32 317 JBZ-Raad

IK VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 7 december 2017

De leden van de toenmalige vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie hebben in een gezamenlijke vergadering op 12 september jl. kennisgenomen van het achtste voortgangsverslag van de Europese Commissie over de uitvoering van de Europese Veiligheidsagenda.1 De leden van de PVV-fractie hebben naar aanleiding hiervan vragen gesteld en opmerkingen gemaakt bij brief van 18 september 2017 aan de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie.

De huidige Minister van Justitie en Veiligheid heeft op 5 december 2017 gereageerd.

De huidige vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad2 en voor Justitie en Veiligheid3 brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR IMMIGRATIE & ASIEL/JBZ-RAAD EN VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Minister van Veiligheid en Justitie

Den Haag, 18 september 2017

De leden van de vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie hebben in een gezamenlijke vergadering op 12 september jl. met belangstelling kennisgenomen van het achtste voortgangsverslag van de Europese Commissie over de uitvoering van de Europese Veiligheidsagenda.4 De leden van de PVV-fractie hebben naar aanleiding hiervan de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de PVV-fractie verwijzen naar de volgende passage uit Annex 1 bij het voortgangsverslag:

«Aanvullende maatregel 1 met betrekking tot de online-dimensie: Het maatschappelijk middenveld ondersteunen bij het toezicht houden op en het verminderen van de aantrekkingskracht en de impact van haatuitingen, via het programma.

Beschrijving / stand van zaken: De Commissie heeft in 2017 de middelen voor de bestrijding van racisme en xenofobie verhoogd tot 7 miljoen EUR, waarvan 1,5 miljoen EUR beschikbaar wordt gesteld voor de bestrijding van haatuitingen op internet, onder meer door tegenverhalen te ontwikkelen.»5

Deze leden hebben naar aanleiding van bovenstaande passage de volgende vragen. Aan welke concrete beoordelingskaders wordt de online-dimensie bij deze actie onderworpen en door wie worden deze kaders vastgesteld? Welke specifieke organisaties uit het maatschappelijk middenveld zijn bij deze actie betrokken en wat is concreet hun rol? Hoe en door wie wordt de inhoud van dergelijke «tegenverhalen» vastgesteld? Aan welke specifieke doelen wordt de rest van het budget besteed? Hoe verhoudt deze actie zich met het grondwettelijk recht op vrijheid van meningsuiting?

Voorts verwijzen de leden van de PVV-fractie naar het volgende project dat in het voortgangsverslag wordt vermeld:

«In Bosnië en Herzegovina is een door de EU gefinancierd project, in samenwerking met de islamitische gemeenschap, gepland dat betrekking heeft op het risico op radicalisering in de gevangenis van Zenica, waarbij jongeren worden betrokken bij de preventie van radicalisering"6.

Deze leden vernemen graag voor welke bedragen de EU bijdraagt aan dit project en wat de exacte doelstelling en werkwijze is? Welke specifieke organisaties zijn bij dit project betrokken en wat is hun concrete rol? Waar is de verwachting op gebaseerd dat samenwerken met de islamitische gemeenschap in Zenica enig resultaat zal opleveren, wetende dat Zenica al sinds de jaren negentig een bolwerk van jihadisme is in Bosnië7 en dit juist tot nog méér islamisering zal leiden? Zijn nadere onderliggende stukken van dit project beschikbaar, of kunnen deze beschikbaar worden gesteld?

De vaste commissies voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, R.G.J. Dercksen

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, A.W. Duthler

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2017

In de brief d.d. 18 september 2017 hebben de leden van de vaste commissies voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad en voor Veiligheid en Justitie kenbaar gemaakt een aantal vragen te hebben naar aanleiding van het achtste voortgangsverslag van de Europese Commissie over de uitvoering van de Europese Veiligheidsagenda. Hieronder ga ik in op de gestelde vragen.

Online-dimensie

De leden van de PVV-fractie verwijzen naar annex I van het voortgangsverslag met betrekking tot de online-dimensie, waarbij één van de acties is om het maatschappelijk middenveld te ondersteunen bij het toezicht houden op en het verminderen van de aantrekkingskracht en de impact van haatuitingen. De Commissie heeft in 2017 de middelen voor de bestrijding van racisme en xenofobie verhoogd tot 7 miljoen euro, waarvan 1,5 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld voor de bestrijding van haatuitingen op internet, onder meer door tegenverhalen te ontwikkelen.

Naar aanleiding van deze passage is een aantal vragen gesteld. Aan welke concrete beoordelingskaders wordt de online-dimensie bij deze actie onderworpen en door wie worden deze kaders vastgesteld? Welke specifieke organisaties uit het maatschappelijk middenveld zijn bij deze actie betrokken en wat is concreet hun rol? Hoe en door wie wordt de inhoud van dergelijke «tegenverhalen» vastgesteld? Aan welke specifieke doelen wordt de rest van het budget besteed? Hoe verhoudt deze actie zich met het grondwettelijk recht op vrijheid van meningsuiting?

Op deze vragen kan ik het volgende antwoorden. Het beleidskader van de regering ten aanzien van het tegengaan van online hate speech is vastgelegd in de brief over de uitvoering van de motie van de leden Segers en Van Dam over een boetewet naar Duits model (Kamerstukken II, 2017–2018, 30 950 nr. 108). Inmiddels heeft de Europese Commissie op 28 september 2017 een Mededeling uitgebracht over het tegengaan van illegale online content. Het BNC-fiche daarvoor is op 3 november 2017 aan de Tweede Kamer aangeboden.

De regering hecht aan een objectieve beoordeling van online uitingen, op basis van Europese en nationale wetgeving ter zake. Binnen Europa is momenteel een netwerk van instanties actief onder de vleugels van het International Network Against Cyberhate (INACH). Voor Nederland is het door de ministeries van VenJ en SZW gefinancierde Meldpunt internet discriminatie (MiND) hierbij aangesloten. MiND beoordeelt online uitingen die onder zijn aandacht worden gebracht op basis van internationale en nationale wetgeving en de daarbij behorende jurisprudentie. Ongeveer 10% van de meldingen die MiND ontvangt worden als strafbaar ingeschat. Indien MiND inschat dat een uiting discriminatoir is, zal het degene die de uiting online heeft geplaatst, dan wel het platform waarop de uiting is geplaatst daarvan op de hoogte stellen, met het verzoek de uiting te verwijderen. Wordt hieraan geen gevolg gegeven, ook niet na herhaaldelijke verzoeken, dan wordt dit onder de aandacht gebracht van het Openbaar Ministerie, dat vervolgens zelfstandig een besluit zal nemen inzake het al dan niet strafrechtelijk vervolgen van degene die de uiting online heeft geplaatst. Uit de cijfers blijkt overigens dat door de grote internetplatformen (Facebook, Google/YouTube, Twitter) in vrijwel alle gevallen direct uitvoering wordt gegeven aan een verwijderingsverzoek van MiND.

Indien geen sprake is van een strafbare uiting, maar deze uiting wel als ongewenst wordt beschouwd, is terughoudendheid ten aanzien van verwijdering aangewezen. Verwijdering van niet strafbare uitingen zou immers inhouden dat de vrijheid van meningsuiting wordt beperkt. In deze gevallen, waarbij onder meer moet worden gedacht aan pesten, het maken van vrouwonvriendelijke opmerkingen, et cetera, is «counterspeech» een mogelijkheid. Diverse nationale en internationale organisaties, waaronder de Raad van Europa, voeren campagnes waarbij met name jongeren worden getraind om zo effectief mogelijk invulling te geven aan deze counterspeech.

Het budget dat de Europese Commissie beschikbaar stelt, is bedoeld voor projecten die zich richten op het tegengaan van online hate speech, daarbij inbegrepen projecten die bijdragen aan een beter begrip, preventie, monitoring en bestrijding van online hate speech ter nadere invulling van de afspraken die zijn opgenomen in de Gedragscode die is opgesteld door de Europese Commissie met de grote internetplatformen. Enerzijds gaat het daarbij om het verwijderen van illegale content, anderzijds op het ontwikkelen van gebalanceerde online narratieven en het bevorderen van kritisch denkvermogen door internetgebruikers (als follow-up van het in 2016 gehouden jaarlijkse Grondrechtencolloquium).

Project risico radicalisering gevangenis in Bosnië en Herzegovina

De leden van de PVV-fractie verwijzen tevens naar in het voortgangsverslag genoemd project in Bosnië en Herzegovina, gefinancierd door de EU en gepland in samenwerking met de islamitische gemeenschap dat betrekking heeft op het risico op radicalisering in de gevangenis van Zenica, waarbij jongeren worden betrokken bij de preventie van radicalisering.

Naar aanleiding hiervan zijn vragen gesteld. Welke bedragen de EU bijdraagt aan dit project en wat de exacte doelstelling en werkwijze is? Welke specifieke organisaties zijn bij dit project betrokken en wat is hun concrete rol? Waar is de verwachting op gebaseerd dat samenwerken met de islamitische gemeenschap in Zenica enig resultaat zal opleveren, wetende dat Zenica al sinds de jaren negentig een bolwerk van jihadisme is in Bosnië en dit juist tot nog méér islamisering zal leiden? Zijn nadere onderliggende stukken van dit project beschikbaar, of kunnen deze beschikbaar worden gesteld?

Als antwoord hierop kan ik het volgende mededelen. De EU overweegt momenteel financiering voor twee verschillende projectvoorstellen in Bosnië en Herzegovina. Eén van de projecten is een onderzoek naar mogelijke radicalisering in gevangenissen in Zenica. Dit is het «Zenica prison Radicalisation risk assessment project», waarbij het gaat om een bedrag van minder dan 20.000 euro. Bij het andere project worden de lokale autoriteiten ondersteund in het vergroten van weerbaarheid van jongeren tegen radicalisering, in samenwerking met de Officiële Islamitische gemeenschap in Sarajevo. Daarbij zullen trainingen van imams en ouders worden verzorgd in het signaleren van mogelijke radicalisering, zodat er vroegtijdig kan worden ingegrepen. Daarbij is de islamitische gemeenschap een medestander in de strijd tegen extremisten. Het project heeft een geschat budget van 80.000 euro, en zit nog in de goedkeuringsprocedure. Ondanks de vermelding in het Commissiedocument gaat het hier om twee verschillende projecten, die niet gerelateerd zijn.

Er zijn voor beide projecten nog geen contracten afgesloten met mogelijke implementatie partners. Daarom zijn onderliggende stukken van deze projecten nog niet beschikbaar. Zodra de twee projecten gestart worden, zullen de projectdocumenten openbaar worden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

COM(2017)354.

X Noot
2

Samenstelling Immigratie en Asiel / JBZ-Raad:

Engels (D66), Nagel (50plus), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Ten Hoeve (OSF), Schaap (VVD), Strik (GL) (vicevoorzitter), Knip (VVD), Barth (PvdA), Beuving (PvdA), Faber-van de Klashorst (PVV), Schouwenaar (VVD), Gerkens (SP), Bredenoord (D66), Dercksen (PVV) (voorzitter), D.J.H. van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Knapen (CDA), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Wezel (SP), Bikker (CU), Overbeek (SP)

X Noot
3

Samenstelling Justitie en Veiligheid: Engels (D66), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vicevoorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Knip (VVD), Backer (D66), Barth (PvdA), Beuving (PvdA), Schouwenaar (VVD), Van Strien (PVV), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA) Lokin-Sassen (CDA), Bredenoord (D66), Dercksen (PVV), D.J.H. van Dijk (SGP), Van Rij (CDA), Rombouts (CDA), Van de Ven (VVD), Wezel (SP), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS)

X Noot
4

COM(2017)354.

X Noot
5

COM(2017)354, ANNEX 1, p.5.

X Noot
6

COM(2017)354, ANNEX 1, p. 12.

X Noot
7

Zie ook: http://acdemocracy.org/the-balkans-isis-training-grounds/, in het bijzonder de passage: «Zenica, the heartland of the Bosnian Wahhabi movement».

Naar boven