nr. 4
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op
grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk
bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat
van de Staten-Generaal (IIA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel
B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin
B. BEGROTINGSTOELICHTING
Onderstaand worden omvangrijke slotwetmutaties per artikel toegelicht.
Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden
Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement
In totaal is sprake van een onderuitputting van € 1,9 mln. De
verklaring hiervoor is dat na de EU-verkiezingen de Europarlementariërs
vanuit Brussel worden betaald. Dit verklaart de lagere realisatie. Tevens
is het aantal oudleden dat aanspraak kan maken op wachtgeld in 2009 gedaald.
Artikel 3. Uitgaven en ontvangsten ten behoeve van
Wetgeving en Controle Tweede Kamer
Aan de uitgavenkant is er een overschrijding van 1,9 mln. Dit komt door
een afwijking op de fractiekosten en is het gevolg van de bevoorschottingswensen
van de fracties op grond van de fingerende regeling.
De ontvangsten zijn 2,2 mln. hoger uitgevallen door afrekening van een
voorschot fractiekosten voor een fractie over voorgaande jaren.