32 317 JBZ-Raad

MN BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister voor Rechtsbescherming

Den Haag, 5 oktober 2021

Per brief van 24 september 2021 heeft u de Eerste Kamer verzocht om in te stemmen met medewerking aan de totstandkoming van de raadsbesluiten tot machtiging van de EU-lidstaten om de toetreding van Jamaica en Bolivia tot het Verdrag van ’s-Gravenhage van 1980 betreffende de burgerlijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (HKOV) te aanvaarden.

De Kamer heeft op 5 oktober 2021 besloten in te stemmen met het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 3 lid 4 van de Rijkswet van 10 juli 2008, houdende goedkeuring van het op 13 december 2007 te Lissabon totstandgekomen Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met Protocollen en Bijlagen (Trb. 2008, 11) in verbinding met artikel 81 lid 3 van Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25-03-1957 voor de totstandkoming van de hiernavolgende besluiten, bedoeld in artikel 3 lid 4 van die Rijkswet:

  • Voorstel voor een besluit van de Raad waarbij de toetreding van Jamaica tot het Verdrag van ’s-Gravenhage van 1980 betreffende de burgerlijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (HKOV) wordt aanvaard;

  • Voorstel voor een besluit van de Raad waarbij de toetreding van Bolivia tot het Verdrag van ’s-Gravenhage van 1980 betreffende de burgerlijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (HKOV) wordt aanvaard.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Bruijn

Naar boven