32 360 XII
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Verkeer en Waterstaat

nr. 2
RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2009 VAN HET MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT (XII)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 19 mei 2010

Hierbij bieden wij u het op 7 mei 2010 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII)» aan.

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

dr. Ellen M.A. van Schoten RA,

secretaris

Inhoud

Samenvatting 5
     
1 Over dit onderzoek 6
1.1 Oordelen bij het jaarverslag 6
1.2 Onderzoek naar beleid 6
1.3 Onderzoek naar de bedrijfsvoering 6
1.4 Onderzoek naar de financiële informatie 7
     
2 Beleid 8
2.1 Beschikbaarheid van de beleidsinformatie 8
2.2 Praktijktoets 8
2.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over gevoerd beleid 9
     
3 Bedrijfsvoering 10
3.1 Ontwikkeling in de bedrijfsvoering 10
3.2 Oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer 10
3.2.1 Beheer prestatiecontracten Rijkswaterstaat 11
3.2.2 Ontvangstenbeheer Rijkswaterstaat 11
3.2.3 Verplichtingenbeheer kerndepartement 12
3.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over bedrijfsvoering 12
     
4 Financiële informatie 13
4.1 Oordeel over de financiële informatie in het jaarverslag 13
4.2 Oordeel over de saldibalans 13
     
5 Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer 14
5.1 Reactie minister van VenW 14
5.2 Nawoord Algemene Rekenkamer 15
     
Kwaliteitskaart 16
     
Audit Actielijst 2010 22
     
Overzicht van fouten en onzekerheden in de financiële informatie in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW (XII) 23
     
Gebruikte afkortingen 30

SAMENVATTING

Voor u ligt ons rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW, XII). In dit rapport presenteren wij de resultaten van ons rechtmatigheidsonderzoek naar het jaarverslag en de bedrijfsvoering van dit ministerie.

Wij hebben uit hoofde van onze wettelijke taak, zoals beschreven in de Comptabiliteitswet 2001, het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer van het Ministerie van VenW beoordeeld en wij zijn nagegaan of de informatie in het jaarverslag van dit ministerie over het gevoerde beleid, over de bedrijfsvoering en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels, en goed is weergegeven in het jaarverslag.

De belangrijkste uitkomsten van ons onderzoek naar het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW zijn:

Niet-financiële informatie

De niet-financiële informatie in het jaarverslag ontwikkelt zich positief. Vergeleken met het Jaarverslag 2008 en de Begroting 2009 is in het Jaarverslag 2009 meer concrete beleidsinformatie beschikbaar of is duidelijker aangegeven waarom die ontbreekt («comply or explain»).

Bedrijfsvoering

De bedrijfsvoering bij het Ministerie van VenW is verbeterd, maar nog niet op orde. Het ontvangstenbeheer bij Rijkswaterstaat (RWS) is eind 2009 op orde gekomen; de vorderingen die voortvloeien uit bestuurlijke overeenkomsten kunnen nu tijdig en volledig worden gefactureerd. Wel moeten bij enkele diensten van RWS de verbeteringen in het ontvangstenbeheer nog structureel worden ingebed. Bij RWS blijft het beheer van de prestatiecontracten aandacht vragen. Daarnaast is het verplichtingenbeheer van Hoofddirectie Financiën, Management en Control (FMC) en de Shared Services Organisatie (SSO) nog onvoldoende op orde.

Financiële informatie

De financiële informatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die in de CW 2001 worden gesteld.

1 OVER DIT ONDERZOEK

Een minister verantwoordt zich in zijn jaarverslag over hoe zijn ministerie in het afgelopen jaar heeft gepresteerd en gefunctioneerd. In het jaarverslag staat of de doelen en prestaties die in de begroting van het ministerie waren afgesproken, ook zijn gerealiseerd (informatie over het beleid), hoe het ministerie heeft gefunctioneerd (informatie over de bedrijfsvoering) en wat de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van het ministerie zijn geweest (financiële informatie).

Wij onderzoeken de informatie in het jaarverslag op elk van deze drie terreinen, en kijken ook naar de achterliggende processen binnen het ministerie. Op basis hiervan formuleren wij onze bevindingen en oordelen.

In dit rapport komen achtereenvolgens aan de orde: de informatie in het jaarverslag over het door de minister gevoerde beleid (hoofdstuk 2), over de bedrijfsvoering van het ministerie (hoofdstuk 3) en over de financiën van het ministerie (hoofdstuk 4). Wij besluiten dit rapport met een weergave van de reactie die wij op het conceptrapport hebben gekregen van de minister van VenW, aangevuld met ons nawoord (hoofdstuk 5). Een lijst met afkortingen die specifiek zijn voor dit rapport, is achterin opgenomen als bijlage.

Een uitgebreide toelichting op dit rapport vindt u op www.rekenkamer.nl.

1.1 Oordelen bij het jaarverslag

De Algemene Rekenkamer doet jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij het Rijk. Wij doen dit onderzoek uit hoofde van onze wettelijke taak zoals beschreven in de CW 2001. Wij beoordelen het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer en gaan na of de informatie in de jaarverslagen over het gevoerde beleid, over de bedrijfsvoering en over de financiën tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed is weergegeven in de jaarverslagen. Met onze wettelijke oordelen hierover ondersteunen we de Tweede Kamer bij het verlenen van decharge aan de betrokken ministers.

1.2 Onderzoek naar beleid

Niet alleen het doen van onderzoek naar de jaarverslagen behoort tot de wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer. De CW schrijft daarnaast voor dat wij jaarlijks onderzoek doen naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid (CW 2001, artikel 85). Dit jaar hebben wij het gevoerde beleid op een aantal terreinen onder de loep genomen. Hierover rapporteren wij in hoofdstuk 2. We schetsen een beeld van de beschikbaarheid in het jaarverslag van informatie over het door de minister gevoerde beleid. Daarnaast geven we voor de door ons onderzochte onderwerpen aan in hoeverre het gevoerde beleid heeft bijgedragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen en of het voor dit beleid bestemde geld ook is besteed zoals met de Tweede Kamer was afgesproken. Tot slot geven we in dit hoofdstuk een oordeel over de wijze waarop de beleidsinformatie tot stand is gekomen.

1.3 Onderzoek naar de bedrijfsvoering

Conform de CW 2001 (artikel 82) doet de Algemene Rekenkamer ook onderzoek naar de bedrijfsvoering van departementen. Wij integreren dit onderzoek in het jaarlijks terugkerende rechtmatigheidsonderzoek. Wij geven in hoofdstuk 3 een oordeel over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer en de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties. Ook geven we in dit hoofdstuk een oordeel over de wijze waarop de informatie over de bedrijfsvoering in het jaarverslag tot stand is gekomen.

1.4 Onderzoek naar de financiële informatie

Ook het onderzoek naar de financiële informatie in het jaarverslag is onderdeel van ons jaarlijkse rechtmatigheidsonderzoek (CW 2001, artikel 82). In hoofdstuk 4 melden we zowel de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden als de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die naar hun aard onze kwalitatieve tolerantiegrenzen overschrijden. Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig tot stand is gekomen (dat wil zeggen: het begrotingsgeld is niet volgens de regels ontvangen of uitgegeven) of niet deugdelijk is weergegeven (dat wil zeggen: er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag). We spreken van «onzekerheden», wanneer we door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kunnen vaststellen of er al dan niet sprake is van fouten.

2 BELEID

Onze conclusie op hoofdlijnen is dat de totstandkoming van de beleidsinformatie van het Ministerie van VenW voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Ook is er voldoende beleidsinformatie beschikbaar.

2.1 Beschikbaarheid van de beleidsinformatie

De beschikbaarheid van beleidsinformatie heeft zich het afgelopen jaar positief ontwikkeld. In het Jaarverslag 2009 is meer concrete beleidsinformatie (dat wil zeggen: specifiek, meetbaar en tijdgebonden) opgenomen dan in het Jaarverslag 2008 en de Begroting 2009, of is duidelijker aangegeven waarom geen concrete beleidsinformatie aanwezig is («comply or explain»). Bij een aantal doelstellingen geeft VenW aan dat ze werken aan de ontwikkeling van een indicator. Hierbij is aangegeven dat deze indicatoren zullen worden opgenomen in de Begroting 2011. Indien deze indicatoren ervoor zorgen dat de doelen meer specifiek, meetbaar en tijdgebonden worden, zal VenW vanaf de volgende begroting de stijgende lijn door kunnen trekken.

2.2 Praktijktoets

In onze praktijktoets bekijken we wat de bijdrage van het beleid is geweest aan de oplossing van een bepaald maatschappelijk probleem, en gaan we na of het voor dit beleid bestemde geld besteed is aan de afgesproken doelen. Bij het Ministerie van VenW hebben we een praktijktoets verricht naar het beleidsdoel «5% jaarlijkse groei van het ov per spoor gedurende de kabinetsperiode». Dit beleidsdoel valt onder beleidsartikel 34.03: Netwerk Spoor: Betrouwbaarheid en capaciteit van het spoornetwerk vergroten. Het financieel belang dat met dit onderwerp is gemoeid, bedraagt voor de hele kabinetsperiode € 207 miljoen. De belangrijkste bevinding uit ons onderzoek is dat de maatregelen die worden genomen in het kader van dit beleidsdoel wel aansluiten bij de wensen en de behoeften van de burger, maar dat het onduidelijk is of deze maatregelen bijdragen aan de realisatie van het uiteindelijke beleidsdoel. Het ministerie heeft namelijk maar beperkte mogelijkheden om het bereiken van het einddoel, 5% jaarlijkse groei van het ov per spoor, te beïnvloeden. In de praktijk blijkt het ministerie voornamelijk in te zetten op realisatie van het tussendoel: verbetering van het reizen per trein. Hierbij is het ons voor drie van de vier door ons onderzochte maatregelen niet duidelijk geworden in hoeverre deze maatregelen bijdragen aan de jaarlijkse groei van het ov per spoor.

Daarnaast blijkt uit ons onderzoek dat in de publieke verantwoording over het beleid, zoals het jaarverslag van VenW en Infrastructuurfonds, voortgangsrapportages aan de Tweede Kamer en de midterm review, informatie ontbreekt over de jaarlijkse uitgaven aan de verschillende maatregelen. Ook wordt niet altijd duidelijk welke beleidsprestaties het Ministerie van VenW heeft gerealiseerd. Hierdoor is geen koppeling tussen de uitgaven en de beleidsprestaties te maken. Doordat deze koppeling niet te maken is op basis van de publieke verantwoording aan de Tweede Kamer, kan de Tweede Kamer haar budgetrecht niet goed uitvoeren.

2.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over gevoerd beleid

Krachtens de CW 2001 geven wij elk jaar een oordeel over de totstandkoming van de informatie die in de jaarverslagen van de ministeries wordt verstrekt over het gevoerde beleid. Bij het Ministerie van VenW selecteren wij hiertoe jaarlijks één of enkele effect- of prestatiegegevens. Dit jaar hebben we de totstandkoming van het prestatiegegeven «reizigerskilometers in de trein» (artikel 34, operationele doelstelling 3) uit het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW onderzocht. Onderstaand kader bevat ons oordeel over de totstandkoming van deze informatie.

Oordeel
Op grond van ons onderzoek hebben we vastgesteld dat de informatie over de reizigerskilometers in de trein op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.

3 BEDRIJFSVOERING

Onze conclusie op hoofdlijnen is dat er in het algemeen in de bedrijfsvoering van het Ministerie van VenW sprake is van vooruitgang. De onvolkomenheid voor het materieelbeheer bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) is opgeheven, evenals de onvolkomenheid voor het beheer van het wagenpark en de ICT-middelen bij Rijkswaterstaat (RWS).

3.1 Ontwikkeling in de bedrijfsvoering

Onderstaande figuur toont de ontwikkeling van de onvolkomenheden in de bedrijfsvoering van het Ministerie van VenW over de afgelopen drie jaar. Te zien is welke (ernstige) onvolkomenheden wij de laatste jaren hebben aangetroffen in het financieel beheer en het materieelbeheer en in de overige onderdelen van de bedrijfsvoering, en welke onvolkomenheden zijn opgelost.

kst-32360-XII-2-1.gif

Wij hebben in 2009 vier onvolkomenheden geconstateerd in de bedrijfsvoering van het ministerie. Deze komen aan bod in § 3.2. Een toelichting op de onvolkomenheden is opgenomen in het achtergronddocument «Toelichting op het rapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW». Dit document staat op onze website www.rekenkamer.nl.

3.2 Oordeel over het financieel beheer en materieelbeheer

In onderstaand kader staat ons oordeel over het financieel beheer en het materieelbeheer van het Ministerie van VenW. Krachtens de CW 2001 gaan wij jaarlijks na of deze onderdelen van de departementale bedrijfsvoering voldoen aan de daaraan gestelde eisen.

Oordeel
De onderzochte onderdelen van het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties van het Ministerie van VenW voldeden in 2009 aan de in de CW 2001 gestelde eisen, met uitzondering van:
• contractbeheer bij Rijkswaterstaat;
• ontvangstenbeheer bij Rijkswaterstaat;
• verplichtingenbeheer bij de Hoofddirectie Financiën, Management en Control;
• verplichtingenbeheer bij de Shared Services Organisatie.

3.2.1 Beheer prestatiecontracten Rijkswaterstaat

Wij constateren bij het Ministerie van VenW ook over 2009 een onvolkomenheid in het beheer van de prestatiecontracten. De verbeteringen die eind 2008 op dit punt waren bereikt, zijn niet bestendigd.

Deze onvolkomenheid heeft betrekking op de baten-lastendienst Rijkswaterstaat, die verantwoordelijk is voor het vaste onderhoud van gebieden en objecten in de openbare ruimte, zoals grasbermen langs snelwegen. Dit onderhoud wordt uitgevoerd door aannemers, op basis van prestatiecontracten. Om vast te kunnen stellen of deze aannemers voldoen aan de contracteisen stelt Rijkswaterstaat een beheerplan op, waarin staat vermeld met welke controlefrequentie en met welke diepgang de verschillende aspecten van het contract worden getoetst. Het beheerplan dient te worden nageleefd en de toezichtactiviteiten dienen traceerbaar te zijn vastgelegd in een dossier.

Gedurende het jaar 2009 is een deel van de prestatiecontracten ontoereikend beheerst. De belangrijkste tekortkomingen waren: onvoldoende naleving van het beheerplan, onvoldoende documentatie van het toezicht en onvoldoende actie na geconstateerde tekortkomingen van de opdrachtnemer.

Wanneer prestatiecontracten niet goed worden beheerd, kan dit leiden tot onrechtmatige betalingen. Het risico bestaat dan immers dat tot betaling wordt overgegaan zonder dat afdoende is vastgesteld dat een opdrachtnemer de afgesproken prestatie heeft geleverd.

3.2.2 Ontvangstenbeheer Rijkswaterstaat

Vorig jaar hebben wij een onvolkomenheid geconstateerd in het ontvangstenbeheer van Rijkswaterstaat. Het ging om betalingen van lagere overheden voor infrastructuur die Rijkswaterstaat, op grond van bestuurlijke overeenkomsten, had aangelegd. De volledigheid van facturering van deze vorderingen was in 2008 niet gewaarborgd door het ontbreken van voldoende beheersmaatregelen.

Naar aanleiding van ons Rapport bij het Jaarverslag 2008 heeft de minister van VenW aan de Tweede Kamer toegezegd in het vervolg de bestuurlijke overeenkomsten te inventariseren, opdat de hieruit voortvloeiende vorderingen tijdig en volledig gefactureerd zouden worden. Hiertoe zou in 2009 voor elke dienst van Rijkswaterstaat een convenantenregister worden aangelegd, met daarin alle bestuurlijke overeenkomsten. Het proces van inventariseren en vastleggen in een convenantenregister heeft enige tijd in beslag genomen, waardoor het merendeel van de diensten van Rijkswaterstaat het ontvangstenbeheer medio 2009 nog niet op orde had. Ultimo 2009 is het ontvangstenbeheer bij Rijkswaterstaat voldoende op orde gekomen; alle diensten beschikken inmiddels over een convenantenregister. Enkele diensten moeten echter nog wel het structurele beheer rond het convenantenregister vormgeven.

Omdat het ontvangstenbeheer pas eind 2009 voldoende op orde is gekomen, handhaven wij de onvolkomenheid in het ontvangstenbeheer van Rijkswaterstaat over 2009.

3.2.3 Verplichtingenbeheer kerndepartement

In 2008 was er bij het kerndepartement sprake van een ontoereikend verplichtingenbeheer. Het totaal van de verplichtingen vanuit opdrachten en contracten bij het kerndepartement bedroeg in 2008 € 150 miljoen. De problemen lagen bij het tijdig ondertekenen en registreren van verplichtingen tussen de € 15 000 en € 1 miljoen. Dit merkten wij aan als een onvolkomenheid.

Uit ons onderzoek over 2009 blijkt een verbetering in het beheer van verplichtingen vanuit opdrachten en contracten bij het kerndepartement. In 2009 had dit beheer betrekking op een totaalbedrag van € 185 miljoen. De hoogste leiding van het ministerie is betrokken geweest bij de effectuering van maatregelen die voor verbetering werden ingezet. Uit de gegevens van het ministerie blijkt dat de tijdigheid van het ondertekenen van de opdrachten en contracten bij het kerndepartement in 2009 is verbeterd en gedurende het jaar is gestegen: van 32% in januari naar 76% in december. Dat is een aanzienlijke verbetering gedurende het jaar.

Echter, omdat het verplichtingenbeheer gedurende het jaar niet op orde was, handhaven we de onvolkomenheid voor het verplichtingenbeheer. Deze onvolkomenheid rekenen we toe aan de Hoofddirectie Financiën, Management en Control (FMC) en aan de Shared Services Organisatie (SSO). Deze onderdelen van het ministerie hebben een belangrijke rol bij het verplichtingenbeheer: FMC voor het toezicht op een toereikend verplichtingenbeheer en de SSO voor de administratieve verwerking van de verplichtingen die zijn aangegaan. Dat betekent dat er sprake is van twee onvolkomenheden, één voor FMC en één voor de SSO.

3.3 Oordeel over totstandkoming informatie in jaarverslag over bedrijfsvoering

Onderstaand kader bevat ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW staat vermeld over de bedrijfsvoering van het departement. Krachtens de CW 2001 gaan wij jaarlijks na of deze informatie tot stand is gekomen volgens de daarvoor geldende regels.

Oordeel
De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

4 FINANCIËLE INFORMATIE

In dit hoofdstuk staan onze oordelen over de financiële informatie (§ 4.1) en over de saldibalans (§ 4.2) in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW. Krachtens de CW 2001 gaan wij jaarlijks na of deze informatie voldoet aan de daaraan gestelde eisen.

4.1 Oordeel over de financiële informatie in het jaarverslag

Oordeel
De financiële informatie in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslagge- vingsvoorschriften.
         
Het totaalbedrag van alle geconstateerde fouten en onzekerheden blijft onder de tolerantiegrens voor de financiële informatie in het jaarverslag als geheel.

Een overzicht van alle fouten en onzekerheden is opgenomen in de bijlagen van dit rapport.

4.2 Oordeel over de saldibalans

Oordeel
De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van VenW voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconsta- teerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
         
In 2009 heeft het Ministerie van VenW voor € 1 687,4 miljoen aan openstaande voorschotten afgerekend. Wij zijn van oordeel dat de afgerekende voorschotten voldoen aan de gestelde eisen.
         
Het totaalbedrag van alle geconstateerde fouten en onzekerheden in de saldibalans- posten blijft onder de tolerantiegrens voor de saldibalans als geheel.

Een overzicht van alle fouten en onzekerheden is opgenomen in de bijlagen van dit rapport.

5 REACTIE MINISTER EN NAWOORD ALGEMENE REKENKAMER

De minister van VenW heeft op 26 april 2010 gereageerd op onsRapport bij het Jaarverslag 2009 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Hieronder volgt een bewerking van de reactie van de minister van VROM (§ 5.1). De integrale reactie staat op onze website: www.rekenkamer.nl. De reactie gaf ons aanleiding tot een nawoord (§ 5.2).

5.1 Reactie minister van VenW

Het verheugt de minister van VenW dat hij met ons kan constateren dat de bedrijfsvoering van zijn ministerie in 2009 is verbeterd en dat ook de beleidsinformatie in de jaarverslagen zich positief ontwikkelt. De minister acht een kwalitatief goede bedrijfsvoering een essentiële randvoorwaarde voor het goed presteren en functioneren van zijn departement. Hij zet er dan ook op in de geconstateerde onvolkomenheden op te lossen.

Contractbeheer Rijkswaterstaat

Door extra managementaandacht was de beheersing van de prestatiecontracten ultimo 2009 weer van voldoende niveau, schrijft de minister. Om dit niveau in 2010 te borgen zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen het bestuur van Rijkswaterstaat en de betreffende diensten. Daarnaast heeft de minister de departementale auditdienst verzocht hiernaar een audit uit te voeren.

Ontvangstenbeheer Rijkswaterstaat

Voor de facturering van ontvangsten bij de infrastructuurprojecten zijn in 2009 convenantenregisters ingericht. Het is voor 2010 relevant om deze convenantenregisters op orde te houden, aldus de minister. Hij meldt dat het noodzakelijke beheer hiervan inmiddels is ingericht en dat er aandacht is voor de borging van deze processen. De minister heeft de departementale auditdienst verzocht ook hiernaar een audit uit te voeren.

Verplichtingenbeheer Hoofddirectie Financiën, Management en Control en Shared Services Organisatie

Het verplichtingenbeheer is de laatste jaren VenW-breed sterk verbeterd, zodat de juistheid en de volledigheid van de verplichtingenadministratie in voldoende mate was gewaarborgd, stelt de minister vast. De inzet van de minister is om ook de tijdigheid van het ondertekenen van opdrachten en contracten Hoofddirectie Financiën, Management en Control en Shared Services Organisatie verder te verbeteren. Daartoe zal hij de in 2009 genomen maatregelen handhaven.

Doelmatigheid

In reactie op onze praktijktoets op het beleidsdoel ’5% groei op het spoor’ schrijft de minister dat hij blij is met onze bevinding dat de maatregelen die worden genomen in het kader van dit beleidsdoel aansluiten bij de wensen en de behoeften van de burger. Het is zijn bedoeling om met het Actieplan 5% groei op het spoor het reizen per trein voor steeds meer mensen aantrekkelijk te maken.

De minister onderschrijft niet onze bevinding dat het onduidelijk is of de maatregelen in het Actieplan bijdragen aan de realisatie van het uiteindelijke beleidsdoel. Naar zijn oordeel kan op basis van diverse onderzoeken van onder andere het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid worden geconcludeerd dat het aantrekkelijker maken van het reizen per trein ertoe leidt dat er meer met de trein wordt gereisd. De minister concludeert dat de maatregelen in het Actieplan bijdragen aan het uiteindelijke beleidsdoel (groei van het reizen per trein), waarbij hij verwijst naar de midterm review van het Actieplan, die op 18 februari aan de Tweede Kamer is gezonden.

Op basis van dezelfde argumentatie als hierboven vermeld is de minister het ook niet eens met onze bevinding dat niet duidelijk is of de uitgaven voor het Actieplan 5% bijdragen aan de groei van het openbaar vervoer per spoor.

5.2 Nawoord Algemene Rekenkamer

Het is positief dat de minister de onvolkomenheden wil oplossen en dat hij onze aanbevelingen hiertoe overneemt. Wij vinden het ook positief dat de minister – als sluitstuk van de beheersing – audits laat uitvoeren naar de verbetermaatregelen.

De studies waarnaar de minister verwijst in zijn reactie op onze praktijktoets besteden aandacht aan veel voor het ov relevante onderwerpen. Ze bieden echter geen uitsluitsel over het door de minister gesuggereerde causale verband.

De minister is niet ingegaan op onze bevinding dat de publieke verantwoording over het beleid geen informatie bevat over de jaarlijkse uitgaven aan de verschillende maatregelen en dat informatie over de beleidsprestaties veelal ontbreekt.

KWALITEITSKAART

Toelichting op het instrument kwaliteitskaart

De kwaliteitskaart is een nieuw instrument van de Algemene Rekenkamer, dat we voor het eerst hebben opgenomen in onze rapporten bij de jaarverslagen 2008. De kwaliteitskaart is bedoeld om de uitkomsten van ons rechtmatigheidsonderzoek op een compacte manier te presenteren en plaatst de geconstateerde (ernstige) onvolkomenheden in de bedrijfsvoering in het licht van de totale bedrijfsvoering van het ministerie.

De kwaliteitskaart bestaat uit twee delen. In deel I zijn onze bevindingen gekoppeld aan de begrotingsartikelen van het ministerie. Dit deel van de kaart laat per artikel zien:

• voor welk percentage van de uitgaven concrete informatie over de beleidsresultaten in het jaarverslag is opgenomen;

• of het begrotingsartikel wordt geraakt door geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering, met mogelijk gevolgen voor de rechtmatigheid, de betrouwbaarheid van gegevens of de doelrealisatie;

• of wij als gevolg van geconstateerde onvolkomenheden daadwerkelijk fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid of deugdelijke weergave hebben geconstateerd;

• of de geconstateerde fouten en onzekerheden de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.

In deel II van de kwaliteitskaart vormen de organisatieonderdelen van het ministerie en de te beheersen bedrijfsvoeringsprocessen het uitgangspunt. Dit deel van de kaart is mede gebaseerd op de Baseline financieel en materieelbeheer van het Ministerie van Financiën, waarin de normen voor een goed financieel beheer en materieelbeheer zijn vastgelegd.

In dit deel van de kaart zetten we het aantal beheerdomeinen waarin we onvolkomenheden hebben geconstateerd af tegen het aantal beheerdomeinen dat voor een goed functioneren van het ministerie «relevant», respectievelijk «kritisch» is.

Deel II van de kwaliteitskaart maakt ook zichtbaar aan welke onderwerpen wij en/of de departementale auditdienst in de controle over 2009 extra aandacht hebben besteed en waar wij (ernstige) onvolkomenheden hebben geconstateerd. Met extra aandacht van de auditdienst bedoelen wij die aandacht voor de bedrijfsvoering die de reguliere aandacht uit hoofde van de jaarlijkse wettelijke controle overstijgt (zie hoofdstuk 1 van de toelichting op www.rekenkamer.nl voor informatie over onze onderzoeksopzet). Met extra aandacht van de Algemene Rekenkamer doelen wij op ons departementsspecifieke en ons rijksbrede onderzoek.

Extra aandacht van de Algemene Rekenkamer en van de auditdienst betekent niet per definitie dat alle aspecten van het desbetreffende beheerdomein in het onderzoek zijn betrokken; de extra aandacht kan ook betrekking hebben op een enkel aspect binnen het beheerdomein.

Voor een verdere toelichting op het instrument kwaliteitskaart verwijzen wij naar onze website: www.rekenkamer.nl. Hier vindt u achtergrondinformatie over de kwaliteitskaart en over de gehanteerde criteria en ordeningsprincipes.

kst-32360-XII-2-2.gif kst-32360-XII-2-3.gif kst-32360-XII-2-4.gif

Toelichting op de kwaliteitskaart van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toelichting op kaart deel I

• Beleidsinformatie

Deel I van de kwaliteitskaart van het Ministerie van VenW maakt per artikel zichtbaar hoeveel procent van de uitgaven wordt toegelicht met specifieke, meetbare en tijdgebonden beleidsinformatie en of het eventuele ontbreken van deze informatie door het ministerie wordt uitgelegd.

• Bedrijfsvoering

Deel I van de kwaliteitskaart laat zien dat acht begrotingsartikelen van het ministerie worden geraakt door de onvolkomenheden die wij bij dit ministerie hebben geconstateerd.

• Financiële informatie

Uit deel I van de kwaliteitskaart van het Ministerie van VenW blijkt dat bij geen van de begrotingsartikelen de tolerantiegrens voor de omvang van fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave, wordt overschreden. De tolerantiegrens voor het jaarverslag van het Ministerie van VenW als geheel wordt niet overschreden.

Toelichting op kaart deel II

Uit deel II van de kwaliteitskaart van het Ministerie van VenW blijkt dat 85 beheerdomeinen van belang zijn voor de bedrijfsvoering. Daarvan zijn 24 beheerdomeinen als kritisch aan te merken. Van de 85 beheerdomeinen die van belang zijn voor het goed functioneren van het ministerie hebben de auditdienst van het Ministerie van VenW en/of wij 21 beheerdomeinen extra onderzocht. Daarvan waren er negen kritisch en twaalf relevant. Bij twee kritische en twee relevante beheerdomeinen hebben wij een onvolkomenheid geconstateerd:

• een onvolkomenheid in het beheer van de prestatiecontracten door Rijkswaterstaat (zie Audit Actielijst punt 1);

• een onvolkomenheid in het ontvangstenbeheer bij Rijkswaterstaat (zie Audit Actielijst punt 2);

• een onvolkomenheid in het verplichtingenbeheer bij de Hoofddirectie Financiën Management en Control (zie Audit Actielijst punt 3);

• een onvolkomenheid in het verplichtingenbeheer bij de Shared Services Organisatie (zie Audit Actielijst punt 4).

In hoofdstuk 3 lichten we de hierboven vermelde onvolkomenheden toe.

AUDIT ACTIELIJST 2010

De Audit Actielijst (AAL) laat zien op welke punten de Algemene Rekenkamer vindt dat het ministerie actie moet ondernemen. Deze punten kunnen zowel de onvolkomenheden in het financieel beheer en materieelbeheer betreffen als de onvolkomenheden in de overige onderdelen van de bedrijfsvoering. De lijst vermeldt ook welke maatregelen de minister heeft aangekondigd om de onvolkomenheden die wij hebben geconstateerd op te lossen.1

Eerste jaar constatering, artikel en bedrag Stand van zaken en conclusie Aanbeveling Toezegging minister Meer informatie
1. Contractbeheer Rijkswaterstaat
2006Baten-lastendienst Rijkswaterstaat € 101 miljoen De in 2008 bereikte verbete- ringen in het beheer van de prestatiecontracten zijn niet bestendigd in 2009 Managementaandacht blijven schenken aan de structurele verbetering van het beheer van de prestatiecontracten. Aanvullende afspraken tussen bestuur Rijkswaterstaat en betreffende dien- sten. Departementale auditdienst zal audit uit- voeren naar deze verbetermaatregel. § 3.2.1
2. Ontvangstenbeheer Rijkswaterstaat
2008Baten-lastendienst Rijkswaterstaat € 121 miljoen Ontvangstenbeheer eind 2009 voldoende op orde gekomen. Enkele diensten moeten echter nog wel het structurele beheer rond het convenantenregister vormgeven. Geef het structurele beheer van het convenantenregister verder vorm in 2010. Beheer convenantenregisters is ingericht en er is aandacht voor borging daarvan. Departementale auditdienst zal audit uit- voeren naar deze verbetermaatregel. § 3.2.2
3. Verplichtingenbeheer Financiën, Management en Control
2004Alle artikelen en de saldibalanspost van VenW (XII) € 185 miljoen Maatregelen om verplichtingenbeheer op orde te bren- gen, hebben nog onvoldoende resultaat. Geflatteerd beeld door meetellen facturen onder € 15 000. Verbeterbeleid voortzetten tot voldoende resultaat is bereikt. Bereken resultaat zonder facturen onder € 15 000. Verbetermaatregelen uit 2009 worden gehandhaafd. § 3.2.3
4. Verplichtingenbeheer Shared Services Organisatie
2004Alle artikelen en de saldibalanspost van VenW (XII) € 185 miljoen Maatregelen om verplichtingen beheer op orde te bren- gen, hebben nog onvoldoende resultaat. Geflatteerd beeld door meetellen facturen onder € 15 000. Verbeterbeleid voortzetten tot voldoende resultaat is bereikt. Bereken resultaat zonder facturen onder € 15 000. Verbetermaatregelen uit 2009 worden gehandhaafd. § 3.2.3

BIJLAGE

OVERZICHT FOUTEN EN ONZEKERHEDEN IN DE FINANCIELE INFORMATIE IN HET JAARVERSLAG 2009 VAN HET MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT (XII)

A. Verplichtingen (€ x 1000)

Art. nr. Omschrijving Verantwoord bedrag Fout Onzekerheid Totaal F + O Tolerantie overschreden? Onzekerheid over volledig-heid
    Rechtmatigheid Deugdelijke weergave Rechtmatigheid Deugdelijke weergave        
  Beleidsartikelen                
31* Integraal waterbeleid 62 814  
32* Het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit 56 339  
33* Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s 54 706 22 22 nee
34* Betrouwbaarheid netwerken voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid 213 508 121 121 nee
35* Mainports en logistiek 77 554 137 137 nee
36* Bewaken, waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit 63 782 130 130 nee
37* Weer, klimaat, seismologie en ruimtevaart  
  Niet-beleidsartikelen                
39 Bijdragen Infrastructuurfonds en BDU 8 577 155  
40 Nominaal en onvoorzien  
41* Ondersteuning functioneren VenW 238 511 171 8 331 1 725 10 227 nee
  Totaal 9 344 369 301 8 610 1 725    

* De fouten worden (deels) veroorzaakt door onvolkomenheden in de bedrijfsvoering

Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden

Art. nr. Post Fout  
  Totaal individuele fouten 0  
       
  Totaal verplichtingen 9 344 369  
  Procentuele fout 0,10% Tolerantiegrens niet overschreden
  Procentuele onzekerheid 0,02% Tolerantiegrens niet overschreden

B/C. Uitgaven + ontvangsten (€ x 1000)

Art. nr. Omschrijving Verantwoord bedrag Fout Onzekerheid Totaal F + O Tolerantie overschreden? Onzekerheid over volledig-heid
    Rechtmatigheid Deugdelijke weergave Rechtmatigheid Deugdelijke weergave        
  Beleidsartikelen                
31 Integraal waterbeleid 76 492 137 612 749 nee
32 Het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit 57 089 282 660 942 nee
33 Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s 56 938 78 387 465 nee
34 Betrouwbaarheid netwerken voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid 107 222 385 1 919 2 304 nee
35 Mainports en logistiek 96 395 328 722 1 050 nee
36 Bewaken, waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit 114 306 329 1 688 2 017 nee
37 Weer, klimaat, seismologie en ruimtevaart 44 651 108 108 nee
Niet-beleidsartikelen                  
39 Bijdragen Infrastructuurfonds en BDU 8 311 744  
40 Nominaal en onvoorzien  
41 Ondersteuning functioneren VenW 307 915 1 169 9 074 10 243 nee
  Totaal 9 172 752 2 816 15 062    
                   
                   
* Uitsplitsing van het verantwoorde bedrag naar uitgaven en ontvangsten vindt plaats in bijlagen B en C
                   
(1) Totaal uitgaven en ontvangsten 9 172 752 Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten  
  Procentuele fout 0,03% Tolerantiegrens niet overschreden  
  Procentuele onzekerheid 0,16% Tolerantiegrens niet overschreden  
                   
(2) Totaal 9 354 095 Omvangsbasis uitgaven + ontvangsten + bijdrage(n) van derden baten-lastendiensten  
  Procentuele fout 0,11% Tolerantiegrens niet overschreden  
  Procentuele onzekerheid 0,90% Tolerantiegrens niet overschreden  

B. Uitgaven (€ x 1000)

Art. nr. Omschrijving Verantwoord bedrag Fout Onzekerheid Totaal F + O Tolerantie overschreden? Onzekerheid over volledig-heid
      Rechtmatigheid Deugdelijke weergave Rechtmatigheid Deugdelijke weergave      
  Beleidsartikelen                
31 Integraal waterbeleid 75 418 137 612 749 nee
32 Het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit 55 771 282 660 942 nee
33 Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s 56 816 78 387 465 nee
34 Betrouwbaarheid netwerken voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid 106 234 385 1 919 2 304 nee
35 Mainports en logistiek 86 527 328 722 1 050 nee
36 Bewaken, waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit 64 684 329 1 688 2 017 nee
37 Weer, klimaat, seismologie en ruimtevaart 44 651 108 108 nee
                   
  Niet-beleidsartikelen                
39 Bijdragen Infrastructuurfonds en BDU 8 311 743  
40 Nominaal en onvoorzien  
41 Ondersteuning functioneren VenW 272 798 1 169 9 074 10 243 nee
  Totaal 9 074 642 2 816 15 062    

Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden

Art. nr. Post Fout  
  Totaal individuele fouten 0  
       
  Totaal uitgaven 9 074 642  
  Procentuele fout 0,03% Tolerantiegrens niet overschreden
  Procentuele onzekerheid 0,17% Tolerantiegrens niet overschreden

C. Ontvangsten (€ x 1000)

Art. nr. Omschrijving Verantwoord bedrag Fout Onzekerheid Totaal F + O Tolerantie overschreden? Onzekerheid over volledig-heid
      Rechtmatigheid Deugdelijke weergave Rechtmatigheid Deugdelijke weergave      
  Beleidsartikelen                
31 Integraal waterbeleid 1 074  
32 Het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit 1 318  
33 Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s 122  
34 Betrouwbaarheid netwerken voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid 988  
35 Mainports en logistiek 9 868  
36 Bewaken, waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit 49 622  
37 Weer, klimaat, seismologie en ruimtevaart  
Niet-beleidsartikelen                  
39 Bijdragen Infrastructuurfonds en BDU 1  
40 Nominaal en onvoorzien  
41 Ondersteuning functioneren VenW 35 117  
  Totaal 98 110    

Individuele fouten in de deugdelijke weergave die de tolerantie overschrijden

Art. nr. Post Fout  
  Totaal individuele fouten 0  
       
  Totaal ontvangsten 98 110  
  Procentuele fout 0,00%  
  Procentuele onzekerheid 0,00%  

D. Baten-lastendiensten (€ x 1000)

Art. nr. Omschrijving Verantwoord bedrag Fout Onzekerheid Totaal F + O Tolerantie overschreden? Onzekerheid over volledigheid
      Rechtmatigheid Deugdelijke weergave Rechtmatigheid Deugdelijke weergave      
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut                
  Baten 56 750 17 37 252 41 347  
  Bijdrage moederdepartement 36 818  
Rijkswaterstaat                
  Baten* 2 471 168 4 001 3 113 68 144 75 257  
  Bijdrage moederdepartement 2 328 047  
Inspectie Verkeer en Waterstaat                
  Baten 111 497 12 457 469  
  Bijdrage moederdepartement 93 207  
Totaal baten 2 639 415 4 030 3 150 68 853 41    
  * De fouten worden (deels) veroorzaakt door onvolkomenheden in de bedrijfsvoering  
                   
  Totale baten baten-lastendiensten 2 639 415              
  Procentuele fout 0,27% Tolerantiegrens niet overschreden  
  Procentuele onzekerheid 2,61% Tolerantiegrens niet overschreden  

E. Saldibalans (€ x 1000)

Art. nr. Omschrijving Verantwoord bedrag Fout Onzekerheid Totaal F +O Onzekerheid over volledig-heid
      Rechtmatigheid Deugdelijke weergave Rechtmatigheid Deugdelijke weergave    
3 Liquide middelen 0
5 Uitgaven buiten begrotingsverband 7 616 100 100
6 Ontvangsten buiten begrotingsverband 33 568
7 Openstaande rechten
8 Extra-comptabele vorderingen 25 761
9 Extra-comptabele schulden
10 Voorschotten 5 712 037 4 444 4 444
11 Garantieverplichtingen 80 000
12 Openstaande verplichtingen 2 845 645 2 236 21 725 23 961
13 Deelnemingen
14 Leningen u/g 6 645
15 Leningen o/g 12 048 3 600 3 600
16 Sluitrekening met het Infrastructuurfonds 372 259
  Totaal beoordeeld 9 095 579 10 380 21 725  
  (De tolerantiegrens wordt afgeleid van totaal beoordeeld)  
                 
  Totaal saldibalans 9 095 579            
  Procentuele fout 0,11% Tolerantiegrens niet overschreden  
  Procentuele onzekerheid 0,24% Tolerantiegrens niet overschreden  

F. Afgerekende voorschotten (€ x 1000)

  Omschrijving Verantwoord bedrag Fout Onzekerheid Totaal F + O Tolerantie overschreden? Onzekerheid over volledig-heid
      Rechtmatigheid Deugdelijke weergave Rechtmatigheid Deugdelijke weergave      
  Totaal afgerekende voorschotten 1 687 390    

GEBRUIKTE AFKORTINGEN

AAL Audit Actielijst
CW 2001 Comptabiliteitswet 2001
ICT informatie- en communicatietechnologie
KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
RWS Rijkswaterstaat
VenW (Ministerie van) Verkeer en Waterstaat

Op www.rekenkamer.nl staat een verklarende woordenlijst met begrippen die veel voorkomen in onze rapporten bij de jaarverslagen.


XNoot
1

De Algemene Rekenkamer kan op grond van de CW 2001 artikel 88 en 89 eventueel bezwaar maken tegen alle onvolkomenheden in het financieel beheer, het materieelbeheer en de daartoe bijgehouden administraties.

Naar boven