Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 32317 nr. NH |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 32317 nr. NH |
Vastgesteld 6 september 2022
De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad1 en voor Justitie en Veiligheid2 van de Eerste Kamer hebben kennisgenomen van de brief van 30 mei 2022 waarin de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, tezamen met de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming en mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Kamer de geannoteerde agenda van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) op 9 en 10 juni 2022 aanbiedt.3 Ook hebben voormelde commissies kennisgenomen van de brief van 3 juni 2022 waarbij de Staatssecretaris de Kamer informeert over hoe het kabinet de ambities op de voortgang op het Europees migratie- en asielpact vormgeeft, specifiek over de inzet op een mogelijke eerste stap hiertoe op voormelde JBZ-Raad.4 De leden van de fractie van de PVV hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen geformuleerd, waarbij de leden van de fractie-Nanninga zich hebben aangesloten.
Naar aanleiding hiervan is op 28 juni 2022 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
De Staatssecretaris heeft op 16 augustus 2022 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier voor dit verslag, Van Dooren
Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Den Haag, 28 juni 2022
De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad en voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 30 mei 2022 waarin u, tezamen met de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming en mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Kamer de geannoteerde agenda van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) op 9 en 10 juni 2022 aanbiedt.5 Ook hebben voormelde commissies met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 3 juni 2022 waarbij u de Kamer informeert over hoe het kabinet de ambities op de voortgang op het Europees migratie- en asielpact vormgeeft, specifiek over de inzet op een mogelijke eerste stap hiertoe op voormelde JBZ-Raad.6 De leden van de fractie van de PVV wensen u naar aanleiding hiervan de navolgende vragen te stellen. De leden van de fractie-Nanninga sluiten zich graag bij de gestelde vragen aan.
1. In de brief van 3 juni 2022 schrijft u: «Dit zijn knelpunten die niet effectief op nationaal niveau kunnen worden geadresseerd, maar om een Europees antwoord vragen.»7 Verder komt grosso modo in de brief naar voren dat u vooral afwacht welke stappen het Franse Voorzitterschap op het gebied van de migratieaanpak gaat zetten. Kunt u aangeven welke stappen in dit kader wél op nationaal niveau worden gezet? In hoeverre wordt er door Nederland bijvoorbeeld ingezet op bilaterale afspraken met andere landen (buiten het gemeenschappelijk Europees kader om), bijvoorbeeld over het terugnemen van Dublin-claimanten?
2. Kunt u aangeven in hoeverre de regering meetbare doelstellingen voor ogen heeft bij de Europese aanpak van migratie? Kunt u aangeven wat het resultaat van deze aanpak betekent voor het aantal asielmigranten die in Nederland asiel aanvragen?
3. Bij brief aan de Tweede Kamer van 17 juni jl.8 maakte u bekend de nationale crisisstructuur voor de doorstroom van de migratieketen te activeren, zonder daarbij specifiek kenbaar te maken welke maatregelen er genomen gaan worden. Kunt u aangeven hoe de inzet van deze nationale crisisstructuur zich verhoudt tot de voorliggende Europese aanpak? Kunt u aangeven of er ook maatregelen worden genomen om de instroom van asielmigranten in Nederland tegen te gaan en zo ja, kunt u aangeven welke maatregelen dat zijn? Kunt u aangeven of het indammen van de instroom van asielmigranten naar Nederland ook onder de nationale crisisstructuur valt en zo nee, waarom niet?
De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad en Justitie en Veiligheid zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, M.H.M. Faber-van de Klashorst
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 augustus 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden aan op de gestelde vragen door de Eerste Kamerfracties van de PVV en fractie-Nanninga naar aanleiding van de agenda van de JBZ-Raad juni 2022 en de kabinetsinzet op de voortgang op het Europees migratie- en asielpact.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Vraag 1: In de brief van 3 juni 2022 schrijft u: «Dit zijn knelpunten die niet effectief op nationaal niveau kunnen worden geadresseerd, maar om een Europees antwoord vragen.» Verder komt grosso modo in de brief naar voren dat u vooral afwacht welke stappen het Franse Voorzitterschap op het gebied van de migratieaanpak gaat zetten. Kunt u aangeven welke stappen in dit kader wél op nationaal niveau worden gezet? In hoeverre wordt er door Nederland bijvoorbeeld ingezet op bilaterale afspraken met andere landen (buiten het gemeenschappelijk Europees kader om), bijvoorbeeld over het terugnemen van Dublin-claimanten?
Het terugdringen van secundaire migratiestromen is een kernelement van de inzet van Nederland op migratiebeleid in Europa. Het kabinet zet daartoe onder andere in op sterk grensbeheer en robuuste buitengrensprocedures, zodat sneller aan de buitengrens een onderscheid gemaakt kan worden tussen wie recht heeft op bescherming en wie niet. Migranten die geen recht op bescherming hebben kunnen dan niet zomaar verder reizen binnen de EU. Recente voorstellen die het grensbeheer en de buitengrensprocedures versterken zijn de introductie van de Screeningsverordening, de aanpassing van de Eurodacverordening, aanpassing van het Schengenevaluatie-mechanisme, en de herziening van de Schengengrenscode. Op al deze voorstellen is door de lidstaten een Raadspositie bereikt. Het Europees Parlement is nu aan zet om een formele positie aan te nemen, zodat de voorstellen door de beide Uniewetgevers kunnen worden besproken en afgerond.
Nederland heeft bilaterale afspraken met Duitsland, België en Luxemburg om de uitvoering van onderlinge over- en terugnames onder de Dublinverordening te vereenvoudigen en bespoedigen. Deze afspraken vereenvoudigen administratieve procedures en verkorten de behandeltermijnen, uiteraard binnen de geldende kaders van de Verordening. Daarnaast trekt het kabinet op met gelijkgezinde lidstaten om de werking van Dublin te verbeteren. Mede op aandringen van Nederland organiseerde de Europese Commissie hierover eind juni een ambtelijke bijeenkomst met de lidstaten (Contact Comité). Nederland heeft daar de Commissie met klem verzocht strenger toe te zien op de naleving van de Dublin-verordening. De Commissie heeft toegezegd na de zomer te starten met het schrijven van een zogenoemde roadmap om de werking van Dublin te verbeteren. Nederland wenst actief bij te dragen aan deze roadmap en zal ook langs andere wegen en in samenwerking met andere lidstaten tot verbetering van de naleving blijven aansporen, bijvoorbeeld tijdens de JBZ-Raad.
Buiten het gemeenschappelijk Europees kader om werkt Nederland op verschillende terreinen ook via bilaterale afspraken met andere landen aan een gezamenlijke migratieaanpak. Zo sluiten België, Nederland en Luxemburg op grond van de Benelux-verklaring gezamenlijke terugkeer en overname-overeenkomsten met derde landen. In onderling overleg wordt bepaald met welke landen van herkomst onderhandelingen worden geopend en welk Benelux-land daarin het voortouw neemt.
Tot slot zet Nederland in op het versterken van brede migratiepartnerschappen met derde landen en verbetering van bescherming en opvang in de regio.
Vraag 2: Kunt u aangeven in hoeverre de regering meetbare doelstellingen voor ogen heeft bij de Europese aanpak van migratie? Kunt u aangeven wat het resultaat van deze aanpak betekent voor het aantal asielmigranten die in Nederland asiel aanvragen?
Het kabinet werkt op verschillende manieren aan het vergroten van de kennis over de gevolgen van migratie op de Nederlandse samenleving. In dat kader is de Adviescommissie Vreemdelingenzaken gevraagd om een advies over nut en noodzaak van de inzet van een beleidsmatig richtgetal voor migratie. In de adviesvraag aan de ACVZ is, naast de behoefte op de arbeidsmarkt, ook nadrukkelijk gevraagd om het incorporatievermogen van de Nederlandse samenleving mee te wegen. Ook worden in dit advies de verschillende varianten en voor- en nadelen van een migratiequotum onderzocht. Het advies van de ACVZ weegt mee bij de beleidsontwikkeling rondom dit onderwerp. Het advies verschijnt naar verwachting na het zomerreces.
Vraag 3: Bij brief aan de Tweede Kamer van 17 juni jl. maakte u bekend de nationale crisisstructuur voor de doorstroom van de migratieketen te activeren, zonder daarbij specifiek kenbaar te maken welke maatregelen er genomen gaan worden. Kunt u aangeven hoe de inzet van deze nationale crisisstructuur zich verhoudt tot de voorliggende Europese aanpak? Kunt u aangeven of er ook maatregelen worden genomen om de instroom van asielmigranten in Nederland tegen te gaan en zo ja, kunt u aangeven welke maatregelen dat zijn? Kunt u aangeven of het indammen van de instroom van asielmigranten naar Nederland ook onder de nationale crisisstructuur valt en zo nee, waarom niet?
De nationale crisisstructuur is opgezet om snel hoog-ambtelijke en politieke coördinatie en besluitvorming te kunnen laten plaatsvinden over maatregelen die de doorstroom in de asielopvang moeten bevorderen. De plannen die binnen de nationale crisisstructuur worden uitgewerkt hebben als doel een effectief opvang- en huisvestingssysteem te realiseren met structureel voldoende capaciteit. U wordt regelmatig over de voortgang geïnformeerd, onder andere via mijn brief d.d. 9 augustus jl. Een onderdeel van een structurele oplossing van de asielproblematiek is meer grip op de instroom in Nederland en de EU. Juist dat is waar het kabinet ook binnen Europa voortdurend op inzet, bijvoorbeeld met bovengenoemde inspanningen om secundaire migratie te reduceren, de effectiviteit van de Dublin-verordening te herstellen, migratiepartnerschappen met derde landen te versterken en bescherming en opvang in de regio te verbeteren. Ook de actieve inzet van het kabinet op verbetering van de Europese regelgeving hoort daarbij, zoals de al genoemde inzet op een robuuste Eurodac-verordening en Screeningsverordening.
Samenstelling:
Kox (SP), Koffeman (PvdD), Faber-Van de Klashorst (PVV) (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66) (ondervoorzitter), Van Rooijen (50PLUS), Van den Berg (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Karimi (GL), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).
Samenstelling:
Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Van den Berg (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32317-NH.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.