Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 20 april 2010, aangeboden aan de Koningin door de minister van Verkeer en Waterstaat,
mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 januari 2010, nr. 10.000078, machtigde Uwe Majesteit de Raad
van State zijn advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 10 februari 2010, nr. W09.10.0016/IV, bied ik U hierbij aan.
De Raad van State kan zich met het ontwerp verenigen.
De Raad van State geeft redactionele kanttekeningen in overweging met betrekking tot artikel I, onderdeel A en artikel I,
onderdeel F, onder 2.
De Raad van State heeft allereerst voorgesteld artikel I, onderdeel A te herformuleren. Bij het formuleren van artikel I,
onderdeel A is uitgegaan van de tekst van artikel 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs) zoals deze komt
te luiden nadat een in voorbereiding zijnd wetsvoorstel tot wijziging van de Wvvs in verband met de implementatie van richtlijn
nr. 2009/17/EG van 23 april 2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot wijziging van richtlijn 2002/59/EG
betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (richtlijn 2009/17/EG),
tot wet is verheven en in werking is getreden. Nu evenwel laatstgenoemd wetsvoorstel zich minder ver in procedure bevindt
dan het onderhavige wetsvoorstel, wordt – conform het voorstel van de Raad van State – artikel I, onderdeel A hergeformuleerd,
waarbij wordt uitgegaan van de tekst van de Wvvs zoals deze thans luidt. Voorgaande leidt er tevens toe dat de toelichting
bij artikel III van het wetsvoorstel, waarin is aangegeven dat het onderhavig wetsvoorstel niet eerder in werking zal treden
dan het wetsvoorstel tot wijziging van de Wvvs in verband met de implementatie van richtlijn 2009/17/EG, wordt geschrapt.
Verder heeft de Raad van State een herformulering van Artikel I, onderdeel F, voorgesteld. In dit onderdeel wordt per abuis
een nieuw artikel 14, derde lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen voorgesteld in plaats van een nieuw artikel
14, vierde lid. Met de aanpassing van artikel I, onderdeel F wordt deze omissie hersteld.
Daarnaast worden de in paragraaf 5 van de Memorie van Toelichting opgenomen passages met betrekking tot de lasten voor het
Nederlandse bedrijfsleven die samenhangen met de regels voor buitenlandse schepen met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks,
geschrapt omdat bij nader inzien deze regels geen verzwaring van de lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven met zich brengen.
Tot slot is in de Memorie van Toelichting de vindplaats aangegeven van het Besluit tot wijziging van het Besluit voorkoming
verontreiniging door schepen, waarnaar in de toelichting wordt verwezen. Ten tijde van toezending van dit voorstel aan de
Raad van State was dit besluit nog niet gepubliceerd.
Ik moge U hierbij, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verzoeken het hierbij
gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings