32 317 JBZ-Raad

Nr. 903 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2024

Hierbij bieden wij uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het verslag aan van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) op 10 en 11 oktober 2024 in Luxemburg.

Ook informeren wij uw Kamer hieronder over een aantal toezeggingen.

Terugkoppeling gesprekken tijdens JBZ-Raad over de opt-out

Tijdens het CD JBZ-Raad van 9 oktober jl. heeft de Minister van Asiel en Migratie aan het lid Eerdmans toegezegd om in dit verslag in te gaan op de opt-out en op de gesprekken die de Minister van Asiel en Migratie voerde en marge van de JBZ-Raad over de opt-out (van Europese asiel- en migratieregelgeving wanneer verdragswijziging aan de orde is). Hierbij wordt deze toezegging gestand gedaan. Ten aanzien van de achtergrond en aanloop naar het verzenden van de opt-outbrief wordt verwezen naar de stukken die in het kader van het informatieverzoek eerder zijn vrijgegeven.1

Tijdens de JBZ-Raad bleek uit gesprekken en marge van de Raad dat het signaal dat het kabinet met de opt-out brief heeft afgegeven, is ontvangen. Voor een effectief Europees systeem zijn strengere Europese regels nodig, evenals volledige naleving daarvan. De meerderheid van lidstaten is het eens met het kabinet dat de huidige praktijk niet voldoet en dat het anders moet. In diverse lidstaten staat het tegengaan van migratie hoog op de agenda en is er steun voor steviger Europees migratiebeleid. Hier liggen dan ook kansen voor het kabinet. Specifiek ten aanzien van de opt-out liepen de reacties uiteen. Er zijn lidstaten die met interesse naar het Nederlandse standpunt kijken, andere lidstaten benadrukten dat het juist hun voorkeur heeft om op Europees niveau samen te werken aan de aanpak van irreguliere migratie.

Uiteraard blijft de opt-out onderdeel van deze brede Europese kabinetsinzet en daarmee onderwerp bij diplomatieke contacten van en namens de Minister van Asiel en Migratie. Het signaal voor de opt-out is nu afgegeven, maar vergt verdragswijziging. Dit is nu niet aan de orde en is een proces van de lange adem. Om op de korte termijn te komen tot grip op migratie ligt de prioriteit van het kabinet enerzijds bij nationale maatregelen, en anderzijds bij Europese inzet die effect sorteert. Dit betreft o.a. het uitvoeren van het Pact inclusief betere naleving van de Dublinverordening, het verstevigen van de buitengrenzen, het versterken van migratiesamenwerking met derde landen, en het verbeteren van Europese terugkeerregels.

Voortgang onderhandelingen Mensensmokkelrichtlijn

Conform de op 9 april 2024 vastgestelde informatieafspraken met de Eerste Kamer in relatie tot het Voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van minimumvoorschriften ter voorkoming en bestrijding van mensensmokkel (COM(2023)755) wordt bij het verslag van de JBZ-Raad een update gegeven over (de voortgang van) de onderhandelingen, het krachtenveld en de actuele kabinetsinzet met betrekking tot dit voorstel, en specifiek over de dimensie van humanitaire hulpverlening. Een eerdere tussentijdse update werd gegeven in de aanbiedingsbrief bij het Verslag van de JBZ-Raad van 13 en 14 juni.2 Ten tijde van de informele JBZ-Raad van 22 en 23 juli waren er nog geen nieuwe ontwikkelingen3, maar sindsdien is het voorstel onder het Hongaarse voorzitterschap diverse malen binnen lagere Raadsgremia besproken. Hierbij hanteert Nederland het BNC-fiche als uitgangspunt.4 De verwachting is dat in de aanloop naar de JBZ-Raad van december ten aanzien van de grootste bespreekpunten knopen zullen worden doorgehakt.

Er is met name gesproken over het al dan niet schrappen van het bestanddeel «financieel of materieel voordeel» uit de artikel 3 van het voorstel waarin de strafbaarstelling van mensensmokkel uiteen wordt gezet. Teneinde een tussenweg te vinden tussen de lidstaten die voor en tegen opname van een dergelijk bestanddeel in hun nationale wetgeving zijn is voorgesteld om het bestanddeel in de richtlijn aan te houden, maar wel een explicitering toe te voegen dat lidstaten nationaal niet worden belet verder te gaan in hun strafbaarstelling, aangezien het in deze richtlijn minimumnormen betreft. Nederland staat hier in beginsel positief tegenover, omdat dit bestanddeel momenteel niet in artikel 197a lid 1 van het Wetboek van Strafrecht is opgenomen.

Ook blijft het al dan niet opnemen van een humanitaire clausule een significant bespreekpunt, en zijn meerdere voorstellen besproken. Nederland heeft in deze discussie voortdurend het belang benadrukt dat gevallen niet moeten worden bestraft wanneer sprake is van zuivere humanitaire hulpverlening, maar ook dat opname van een passage over humanitaire hulpverlening niet misbruikt mag kunnen worden door evident criminele smokkelaars en zo het werk van de opsporingsinstanties zou bemoeilijken. Er is daarbij ook aangegeven dat een expliciete humanitaire clausule in het operationele deel van de tekst in dit verband niet direct noodzakelijk en effectief wordt geacht, aangezien het uitsluiten van humanitaire hulp van strafrechtelijke aansprakelijkheid ook door middel van andere wegen te ondervangen is, zoals door middel van algemene nationale strafuitsluitingsgronden, die Nederland zelf ook heeft. Nederland benadrukte dan ook steeds dat opname in de considerans van de richtlijn, met het doel te onderstrepen dat de strafbaarstelling niet mag dienen om humanitaire gevallen te bestraffen, de voorkeur geniet. Dit is conform de lijn zoals eerder met uw Kamer gedeeld.

Nederland droeg daarnaast een tekstvoorstel aan om mensensmokkel onder mensonterende omstandigheden ook als strafverzwarende omstandigheid in artikel 9 op te nemen. Dit voorstel lijkt gesteund te worden door de andere lidstaten.

In lijn met de Motie Veldkamp c.s.5 is in relatie tot artikel 12 over de rechtsmacht steeds weer het belang benadrukt van een zo ver mogelijk reikende extraterritoriale rechtsmacht-bepaling ten behoeve van een effectieve Europese aanpak van smokkelnetwerken. Wat Nederland betreft zou de richtlijn idealiter een stevige bepaling over de rechtsmacht bevatten, maar lijkt dit in de onderhandelingen voor andere lidstaten geen prioriteit. Derhalve heeft Nederland een tekstvoorstel voor een overweging in de considerans ingediend waardoor lidstaten in de richtlijn in ieder geval worden aangemoedigd nationaal een ruimere (extraterritoriale) rechtsmacht te hanteren dan in de richtlijn wordt opgenomen. De reactie van andere lidstaten wordt afgewacht.

Uitvoering motie Eerdmans/Wilders6

Het kabinet maakt van deze gelegenheid gebruik aan uw Kamer te rapporteren over de uitvoering van de motie Eerdmans/Wilders7 over het aanstellen van een rapporteur om partnerlanden in kaart te brengen waarmee opgetrokken kan worden om asielopvang en -procedures naar derde landen te verplaatsen. Het kabinet loopt in de EU voorop om out-of-the-box oplossingen verder uit te werken, zoals de Italië en Albanië afspraken en terugkeerhubs. Zo stuurde Nederland op 15 mei jl. met 14 andere lidstaten een brief aan de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken met de oproep tot het verder uitwerken van verschillende innovatieve oplossingen.8 Nederland werkt tegelijkertijd samen met een groot aantal gelijkgezinde landen, zoals Zweden en Denemarken, om innovatieve concepten zoals de terugkeerhub uit te werken en daarbij in kaart te brengen welke landen buiten de EU in aanmerking kunnen komen voor een dergelijk partnerschap. Hierover worden verkennende gesprekken gevoerd. Om hier snel resultaat op te behalen richt het kabinet, onder sturing van de (onder)Raad Asiel en Migratie, een interdepartementale taskforce Internationale Migratie op om de inzet van mensen en middelen samen te brengen, te coördineren en gericht in te zetten. Zoals tijdens het Tweeminutendebat n.a.v. het CD JBZ-Raad op 9 oktober gewisseld, wordt de gevraagde rapporteursfunctie door bovenstaande activiteiten reeds vervuld en het kabinet beschouwt de motie dan ook als uitgevoerd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken

De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-Van de Klashorst

Verslag van de formele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 10 en 11 oktober 2024

I. Binnenlandse Zaken

Belangrijkste resultaten:

  • De JBZ-Raad sprak brede steun uit voor verdere inzet op weerbare buitengrenzen van het Schengengebied, het verbeteren van terugkeer en het versterken van de interne veiligheid van het Schengengebied.

  • De Commissie kondigde aan verder te zullen werken aan de implementatie van het Entry en Exit Systeem (EES) en daarbij een gefaseerde start te onderzoeken, en kreeg daarvoor steun van de JBZ-Raad.

  • De JBZ-Raad benadrukte de noodzaak om het EU-terugkeerbeleid te verbeteren. Het non-paper dat Nederland samen met Oostenrijk hierover presenteerde werd goed ontvangen.

  • Om de gevolgen van externe conflicten op de interne veiligheid van de EU te beperken, benadrukte de JBZ-Raad dat er intensiever moet worden samengewerkt aan grensbewaking, de online aanpak van radicalisering, de bestrijding van desinformatie en het aanspreken van de techbedrijven.

1. Staat van het Schengengebied

a. Schengenbarometer en b. uitvoering van de prioriteiten voor de Schengenraadscyclus 2024–2025

= Gedachtewisseling

Bij aanvang van dit agendapunt presenteerde de Europese Commissie (hierna: de Commissie) de Schengenbarometer, met daarin de recente trends in het Schengengebied. De Commissie lichtte de highlights uit de barometer toe, onder andere waar het de situatie aan de buitengrenzen, terugkeer en interne veiligheid betrof (zie verder de geannoteerde agenda van deze JBZ-raad9). De Commissie benadrukte tevens het belang van de volledige implementatie van de huidige Dublinregels. Tijdens de tafelronde was onder de lidstaten brede steun voor de weerbaarheid van de buitengrenzen van het Schengengebied, en de daarvoor geïdentificeerde vervolgstappen van het voorzitterschap. Enkele lidstaten lichtten eigen maatregelen toe, nu er nog steeds sprake is van significante secundaire migratiestromen binnen het Schengengebied. Ook Nederland lichtte de eigen prioriteiten toe. Hierbij verwees Nederland naar de doelstelling van de regering om migratie naar de EU en Nederland drastisch te verminderen. Hierbij refereerde Nederland aan de wens voor een opt-out van het Europese asiel- en migratieacquis bij verdragswijziging. Zolang er geen opt-out is, is Nederland gecommitteerd aan de implementatie van het Migratiepact. Verder is het belang van versterken van de buitengrenzen door onder andere screening benadrukt, evenals goede gegevensuitwisseling tussen Frontex en Europol met het oog op de aanpak van migrantensmokkel.

c. Interoperabiliteit

= Stand van zaken

De Commissie schetste de stand van zaken van de implementatie van de roadmap 10 en in het bijzonder de voortgang van de implementatie van het Entry/Exit Systeem (EES). Met betrekking tot de implementatie van het EES heeft een aantal lidstaten, waaronder Nederland, aangegeven dat gereed melden momenteel niet aan de orde is, onder andere omdat het centrale systeem waarop het EES draait nog niet stabiel genoeg werkt.

De Commissie erkende de complexiteit van de implementatie van het EES en ziet af van de inwerkingtreding van het EES voor alle lidstaten tegelijkertijd per de aanvankelijk beoogde datum 10 november 2024. De Commissie kondigde aan de komende weken in overleg met de lidstaten en eu-LISA, het Europese IT-agentschap, in kaart te zullen brengen of een gefaseerde start van het EES mogelijk is en zo ja, hoe deze vorm moet krijgen, met als einddoel de volledige implementatie van het EES. De lidstaten hebben in de JBZ-Raad steun uitgesproken voor deze aanpak. Het Hongaarse voorzitterschap steunt een gefaseerde start om het systeem efficiënt in gebruik te kunnen nemen en hoopt op een snelle inwerkingtreding van het EES.

2. Verbetering van de effectiviteit van het EU-terugkeerbeleid

= Besloten werklunch

Tijdens de lunch was er brede overeenstemming over de noodzaak om het EU-terugkeerbeleid te verbeteren. Hierbij werd het op korte termijn herzien van de Terugkeerrichtlijn als belangrijke stap benoemd om processen te versimpelen, onttrekking aan het overheidstoezicht tegen te gaan en innovatieve oplossingen mogelijk te maken. In dat kader werd het non-paper dat Nederland samen met Oostenrijk presenteerde, goed ontvangen. Een grote groep lidstaten deed de oproep aan de Commissie tot het verder uitwerken van out-of-the-box oplossingen zoals de terugkeerhub. Ook spraken diverse lidstaten zich uit voor het verbeteren van de terugkeersamenwerking met derde landen, onder andere door middel van een positieve benadering maar ook door het nemen van negatieve maatregelen wanneer de samenwerking ontoereikend is. Ook Nederland onderstreepte dit belang.

3. De volledige toepassing van het Schengenacquis in Bulgarije en Roemenië

= Stand van zaken

Tijdens dit agendapunt hebben Roemenië en Bulgarije hun inspanningen toegelicht die zij sinds het Raadsbesluit tot gefaseerde Schengentoetreding eind 2023 in gang hebben gezet. Ze benadrukten beiden het Schengenacquis volledig na te leven, en daarbij gebruik te maken van geavanceerde grenssystemen en goede samenwerking met buurlanden. Zowel Roemenië als Bulgarije focust daarnaast ook op Dublin-implementatie. De Europese Commissie benadrukte tevens de gereedheid van beide landen. Er vond geen nadere discussie plaats. Het Hongaars Voorzitterschap concludeerde toe te willen werken naar besluitvorming over het afronden van de gefaseerde toetreding door middel van het opheffen van personencontroles aan de landsgrenzen.

4. Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen

= Stand van zaken

Het Hongaarse voorzitterschap gaf een stand van zaken ten aanzien van de onderhandelingen over de Verordening bestrijding van kindermisbruik online (de CSAM-Verordening).11 Het Voorzitterschap en de Commissie riepen de lidstaten op om het laatste compromisvoorstel niet verder af te zwakken. Het Voorzitterschap kondigde aan de vervolgstappen binnenkort kenbaar te maken. Er waren geen interventies.

5. De gevolgen van externe conflicten en implicaties voor de EU

= Gedachtewisseling

Tijdens de gedachtewisseling waren er breed gedeelde zorgen onder de lidstaten over de consequenties van de oorlogen dichtbij de EU en de consequenties hiervan voor de interne veiligheid van de Unie: migratie, terroristische dreiging, (internet) radicalisering, antisemitisme, islamisme, instrumentalisering van migratie, hybride provocaties nemen allemaal toe. Ook was er brede overeenstemming dat er alles aan moet worden gedaan om de oorlogen in te dammen, door bijvoorbeeld aan te dringen op een staakt-het-vuren in het Midden-Oosten of het leveren van meer steun aan Oekraïne. Er was brede steun dat de veiligheidsministers intensiever moeten samenwerken op terreinen als grensbewaking, de online aanpak van radicalisering, de bestrijding van desinformatie en het aanspreken van de techbedrijven. Nederland bracht in dat de EU moet investeren in paraatheid en weerbaarheid en dat de JBZ-Raad als horizontaal en centraal gremium hier verdere stappen in moet zetten.

6. De strijd tegen drugshandel en georganiseerde criminaliteit

= Stand van zaken

Het Voorzitterschap en de Commissie constateerden dat er de afgelopen jaren flink meer aandacht is gekomen voor intensivering van de aanpak van georganiseerde misdaad, zowel in JBZ-Raad verband als in alle lidstaten. Met het stappenplan tegen de aanpak van georganiseerde criminaliteit en drugshandel12 is een lijn uitgestippeld voor de komende jaren en het is van belang dat lidstaten, instellingen en agentschappen daar ambitieus uitvoering aan geven. De Commissie benadrukte dat de situatie nog zeer zorgelijk is en haalde daarbij het recente rapport van Europol over het in kaart brengen van de meest criminele netwerken aan.13 Ook schetste de Commissie dat Europol en Eurojust een aantal samenwerkingsovereenkomsten met Zuid- en Midden Amerikaanse landen afronden, Europol aan een nieuwe overeenkomst met Mexico werkt en dat recent een samenwerkingspunt, genaamd de Fusion Hub, in de Guayaquil haven van Ecuador is opgericht. Een aantal grote lidstaten steunde de Commissie om de ambities hoog te houden en benadrukte daarbij het belang van verdere samenwerking binnen de EU Havenalliantie, met de Latijns-Amerikaanse landen en in het kader van preventie van jeugdcriminaliteit.

7. Overige onderwerpen

a. Implementatie van hervormingen op het gebied van asiel en migratie

= Informatie van de Commissie

De Commissie heeft een toelichting gegeven over de implementatie van het Asiel- en Migratiepact, conform het in juni gepresenteerde gezamenlijk implementatieplan (Common implementation plan). Hierbij bood de Commissie assistentie aan. Ook herhaalde de Commissie de deadline van december. Er vond verder geen discussie plaats.

b. Rekrutering van minderjarigen en jongeren voor criminaliteit via onlineplatforms

= Informatie van Zweden

Zweden gaf tijdens de JBZ-Raad aan dat het ziet dat veel jongeren online gerekruteerd worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld op gaming platforms, binnen versleutelde berichtgeving, maar daarvoor ook al op het open deel van het internet. Zweden vroeg aandacht voor dit fenomeen en schetste mogelijkheden om hierop in EU-verband verder samen te werken. Nederland heeft in een bilateraal gesprek aangegeven deze zorgen te delen en hieraan verder met Zweden te willen samenwerken.

c. Regionaal forum voor civiele bescherming (Vilnius, 6 september 2024)

= Informatie van Litouwen

Litouwen blikte terug op de bijeenkomst voor civiele bescherming dat op 6 september jl. in Vilnius plaatsvond. Tijdens de bijeenkomst is een gezamenlijke verklaring aangenomen met daarin aandacht voor het vernieuwen van beschermingsvormen, betere coördinatie en voldoende financiering.

d. EU-Westelijke Balkan ministerieel forum voor Justitie en Binnenlandse Zaken (Montenegro, 28–29 oktober 2024)

= Informatie van Litouwen

Het Voorzitterschap lichte het aankomend ministerieel forum toe, waaraan het Voorzitterschap, Commissie en de Ministers van justitie van de Westelijke Balkan landen deelnemen. Bestrijding van grensoverschrijdende misdrijven, betere controle van lichte vuurwapens en versterking grensbeheer zullen tijden het ministerieel forum aan de orde komen.

II. Justitie

Belangrijkste resultaten:

  • De strijd tegen straffeloosheid naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne blijft een prioriteit voor de EU en in het bijzonder de JBZ-Raad.

  • Lidstaten benadrukte dat de bescherming van de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht de basis vormen voor het versterken van de concurrentiekracht.

  • De Commissie, JBZ-Raad en EU-lidstaten spraken uit alert te blijven in de strijd tegen racisme, want hoewel EU-agendering en hulptools helpen met een voorzichtige vooruitgang, wordt er een toename aan racistische incidenten gezien.

1. De strijd tegen drugshandel en georganiseerde criminaliteit

= Stand van zaken

Het Voorzitterschap, de Commissie en agentschappen Europol, Eurojust en EDEO lichtten het belang van de justitiële aanpak van georganiseerde criminaliteit toe en benoemden een aantal stappen die zijn gezet. De recente lancering van het European Judicial Organised Crime Network 14, een strategisch samenwerkingsverband van gespecialiseerde aanklagers van de 27 lidstaten, werd uitgelicht als waardevolle stap voor strategische en operationele samenwerking.

2. Russische agressie tegen Oekraïne: strijd tegen straffeloosheid

= Stand van zaken

De Commissie en het Voorzitterschap informeerden de JBZ-Raad over de strijd tegen straffeloosheid. De Commissie lichtte toe dat deze strijd langs drie pijlers gaat: 1) het inbrengen en bewaren van bewijs 2) het doen van onderzoek en komen tot vervolging 3), het herstel van schade. De voortgang bij het Joint Investigation Team, het opzetten van het Schaderegister, een schadeclaimcommissie en het tribunaal voor de vervolging van het misdrijf agressie werden toegelicht. Ook meldde de Commissie dat Oekraïne het Statuut van Rome heeft ondertekend. Veel lidstaten, waaronder Nederland, roepen op om ambitieus te blijven en de strijd tegen straffeloosheid als gevolg van de Oorlog in Oekraïne als prioriteit te blijven behandelen.

3. Het bevorderen van de toegang tot het recht in de context van de rechtsstaat en het concurrentievermogen

= Besloten werklunch

Tijdens de besloten werklunch heeft het Voorzitterschap een gesprek gefaciliteerd over toegang tot het recht en verlaging van de regeldruk met het doel de concurrentiekracht te bevorderen. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, maakten een punt dat bescherming van de rechtsstaat en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht een belangrijke basis vormen voor de versterking van de concurrentiekracht.

4. Strijd tegen racisme: verslag over de uitvoering van het actieplan tegen racisme

= Gedachtewisseling

De Commissie begon de discussie door te benoemen dat er veel is gedaan tegen racisme en dat voorzichtig optimistisme op zijn plaats is. Wel gaf de Commissie aan een toename van racistische incidenten tegen verschillende groeperingen te zien en uitte zij zorgen over de grote impact van structureel racisme. In een volle tafelronde deden de lidstaten verslag van de voortgang die ze boeken in de aanpak van racisme. Er werd stilgestaan bij successen en uitdagingen, zoals verkrijgen van de juiste gegevens, voldoen aan registratieverplichtingen en info-uitwisseling, die soms schuren met grondwettelijke waarborgen. Er was overeenstemming dat de Europese afspraken en de regelmatige agendering bijdragen aan voorzichtige vooruitgang, maar dat gelet op de toenemende cijfers alertheid geboden blijft. Nederland heeft in de interventie op indirecte discriminatie en verhulde vooroordelen binnen de rechtshandhavingsketen gewezen en aangegeven dat verder onderzoek hiernaar nodig is.

5. Overige onderwerpen

a. Strijd tegen antisemitisme: ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van antisemitisme

= Informatie van het Voorzitterschap en de Commissie

De Commissie lichtte toe dat sinds 7 oktober 2023 en het daaropvolgend conflict, antisemitisme enorm is toegenomen. De Commissie veroordeelde antisemitisme in de sterkste bewoordingen, en noemde antisemitisme het radicaal tegenovergestelde van alles waar de EU voor staat. Drieëntwintig lidstaten hebben inmiddels een nationale strategie tegen antisemitisme en twintig lidstaten hebben een Speciale Gezant benoemd. De Commissie riep de lidstaten die nog geen strategie of Speciale Gezant hebben om dit alsnog op te pakken. Het Hongaarse Voorzitterschap wees op de Raadsverklaring aanpak antisemitisme die tijdens de Raad Algemene Zaken op 15 oktober jl. werd aangenomen.15

b. Jaarverslag 2024 over de toepassing van het Handvest van de grondrechten

= Informatie van de Commissie

Tijdens dit informatiepunt meldde de Commissie dat het jaarverslag 2024 over de toepassing van het Handvest van de grondrechten op 10 oktober jl. is goedgekeurd. Thema van het jaarverslag is financiering ter bevordering, bescherming en handhaving van grondrechten. Daarbij werd aangegeven dat voor 2021–2027 de beschikbare EU-middelen zijn verdubbeld. De Commissie gaf aan dat financiering een weerspiegeling vormt van de groeiende zorgen. De Commissie benadrukte verder dat ondersteuning voor maatschappelijk middenveld nodig blijft.

c. Toetreding van de EU tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)

= Informatie van het Voorzitterschap

De Commissie gaf een stand van zaken van de toetreding van de EU tot het EVRM. Een voorlopig onderhandelingsakkoord voor toetreding is bereikt. Bijna alle onderwerpen zijn opgelost, behalve het Gemeenschappelijk Buitenlands Veiligheidsbeleid-bezwaar (GBVB-bezwaar). De Commissie gaf daarover aan dat in het recente arrest EULEX Kosovo helderheid wordt verschaft over rechtsmacht van het Europees Hof van Justitie en dat er nu formeel advies gevraagd zal worden aan het Europees Hof van Justitie om legaliteit te bevestigen, voordat ondertekening zal plaatsvinden. De Commissie benadrukte dat de EU echt gaat toetreden tot EVRM. Hiermee wordt een duidelijke politieke boodschap afgegeven dat de EU eensgezind is over basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, steunde deze analyse van de Commissie en uitte steun voor snelle toetreding.

d. Rechtsstaatrapport 2024

= Informatie van Slowakije

Tijdens de JBZ-Raad was er een korte uitwisseling tussen Slowakije en de Commissie over de procedure rondom het opstellen van de rechtsstaatrapporten. Slowakije benadrukte dat regelmatige dialoog over de rechtsstaat een belangrijk instrument is voor bescherming van de rechtsstaat en EU-waarden, maar dat lidstaten er wel bij moeten worden betrokken. De Commissie gaf in reactie aan bereid te zijn nader in gesprek te gaan met Slowakije maar dat er al vijf jaar dezelfde procedure wordt gehanteerd voor de rechtsstaatrapporten en de lidstaten bij elke stap worden betrokken.

e. EU-VS onderhandelingen inzake e-evidence

= Informatie van de Commissie

De Commissie informeerde de JBZ-Raad over het verloop van de onderhandelingen met de VS over een EU-VS e-evidence overeenkomst, een belangrijk instrument om de EU te helpen om toegang te krijgen tot electronisch bewijs bij dienstaanbieders in de VS. De Commissie gaf aan dat de onderhandelingen in een cruciale eindfase zijn beland en dat belangrijke openstaande punten de wederkerigheid en de waarborgen betreffen. De volgende ronde van de onderhandelingen zal plaatsvinden op 19–20 november in Brussel.

f. EU-Westelijke Balkan Ministerieel forum Justitie en Binnenlandse Zaken (Montenegro, 28–29 oktober 2024)

= Informatie van het Voorzitterschap

Het Voorzitterschap lichtte ook op de justitie-dag van de JBZ-Raad dit forum toe en benoemde daarbij dat de regio uitermate belangrijk is voor de EU, zeker op het gebied van veiligheid. Toegelicht werd dat ook justitiële thema’s op de agenda van het forum staan, waaronder: digitalisering en AI, de framework convention on AI, strafprocesrecht, slachtofferrechten, het nieuwe netwerk van gespecialiseerde aanklagers (EJOCN, zie hierboven) en de oorlog in Oekraïne.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2023–2024, 19 637, nr. 3300.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2023–2024, 32 317, nr. 882.

X Noot
3

Kamerstukken II, 2023–2024, 32 317, nr. 888.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2023–2024, 22 112, nr. 3873.

X Noot
5

Kamerstukken II, 2023–2024, 36 410 VI, nr. 85.

X Noot
6

Kamerstukken II, 2022–2023, 36 410, nr. 55.

X Noot
7

Kamerstukken II, 2022–2023, 36 410, nr. 55.

X Noot
8

Kamerstukken II 2023–2024, 32 317, nr. 878.

X Noot
9

Kamerstukken II, 2023–2024, 32 317, nr. 890.

X Noot
10

Vastgesteld tijdens de JBZ-Raad van 19–20 oktober 2023, zie Kamerstukken II, 2023–24, 32 317, nr. 861.

X Noot
11

Zie ook de brief van 1 oktober 2024 over de Nederlandse positie in Kamerstukken II, 2024–25, 34 843, nr. 113.

X Noot
12

Zie BNC-fiche van 8 november 2023 over het stappenplan, Kamerstukken II 2023–2024, 22 112, nr. 3842.

X Noot
13

Europol (2024), Decoding the EU’s most threatening criminal networks | Europol (europa.eu), Publications Office of the European Union, Luxembourg.

X Noot
14

Zie ook de eerdere communicatie over de oprichting van dit netwerk, in Kamerstukken II, 2023–24, 32 317, nr. 872.

Naar boven