32 317 JBZ-Raad

HA BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2016

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft op 1 november 2016 de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 oktober 20161 besproken waarin hij verzoekt in te stemmen met de volgende voorstellen voor besluitvorming:

  • Besluit van de Raad waarbij de Republiek Oostenrijk en Roemenië worden gemachtigd, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van Peru tot het Verdrag van 's-Gravenhage van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden (Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0168 (NLE)2;

  • Besluit van de Raad waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van Kazachstan tot het Verdrag van 's-Gravenhage van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden (Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0169 (NLE)3;

  • Besluit van de Raad waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van de Republiek Korea tot het Verdrag van 's-Gravenhage van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden (Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0173 (NLE)4.

De commissie heeft zich over het voorliggende verzoek beraden en heeft besloten de Kamer te adviseren om op 8 november 2016 hiermee in te stemmen.

Voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie A.W. Duthler


X Noot
1

Kamerstukken I, 2015–2016, 32 317, GX.

X Noot
2

De vastgestelde eindtekst is weergegeven in het Raadsdocument met nummer 12327/16.

X Noot
3

De vastgestelde eindtekst is weergegeven in het Raadsdocument met nummer 12326/16.

X Noot
4

De vastgestelde eindtekst is weergegeven in het Raadsdocument met nummer 12328/16.

Naar boven