32 317 JBZ-Raad

Nr. 700 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2021

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie, over de voorgenomen Nederlandse inzet van personeel en materieel ten behoeve van de operaties van het Europese Grens- en Kustwacht agentschap (hierna: Frontex) in 2021. Dit is het eerste jaar dat de Nederlandse inzet conform de nieuwe Europese Grens- en Kustwacht verordening (2019/1896, hierna: de EGKW-verordening) plaatsvindt. De inzet voor 2021 is, net als in 2020, afhankelijk van de ontwikkelingen met betrekking tot COVID-19. Aanvullend informeer ik u over de ondersteuning van Frontex aan Nederland.

Inleiding

De gemeenschappelijke operaties van Frontex en de lidstaten zijn erop gericht om de buitengrenzen effectiever te beheren en een veilig Schengengebied te waarborgen. De primaire verantwoordelijkheid voor de Europese grensbewaking blijft bij de lidstaten en dient te allen tijde uitgevoerd te worden conform de geldende EU en internationale wet- en regelgeving.

De effectiviteit van de operaties is voor een groot deel afhankelijk van de capaciteit die lidstaten beschikbaar stellen aan Frontex. Op 4 december 2019 is de Europese Grens- en Kustwachtverordening in werking getreden. Hierdoor is Frontex, door middel van de totstandkoming van het permanente korps, uitgerust met meer operationele capaciteit. Ook zijn de taken en bevoegdheden van Frontex uitgebreid, waaronder de samenwerking met derde landen en het versterkte mandaat inzake terugkeer. Het permanente korps zal de aankomende jaren trapsgewijs in capaciteit toenemen en bestaan uit vier categorieën personeel. De gevraagde capaciteit per lidstaat is vastgelegd in de EGKW-verordening.1 De eerste categorie betreft het statutair personeel van Frontex dat beschikt over uitvoerende bevoegdheden en eigen uitrusting. De tweede categorie betreft personeel dat door de lidstaten voor lange tijd bij Frontex is gedetacheerd, in beginsel twee jaar. De derde categorie bestaat uit personeelsleden die door de lidstaten ter beschikking worden gesteld aan Frontex om voor korte tijd, namelijk tot een periode van vier maanden, te worden ingezet. De vierde categorie is de snel inzetbare reserve (Reserve for Rapid Reaction), bestaande uit personeel van de lidstaten die kunnen worden ingezet in snelle grensinterventies (Rapid Border Intervention). Deze snelle grensinterventies kunnen plaatsvinden wanneer er zich een specifieke en disproportionele uitdaging aan de Europese buitengrens voordoet die onmiddellijke actie vereist. Frontex heeft daarnaast conform de EGKW-verordening een pool voor technische uitrusting en een pool voor toezichthouders bij gedwongen terugkeer.

COVID-19

Frontex monitort, in overleg met de lidstaten, doorlopend de ontwikkelingen ten aanzien van COVID-19 en mogelijke implicaties voor de operaties en de inzet van de lidstaten. Naast de ontwikkelingen in de operaties, heeft de uitbraak van COVID-19 ook effect gehad op de werving ten behoeve van het permanente korps van Frontex waardoor er in 2020 een achterstand is ontstaan. Er wordt getracht om deze achterstand gedurende 2021 te herstellen. Kortom, de ontwikkelingen rondom COVID-19 hebben invloed op de geplande inzet en de opbouw van het permanente korps.

Nederlandse inzet in Frontex operaties in 2021

In bilaterale gesprekken maken Frontex en Nederland jaarlijks in gezamenlijkheid afspraken over de periode en duur van de Nederlandse inzet. De operationele behoefte van Frontex is hierin leidend en wordt gebaseerd op specifieke profielen. De personele inzet in de Frontex-operaties bestaat uit personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMar), de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Politie. In 2021 bedraagt de Nederlandse personele inzet, conform de EGKW-verordening: 13 VTE lange termijn detacheringen (categorie twee), 120 keer korte detacheringen (categorie drie) en is er 50 VTE beschikbaar voor de Rapid Border Intervention (categorie vier). Ten behoeve van de pool toezichthouders op gedwongen terugkeer stelt de Inspectie Justitie en Veiligheid acht inspecteurs beschikbaar.

Door het versterkte mandaat op terugkeer, kan het Agentschap – door middel van de inzet van zogenoemde Return Specialists – nu ondersteuning bieden aan de lidstaten in alle fasen van het terugkeerproces van illegaal verblijvende vreemdelingen. De DT&V levert hiervoor meerdere VTE2, die ingezet worden om lidstaten te ondersteunen op een specifiek gebied van terugkeer waarop de lidstaat ondersteuning verzocht heeft.

Naast personele inzet draagt Nederland in 2021 ook met materieel bij aan Frontex operaties, waaronder permanent drie patrouille-voertuigen inclusief nachtzichtapparatuur, het BSB-vaartuig voor twee maanden en in totaal vier weken het Kustwachtvliegtuig. Tot slot, onder voorbehoud is er een inzet van het nieuwe KMar-vaartuig (RHIB) gepland.

Waar wordt Nederlandse capaciteit ingezet?

In 2021 zal de geplande Nederlandse inzet plaatsvinden aan de Europese buitengrenzen, namelijk in Griekenland, Italië en Spanje en in delen van de Westelijke Balkan, zoals in Albanië, Bulgarije en Kroatië. Tevens worden Nederlandse experts ingezet op luchthavens in derde landen waar risico’s bestaan op het gebied van irreguliere migratie richting de EU, bijvoorbeeld in Georgië, en Oekraïne, maar ook op luchthavens van EU-lidstaten, zoals in Italië, Cyprus, Roemenië, Tsjechië en Portugal.

Inzet in trainingen

Nederland stelt in 2021 in totaal ongeveer 10 tot 15 trainers ter beschikking aan Frontex voor trainingen aan Europese grenswachters. Daarnaast heeft Nederland een Partnership Academy op Schiphol waar de KMar trainingen van Frontex faciliteert. Vanwege COVID-19 zijn er veel cursussen geannuleerd in 2020, maar onder strenge voorwaarden vinden er momenteel weer de trainingen plaats. Er staan voor 2021 vooralsnog 25 trainingen gepland. Tevens levert de DT&V periodiek expertise en trainers voor trainingen op het gebied van terugkeer, met name betreffende return counselling.

Financiering van de inzet

De operationele kosten voor de inzet van personeel en eventueel materieel worden grotendeels door Frontex vergoed. Kosten zoals salaris en buitenlandtoelages komen ten laste van de zendende lidstaten. De lidstaten kunnen aanspraak maken op een jaarlijkse, niet aan kosten gekoppelde vergoeding om de uitbouw van het personeelsbestand te ondersteunen ten behoeve van de bijdrage aan het permanente korps. Dit betreft een financiële vergoeding die onder voorwaarden beschikbaar wordt gemaakt voor de zendende landen. 3 Tot slot, kunnen er voor lidstaten (extra) kosten ontstaan bij de inzet van materieel dat ze zelf moeten bekostigen.

Ondersteuning van Frontex aan Nederland

Nederland ontvangt ook ondersteuning van het agentschap. Een voorbeeld is de personele ondersteuning van Frontex aan de KMar op de luchthaven Schiphol. In 2021 zal het naar verwachting gaan om ongeveer twee tot vier grenswachters. Vanaf september wordt er 12 maanden een terugkeerteam ingezet om ondersteuning te verlenen aan gedwongen terugkeer op Frontex terugkeervluchten die vanaf of via Schiphol vertrekken. Bovendien ontvangt de DT&V in 2021 ter ondersteuning twee VTE Return Specialists uit het permanente korps. Nederland maakt tevens gebruik van de verschillende trainingen voor personeel, georganiseerd door Frontex. Tot slot wordt Nederland ondersteund door een verbindingsfunctionaris van Frontex. De verbindingsfunctionaris treedt op namens Frontex en haar rol is het bevorderen van de samenwerking en de dialoog tussen Frontex en de nationale autoriteiten die met het grensbeheer zijn belast, inclusief de kustwachten voor zover deze taken op het gebied van grenstoezicht uitvoeren, alsook de nationale autoriteiten die met terugkeer zijn belast.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

De verplichte jaarlijkse bijdrage per lidstaat is opgenomen in de bijlage II, bijlage III en bijlage IV van de EGKW-verordening.

X Noot
2

Dit aantal is niet additioneel maar valt onder de bovengenoemde aantal van categorie twee en categorie drie inzet.

X Noot
3

Conform artikel 61 EGKW-Verordening

Naar boven