32 317 JBZ-Raad

ER VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 28 mei 2015

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad1 heeft op 7 april 2015 de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 maart 2015 besproken, waarin hij een reactie geeft op de commissiebrief van 4 maart 2015 met vragen over de Nederlandse bijdrage aan de Triton-operatie.2 Naar aanleiding hiervan is op 30 april 2015 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris.

De Staatssecretaris heeft op 28 mei 2015 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Den Haag, 30 april 2015

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad heeft op 7 april 2015 uw brief van 24 maart 2015 besproken, waarin u een reactie geeft op de commissiebrief van 4 maart 2015 met vragen over de Nederlandse bijdrage aan de Triton-operatie.3 De leden van de fractie van GroenLinks hebben hierover nog enige vragen. Zij hebben hierbij ook de Verklaring betrokken van de Europese Raad over zijn speciale zitting van 23 april 2015.4 De leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de SP, D66 en de CU sluiten zich bij deze vragen aan.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben vastgesteld dat u in uw brief van 24 maart 2015 de Eerste Kamer antwoordde dat de regering in beginsel bereid is te overwegen of Nederland een grotere bijdrage zou moeten leveren aan de uitvoering van taken die vallen onder het mandaat van Frontex. De regering benadrukte daarbij dat dit mandaat primair ziet op het ondersteunen van het grensmanagement van lidstaten, hoewel dit onverlet laat dat de internationale plicht tot redden op zee ook tijdens Frontex-operaties geldt.

De Europese Raad heeft op 23 april 2015 aangekondigd om zo spoedig mogelijk de operaties Triton en Poseidon te versterken door hun capaciteit voor 2015 en 2016 minimaal te verdrievoudigen, om zo een vergroting van de «search and rescue» activiteiten mogelijk te maken. De Europese Raad verwelkomende de toezeggingen die de lidstaten hebben gedaan om dit doel de komende weken te bereiken.

De leden van de fractie van GroenLinks zijn verheugd over deze stap van de Europese Raad en vernemen graag spoedig welke bijdrage de Nederlandse regering levert aan deze aangekondigde versterking, en op welke termijn deze versterking zal worden gerealiseerd. Zij gaan ervan uit dat, gelet op de urgente dreiging van verdrinking van migranten op de Middellandse Zee, met de beschikbaarstelling door alle lidstaten, en dus ook Nederland, haast zal worden gemaakt.

Graag ontvangt de commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad een reactie op bovenstaande vragen binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, G. ter Horst

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2015

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel heeft mij per brief d.d. 30 april 2015 gevraagd welke bijdrage Nederland zal leveren aan de versterking van Frontex operaties naar aanleiding van de Europese Raad op 23 april 2015. Tevens heeft de vaste commissie voor Defensie van de Tweede Kamer op 11 februari 2015 de Minister van Defensie gevraagd om meer informatie over de personele en materiële inzet van Defensie ten behoeve van Frontex en hoe dit zich verhoudt tot de inzet van andere lidstaten. Gelet op dit verzoek zend ik een afschrift van deze brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Met deze brief voldoe ik daarmee, mede namens de Minister van Defensie, aan beide verzoeken.

Een van de maatregelen die de regeringsleiders op de Europese Raad hebben afgesproken is het versterken van de Frontex maritieme operaties Triton en Poseidon. Deze maatregel komt ook terug in de recent verschenen mededeling over de Migratieagenda. Nederland heeft tijdens de Europese Raad aangeboden om de inzet van het kustwachtvliegtuig, dat reeds in april 2015 voor operatie Triton heeft gevlogen, te verlengen als Frontex hier behoefte aan zou hebben. Op basis van deze behoefte hebben Nederland en Frontex inmiddels afgesproken het kustwachtvliegtuig voor een tweede keer in 2015 in te zetten in de maand oktober. De significante bijdrage van Nederland aan Frontex operaties wordt bovendien versterkt door de inzet van een snel patrouillevaartuig in operatie Poseidon in de Egeïsche Zee te verlengen van twee naar vier maanden (juli tot en met oktober). Het materieel zal binnen het mandaat van Frontex ingezet worden voor grensbewakingsdoeleinden. Conform internationale regelgeving omtrent redding op zee kunnen verantwoordelijke reddingsautoriteiten ook verzoeken dit materieel ter ondersteuning in te zetten voor reddingsoperaties.

Naast de bovengenoemde inzet bestaat de Nederlandse bijdrage in 2015 uit o.a. landvoertuigen en speurhondenteams van de Koninklijke Marechaussee (KMar) en bussen van de Dienst Vervoer en Ondersteuning voor vervoer van aan de grens aangetroffen migranten. Wat betreft inzet van personeel (grenswachters en andere experts) is Nederland in 2015 wederom één van de belangrijkste leveranciers. Het Nederlandse personeel ondersteunt de autoriteiten van andere lidstaten met onder andere grensbewaking, documentenanalyse, training, en het interviewen van migranten om grensoverschrijdende criminaliteit en migratieroutes in beeld te krijgen.

De vraag hoe de inzet vanuit de Nederlandse Defensieorganisatie zich verhoudt tot die van andere lidstaten is lastig te beantwoorden omdat iedere lidstaat deze taak en capaciteit anders heeft ingericht. In Nederland is de grensbewakingstaak bij de Koninklijke Marechaussee belegd. De KMar valt onder het beheer van de Minister van Defensie, maar haar politietaken, waaronder de grensbewakingstaak, worden uitgevoerd onder het gezag van de Minister van Veiligheid en Justitie. In de jaarlijkse Frontex-rapportages, die ook het Europees parlement ontvangt, wordt alleen een overzicht gegeven van de bijdragen per lidstaat. Uit de meest recente rapportage blijkt dat Nederland in 2014 in totaal 3.605 dagen aan personele inzet heeft gedaan. Daarmee behoorde Nederland tot de vijf grootste leveranciers van personeel aan Frontex operaties. Dit betrof voornamelijk KMar personeel en in mindere mate medewerkers van de Zeehavenpolitie. In 2014 was de Nederlandse materiële bijdrage voor 112 dagen: een snel patrouillevaartuig, een speurhondenteam van de KMar en een vliegtuig van de kustwacht. De landen die het meest met materieel bijdragen, zijn vooral de lidstaten die zelf (grote) Frontex operaties op hun grondgebied hebben zoals Italië (met name materieel voor maritieme operaties), Griekenland (met name materieel voor maritieme operaties) en Spanje.

Ten slotte wil ik benadrukken dat Nederland zich bewust is van de belangrijke rol die Frontex vervult wat betreft de effectieve bewaking van de Schengenbuitengrenzen en de bestrijding van mensensmokkel. Europese samenwerking op deze punten is essentieel. Nederland zal daarom blijven bijdragen aan Frontex door middel van personele kennis en expertise en daar waar mogelijk met materieel.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), G.J. de Graaf (VVD), Slagter-Roukema (SP), Franken (CDA), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Huijbregt-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Strik (GL), De Vries (PvdA), Beckers (VVD), Beuving (PvdA), De Boer (GL), Faber-van de Klashorst (PVV) (vice-voorzitter), Th. de Graaf (D66), Ter Horst (PvdA) (voorzitter), De Lange (Fractie De Lange), Lokin-Sassen (CDA), Popken (PVV), Reynaers (PVV), Scholten (D66), Schrijver (PvdA), Swagerman (VVD), Gerkens (SP).

X Noot
2

Eerste Kamer 2014–2015, 32 317, EN.

X Noot
3

Eerste Kamer 2014–2015, 32 317, EN.

X Noot
4

Aangeboden bij brief van 24 april 2015 door de Minister van Buitenlandse Zaken.

Naar boven