nr. 1
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van
een wijziging van de begrotingsstaten van Jeugd en Gezin (XVII) voor het jaar
2009.
Zo is het, dat Wij met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
De slotwetmutaties in de begrotingsstaat van Jeugd en Gezin (XVII) voor
het jaar 2009 worden vastgesteld als volgt:
A. Begrotingsstaat (bedragen x € 1 000)
Art. nr. |
Artikelomschrijving |
Slotwetmutaties |
Slotwetmutaties |
Slotwetmutaties |
|
|
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
1 |
Gezin en inkomen |
33 783 |
33 783 |
105 713 |
2 |
Gezond opgroeien |
– 25 289 |
– 6 422 |
865 |
3 |
Zorg en bescherming |
– 4 963 |
– 6 647 |
6 229 |
98 |
Algemeen |
– 8 |
– 8 |
0 |
99 |
Nominaal en onvoorzien |
0 |
0 |
0 |
Artikel 2
1. In afwijking van artikel 54, eerste lid, van de Comptabiliteitswet
2001 geldt voor het jaarverslag van Jeugd en Gezin voor het jaar 2009 dat
het in dat artikellid bedoelde inzicht per beleidsartikel in de toelichting
bij de verantwoordingsstaat beperkt kan blijven tot de onderdelen c, d en
f van dat artikellid.
2. In afwijking van artikel 54, derde lid, van de Comptabiliteitswet
2001 wordt in het jaarverslag van Jeugd en Gezin voor het jaar 2009 de informatie, bedoeld in dat artikellid, niet per beleidsartikel opgenomen.
Deze informatie wordt in het jaarverslag gekoppeld aan door Onze Minister
voor Jeugd en Gezin aangewezen beleidsprioriteiten en vermeld in het beleidsverslag.
Artikel 3
In afwijking van artikel 54, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001,
zijn in dit jaarverslag naast de verantwoordingscijfers over 2009, de cijfers
van 2008 opgenomen. Immers, de begroting 2008 was de allereerste begroting
van Jeugd en Gezin.
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 31
december van het onderhavige begrotingsjaar.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Jeugd en Gezin,