32 360 III
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2009

nr. 1
JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN, HET KABINET DER KONINGIN EN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN (III)

Aangeboden 19 mei 2010

INHOUDSOPGAVE blz.

A. Algemeen 3
1. Aanbieding jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening 3
2. Leeswijzer 7
     
B. Ministerie van Algemene Zaken 8
1. Realisatie beleidsprioriteiten 8
2. Beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» 11
2.1 Algemene beleidsdoelstelling 11
2.2 Budgettaire gevolgen van beleid 11
2.3 Financiële toelichting budgettaire gevolgen van beleid 11
2.4 Nader geoperationaliseerde doelstellingen 12
2.4.1 Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid 12
2.4.2 Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid 12
2.4.3 Leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid 14
3. Bedrijfsvoeringsparagraaf 15
     
C. Kabinet der Koningin 17
1. Activiteiten 17
2. Budgettaire gevolgen 17
3. Bedrijfsvoeringsparagraaf 17
     
D. Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 19
1. Algemeen 19
2. Een korte beschouwing van het jaar 2009 19
3. Budgettaire gevolgen 20
4. Bedrijfsvoeringsparagraaf 20
     
E. Jaarrekening 21
1. Verantwoordingsstaat van het Ministerie van Algemene zaken 21
2. Verantwoordingsstaat van het Kabinet der Koningin 22
3. Verantwoordingsstaat van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 23
4. Saldibalans Ministerie van Algemene Zaken met toelichting 24
5. Saldibalans Kabinet der Koningin met toelichting 27
6. Saldibalans Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten met toelichting 28
7. Baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie 29
7.1 Samenvattende verantwoordingsstaat 29
7.2 Balans 29
7.3 Staat van baten en lasten 31
7.4 Kasstroomoverzicht 32
7.5 Doelmatigheid 32
8. Topinkomens 35
     
Bijlage Inhuur externen 36

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING VAN HET JAARVERSLAG EN VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING VAN DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN AAN DE VOORZITTERS VAN DE EERSTE EN TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Hierbij bied ik het departementale jaarverslag over het jaar 2009 aan van het ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD).

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de minister van Algemene Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2009 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:

– het gevoerde financieel en materieel beheer;

– de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

– de financiële informatie in het jaarverslag;

– de departementale saldibalansen;

– de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

– de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende wettelijk voorgeschreven stukken te worden betrokken:

– het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2009. Dit jaarverslag wordt separaat aangeboden;

– het voorstel voor de Slotwet over het jaar 2009, die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

– het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2009 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel Jaarverslag van het Rijk;

– de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2009 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2009, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2009 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen voordat de betrokken slotwet is aangenomen en de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

DE MINISTER-PRESIDENT,

minister van Algemene Zaken

Mr. dr. J.P. Balkenende

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

De departementale begroting en verantwoording van het ministerie van Algemene Zaken worden opgesteld volgens de VBTB-systematiek. De begroting geeft daarbij aan wat het ministerie wil bereiken, hoe het dat gaat doen en hoeveel dat zal kosten. Het jaarverslag geeft – als tegenhanger van de begroting – inzicht in wat er daadwerkelijk is bereikt, op welke wijze dat is bereikt en wat de werkelijke uitgaven zijn geweest.

Zoals in het voorwoord al opgemerkt, bestaat begroting III uit drie begrotingsstaten: één voor het ministerie van Algemene Zaken, één voor het Kabinet der Koningin (KdK) en één voor de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD). Deze driedeling is in navolgend jaarverslag terug te vinden in de onderdelen B tot en met D. Onderdeel E bevat de jaarrekening.

In onderdeel B van het jaarverslag wordt voor het ministerie van Algemene Zaken achtereenvolgens ingegaan op de realisatie van de beleidsprioriteiten voor 2009, op het beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» en op de bedrijfsvoering. In afwijking van de rijksbegrotingsvoorschriften wordt niet afzonderlijk ingegaan op de gerealiseerde maatschappelijke effecten of op de mate van doelbereiking; zie hiervoor de brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2006 (de zgn. «comply or explain brief»; Kamerstukken II 2005–2006, 29 949, nr. 53).

In onderdeel C worden de uitgevoerde taken van het Kabinet der Koningin toegelicht, de financiële consequenties daarvan en de bedrijfsvoering.

Onderdeel D gaat kort in op de wettelijke taken van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD), de daarbij horende financiële realisatie en de bedrijfsvoering.

Onderdeel E bevat de jaarrekening, met daarin de verantwoordingsstaten, de saldibalansen met toelichting, de verantwoording van de baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie (DPC), een opgave van de topinkomens en een bijlage met het overzicht van de externe inhuur.

Groeiparagraaf

In dit jaarverslag zijn alle resultaten en indicatoren inzake publieksvoorlichting bijeen gebracht in hoofdstuk 7 over de baten-lastendienst DPC. Voorheen werd een deel hiervan verantwoord in paragraaf 2.4.2 Coördinatie van het algemene communicatie-beleid (Rijksvoorlichtingsdienst).

B. MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN

1. REALISATIE BELEIDSPRIORITEITEN

Algemeen regeringsbeleid

In aansluiting op de beleidsagenda voor het jaar 2009, staat het algemeen regeringsbeleid en de bevordering van de eenheid van dat beleid centraal in dit jaarverslag. Dit accent wordt ingegeven door de grondwettelijke taak van de ministerraad en de voorzitter.

In realisatietermen gesproken komt dit het sterkst tot uitdrukking door de uitvoering van het Beleidsprogramma van het kabinet. Een integrale verantwoording over de voortgang van de realisatie van de 74 doelstellingen en 10 projecten uit het Beleidsprogramma «Samen werken, samen leven» is opgenomen in de Verantwoordingsbrief 2009, die u gelijktijdig met de Jaarverslagen over 2009 namens het kabinet wordt aangeboden. In de Verantwoordingsbrief wordt op verzoek van de Tweede Kamer (TK 2008–2009, 31 865, nr. 16, motie Koser Kaya) speciale aandacht besteed aan vijf thema’s: de effecten van de crisismaatregelen, de jeugdzorg, de krachtwijken (incl. overlast en verloedering), duurzaamheid en onderwijs met meer kwaliteit en minder uitval. Deze thema’s zijn door de Tweede Kamer benoemd om het op Verantwoordingsdag volgende debat meer politieke focus en inhoud te geven. Om uitvoering te geven aan de motie Pechtold, inzake het beter controleerbaar maken van de kabinetsdoelstellingen (TK 2008–2009, 31 951, nr. 11) zijn nadere afspraken gemaakt tussen Kamer en kabinet om de samenhang tussen de delivery-informatie en de departementale jaarverslagen verder te vergroten en daarmee bij te dragen aan de verbetering van het begrotings- en verantwoordingsproces.

Aanpak economische crisis met o.a. aanvullend beleidsakkoord crisispakket

De goede structurele uitgangspositie van de Nederlandse economie van vóór de kredietcrisis heeft een deel van de klappen in eerste instantie kunnen opvangen, maar de gevolgen van de crisis werden in de loop van 2009 ook in ons land alom voelbaar. Het aantal werklozen liep op, bedrijven zagen hun omzetten dalen en de overheidsfinanciën verslechterden in snel tempo. Het kabinet heeft daarom in het voorjaar van 2009 besloten tot het aanvullend beleidsakkoord Werken aan toekomst (TK 2008–2009, 31 070, nr. 24). In lijn met de Europese aanpak zijn in het aanvullend beleidsakkoord afspraken gemaakt over gerichte stimuleringsmaatregelen voor de jaren 2009 en 2010. Tegelijkertijd zijn afspraken gemaakt gericht op consolidatie van de overheidsfinanciën vanaf 2011. Tot slot is besloten tot een aantal maatregelen dat moet bijdragen aan de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. Aanvullend op de afspraken uit het aanvullend beleidsakkoord heeft het kabinet in de zomer van 2009 bovendien negentien werkgroepen ingesteld, die – met het oog op het terugdringen van het door de crisis snel opgelopen financieringstekort – als taak hebben om op onderscheiden beleidsterreinen concrete beleidsalternatieven aan te dragen voor de toekomst.

Innovatieplatform

Eén van de bijzondere coördinerende taken van de minister-president is het voorzitterschap van het Innovatieplatform (IP). Daarin werken, naast de minister-president, de bewindslieden van OCW en EZ en 14 sleutelpersonen uit de Nederlandse wereld van kennis en innovatie aan versterking van de concurrentie- en innovatiekracht.

Het IP is in 2009 vijf keer bijeengekomen en heeft daarnaast in oktober een bezoek gebracht aan Singapore en Japan. Het IP brengt alle belanghebbenden op de been voor discussies en trekt aan concrete verbeteringen, zoals het aantrekken van buitenlandse bedrijven naar Nederland en het aanjagen van de productiviteit bij MKB-bedrijven.

Momenteel werkt het IP aan een agenda voor de concurrentiekracht van Nederland, mede met het oog op de heroverwegingsoperatie van het kabinet.

Koninkrijksrelaties

De minister-president heeft als voorzitter van de Rijksministerraad en de Ronde Tafel Conferentie de voortgang van de staatkundige vernieuwing van de Antillen bevorderd. Het ministerie van Algemene Zaken heeft een personele bijdrage geleverd aan de slotconferentie van de Toetsings-adviescommissie, die zich heeft gebogen over de ontwerp-wetgeving van de nieuw te vormen landen Curaçao en Sint Maarten. Voorts is aangevangen met de voorbereidingen van de toetsing van de overheidsapparaten van Curaçao en Sint Maarten aan de vastgestelde criteria. De toetsing dient afgerond te zijn alvorens de eilanden per 10 oktober 2010 de status van land kunnen verkrijgen.

Europese Unie

Het afgelopen jaar werd het ratificatieproces van het Verdrag van Lissabon afgerond. De Europese Unie kan met het Verdrag van Lissabon en de nieuwe functionarissen, de voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy en de vicevoorzitter van de Europese Commissie en hoge vertegenwoordiger Ashton, de toekomst tegemoet treden. Het is goed dat deze institutionele discussie is afgerond en Europa zich nu volledig kan concentreren op die zaken die voor mensen van belang zijn. Banen in Europa, veiligheid in Europa en werken aan een beter klimaat. De crisis heeft de economieën van Europa hard getroffen. De minister-president heeft als lid van de Europese Raad intensief gewerkt aan een reactie op de financieel-economische crisis. In de Europese Raad is overeenstemming bereikt over een pakket van maatregelen voor versterkt financieel toezicht. Ook is in Europa en in Nederland een integrale afweging gemaakt van de noodzakelijke investeringen, bezuinigingen en structurele maatregelen om weer tot economische groei te komen. Het gevolg van deze snelle en gecoördineerde aanpak in Europa en Nederland is, dat er nu een aantal positieve ontwikkelingen te melden is. Doch het herstel is nog zeer broos en met name de staat van de overheidfinanciën in veel lidstaten is zeer zorgelijk. Een ander belangrijk onderwerp op de agenda van de Europese Raad was de voorbereiding van de klimaatconferentie in Kopenhagen. De minister-president en de overige leden van het kabinet hebben zich ingespannen om de internationale klimaatonderhandelingen tot een succes te maken. Veel van het Kopenhagen Akkoord moet nog worden uitgewerkt en het is duidelijk dat internationaal klimaatbeleid een proces van lange adem is. De bestrijding van de economische en financiële crisis en het tegengaan van klimaatverandering blijven ook in 2010 uiterst belangrijke agendapunten voor de Europese Raad.

Inbreng in de G20

De minister-president bracht op 14 juli 2009 een kennismakingsbezoek aan president Obama. Er werd onder meer gesproken over de aanpak van de financiële en economische crisis. Daarbij kwam de voortgang aan de orde die sinds de G20 top in Londen in april werd gemaakt en nodigde president Obama Nederland uit om in september aan de G20 top in Pittsburgh deel te nemen.

De G20 toppen in Washington (eind 2008) en Londen stonden in het teken van crisisbeheersingsmaatregelen. De G20 heeft een belangrijke katalyserende rol gespeeld bij de beheersing van de financiële en economische crisis. Voor Nederland, als grote contribuant aan de internationale financiële instellingen en met onder andere een grote financiële sector, was het van belang dat het voor deze G20 bijeenkomsten werd uitgenodigd.

Verbetering van het kennis- en adviesstelsel

Het ministerie van Algemene Zaken heeft zich ook in 2009 ingezet voor verbetering van het kennis- en adviesstelsel. De WRR speelt daar een belangrijke rol bij. Er is een begin gemaakt met de uitwerking van de clustering van het adviesstelsel en het verder ontwikkelen van het kennisbeleid. In 2009 zijn hiervoor de voorbereidingen getroffen. Verder zijn de werkprogramma’s van adviesraden en planbureaus in samenhang besproken, mede aan de hand van een aantal strategische thema’s.

Rijksbrede communicatieprojecten

De Dienst Publiek en Communicatie (DPC) is een shared service organisatie op communicatiegebied voor de gehele rijksdienst. DPC is – als agentschap – onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken. De Voorlichtingsraad, met de directeur-generaal RVD als voorzitter, fungeert als voornaamste opdrachtgever van DPC. In 2009 zijn twee rijksbrede communicatieprojecten uitgevoerd, gericht op eenheid in huisstijl (1 Logo) en Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS). De aan deze communicatieprojecten verbonden programma’s dienen, naast meer eenheid en effectievere communicatie, ook een efficiencywinst op te leveren.

In 2009 is de basisvormgeving van de rijksbrede huisstijl in 1 Logo afgerond, waarna de meeste betrokken organisaties zijn overgestapt op de rijksbrede huisstijl. De laatste starten in de eerste helft van 2010.

Het project ONS werkt aan de inrichting van vier gemeenschappelijke diensten: één website voor de rijksoverheid (rijksoverheid.nl), één intranet voor alle rijksambtenaren (Rijksportaal), een digitale nieuwsvoorziening voor alle medewerkers van de rijksoverheid en een gemeenschappelijke pool van communicatiemedewerkers.

Eind 2009 is de interne versie van rijksoverheid.nl opgeleverd en is er een start gemaakt om de eerste zeven websites van ministeries over te zetten naar de nieuwe rijksbrede website. Verder heeft ONS in 2009 de infrastructuur en de vormgeving van het Rijksportaal ingericht, de basisversie van de digitale nieuwsvoorziening in het Rijksportaal en de communicatiepool. Na afronding wordt het project ONS overgedragen en uitgevoerd door DPC.

Vernieuwing van de rijksdienst 2007–2011

Het primaire proces bij het ministerie van Algemene Zaken bestaat uit de taken van het Kabinet van de Minister-President (KMP), de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Het ministerie is ook verantwoordelijk voor de shared service organisatie voor de rijksbrede communicatie Dienst Publiek en Communicatie (DPC). De primaire processen worden ondersteund door vier centrale afdelingen voor financiën en control, personeelszaken, facilitaire zaken en informatiehuishouding. In 2009 is uitvoering gegeven aan de voorgenomen verbetering en afslanking van het ministerie in het kader van de vernieuwing van de rijksdienst. In 2010 wordt in dit proces een verdere focus aangebracht, met een nadere concentratie op de kerntaken van het ministerie van Algemene Zaken.

2. BELEIDSARTIKEL «BEVORDEREN VAN DE EENHEID VAN HET ALGEMEEN REGERINGSBELEID»

2.1 Algemene doelstelling

In een brief van 20 december 2000 aan de Tweede Kamer over VBTB (Kamerstukken II 2000–2001, 26 573, nr. 56) is toegelicht dat het kader voor de taken en de verantwoordelijkheden van de minister-president – en daarmee het werkterrein van het ministerie van Algemene Zaken – zich laat samenvatten onder de noemer «bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid».

Deze algemene beleidsdoelstelling wordt onderscheiden in vier operationele doelstellingen:

• coördinatie van het algemeen regeringsbeleid;

• coördinatie van het algemeen communicatiebeleid;

• het leveren van bijdragen aan de langere-termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid;

• algemeen.

In paragrafen 2.2 en 2.3 worden de budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerd en toegelicht. In paragraaf 2.4 wordt de realisatie van drie van de operationele doelstellingen toegelicht. De vierde operationele doelstelling «algemeen» wordt, voor zover van belang, toegelicht in de (bedrijfsvoerings)paragraaf 3.

2.2 Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1 000
Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid       Realisatie Vastgestelde begroting Verschil
  2006 2007 2008 2009 2009 2009
Verplichtingen 45 089 54 808 52 177 68 674 64 097 4 577
             
Uitgaven 46 028 51 978 54 484 67 903 64 097 3 806
Programma-uitgaven            
– coördinatie van het algemeen regeringsbeleid 2 159 698 448 435 571 – 136
–  coördinatie van het algemeen Communicatiebeleid (*) 10 586 17 762 20 143 27 369 24 896 2 473
– leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid 567 758 551 704 789 – 85
             
Apparaatsuitgaven 32 716 32 760 33 342 39 395 37 841 1 554
             
(*) Bovenstaande uitgaven inclusief:            
baten-lastendienst Dienst            
Publiek en Communicatie 6 806 6 957 7 555 7 322 6 457 865
             
Ontvangsten 7 431 1 839 1 768 2 879 1 937 942

2.3 Financiële toelichting budgettaire gevolgen van beleid

Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening wordt gehouden met mutaties die reeds naar aanleiding van de eerste en tweede suppletore begrotingswet zijn verwerkt, is bij de uitgaven per saldo sprake van een overschot op de begroting van € 4,6 mln. Belangrijkste oorzaak (€ 3,7 mln.) zijn de deels meevallende, deels vertraagde uitgaven bij de uitvoering van overheidscommunicatie; bij de eerste suppletore begrotingswet was voor twee rijksbrede projecten ONS en 1 Logo € 11,4 mln. beschikbaar gesteld uit de gelden voor de Vernieuwing Rijksdienst. Daarnaast heeft € 0,6 mln. betrekking op meevallende uitgaven in de bedrijfsvoeringsfeer. Het restantbedrag van€ 0,3 mln. is samengesteld uit een saldo van diverse kleine mee- en tegenvallers.

Voor een meer gedetailleerde toelichting op de budgettaire ontwikkelingen in 2009 wordt verwezen naar de eerste en tweede suppletore begroting en naar de – separaat met dit jaarverslag aan de Tweede Kamer aan te bieden – Slotwet.

2.4 Nader geoperationaliseerde doelstellingen

2.4.1 Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid

In het kader van de coördinatie van het algemeen regeringsbeleid is in 2009 met name van belang geweest het sturen op de realisatie («delivery») van de 74 doelstellingen en 10 projecten zoals opgenomen in het beleidsprogramma «Samen werken, samen leven». Voor nadere informatie over de realisatie wordt verwezen naar paragraaf B.1 (realisatie beleidsprioriteiten) van dit jaarverslag.

Daarnaast zijn door het Kabinet van de Minister-President (KMP) het secretariaat van de ministerraad, het secretariaat van de rijksministerraad en het secretariaat van de onderraden van de minister- en rijksministerraad gevoerd. Het KMP levert voorts ondersteuning aan de (plv.) voorzitter van de ministerraad, de minister-president en de beide viceministers-presidenten.

2.4.2 Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid

De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) ondersteunt de minister-president in zijn coördinerende rol op het terrein van de overheidscommunicatie, en ondersteunt de Voorlichtingsraad (VoRa). Veel activiteiten in het kader van de coördinatie van de overheidscommunicatie zijn samengebracht in het Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie (JGC) van de VoRa. Daarnaast voert het project 1 Logo de rijksbrede huisstijl in en werkt het project Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS) aan de bouw van vier gemeenschappelijke diensten. Deze diensten dragen bij aan een slankere communicatiediscipline die past binnen de visie van het programma Vernieuwing Rijksdienst. De RVD voert het Jaarprogramma uit en bewaakt de samenhang tussen het Jaarprogramma, de invoering van 1 Logo en ONS.

Algemene beleidscommunicatie (Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie en professionalisering communicatiediscipline)

Samen met de departementen wordt elk jaar het Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie opgesteld en uitgevoerd. Dit programma heeft als doel te investeren in beheer en verdere vernieuwing van de communicatiediscipline om ook in de toekomst te kunnen inspelen op ontwikkelingen in samenleving en overheid. In het kader van het Jaarprogramma is er in 2009 geëxperimenteerd met de inzet van «social media»1. Via social media en ander digitale kanalen kunnen doelgroepen online worden benaderd op plaatsen waar zij hun informatie zoeken. Een van de resultaten is dat de departementen kennis en ervaring die ze hiermee hebben opgedaan, hebben gedeeld. Dit heeft geleid tot de publicatie «Ondertussen...online. Hoe de rijksoverheid kan inspelen op het veranderende medialandschap.»

Het kabinet is ondersteund in zijn beleidspresentatie in de media en publieksvoorlichting tijdens Verantwoordingsdag en Prinsjesdag. In aanvulling op de Prinsjesdagwebsite zijn nieuwe online communicatie-uitingen toegepast, zoals «infographics». Tevens is het rijksbrede YouTube kanaal gelanceerd. Gebruik van deze communicatiemiddelen geeft mogelijkheden om specifieke doelgroepen beter te bereiken.

Bij de verstrekking van de Prinsjesdagstukken 2009 is rekening gehouden met de opvattingen van beide Kamers. Gekozen is voor het beperkt beschikbaar stellen van exemplaren aan de fracties op de vrijdag voor Prinsjesdag. Aan alle overige geïnteresseerden zijn de stukken op Prinsjesdag zonder embargo verspreid.

Het Sociaal Cultureel Planbureau doet in opdracht van de Voorlichtingsraad onderzoek naar burgerperspectieven op beleid en regering. De rapporten worden door het SCP gepubliceerd.

Algemeen herkenbare presentatie van de rijksoverheid (1 Logo)

De invoering van één rijksbreed logo en één rijksbrede huisstijl zorgt voor meer eenheid en herkenbaarheid in de communicatie van de Rijksoverheid. Het project is in 2008 gestart. In 2009 is de basisvormgeving van de rijksbrede huisstijl afgerond. Doel was dat 40 organisaties eind 2009 zouden zijn overgestapt op de rijksbrede huisstijl. Dit zijn er 53 geworden. Van de 42 organisaties die nog moeten, zijn er 23 al begonnen met de invoering. De overige starten in de eerste helft van 2010. Slechts van drie organisaties is de planning thans nog niet bekend.

Het project 1 Logo is niet alleen van start gegaan om de Rijksoverheid één gezicht te geven, maar ook om beter begrip te creëren over de rollen en taken van de Rijksoverheid. Daarom is er in 2009 ook een missie voor de Rijksoverheid geformuleerd. Met deze missie heeft het rijkslogo een inhoudelijke lading gekregen. De missie vormt een belangrijke basis voor de uniforme communicatie en beeldvorming van de Rijksoverheid.

Opzet gemeenschappelijke communicatiediensten

Het project ONS werkt sinds 2008 aan de inrichting van vier gemeenschappelijke diensten: één website voor de Rijksoverheid (rijksoverheid.nl), één intranet voor alle rijksambtenaren (Rijksportaal), digitale nieuwsvoorziening voor alle medewerkers van de Rijksoverheid en één gemeenschappelijke pool van communicatiemedewerkers. In aansluiting hierop wordt gelijktijdig gewerkt aan de thematische samenhang van massamediale campagnes.

December 2009 is de interne versie van rijksoverheid.nl opgeleverd en is er een start gemaakt om de eerste zeven websites van ministeries over te zetten naar de nieuwe rijksbrede website. Dit voorjaar gaat de eerste versie van rijksoverheid.nl live. Verder heeft ONS in 2009 de informatiearchitectuur en de vormgeving van het Rijksportaal ingericht en de basisversie van de nieuwsvoorziening in het Rijksportaal opgezet. De communicatiepool is in 2009 van start gegaan. Zoals eerder gemeld, is besloten de hoeveelheid campagnes te verminderen en de samenhang tussen campagnes te vergroten. In 2009 zijn 20 Postbus 51 campagnes gevoerd. Het vergroten van de samenhang van de Postbus 51 campagnes wordt bereikt door onder een beperkt aantal thema’s te communiceren. ONS werkt aan deze thematische samenhang van campagnes van de Rijksoverheid. In juli 2009 werd de eerste uiting van het thema Veiligheid zichtbaar binnen Postbus 51 met de campagne «Veilig internetten». De overige vier thema’s (Welvaart, Duurzaamheid, Gezondheid en Maatschappelijke samenhang) worden in 2010 ontwikkeld.

Voor specifieke informatie over het project ONS wordt verwezen naar de voortgangsrapportages van het programma Vernieuwing Rijksdienst, waarvan het project ONS deel uitmaakt.

Gezamenlijk ontwikkelen en onderhouden de departementen gemeenschappelijke diensten. Naast Postbus 51 is er bijvoorbeeld ook een gemeenschappelijke onderzoeksfaciliteit voor het verbeteren en gebruiksvriendelijker maken van websites en intranetten. In 2009 heeft de nadruk op de organisatie van de aansturing van deze diensten («governance») gelegen. Daarnaast is in 2009 – na een pilotfase van twee jaar – rijksoverheidvideo als volwaardige dienst gaan functioneren. Voorts is aansluitend op de rijksbrede ontwikkeling besloten om categoriemanagement binnen de communicatiekolom in te voeren. Dit geeft mogelijkheden om beter en meer samen in te kopen.

Publiekscommunicatie

Effectieve en efficiënte publiekscommunicatie is en blijft een belangrijk onderdeel van de communicatie van het rijk. Heel concreet wordt dit zichtbaar in de instandhouding van snelle en goede beantwoording van burgervragen door de Postbus 51 Informatiedienst en de opzet van een overheidsbreed contactcentrum Overheid heeft Antwoord. De prestaties van de Postbus 51 Informatiedienst worden verantwoord in paragraaf 7 (Dienst Publiek en Communicatie).

2.4.3 Het leveren van bijdragen aan de langere-termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid

Algemeen

De WRR neemt door zijn onafhankelijkheid, multidisciplinaire samenstelling en wettelijke taak een bijzondere plaats in het geheel van wetenschappelijke instituten binnen de overheid. De WRR heeft de ambitie om fundamentele maatschappelijke vraagstukken op wetenschappelijke wijze te identificeren, teanalyseren vanuit een langetermijnperspectief en er toekomstgericht over te adviseren. Dit gebeurt zodanig dat wezenlijk wordt doorgedrongen tot het denken over wat beleidsmatig wenselijk is en de daarop volgende besluitvorming.

Werkprogramma

In 2009 is uitvoering gegeven aan de voorgenomen projecten, zoals die zijn vastgelegd in het Werkprogramma WRR voor de eerste helft van de raadsperiode (2008–2010).

Publicaties

Er is één rapport uitgebracht: Vertrouwen in de school. Over de uitval van «overbelaste» jongeren. Het rapport over ontwikkelingssamenwerking is in 2009 afgerond, maar in januari 2010 gepubliceerd.

Met de publicatie Aftershocks: economic crisis and institutional choice en de bijbehorende conferentie Naschokken: de economische crisis en keuzes voor overheidsbeleid is een bijzondere bijdrage geleverd aan het (internationale) publieke debat over de economische crisis. Het project Religie en het publieke domein is in verband met het afscheid van de voorzitter versneld afgerond. Er is ingezet op een impuls aan het debat (m.n. onderwijs) over religie en publiek domein door o.a. bijdragen aan een conferentie op Clingendael in 2009, een multidisciplinair Vlaams-Nederlands seminar in 2010 en een bijbehorend themanummer van het Tijdschrift voor Onderwijsrecht & Onderwijsbeleid.

Bijdrage aan beleidsdialoog

De onderwerpen waar de raad zich mee bezig houdt, resulteren behalve in adviezen aan de regering en zelfstandig gepubliceerde, inhoudelijke verkenningen, ook in expertmeetings en conferenties in binnen- en buitenland en in artikelen in uiteenlopende media en wetenschappelijke vaktijdschriften. Voorbeelden hiervan zijn de presentaties over het rapport Vertrouwen in de school en de conferentie die samen met het SCP en het PBL in mei 2009 is gehouden over het thema Veiligheid, mede naar aanleiding van het WRR-rapport Onzekere veiligheid.

De WRR-lecture 2009 werd mede in het kader van het onderwerp Keuze, gedrag en beleid georganiseerd en had als thema De overheid als keuzearchitect?. Tevens werd bij deze bijeenkomst de bijbehorende Verkenning De menselijke beslisser. Over de psychologie van keuze en gedrag gepresenteerd.

De WRR blijft voorts op verschillende manieren een bijdrage leveren aan de verbetering van het kennis- en adviesstelsel. In 2009 is dit o.a. gebeurd door deelname aan het overleg van secretarissen van de strategische adviesorganen en aan het Strategieberaad Rijksbreed. Daarnaast is, op initiatief van de voorzitter van de WRR, een informeel, periodiek overleg van voorzitters van strategische adviesorganen ingesteld.

Wat betreft activiteiten op het gebied van internationalisering valt op te merken dat het internationale netwerk dat aanvankelijk is gestart met losstaande activiteiten, nu mainstream is geworden doordat de internationalisering van contacten en activiteiten is geïncorporeerd in de projecten, bijvoorbeeld de projecten Ontwikkelingssamenwerking, Nederland in de wereld en de internationaal-vergelijkende beschouwingen in de adviezen van de projectgroepen Toekomst openbaar bestuur en Beleid, informatie en technologie.

Prestaties WRR 2009
  Begroting 2009 Realisatie 2009
Rapporten aan de regering 2 1
Verkenningen 3 2
Webpublicaties 3 0
Conferenties 5 4
WRR-lecture 1 1
Overige publicaties 2 4

3. DE BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Rechtmatigheid beleidsartikel 1

De administratie is in 2009 met behulp van de departementale planning & control cyclus en de uitvoering van het toezichtplan van de afdeling FEZ en het auditplan van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken gemonitord. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.

Totstandkoming beleidsinformatie beleidsartikel 1

De niet-financiële informatie in het jaarverslag is op controleerbare en betrouwbare wijze tot stand gekomen.

Financieel en materieel beheer beleidsartikel 1

Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringsprocessen bij het ministerie van Algemene Zaken, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag. De norm «tenminste 90% van het aantal facturen wordt afgehandeld binnen 30 dagen» werd in 2009 nog niet gehaald. In de eerste helft van 2009 bedroeg het aantal tijdig betaalde facturen 81,5% (met een financieel belang van 93%). Door centralisatie van de inkoop wordt de afhandeling van facturen gestroomlijnd. Dit gaf in de tweede helft van 2009 al een lichte verbetering te zien.

Overige aspecten van bedrijfsvoering beleidsartikel 1

Geen.

C. KABINET DER KONINGIN

1. ACTIVITEITEN

In 2009 zijn, zoals voorgenomen, de volgende taken uitgevoerd:

– namens de Koningin onderhouden van contacten met bewindslieden, commissarissen der Koningin en andere hoogwaardigheidsbekleders;

– informatie verzamelen en op grond hiervan de Koningin schriftelijk en mondeling informeren, in het bijzonder ten behoeve van haar gesprekken met de minister-president en met andere binnenlandse en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, en ten behoeve van staatsbezoeken en werkbezoeken;

– begeleiden van de Koningin tijdens staatsbezoeken en ander verblijf buitenlands;

– voeren van correspondentie namens de Koningin;

– het tijdig en in correcte vorm aan de Koningin ter tekening of ter goedkeuring voorleggen van alle door de ministeries aangeboden staatsstukken en het verzorgen van de daarbij behorende correspondentie;

– behandelen en doorgeleiden van aan de Koningin gerichte verzoekschriften;

– archiveren van staatsstukken en in goede en geordende staat bewaren daarvan (volgens de Archiefwet).

2. BUDGETTAIRE GEVOLGEN EN TOELICHTING

Bedragen x € 1 000
Kabinet der Koningin       Realisatie Vastgestelde begroting Verschil
  2006 2007 2008 2009 2009 2009
Verplichtingen 2 209 2 223 2 316 2 310 2 326 – 16
             
Uitgaven 2 209 2 223 2 316 2 310 2 326 – 16
             
Ontvangsten nihil nihil nihil nihil nihil nihil

3. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Rechtmatigheid beleidsartikel 4

Tussen het ministerie van Algemene Zaken en het Kabinet der Koningin zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & controlcyclus. De administratie is in 2009 op basis van het toezichtplan van de afdeling FEZ en het auditplan van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken gemonitord. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.

Totstandkoming beleidsinformatie beleidsartikel 4

De niet-financiële informatie in het jaarverslag is op controleerbare en betrouwbare wijze tot stand gekomen.

Financieel en materieel beheer beleidsartikel 4

Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringsprocessen bij het ministerie van Algemene Zaken, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag.

Overige aspecten van bedrijfsvoering beleidsartikel 4

Geen.

D. COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN

1. ALGEMENE DOELSTELLING

Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (WIV 2002) is er een Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD), die belast is met:

– het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van hetgeen bij of krachtens de WIV 2002 en de Wet veiligheidsonderzoeken is gesteld;

– het gevraagd en ongevraagd inlichten en adviseren van de bij de WIV 2002 betrokken ministers (BZK, Defensie en AZ) aangaande de door de commissie geconstateerde bevindingen;

– het adviseren van de betrokken ministers ter zake van het onderzoeken en beoordelen van klachten;

– het ongevraagd adviseren van de betrokken ministers over het uitbrengen van verslag aan personen ten aanzien van wie bepaalde bijzondere bevoegdheden zijn uitgeoefend door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten of de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

2. EEN KORTE BESCHOUWING VAN HET JAAR 2009

Om uitvoering te geven aan haar taak voert de Commissie onderzoeken uit waarover zij, via de betrokken ministers, rapporteert aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. In 2009 heeft de Commissie vier toezichtsrapporten uitgebracht. Het betrof onderzoeken naar de inzet van de afluisterbevoegdheid en de signaalinterceptie door de AIVD, naar de financieel-economische onderzoeken door de AIVD, naar het veiligheidsonderzoek van de AIVD naar de (voormalige) korpschef van de Politie Zeeland dhr. Goudswaard en naar de samenwerking van de AIVD met buitenlandse inlichtingen- en/of veiligheidsdiensten. Daarnaast bevindt een aantal onderzoeken zich in de afrondende fase.

De Commissie heeft in het verslagjaar de minister van BZK over acht klachten betreffende de AIVD en de minister van Defensie over één klacht betreffende de MIVD geadviseerd.

Naast de bovengenoemde werkzaamheden voert de Commissie met betrekking tot enkele onderwerpen structureel toezicht uit. Het betreft de monitoring van de verzoeken tot toestemming voor de inzet van enkele inbreukmakende bevoegdheden, de ambtsberichten, de veiligheidsonderzoeken, de verzoeken tot inzage en de zogenoemde notificatie. Ingevolge deze monitoring kan de Commissie besluiten haar bevindingen te doen toekomen aan de desbetreffende dienstleiding, de verantwoordelijke minister, dan wel de Staten-Generaal. Ook kunnen de bevindingen uit deze monitoring een aanleiding zijn om een breder onderzoek in te stellen.

3. BUDGETTAIRE GEVOLGEN EN TOELICHTING

Bedragen x € 1 000
Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Realisatie       Vastgestelde begroting Verschil
  2006 2007 2008 2009 2009 2009
Verplichtingen 634 856 706 675 1 074 – 399
             
Uitgaven 634 856 706 675 1 074 – 399
             
Ontvangsten nihil 10 nihil nihil nihil nihil

De uiteindelijke uitgavenrealisatie is lager uitgevallen, hoofdzakelijk als gevolg van een niet volledige bezetting van de personele formatie gedurende het gehele jaar.

4. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Rechtmatigheid beleidsartikel 5

Tussen het ministerie van Algemene Zaken en de CTIVD zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & controlcyclus. De administratie is in 2009 op basis van het toezichtplan van de afdeling FEZ en het auditplan van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken gemonitord. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.

Totstandkoming beleidsinformatie beleidsartikel 5

De niet-financiële informatie in het jaarverslag is op controleerbare en betrouwbare wijze tot stand gekomen.

Financieel en materieel beheer beleidsartikel 5

Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringsprocessen bij het ministerie van Algemene Zaken, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag.

Overige aspecten van bedrijfsvoering beleidsartikel 5

Geen.

E. JAARREKENING

1. DEPARTEMENTALE VERANTWOORDINGSSTAAT 2009 VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN

Bedragen x € 1000
    (1) (2) (3)
Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie1 Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
    Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten
  Totaal   64 097 1 937   67 903 2 879   3 806 942
                     
  Beleidsartikel                  
01 Bev. v/d eenheid van het alg. regeringsbeleid 64 097 64 097 1 937 68 674 67 903 2 879 4 577 3 806 942
                     
  Niet-beleidsartikel                  
03 Nominaal en Onvoorzien

1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR1000).

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf B van dit jaarverslag.

2. VERANTWOORDINGSSTAAT 2009 VAN HET KABINET DER KONINGIN

Bedragen x € 1000
    (1) (2) (3)
Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie1 Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
    Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten
  Totaal   2 326   2 310   – 16
                     
  Artikel                  
01 Kabinet der Koningin 2 326 2 326 2 310 2 310 – 16 – 16

1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR1000).

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf C van dit jaarverslag.

3. VERANTWOORDINGSSTAAT 2009 VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN

Bedragen x € 1000
    (1) (2) (3)
Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie1 Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
    Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten Verplich-tingen Uitgaven Ontvang-sten
  Totaal   1 074   675   – 399
                     
  Artikel                  
01 Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1 074 1 074 675 675 – 399 – 399

1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR1000).

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragraaf D van dit jaarverslag.

4. SALDIBALANS MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN MET TOELICHTING

Saldibalans van het ministerie van Algemene Zaken (III)over het jaar 2009 (EUR1000)
1) Uitgaven ten laste van de begroting 67 903 2) Ontvangsten ten gunste van de begroting 2 879
           
3) Liquide middelen 1      
           
4) Rekening-courant RHB KH Begr I, CVT en KdK 9 873 4a) Rekening-courant RHB Min v AZ 73 971
           
5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intracomptabele vorderingen) 430 6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intracomptabele schulden) 1 357
7) Openstaande rechten 0 7a) Tegenrekening openstaande rechten 0
           
8) Extracomptabele vorderingen 24 8a) Tegenrekening extracomptabele vorderingen 24
           
9a) Tegenrekening extracomptabele schulden 0 9) Extracomptabele schulden 0
           
10) Voorschotten 1 180 10a) Tegenrekening voorschotten 1 180
           
11a) Tegenrekening garantieverplichtingen 0 11) Garantieverplichtingen 0
           
12a) Tegenrekening openstaande verplichtingen 1 508 12) Openstaande verplichtingen 1 508
           
13) Deelnemingen 0 13a) Tegenrekening deelnemingen 0
  Totaal 80 919   Totaal 80 919

Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2009 van het ministerie van Algemene Zaken (III)

1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten

Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2009 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

4) Rekening courant Commissie van Toezicht (CTIVD), Kabinet der Koningin (KdK) en het Koninklijk Huis (KH)

Specificatie van de rekeningen courant:

Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD) 662 000  
Kabinet der Koningin 2 250 000  
Koninklijk Huis 6 961 000 +
Totaal 9 873 000  

5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intracomptabele vorderingen)

Nadere specificatie van de uitgaven buiten begrotingsverband (intracomptabele vorderingen):

Omschrijving: Vordering:  
Kas- en reisvoorschotten 7 000  
Salarisuitgaven 16 000  
Overige vorderingen 407 000 +
Totaal 430 000  

Salarisuitgaven

Dit bedrag bestaat uit vorderingen op ex-personeel en voorschotten die nog verrekend moeten worden met het salaris.

Overige vorderingen

Het betreft uitgaven ten behoeve van derden waarvoor het ministerie vorderingen heeft ingesteld (of nog moet instellen).

6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intracomptabele schulden)

Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband:

omschrijving Schulden  
Netto salarissen 1 093 000  
Diverse ontvangsten 264 000 +
  1 357 000  

Netto salarissen

De op de salarissen van december 2009 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2010 betaald.

Diverse ontvangsten

Dit bedrag betreft hoofdzakelijk op tussenrekeningen verantwoorde bedragen naar aanleiding van ingestelde vorderingen betreffende loonkosten van personeel dat gedetacheerd is.

8) Extracomptabele vorderingen

Nadere specificatie van de extracomptabele vorderingen:

Omschrijving Vordering  
Vorderingen Rijksvoorlichtingsdienst Rijksoverheid- video 24 000  

Deze vordering heeft betrekking op een nieuwe verkoopactiviteit op basis van tariefstelling binnen de Rijksvoorlichtingsdienst. De ontvangsten worden in 2010 ten gunste van de middelen geboekt.

10) Voorschotten

Overeenkomstig de afgesproken gedragslijn zijn de betalingen aan het UWV ad € 1 180 000 opgenomen onder de voorschotten, voor zover het betalingen betreft waarvoor de controlerende instantie nog geen verklaring heeft kunnen afgeven. Afwikkeling van dit voorschot zal plaatsvinden in 2010. In 2009 is aan voorschotten voor wachtgelden en uitvoeringskosten afgerekend met Loyalis:

– 2007: € 1 794 000

– 2008: € 1 402 000.

12) Openstaande verplichtingen

Nadere specificatie van de openstaande verplichtingen:

Omschrijving Bedrag  
Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband 1 508 000  
Openstaande verplichtingen buiten begrotingsverband 0 +
Totaal 1 508 000  

Toelichting op de opbouw van openstaande verplichtingen

Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband

Opbouw van de openstaande verplichtingen     Bedrag  
Verplichtingen per 01-01-2009       737 000  
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar       68 674 000 +
Totaal       69 411 000  
             
Tot betaling gekomen in het verslagjaar 67 903 000        
Verlaging van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren          0 +      
        67 903 000 -/-
Openstaande verplichtingen op 31-12-2009       1 508 000  

5. SALDIBALANS KABINET DER KONINGIN MET TOELICHTING

Saldibalans van het Kabinet der Koningin (III) over het jaar 2009 (EUR1000)
1) Uitgaven ten laste van de begroting 2 310 2) Ontvangsten ten gunste van de begroting 0
           
3) Liquide middelen 1      
           
4) Rekening-courant RHB KdK 0 4a) Rekening-courant RHB Min v AZ 2 250
           
5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intracomptabele vorderingen) 1 6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intracomptabele schulden) 62
7) Openstaande rechten 0 7a) Tegenrekening openstaande rechten 0
           
8) Extracomptabele vorderingen 0 8a) Tegenrekening extracomptabele vorderingen 0
           
9a) Tegenrekening extracomptabele schulden 0 9) Extracomptabele schulden 0
           
10) Voorschotten 0 10a) Tegenrekening voorschotten 0
           
11a) Tegenrekening garantieverplichtingen 0 11) Garantieverplichtingen 0
           
12a) Tegenrekening openstaande verplichtingen 0 12) Openstaande verplichtingen 0
           
13) Deelnemingen 0 13a) Tegenrekening deelnemingen 0
  Totaal 2 312   Totaal 2 312

Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2009 van het Kabinet der Koningin (III)

1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten

Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2009 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intracomptabele schulden)

Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intracomptabele schulden):

Omschrijving Schulden:  
Netto salarissen 62 000  
Totaal 62 000  

Netto salarissen

De op de salarissen van december 2009 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2010 betaald.

6. SALDIBALANS COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN MET TOELICHTING

Saldibalans van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III) over het jaar 2009 (EUR1000)
1) Uitgaven ten laste van de begroting 675 2) Ontvangsten ten gunste van de begroting 0
           
3) Liquide middelen 0      
           
4) Rekening-courant RHB CTIVD 0 4a) Rekening-courant RHB Min v AZ 662
           
5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intracomptabele vorderingen) 0 6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intracomptabele schulden) 13
7) Openstaande rechten 0 7a) Tegenrekening openstaande rechten 0
           
8) Extracomptabele vorderingen 0 8a) Tegenrekening extracomptabele vorderingen 0
           
9a) Tegenrekening extracomptabele schulden 0 9) Extracomptabele schulden 0
           
10) Voorschotten 0 10a) Tegenrekening voorschotten 0
           
11a) Tegenrekening garantieverplichtingen 0 11) Garantieverplichtingen 0
           
12a) Tegenrekening openstaande verplichtingen 0 12) Openstaande verplichtingen 0
           
13) Deelnemingen 0 13a) Tegenrekening deelnemingen 0
  Totaal 675   Totaal 675

Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2009 van de Commissie van Toezicht (III)

1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten

Verrekening van de begrotingsuitgaven 2009 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intracomptabele schulden)

Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intracomptabele schulden):

Omschrijving Schulden:  
Netto salarissen 13 000  
Totaal 13 000  

Netto salarissen

De op de salarissen van december 2009 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2010 betaald.

7. BATEN-LASTENDIENST DIENST PUBLIEK EN COMMUNICATIE

7.1 Samenvattende verantwoordingsstaat 2009 inzake baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie (DPC) van het Ministerie van Algemene Zaken

Bedragen x € 1000
  (1) (2) (3) = (2) – (1)
Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
Totale baten 42 961 57 335 14 374
Totale lasten 42 961 58 275 15 314
Saldo van baten en lasten 0 – 940 – 940
       
Totale kapitaalontvangsten
Totale kapitaaluitgaven

Toelichting:

De hoger dan geraamde baten en lasten worden vooral veroorzaakt door het in shared service gaan van communicatiediensten zoals campagnemanagement. De één op één aan opdrachtgevers door te belasten externe kosten en de daadwerkelijke verrekening daarvan worden als lasten en baten verantwoord.

7.2 Balans

Bedragen x € 1 000
  Balans per 31-12-2009 Balans per 31-12-2008
Activa    
Immateriële activa
Materiële activa    
– grond en gebouwen
– installaties en inventarissen
– overige materiële vaste activa 7
Voorraden 8 023 5 130
Debiteuren 12 970 21 676
Nog te ontvangen 3 730 4 925
Liquide middelen 158 – 257
Totaal activa 24 881 31 481
     
Passiva    
Eigen vermogen    
– exploitatiereserve 4 693 3 941
– verplichte reserve
– onverdeeld resultaat – 940 752
Leningen bij het MvF
Voorzieningen 1 026 555
Crediteuren 2 685 6 595
Nog te betalen 17 417 19 638
Totaal passiva 24 881 31 481

Toelichting:

DPC heeft in 2009 een resultaat behaald van afgerond – € 940 000. Dit is met name veroorzaakt door twee ontwikkelingen:

• In overleg met eigenaar en opdrachtgevers is besloten om – mede gezien het omvang van het eigen vermogen – een deel hiervan te investeren in een datawarehouse voor kwalitatief betere en efficiëntere sturing- en verantwoordingsinformatie. Dit leidt tot een lager resultaat over 2009.

• In 2009 is ten laste van het resultaat een voorziening genomen voor de voorziene personeelskosten in verband met de realisatie van de taakstelling.

Het saldo van baten en lasten zal ten laste worden gebracht van de exploitatiereserve.

De exploitatiereserve blijft binnen de grens die op basis van de Regeling Baten- en lastendiensten 2007 door het Ministerie van Financiën is vastgesteld voor DPC.

Voorzieningen bij DPC worden getroffen voor juridische of feitelijke verplichtingen die hun oorzaak vinden op of voor de balansdatum, waarbij voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen zal gaan plaatsvinden waarvan de omvang nog niet vast staat, maar die wel op betrouwbare wijze kan worden geschat. Het verloop van deze voorzieningen voor reorganisatie, wachtgeld en overige verlieslatende contracten en risico’s voor geschillen is als volgt geweest:

bedragen x € 1 000 totaal reorg. wachtgeld geschillen
Stand per 1 januari 2009 555 17 342 196
Onttrekkingen – 259 – 17 – 146 – 96
Vrijval – 100     – 100
Dotatie 830   830  
Stand per 31 december 2009 1 026 0 1 026 0

Daarnaast is uit de voorziening onderhanden werk afgerond € 27 000 vrijgevallen en aan de voorziening dubieuze debiteuren afgerond € 14 000 gedoteerd.

7.3 Staat van baten en lasten

Bedragen x € 1 000 Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2009 (1) Realisatie 2009 (2) Verschil realisatie en oorspronkelijke begroting (2) – (1) Realisatie 2008
Baten        
Opbrengst moederdepartement 6 457 7 391 934 7 555
Opbrengst overige departementen 35 944 49 318 13 374 44 688
Opbrengst derden 550 499 – 51 582
Rentebaten 10 – 10 9
Vrijval uit voorzieningen 127 127
Bijzondere baten
Totaal baten 42 961 57 335 14 374 52 834
         
Lasten        
Apparaatskosten        
– personele kosten 10 034 10 402 368 10 115
– materiële kosten 32 717 46 953 14 236 41 627
Rentelasten 210 69 – 141 217
Afschrijvingskosten        
– materieel 7 7 15
– immaterieel
Overige lasten        
– dotaties voorzieningen 844 844 108
– bijzondere lasten
Totaal lasten 42 961 58 275 15 314 52 082
Saldo van baten en lasten 0 – 940 – 940 752

Toelichting

De hoger dan geraamde opbrengsten van overige departementen resp. de materiële kosten worden vooral veroorzaakt door het in shared service gaan van communicatiediensten zoals campagne-management. De één op één aan opdrachtgevers door te belasten externe kosten en de daadwerkelijke verrekening daarvan worden als lasten en baten verantwoord.

7.4 Kasstroomoverzicht per 31 december 2009

Bedragen x € 1 000
  Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) Realisatie (2) Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (2) – (1)
1 Rekening-courant RHB per 1 januari (incl. deposito) 10 683 – 257 – 10 940
       
2 Totale operationele kasstroom 415 415
       
  -/- Totaal investeringen
  +/+ Totale boekwaarde desinvesteringen
3 Totaal investeringsstroom
       
  -/- eenmalige uitkering aan moederdepartement
  +/+ eenmalige storting door het moederdepartement
  -/- aflossing op leningen
  +/+ beroep op leenfaciliteit
4 Totale financieringskasstroom
       
5 Rekening-courant RHB per 31 december (incl. dep.) (1+2+3+4) 10 683 158 – 10 525

De stand van de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding per 31 december is enigszins hoger dan de stand per 1 januari. Dit is voornamelijk veroorzaakt door een afname van de debiteurenpositie van DPC.

7.5 Doelmatigheidsindicatoren en kengetallen

In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de prestatie-, doelmatigheidsindicatoren en kengetallen van DPC. Hierbij is de indeling aangehouden zoals opgenomen in de Rijksbegrotingvoorschriften 2010.

Indicator Streefwaarde 2009 Realisatie 2006 Realisatie 2007 Realisatie 2008 Realisatie 2009
Saldo baten en lasten 0% 0,1% 1,2% 1,4% – 1,6%
           
FTE-totaal (excl. externe inhuur) max. 169,0 153,0 151,5 146,5 159,5
           
Verhouding direct : indirect personeel Richting 80%:20% 85%:15% 87%:13% 84%:16% 85%:15%
           
Ziekteverzuim-percentage 5,5% 4,9% 5,6% 5,6% 4,1%
           
Declarabele uren Advies 1 050 uur per jaar per fte; norm 67% 71% 62% 66% 64%
Declarabele uren Overige Overig: 1 200 uur per jaar per fte; norm 76% 79% 78% 79% 71%
           
Voldoende klanttevredenheid over de dienstverlening van DPC Opdrachtgevers geven minimaal een rapportcijfer 7 7,2 7,2
           
Service level telefonie 80% beantwoord binnen 40 sec. 78% 75% 68% 83%
           
Service level e-mail 80% beantwoord binnen 48 uur (zijnde 2 werkdagen) 63% 76% 61% 82%
           
Kwaliteitsindicator burgertevredenheid telefonie Norm telefonie: 7,5 7,9 7,5 7,9 7,6
Kwaliteitsindicator burgertevredenheid e-mail Norm e-mail: 6,5 6,1 6,9 6,7 7,0
Kwaliteitsindicator burgertevredenheid Internet Norm Internet: 7,0 7,2 7,4 7,7 7,6
           
Gebruik van het contactcentrum Aantallen telefoon 200 0001 217 289 192 343 189 696 412 125
  Aantallen e-mail 125 0002 102 734 136 654 87 424 115 275
  Aantallen internet 2 000 000 2 791 009 3 655 277 4 089 873 6 315 571
           
Klanttevredenheid dienstverlening Academie voor overheids-communicatie Cursisten geven minimaal een 7 als rapportcijfer 7,7 7,8 7,7 7,6
           
Financieel voordeel collectieve inkoop van mediaruimte (versus afzonderlijke inkoop door ministeries) Kostenbesparing van 25% bij inkoopvolume van € 90 mln. Kosten-besparing van 27% bij inkoop-volume van € 110 mln. Kosten-besparing van 26% bij inkoop-volume van € 106 mln. Kosten-besparing van 30 % bij inkoop-volume van € 118 mln. Kosten-besparing van 32% bij inkoop-volume van € 104 mln.

1 2009, inclusief Defensie en de maatwerkprojecten publieksvoorlichting over HPV-vaccinaties, Nieuwe Influenza A, Nibud en Anders Betalen voor Mobiliteit.

2 Cijfers vanaf 2008 excl. protestmail; 2006 t/m 2007 incl. protestmail

Onderstaand worden enkele opmerkelijke mutaties in de indicatoren nader toegelicht. Het overzicht indicatoren is aangepast aan de gewijzigde Rijksbegrotingvoorschriften. Conform deze voorschriften («ingroeimodel») zal de tabel in de komende jaren – mede gezien de in 2010 gewijzigde begrotingsystematiek van DPC – worden uitgebreid met andere relevante indicatoren.

Saldo baten en lasten

Het saldo baten lasten (saldo als % van de totale baten) is in 2009 sterk gedaald. Dit is met name veroorzaakt door twee ontwikkelingen:

• In overleg met eigenaar en opdrachtgevers is besloten om – mede gezien het omvang van het eigen vermogen – een deel hiervan te investeren in een datawarehouse voor kwalitatief betere en efficiëntere sturing- en verantwoordingsinformatie. Dit leidt tot een lager resultaat over 2009.

• In 2009 is ten laste van het resultaat een voorziening genomen voor de voorziene personeelskosten in verband met de realisatie van de taakstelling.

Declarabele uren

Het percentage direct productieve (declarabele) uren ligt lager dan de streefwaarde. Dit is te verklaren door de instroom van veel nieuwe (minder direct productieve) medewerkers in combinatie met enkele langdurige ziektegevallen in de desbetreffende afdelingen. Naar verwachting wordt in 2010 de streefwaarde gehaald.

Klanttevredenheid

De klanttevredenheid van de opdrachtgevers wordt éénmaal in de twee jaar gemeten.

Postbus 51 Informatiedienst

De indicatoren inzake burgertevredenheid zijn in 2009 wederom boven de norm. In 2009 zijn daarnaast voor het eerst – ondanks een sterke stijging van het volume – ook de service-levels boven de norm. Hiermee is een belangrijk doel van de uitbesteding van de eerste lijn onder regie aan de markt gerealiseerd.

Met uitzondering van e-mail liggen de volumecijfers ruim boven de streefwaarden. De stijging van telefoon is vooral te verklaren vanuit uitbreiding van de shared service met het ministerie van Defensie en de maatwerkprojecten publieksvoorlichting over HPV-vaccinaties en Nieuwe Influenza A. Het gebruik van internet neemt de afgelopen jaren exponentieel toe. Naast een algemene toename in het gebruik van internet is het aantal bezoekers van www.postbus51.nl mede toegenomen door de betere vindbaarheid voor burgers van de antwoorden op de door hen veel gestelde vragen. In 2010 gaat de website www.postbus51.nl op in de website www.rijksoverheid.nl.

Mediainkoop

Ook in 2009 is voor de rijksoverheid een grote besparing gerealiseerd door de shared service media-inkoop. Door gezamenlijk in te kopen is het – ondanks een dalend volume en mede dankzij de ontwikkelingen in de markt – mogelijk gebleken een besparing voor deelnemende partijen van meer dan € 48 mln. te realiseren.

8. TOPINKOMENS

Op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) wordt een overzicht opgenomen van medewerkers die in het verslagjaar meer hebben verdiend dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers. Dit gemiddelde belastbare loon is voor 2009 vastgesteld op € 188 000 (was in 2008 € 181 000). Voor het ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is geen sprake van functionarissen met een hoger belastbaar inkomen dan hierboven vermeld.

BIJLAGE

EXTERNE INHUUR

Overzicht niet-financiële informatie over inhuur van adviseurs en tijdelijk personeel (inhuur externen)
Uitgaven voor inhuur van adviseurs en tijdelijk personeel (inhuur externen) (cf. definitie Informatiestatuut 2008 – bijlage 4)  
   
Ministerie van Algemene Zaken  
Verslagjaar: 2009  
   
  Uitgaven in 2009 (x € 1 000)
   
  programma- en apparaatskosten
   
1. Interim-management 1
2. Organisatie- en formatieadvies 211
3. Beleidsadvies 28
4. Communicatieadvisering 670
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) 910
   
5. Juridisch advies 0
6. Advisering opdrachtgevers automatisering 200
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie 182
Beleidsondersteunend (som 5 t/m 7) 382
   
8. Uitzendkrachten (formatie en piek) 1 370
Ondersteuning bedrijfsvoering 1 370
   
Totaal uitgaven inhuur externen 2 662

Toelichting:

De totale uitgaven voor het ambtelijk personeel AZ (incl. DPC) bedroegen afgerond € 33 987 000. De totale uitgaven voor inhuur externen bedroegen in 2009 7,25% van de totale personeelsuitgaven.


XNoot
1

Social media zijn online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Onder de noemer social media worden onder andere weblogs, fora, sociale netwerken als Hyves, LinkedIn en Twitter geschaard.

Naar boven