32 317 JBZ-Raad

Nr. 831 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2023

Op 28 februari jl. heeft uw Kamer verzocht om een reactie op het bericht in de Volkskrant, «De drenkelingen van Sea-Watch 3 zouden «met prio» door de asielketen gaan. Dat is nu vier jaar geleden».

Ik heb kennisgenomen van het artikel en de daarin beschreven reconstructie van het herplaatsen van zes drenkelingen van Sea-Watch eind 2018/begin 2019. Tevens heb ik kennisgenomen van het artikel in dezelfde krant van 22 maart jl. dat ingaat op een individuele zaak en de uitspraak van de rechtbank.

Bij brief van 14 januari 20191 is uw Kamer door de toenmalige Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid uitvoerig over het proces inzake de selectie van drenkelingen geïnformeerd.

De Volkskrant artikelen richten zich op de asielprocedures van deze drenkelingen in Nederland. Zoals uw Kamer bekend ga ik niet in op individuele zaken. Dat geldt ook hier.

Ik kan in zijn algemeenheid aangeven dat ik uitga van de zorgvuldigheid van de IND asielprocedure en de mogelijkheid voor een asielzoeker om naar de rechter te gaan bij een afwijzing.

Het verloop van procedures zoals die uit de reconstructie blijkt, geeft blijk van de weerbarstigheid van het asielstelsel. Deze constatering is niet nieuw en is voor mij onder andere reden tot de lopende fundamentele heroriëntatie van het asiel- en opvangstelsel.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Kamerstuk 32 317, nr. 535.

Naar boven