32 360 E
Jaarverslag en slotwet van het Spaarfonds AOW 2009

nr. 1
JAARVERSLAG VAN HET SPAARFONDS AOW (E)

Aangeboden 19 mei 2009

2. Aanbieding en dechargeverlening

Aan de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot het Spaarfonds AOW over het jaar 2009 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid decharge te verlenen over het in het jaar 2009 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

a. het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;

b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

c. de financiële informatie in het jaarverslag;

d. de betrokken saldibalans;

e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2009;

b. het voorstel van de slotwet over het jaar 2009 die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2009 met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2009 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2009, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2009 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

3. Verantwoordingsstaat van het Spaarfonds AOWVerantwoordingsstaat 2009 van het spaarfonds AOW

Bedragen x € 1 000
      (1) (2) (3)
Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Realisatie Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting
      Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten
01 01 Bijdrage van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) ter aanvullende financiering van het Ouderdomsfonds     3 199 151     3 199 151     0
                       
01 02 Rente-ontvangsten     1 606 174     1 594 498     11 676
                       
    Sub-totaal     4 805 325     4 793 649     11 676
                       
07   Na-/Voordelig eindsaldo vorig jaar     35 629 621     35 630 039     –/– 418
                       
    Sub-totaal     35 629 621     35 630 039     –/– 418
                       
08   Na-/Voordelig eindsaldo verslagjaar     40 434 946     40 423 688     11 258
                       
    Totaal     40 434 946     40 423 688     11 258

4. Toelichting bij de verantwoordingsstaat

4.1 Algemene beleidsdoelstelling

Om er mede voor te zorgen dat er bij het Ouderdomsfonds vanaf 2020, ondanks de vergrijzing, geen tekorten optreden.

Door de voortschrijdende vergrijzing van de Nederlandse bevolking neemt de druk op de AOW in de toekomst toe. Met de instelling van het Spaarfonds AOW komt de verantwoordelijkheid van het Rijk tot uitdrukking om te zorgen dat de werkenden van nu straks ook een AOW-uitkering kunnen ontvangen. Het is geen fonds met geld, maar een aanspraak van de AOW-premiebetalers op de schatkist. Vanaf 2020 kan het Ouderdomsfonds een beroep doen op de schatkist. Hierdoor is de voeding aan het Ouderdomsfonds ook op lange termijn gewaarborgd. Deze systematiek waarborgt de financiering van het Ouderdomsfonds, maar zorgt niet voor een verbetering van de overheidsfinanciën. Om de kosten van de vergrijzing op te kunnen vangen en om zo de overheidsfinanciën houdbaar te maken, zijn aanvullende maatregelen nodig.

4.2 Operationele doelstelling

Voor een toelichting op de operationele doelstelling wordt verwezen naar de toelichting onder «Operationele doelstelling 1» van beleidsartikel 51 «Rijksbijdragen aan sociale fondsen» van hoofdstuk XV «Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid» van de rijksbegroting 2009.

4.3 Budgettaire gevolgen van beleid

bedragen x € 1 mln         Realisatie Vastgestelde begroting Verschil
  2005 2006 2007 2008 2009 2009  
Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0
               
Ontvangsten 3 696,2 3 933,5 4 196,4 4 490,3 4 793,6 4 805,3 11,7
Rijksbijdrage Ministerie SZW 2 745,4 2 858,8 2 972,3 3 085,7 3 199,2 3 199,2 0
Rentebaten 950,8 1 074,7 1 224,1 1 404,6 1 594,5 1 606,2 11,7

Vanwege afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Uitgaven

Er zijn in 2009 geen uitgaven gedaan ten laste van het fonds. Op grond van artikel 88 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) kunnen uitnames uit het fonds eerst vanaf het jaar 2020 plaatsvinden.

Ontvangsten

Bijdrage van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Op dit artikel zijn de ontvangen bijdragen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verantwoord. Op grond van de Wfsv neemt de rijksbijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het Spaarfonds ieder jaar met € 113,4 mln toe. In 2009 is € 3 199,2 mln bijgeschreven op de bij het Ministerie van Financiën aangehouden rekening-courant.

Rente-ontvangsten

De Minister van Financiën stelt jaarlijks de rente vast die over het saldo van het Spaarfonds AOW wordt vergoed. In 2009 is € 1 594,5 mln aan rente bijgeschreven. In de vastgestelde begroting werd uitgegaan van iets hogere rente-ontvangsten op basis van het rentepercentage van 4,50%. Het verschil ad € 11,7 mln is veroorzaakt door een aanpassing van het rentepercentage 2009 tot 4,23%.

Daarnaast werd in de begroting 2009 uitgegaan van een rentepercentage voor 2008 van 4,29%. Het gerealiseerde percentage voor 2008 bedraagt 4,30%.

4.4 Vermogenspositie

bedragen x € 1 mln
  Realisatie 2009 Begroting 2009
Saldo eind 2008 35 630,0 35 629,6
     
Mutaties 2009    
Bijdrage van het Ministerie van SZW 3 199,2 3 199,2
Rente-ontvangsten 1 594,5 1 606,2
     
Saldo eind 2009 40 423,7 40 434,9

Vanwege afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting

Door toevoeging van de bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2009 en de rente-ontvangsten 2009 bedraagt het saldo van het spaarfonds eind 2009 € 40 423,7 mln. Dit is lager dan het begrote eindsaldo. Het verschil ten opzichte van het begrote eindsaldo wordt deels veroorzaakt door een lagere rentebijschrijving als gevolg van een lager rentepercentage en deels door het verschil tussen het begrote eindsaldo 2008 en het werkelijke eindsaldo 2008.

5. Saldibalans per 31 december 2009

 
    31 december 2009       31 december 2009
    x € 1 000       x € 1 000
1) Uitgaven ten laste van de begroting 2009     2) Ontvangsten ten gunste van de begroting 2009 40 423 688
             
4) Rekening-courant RHB 40 423 688        
  Totaal 40 423 688     Totaal 40 423 688

Toelichting bij de saldibalans

Bedragen x € 1 000
  Ontvangsten
Wet van 29 januari 2009, Stb. 81 (vastgestelde begroting) 4 805 325
Wet van 25 september 2009, Stb. 470 (Wijziging van de begrotingsstaat) (1e suppletore wet) –/– 11 676
Wet van 29 januari 2010, Stb. 76 (Wijziging van de begrotingsstaat) (2e suppletore wet) 897
Totaal toegestaan bij wet 4 794 546
3e wijzigingsvoorstel, slotwet –/– 897
Realisatie volgens verantwoordingsstaat 4 793 649

Ontvangsten

Het saldo uit 2008 van € 35 630,0 mln is in 2009 vermeerderd met € 4 793,7 mln, bestaande uit een bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van € 3 199,2 mln en van het Ministerie van Financiën vanwege ontvangsten uit rente € 1 594,5 mln. Het saldo van de ontvangsten van 2009 zal na publicatie in het Staatsblad van de slotwet 2009 worden overgeboekt.

Rekening-Courant Rijkshoofdboekhouding

Dit is de rekening-courant van het AOW-Spaarfonds ten opzichte van het Ministerie van Financiën. Het saldo stemt overeen met het dagafschrift van 18 december 2009.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Rechtmatigheid

De bedrijfsvoeringsprocessen met betrekking tot het Spaarfonds AOW zijn op beheerste en gestructureerde wijze verlopen. Er hebben zich geen onrechtmatigheden voorgedaan en de kwaliteit van het financieel beheer is op orde. Binnen een begrotingsfonds als het Spaarfonds AOW is geen sprake van enige vorm van materieelbeheer. Voor het overige verwijs ik naar de Bedrijfsvoeringsparagraaf in het Jaarverslag van het ministerie van SZW.

Totstandkoming beleidsinformatie

De vulling van het Spaarfonds AOW komt tot stand door een Rijksbijdrage op basis van artikel 86, derde lid, en 87 van de Wet financiering sociale verzekeringen en een rentebijschrijving op basis van een rentepercentage dat jaarlijks wordt vastgesteld door de Minister van Financiën. De kwaliteit van de beleidsinformatie geeft geen aanleiding tot opmerkingen.

Naar boven