kamer destijds verdeeld. Vervolgens heeft uw Kamer in april 2010 het bovengenoemde voorstel ontvangen ten behoeve van de wijziging van de Wet op het KNMI.

Omdat in de financiële paragraaf van het Regeerakkoord Rutte/Verhagen van oktober 2010 was opgenomen dat «de subsidies op het terrein van het (voormalige) Ministerie van Verkeer en Waterstaat worden beperkt en dat daarbij het huidige takenpakket van het KNMI nader zal worden bezien (eventueel privatisering)», is behandeling van het voorstel voor wijziging van de Wet op het KNMI aangehouden. Dit om een brede en fundamentele aanpak mogelijk te maken.

Inmiddels heeft het kabinet een besluit genomen over de positionering van het KNMI waarover ik Uw Kamer bij brief van 28 maart 2013 heb geïnformeerd (Kamerstuk 32 379, nr. 8). Zoals in deze brief is genoemd heeft dit besluit geleid tot het inzicht dat nieuwe regelgeving nodig is om dit beleid vorm te geven. Om die reden kan het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut naar aanleiding van de evaluatie van deze wet worden ingetrokken. In plaats daarvan wordt een nieuw voorstel voorbereid dat aanhangig is gemaakt bij de Afdeling advisering van de Raad van State voor advies.

Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven