32 357 Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (implementatie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen)

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2010

Hierbij stel ik U in kennis van het voorgenomen Besluit hernieuwbare energie vervoer.

Het ontwerpbesluit strekt tot gedeeltelijke implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU L 140) en tot vervanging van het Besluit biobrandstoffen wegverkeer 2007.

Bij brief van 26 mei 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 30 196, nr. 104) heb ik U geïnformeerd over richtlijn 2009/28/EG (ook bekend als de Richtlijn hernieuwbare energie).

Over de inhoud kan ik opmerken dat het ontwerp-Besluit hernieuwbare energie strekt tot implementatie van de Richtlijn hernieuwbare energie die verplicht tot het behalen van een aandeel hernieuwbare energie in de vervoerssector. Daartoe worden de bedrijven die benzine en diesel bestemd voor wegverkeer en mobiele machines op de Nederlandse markt brengen verplicht om per jaar een bepaald percentage van die brandstoffen als biobrandstoffen te leveren en daarvan een registratie bij te houden. De percentages worden vooralsnog vastgesteld tot en met 2014.

De implementatie van de Europese regelgeving met betrekking tot het gebruik van biobrandstoffen in het wegverkeer was geregeld in het Besluit biobrandstoffen wegverkeer 2007. Dat besluit dient, om de Richtlijn hernieuwbare energie goed te kunnen implementeren, te worden vervangen door het Besluit hernieuwbare energie vervoer.

Deze overweging heeft geleid tot het oordeel dat implementatie van richtlijn 2009/28/EG bij algemene maatregel van bestuur aangewezen is.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het ontwerpbesluit is gelijktijdig met het verzenden van deze brief aan de Koningin voorgelegd met het verzoek het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State in te winnen.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven