32 317 JBZ-Raad

34 843 Seksuele intimidatie en geweld

31 015 Kindermishandeling

Nr. 972 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2025

Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van 11 september 2025 is verzocht om, vooruitlopend op het commissiedebat ter voorbereiding van de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober aanstaande, een brief te ontvangen over de laatste stand van zaken rondom de behandeling van de EU-verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik (de CSAM-verordening). Met deze brief geef ik uitvoering aan dit verzoek.

Op 1 juli jl. heeft Denemarken het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie overgenomen. Diezelfde dag is een nieuw compromisvoorstel inzake de CSAM-verordening met de lidstaten gedeeld. Het belangrijkste verschil met het voorstel van het Poolse voorzitterschap van eerder dit jaar is dat verplichte detectie onder voorwaarden opnieuw in het voorstel is opgenomen. Daarnaast maakt het Deense voorstel het mogelijk om ook ten aanzien van nieuw materiaal een detectiebevel uit te vaardigen. Op 24 juli jl. heeft het Deense voorzitterschap een aangepast compromisvoorstel gepresenteerd, waarin enkele technische wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van de eerdere tekst.

Onder het Deense voorzitterschap is in Raadswerkgroepen verder over de CSAM-verordening en het compromisvoorstel onderhandeld. De inzet van Nederland tijdens deze vergaderingen is zoals vastgelegd in de brief aan uw Kamer van 29 november 2024, waarin de onderhandelingskaders van het Nederlandse kabinet zijn uiteengezet.¹ Conform deze kaders valt het Deense compromisvoorstel – dat voorziet in verplichte detectie – buiten de Nederlandse positie.

Over de positie van andere lidstaten en de eventuele gevolgen daarvan voor de blokkerende minderheid bestaat op dit moment nog geen duidelijkheid. Wel is duidelijk dat het krachtenveld nog steeds gefragmenteerd is: een aantal lidstaten heeft zich positief uitgelaten over het Deense voorstel, een aantal lidstaten – waaronder Nederland – heeft aangegeven het voorstel niet te kunnen steunen, en een aantal lidstaten houdt vooralsnog een studievoorbehoud aan.

Het Deense voorzitterschap is voornemens om tot een gedeeltelijke algemene oriëntatie van de CSAM-verordening te komen tijdens de JBZ-Raad van 13 en 14 oktober aanstaande.

Op basis van het huidige compromisvoorstel zal Nederland zich desgevraagd aansluiten bij de lidstaten die de algemene oriëntatie niet kunnen steunen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten

---

1 Kamerstukken II, 2024–25, 32 317, nr. 906