32 317 JBZ-Raad

Nr. 666 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 15 december 2020

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brief van 7 december inzake:

  • de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663),

  • het verslag van de informele JBZ-raad van 8–9 oktober 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 639)

  • en het verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr.660).

De vragen en opmerkingen zijn op 10 december 2020 aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming en aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 11 december 2020 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels

Vragen en antwoorden

1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

De leden van de VVD-fractie nemen met belangstelling kennis van de geannoteerde agenda. Hoewel deze leden het optimisme van het voorzitterschap waardeerden om met het nieuwe voorstel op het gemeenschappelijk Europees asielstelsel uit de jarenlange impasse te komen, lag het in de lijn der verwachting dat dit niet binnen drie maanden zou lukken. Want hoewel de Europese Commissie (EC) met een nieuw en op sommige vlakken ambitieus voorstel is gekomen, zijn de belangen van de verschillende landen onveranderd gebleven en was het niet te verwachten dat deze verschillen binnen zeer afzienbare tijd zouden zijn overbrugd. Dat gezegd hebbende onderstrepen zij het belang van de herziening van het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS) en spreken zij de verwachting uit dat u zich in overeenstemming met de BNC-fiches hier maximaal voor inspant. Wel vragen deze leden wat de verwachting is van het voorzitterschap van Portugal ten opzichte van de herziening van het GEAS. Is de verwachting dat Portugal haar voorzitterschap net zo ambitieus wil vervullen met betrekking tot migratie?

Het inkomende Portugese Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie heeft recent haar prioriteiten gedeeld op het gebied van asiel en migratie. Uiteraard geniet de verdere behandeling van de Commissievoorstellen op zowel de interne als de externe dimensie prioriteit. Het Portugese Voorzitterschap heeft gemeld daarnaast werk te willen maken van legale migratie, versterking van Schengen, implementatie van de EGKW-verordening en interoperabiliteit. Tot slot zal het aandacht hebben voor het gebruik van digitale technologieën in relatie tot migratiemanagement.

De implementatie van de verordeningen voor de interoperabiliteit van de centrale EU- informatiesystemen is een belangrijke stap bij het krijgen van inzicht in en daarmee grip op mensen die de EU betreden en verlaten. Voornoemde leden zijn dan ook positief over de aandacht die hier op de JBZ-raad aan wordt besteed, maar maken zich tegelijkertijd zorgen over niet volledige of niet tijdige implementatie in de verschillende lidstaten. Hoe staat Nederland ervoor met betrekking tot de praktische implementatie van deze verordeningen? Hoe verhoudt dit zich tot andere lidstaten? Welke knelpunten verwacht u nog bij verdere implementatie? Welke rol kan Nederland spelen om andere landen te ondersteunen bij een tijdige en volledige implementatie?

De implementatie van de diverse verordeningen is een complex traject met veel onderlinge afhankelijkheden. Tevens is sprake van een ambitieuze Europese planning. In Nederland wordt de nationale implementatie van acht verordeningen op het gebied van grenzen en veiligheid (waaronder de verordeningen over interoperabiliteit) in brede zin voorbereid en uitgevoerd in het kader van het Programma Grenzen en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In dit programma wordt onder meer de aanpassing van bestaande nationale wet- en regelgeving ter hand genomen om de uitvoering van de relevante verordeningen – voor zover nodig – mogelijk te maken. Het streven is daarbij zoveel mogelijk te komen tot één nationale uitvoeringswet. Het betreffende wetsvoorstel is momenteel in ambtelijke voorbereiding en wordt daarna aangeboden aan de Kamer.

Daarnaast wordt gewerkt aan de feitelijke invoering van de verordeningen in Nederland (opleiding personeel, aanpassing ICT-systemen etc.).

De Nederlandse implementatie is gebaseerd op de Europese planning; er is gestart met het realiseren van de benodigde nationale aanpassingen. In vergelijking met andere lidstaten bevindt Nederland zich daarbij in de middenmoot.

De Europese Commissie heeft sinds juni 2020 een Rapid Alert proces opgezet waarmee de voortgang van de implementatie van de IT-systemen bij de lidstaten en de Europese agentschappen gemonitord wordt. Hierdoor wordt in een vroeg stadium zichtbaar waar zich eventuele vertraging voordoet. Zowel de Europese Commissie als het agentschap voor grootschalige IT-systemen eu-LISA kunnen op basis daarvan kan snel gerichte ondersteuning bieden. Nederlandse experts zijn vertegenwoordigd in diverse Europese overleggen en expert groepen. Vanuit die expertgroepen en via informele contacten wordt veelvuldig overlegd met andere lidstaten en worden best-practices gewisseld.

Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660)

De leden van de VVD-fractie zijn tevreden te lezen dat u constructief kritisch de dialoog bent aangegaan bij de JBZ-raad van 13 november 2020. Zij zijn positief over het feit dat u conform de door de Kamer aangenomen motie (Kamerstuk 32 317, nr. 652) het belang van samenloop van de voorstellen van de EC met de herziene terugkeerrichtlijn hebt benadrukt. Hoe reageerden andere lidstaten op het gezamenlijk behandelen van de EC voorstellen met de terugkeerrichtlijn? Welke standpunten namen zij in? Hoe kijken deze landen naar de zorgelijke ontwikkelingen in het Europees Parlement (EP) waarbij wordt ingezet op vrijwillige terugkeer in plaats van het sneller kunnen vastzetten van illegalen voor terugkeer? Zijn zij het met Nederland eens dat herverdeling zonder effectief terugkeermechanisme een zeer zware last is voor eindbestemmingslanden en dat daar derhalve geen sprake van kan zijn? Deze leden delen de mening dat extra inspanning van aankomstlanden gepaard moet gaan met solidariteit tussen de EU-lidstaten. Realiseren deze landen zich voldoende dat voor brede solidariteit ook solidariteit op het bewerkstelligen van een strenge terugkeerrichtlijn noodzakelijk is?

In meerdere interventies is door Nederland aandacht gevraagd voor de samenhang tussen terugkeer en de voorstellen i.h.k.v. het Migratieplan waarover de Raad nu spreekt. Over het belang van de externe dimensie en de noodzaak om effectieve, brede partnerschappen aan te gaan met belangrijke landen van herkomst, opvang en transit, bestond brede overeenstemming. Wat een groot aantal lidstaten betreft, waaronder Nederland, dienden daarvoor alle beschikbare instrumenten te worden ingezet. Ook spraken nagenoeg alle lidstaten hun steun uit voor de verschillende voorstellen om terugkeer te verbeteren. Dat betrof niet alleen de externe dimensie, maar ook een efficiënter terugkeerproces. Dit zullen naar verwachting speerpunten blijven, zowel in gesprekken over de voorstellen als in de triloog tussen de Raad, de Commissie en het Europese Parlement over de Terugkeerrichtlijn, die aan zal vangen nadat de het Europees Parlement een rapport heeft aangenomen. Dit laatste moet nog gebeuren.

De lidstaten van aankomst realiseren zich terdege dat sprake moet zijn van een versterkte inzet op terugkeer en steunen dit ook. Ten aanzien van de herziening van de terugkeerrichtlijn heeft de Raad een algemeen akkoord bereikt, met uitzondering van het onderdeel over de grensprocedure. Het voorstel voor een herziene terugkeerrichtlijn versterkt op onderdelen de mogelijkheden voor effectieve terugkeer, door de bewaringmogelijkheden te versterken, in het bijzonder in het geval van openbare orde, en een meer bindende verplichting om medewerking aan de terugkeer te verlenen. Dit is het uitgangspunt waarover de lidstaten overeenstemming bereikten. Gezien het commitment aan terugkeer dat in de JBZ-Raad door een ruime meerderheid van lidstaten werd verwoord, is dat nog steeds de inzet.

2. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie zijn tegen iedere vorm van EU-bemoeienis en hebben in diverse overleggen met u reeds hun ongenoegen geuit over het Europese asiel- en migratiepact.

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

Zoals de leden van de PVV-fractie in de geannoteerde agenda kunnen lezen is een akkoord over het Europese asiel- en migratiepact nog ver weg. Dat is goed nieuws! Ziet u eindelijk in dat Nederland het asiel- en migratiebeleid weer in eigen handen moet nemen? Zo nee, waarom niet?

Migratie is een grensoverschrijdend vraagstuk dat alleen effectief kan worden beheerst door maatregelen op alle punten van de migratieroute en in alle stadia van het migratieproces. Een bestemmingsland als Nederland kan dit niet alleen. Inzet van het kabinet is gericht op het vinden van een gezamenlijke Europese oplossing voor de uitdagingen waar Nederland en andere lidstaten mee kampen. De suggestie dat Nederland dit (toch) alleen kan oplossen doet geen recht aan dit complexe vraagstuk.

Voornoemde leden hebben kennisgenomen van de inzet van het EP tijdens de aankomende onderhandelingen over de terugkeerrichtlijn, om meer de nadruk te leggen op vrijwillige terugkeer en minder detentie. Deelt u de opvatting dat detentie het meest effectieve middel is om vreemdelingen terug te laten keren naar het land van herkomst? Gaat u zich inzetten voor meer detentie, met name de detentie van criminele vreemdelingen zo nee, waarom niet?

Vreemdelingenbewaring is een noodzakelijk onderdeel van een effectief terugkeerbeleid. Vrijwillige terugkeer staat voorop, maar zonder de mogelijkheid om daar waar nodig terugkeer af te dwingen, eventueel door middel van bewaring, boet het terugkeerproces sterk aan effectiviteit in. De terugkeer van overlast gevende en criminele vreemdelingen, waar nodig na oplegging van vreemdelingenbewaring, is ook onderdeel van in het regeerakkoord. Dit is dan ook één van onderdelen waarop de Nederlandse inzet zich richt in de onderhandelingen over de herziening van de Terugkeer richtlijn. Het voorstel van de Raad voor de herziening van de terugkeerrichtlijn, biedt ook vaker ruimte voor het in vreemdelingenbewaring stellen van criminele illegale vreemdelingen om hun uitzetting zeker te stellen. Nederland zal hieraan vasthouden.

De leden van de PVV-fractie hebben uit de media vernomen dat Eurocommissaris Johansson op 30 november en 1 december 2020 een bezoek heeft gebracht aan Marokko om te onderhandelen over nieuwe afspraken op het gebied terugname en visumvereenvoudiging. Heeft dit bezoek geleid tot concrete afspraken voor wat betreft de terugname van Marokkanen? Ook vragen de aan het woord zijnde leden of u inmiddels al welkom bent in Marokko.

EU Commissaris Johansson heeft een eerste bezoek aan Marokko afgelegd, waarin constructief is gesproken over samenwerking bij de beheersing van het migratievraagstuk. Daarbij is ook de samenwerking bij terug- en overname aan de orde gesteld. Deze dialoog wordt voortgezet. Zoals uw Kamer bekend, is Nederland voorstander van brede partnerschappen met landen van herkomst en transit om migratiesamenwerking te verbeteren, waaronder ook terugkeer. Er is bilateraal contact op verschillende niveaus met Marokko over een breed aantal onderwerpen. Daarbij wordt ook de wens om op alle niveaus de dialoog op het gebied van migratie en terugkeer te intensiveren onder de aandacht gebracht.

De leden van de PVV-fractie zien op sociale media filmpjes dat migranten die aankomen op Gran Canaria in de nacht stiekem worden overgebracht naar het vasteland. Bent u bekend met deze praktijken?

De Staatssecretaris is filmpjes die rondgaan op sociale media bekend, maar niet in de door de PVV gesuggereerde context dat de Spaanse overheid een dergelijke oversteek naar het vasteland zou faciliteren. Wel is bekend dat de Spaanse overheid in alle openheid enkele tientallen kwetsbare migranten heeft overgebracht naar het vasteland. De inzet van de Spaanse autoriteiten is en blijft om deze irreguliere migranten zo snel als mogelijk vanaf de Canarische eilanden te laten terugkeren naar de landen van herkomst of transit. Daarover zijn de Spaanse autoriteiten en de Europese Commissie in nauw contact met de betreffende Afrikaanse landen. Dit sluit echter niet uit dat sommige migranten erin slagen om illegaal het Spaanse vasteland te bereiken.

3. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

De leden van de CDA-fractie vragen of u kunt aangeven wat de stand van zaken is in de onderhandelingen over het migratiepact. Is er inmiddels enige beweging in de posities van de EU- lidstaten? Kunt u aangeven of «frontline»-lidstaten inderdaad tegen grootschalige detentiecentra zijn op hun grondgebied teneinde daar de versnelde grensprocedure te laten plaatsvinden? Waarom zijn zij hiertegen? Wat wordt vanuit EU-perspectief aan deze landen geboden om hier wel gehoor aan te geven?

De afgelopen drie maanden hebben vooral in het teken gestaan van de nadere bespreking en doorgronding van de Commissievoorstellen. Standpunten van de lidstaten zijn niet veranderd. De lidstaten van eerste aankomst in met name Zuid-Europa hebben inderdaad hun zorgen geuit over de werking van de grensprocedure en zijn met name bevreesd dat dit leidt tot grootschalige centra aan de buitengrenzen op hun grondgebied. Zij hebben niet het vertrouwen dat terugkeer verbetert en/of andere lidstaten solidariteit betrachten door middel van herplaatsing. Bekend is dat met name de Centraal-Europese lidstaten gekant zijn tegen verplichte herplaatsing. Daarnaast hebben ook ander groepen lidstaten vragen en zorgen over de werking van het voorgestelde solidariteitsmechanisme. Om te komen tot een beter gezamenlijk begrip van deze procedures zullen cijfermatige simulaties worden gehouden. Het kabinet onderkent de noodzaak van een voorspelbaar en verplicht solidariteitsmechanisme moet komen, waarbij het kabinet het nadrukkelijk ook van belang acht dat solidariteit hand in hand gaat met het nemen van (meer) verantwoordelijkheid door lidstaten voor de versterking van de EU buitengrenzen en de nationale asiel- en migratiesystemen. Het is aan het inkomende Portugese Voorzitterschap om de belangen van de lidstaten zodanig met elkaar te verzoenen dat de inhoudelijke behandeling van de Commissie voorstellen kan aanvangen.

Kunt u aangeven waar het bezoek van Eurocommissaris Johansson op 30 november en 1 december 2020 aan Marokko toe heeft geleid? Zijn daar concrete afspraken uit voortgekomen die zien op het gebied van terugname van de eigen onderdanen?

Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de leden van de PVV-fractie.

Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660)

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat u in de informele JBZ-raad van 13 november 2020 heeft gewezen, in lijn met de motie van de leden Van Toorenburg en Becker (Kamerstuk 32 317, nr. 652), op de samenhang tussen de herziening van de Terugkeerrichtlijn en het EU-migratiepact. Kunt u aangeven wat andere lidstaten daarvan vonden? Worden deze twee trajecten nu integraal behandeld?

Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de leden van de VVD-fractie.

Deze leden begrijpen dat u in de informele JBZ-raad van 13 november 2020 het belang benadrukt heeft dat alle aan Griekenland gedane herplaatsingstoezeggingen zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Kunt u aangeven hoe het daarmee staat? Wanneer kunnen de eerste herplaatsingen worden verwacht? Gaat dit lukken voor kerst?

In lijn met de motie van het lid Voordewind c.s.1 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer nader en meer uitgebreid infomeren over de voortgang.

Wat was de inbreng van Nederland bij het Schengen Forum? Wat was de afdronk daarvan? Wat is de Nederlandse inzet op het gebied van de hervorming van Schengen? Waar gaat Nederland op inzetten?

Tijdens het eerste Schengen Forum op ministerieel niveau werd het belang van Schengen en de noodzaak om Schengen te versterken door alle lidstaten onderstreept. Namens Nederland is het belang benadrukt van sterke controle van de buitengrenzen door middel van een verplichte screening- en grensprocedure, de noodzaak van snelle uitvoering van het versterkte mandaat van Frontex, inclusief de werving en inzet van 10.000 grenswachten, de volledige implementatie van de verschillende Europese systemen en hun interoperabiliteit om de informatie-uitwisseling te bevorderen, het gebruik van nieuwe technologieën om secundaire migratie te voorkomen, verbetering van de operationele politiesamenwerking tussen naburige lidstaten binnen de bestaande kaders, sterkere samenwerking met derde landen en verbetering van het Schengen Evaluatie Mechanisme. Daarnaast heeft Nederland ook gepleit voor versterking van de governance van Schengen door meer politieke sturing. Ook bepleitte Nederland een gecoördineerde aanpak voor crisissituaties. In algemene zin bestond er brede consensus onder de lidstaten over deze punten. De komende periode zullen verschillende thematische expert-bijeenkomsten plaatsvinden die naar verwachting als input zullen dienen voor achtereenvolgens een vervolgbijeenkomst en de door de Europese Commissie aangekondigde Strategie voor de Toekomst van Schengen. Deze Strategie wordt in het eerste kwartaal van 2021 verwacht.

4. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben de geannoteerde agenda en een aantal andere relevante stukken gelezen en hebben daarover nog enkele vragen.

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

Besluitvorming nieuwe migratiepact

De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het Duitse voorzitterschap heeft aangegeven dat de beoogde politieke overeenstemming tijdens deze JBZ-raad niet meer haalbaar wordt geacht. Kunt u aangeven wat het nieuwe voorgestelde tijdspad is en wanneer u verwacht dat weer stappen gezet kunnen worden om tot politieke overeenstemming op hoofdlijnen te komen? Is het krachtenveld de afgelopen periode naar aanloop van deze JBZ-raad nog veranderd? Zo ja, kunt u toelichten hoe het krachtenveld er nu uitziet? Met welke landen trekt Nederland op? Voorts vragen deze leden wat u verwacht van de aanpak van het Portugese voorzitterschap wat betreft een spoedige overeenstemming over het migratiepact.

Het Duitse Voorzitterschap zal voor de JBZ-raad een zogenaamd Voorzitterschapsrapport opstellen met zijn weergave van de lopende discussies en knelpunten. Het Portugese Voorzitterschap zal mede aan de hand van dit rapport de discussie voortzetten. Het kabinet verwacht dat het daarbij gebruik zal maken van cijfermatige simulaties, zoals ook door het Duitse Voorzitterschap is aanbevolen. Dit moet bijdragen aan meer inzicht en de totstandkoming van een gezamenlijk begrip en inzicht over de werking van de verschillende voorstellen. Het is op dit moment niet mogelijk om een concreet tijdspad te benoemen. Zoals aangegeven in het BNC-fiche inzake de overkoepelende mededeling, verwacht het kabinet dat overeenstemming op alle onderdelen, laat staan formele besluitvorming, de nodige tijd zal kosten.2

Het krachtenveld, zoals uiteengezet in het verslag van de informele bijeenkomst van de Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken van 13 november jl., is de afgelopen maand niet wezenlijk veranderd. Zowel de zuidelijke als de oostelijke lidstaten zijn kritisch zijn over het voorgestelde solidariteitsmechanisme, om geheel tegengestelde redenen.

Vanwege deze elementaire bezwaren pleiten deze beide groepen voor een volledige pakketbenadering. Wat het kabinet betreft is dat niet nodig ten aanzien van de voorstellen die niet onlosmakelijk verbonden zijn met de andere voorstellen. Nederland trekt met verschillende lidstaten op. Het gaat hier met name om (andere) bestemmingslanden in Noordwest-Europa.

Hoe verwacht u dat de knelpunten in de discussie los getrokken gaan worden? Welke pogingen heeft u zelf ondernomen en gaat u ondernemen om de discussie los te trekken?

Zoals geantwoord op eerdere vragen, hebben de discussies van de afgelopen weken duidelijk gemaakt dat verschillende lidstaten en groepen lidstaten substantiële zorgen, vragen en soms ook bezwaren hebben. De afgelopen periode hebben er verscheidene overleggen plaatsgevonden met verschillende lidstaten, zowel op politiek als op ambtelijk niveau. Namens Nederland is gewezen op de noodzaak om tot gezamenlijke Europese antwoorden te komen op de uitdagingen die enerzijds alle lidstaten raken en anderzijds nationaal niet of onvoldoende kunnen worden geadresseerd. Ook heeft Nederland met enkele andere lidstaten een voorstel gesteund om uitgebreide cijfermatige simulaties te organiseren om de werking van verschillende voorstellen duidelijk te krijgen. Dit moet bijdragen aan een gezamenlijk beeld en eventuele onjuiste veronderstellingen wegnemen.

Naast een actieve inzet op de interne dimensie, heeft de Staatssecretaris, net als andere leden van het kabinet, in gesprekken gepleit voor een intensieve en proactieve inzet op de voorstellen inzake het externe migratiebeleid. Omdat het geen wetgevende voorstellen betreft, kunnen deze snel worden opgepakt. De realisatie van brede partnerschappen met landen van herkomst en transit, is noodzakelijk voor het structureel tegengaan van irreguliere aankomsten naar de EU en het bevorderen van terugkeer. Afname van de irreguliere migratiedruk en facilitering van terugkeer biedt ruimte voor compromissen op de interne dimensie, waaronder de grensprocedure.

Overigens wijst het kabinet erop dat de voorstellen van de Commissie (pas) drie maanden geleden zijn gepubliceerd en dat het op dit gevoelige en complexe dossier niet reëel zou zijn om spoedig formele besluitvorming op (deel-)voorstellen te verwachten.

Schengenforum

Deelt u de stellingname van Eurocommissaris Johansson die tijdens het Schengen Forum heeft verkondigd dat «interne controles binnen de Europese Unie terroristen en criminelen niet zullen tegenhouden, maar vooral schade zullen toebrengen aan transport, handel en toerisme»? Deelt u voorts de mening dat als alle EU-lidstaten zich goed houden aan de implementatie en geldende afspraken over de geldende wet- en regelgeving wat betreft de bescherming van de buitengrenzen, dit het meest effectief zal zijn in het buitenhouden van kwaadwillenden? Zo nee, waarom niet?

Om de interne veiligheid te versterken is het van belang dat wordt ingezet op versterking, bescherming en beveiliging van de buitengrenzen. In dat verband is het cruciaal dat bij de controles aan de Europese buitengrenzen op grond van de huidige EU- regelgeving een systematische (veiligheids-)check controle plaatsvindt met behulp van Europese en nationale datasystemen en dat er adequate en tijdige informatie- uitwisseling plaatsvindt tussen grens- en rechtshandhavingsautoriteiten. Dat helpt ook de operationele samenwerking aan de binnengrenzen, naast de noodzakelijke informatie gestuurde grensoverschrijdende samenwerking van rechtshandhavingsautoriteiten en andere partners binnen Schengen, en inclusief specifieke, tijdelijke mobiele controles op bepaalde locaties aan de binnengrenzen. Verder zullen de nieuwe screening- en grensprocedures zoals voorgesteld door de Europese Commissie op 23 september jl., die onder andere voorzien in een veiligheidscheck bij binnenkomst, ook bijdragen aan de versterking van de interne veiligheid. Daarnaast is van belang dat de nieuwe en herziene informatiesystemen op het gebied van grensbewaking en veiligheid (zoals het Entry Exit System, het herziene Schengen Informatie Systeem en het Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie – ETIAS) en hun interoperabiliteit spoedig, maar met oog voor de noodzakelijke kwaliteit, geïmplementeerd worden. Lidstaten kunnen bij druk aan hun buitengrenzen ook rekenen op EU-ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van inzet van experts door de Europese agentschappen. Het herinvoeren van binnengrenscontroles is een maatregel die alleen als ultimum remedium ingezet kan worden als er sprake is van gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid van het Schengengebied omdat deze maatregel een grote impact heeft op het vrij verkeer van personen en goederen.

Frontex

De leden van de D66-fractie volgen met een kritische blik de ontwikkelingen rondom Frontex. Als EU-agentschap heeft Frontex de internationale en Europese wet- en regelgeving na te leven, en deze leden willen dan ook dat goed wordt uitgezocht of en zo ja welke overtredingen Frontex heeft begaan, en hoe dit in de toekomst voorkomen gaat worden. Hoe werd gereageerd op de uitspraak van Nederland tijdens de Frontex Management Board dat een serieus onderzoek naar de incidenten bij Frontex noodzakelijk is? Bent u bereid de Kamer te informeren wanneer het interne onderzoek door Frontex wordt gepubliceerd en wat daarop de reactie is van de verschillende leden van het Management Board en welke eventuele vervolgstappen genomen zullen worden? Hoe wordt het onderzoek dat de Europese ombudsman doet naar de misstanden bij Frontex betrokken bij het geheel?

Het kabinet deelt het standpunt van de leden van de D66-fractie dat het van belang is dat de signalen van de vermeende pushbacks naar behoren worden onderzocht. Dit is tijdens de Management Board zowel door Frontex zelf, als door de Europese Commissie en verschillende lidstaten (waaronder Nederland) gesteld en dit uitgangspunt wordt dus ook breed binnen het Management Board gedragen. Er is een speciale sub-groep Fundamental Rights and Legal and Operational Aspects of Operations (FRaLO) opgericht om o.a. de berichten rondom pushbacks te onderzoeken. Zodra het onderzoek afgerond is zullen de uitkomsten binnen het Management Board gepresenteerd worden. Nederland zal ervoor pleiten deze onderzoeksresultaten openbaar te maken, mocht dit niet al gebeuren. De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over de uitkomsten en eventuele vervolgstappen. Daarnaast voert ook de Europese Ombudsman zelfstandig onderzoek uit, waarvan de nog te verwachte uitkomsten door de Staatssecretaris mee zullen worden genomen in eventuele conclusies.

Zij constateren in de beantwoording van Kamervragen van het lid Groothuizen (2020D47985) dat u geen aanleiding ziet om te stellen dat de Europese migratieagentschappen in het algemeen en Frontex in het bijzonder onvoldoende geëquipeerd zouden zijn om misstanden te signaleren of maatregelen te nemen. Hoe verklaart u dan de ontstane situatie, waarin uit onderzoek van meerdere journalistieke platformen blijkt dat wel degelijk sprake lijkt te zijn van mensenrechtenschending (ook in andere lidstaten zoals Bulgarije, Kroatië en Hongarije), en dat pas na stevig aandringen inzake Frontex besloten is een intern onderzoek te doen naar de meldingen? Hoe kunt u op basis daarvan concluderen dat de geldende procedures voldoende effectief zijn?

Het kabinet wacht de onderzoeken waar in bovenstaand antwoord aan wordt gerefereerd af en zal dan ook beoordelen of en welke maatregelen er nodig zijn.

Hoe reflecteert u op de hoorzitting van de directeur van Frontex, Mr. Leggeri in het EP? Wat vindt u in het bijzonder van zijn lezing dat de Europese regelgeving ruimte zou laten voor interpretatie wanneer een situatie niet wordt gekwalificeerd als «een redding op zee» maar een reguliere interceptie, waardoor een boot gedwongen kan worden van koers te veranderen? Deelt u de mening dat dit geen argument mag zijn voor het schenden van mensenrechten, bijvoorbeeld door het uitvoeren van pushbacks? In hoeverre is er niet teveel ruimte in de regelgeving om een situatie niet te kwalificeren als «redding op zee», waardoor een mogelijkheid ontstaat om migranten op zee makkelijker terug te sturen richting niet-Europese wateren? Voorts vragen voornoemde leden hoe u aankijkt tegen de rol van Frontex in zogeheten hybride dreigingen, waar het enerzijds gaat om grensbewaking en het tegelijkertijd beschermen en respecteren van mensenrechten, en anderzijds om de waarborging van de nationale veiligheid. Hoe wordt gewaarborgd dat hier een juiste balans in wordt gevonden, waar het respecteren van mensenrechten niet het onderspit zal delven?

De Staatssecretaris heeft kennisgenomen van de hoorzitting van de heer Leggeri in het Europees Parlement. De eerdergenoemde onderzoeken van Frontex, en de Europese Ombudsman, alsook die van Griekenland zelf, zullen duidelijkheid moeten bieden omtrent de vermeende pushbacks. Daarnaast onderzoekt de eerdergenoemde sub-groep ook de interpretatie van het juridisch kader omtrent maritieme operationele activiteiten. Conform Verordening 656/2014 is een van de mogelijkheden dat wanneer een schip wordt aangetroffen waarvan vermoedens bestaan dat het schip betrokken is bij smokkel van migranten, dit schip gedwongen wordt van koers te veranderen. Hierbij moet de verplichting in acht worden genomen om bijstand te verlenen aan vaartuigen of personen die op zee in nood verkeren. In geval van nood prevaleert een redding op zee boven reguliere interceptie. Vooropgesteld staat dat het kabinet vanzelfsprekend iedere vorm van schending van mensenrechten sterk afkeurt, ook bij het tegengaan van de zogenoemde «hybride dreigingen». Frontex speelt een belangrijke rol binnen de Europese Unie op het gebied van grensbewaking. De juridische basis voor het opereren van Frontex is vastgelegd in de Europese Grens- en Kustwacht Verordening3, waaraan Frontex zich vanzelfsprekend dient te houden, evenals aan algemeen geldende Europese en internationale wet- en regelgeving. Daarnaast volgen uit deze Verordening ook de aanstelling van de Fundamental Rights Officer en de Fundamental Rights Monitors die in de monitoring van het naleven van mensenrechten een belangrijke rol spelen. Bij het uitvoeren van grensbewaking zouden fundamentele rechten nooit in het geding mogen komen.

De leden van de D66-fractie vragen voorts op dit punt of u kunt reageren op de conclusies van het onderzoek van het EU-agentschap voor fundamentele rechten, dat stelt dat aan de Europese buitengrenzen structurele schendingen van mensenrechten van migranten plaatsvinden. Wat gaat Nederland, eventueel in Europees verband, doen met de conclusies van dit rapport? Hoe worden deze conclusies meegenomen bij het al lopende interne onderzoek dat wordt uitgevoerd door Frontex? Hoe zult u de conclusies meenemen in de onderhandelingen over het nieuwe migratiepact? Welke lessen trekt u hieruit? Deelt u de mening dat dit rapport aantoont dat er echt voldoende aandacht moet zijn voor het waarborgen van mensenrechten bij de procedures aan de grens, ook bij de onderhandelingen van het nieuwe migratiepact, bijvoorbeeld wanneer het aankomt op detentie, het proces tijdens de screeningprocedure en de toegang tot juridische en medische hulp? Zo nee, waarom niet?

Het kabinet is bekend met het literatuuronderzoek van het EU-agentschap voor fundamentele rechten (FRA). Het kabinet wacht de uitkomsten van de lopende onderzoeken van Frontex, Griekenland en de Europese ombudsman af en kan hierop niet vooruit lopen. Wel sluit het kabinet zich in beginsel aan bij de aanbevelingen die worden gedaan in het rapport, waaronder dat er voldoende aandacht moet zijn voor het waarborgen van mensenrechten in de asielprocedure. Het kabinet staat dan ook positief tegenover het voorstel van de Europese Commissie, als onderdeel van de EU migratievoorstellen, dat de FRA een grotere rol krijgt bij het waarborgen van grondrechten aan de grens.

Griekse eilanden

De leden van de D66-fractie vragen of het inmiddels is gelukt het tweede tehuis te realiseren, als onderdeel van de Grieks-Nederlandse samenwerking, voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s) op het Griekse vaste land. Wat is de laatste stand van zaken? Hoe staat het met het overbrengen van honderd kwetsbaren naar Nederland? Wanneer verwacht u dat deze mensen zullen aankomen? Wordt de prognose dat dit rond Kerst zou zijn, gehaald? Zo nee, waarom niet? Voorts vragen deze leden of u nog met Duitsland heeft gesproken over hun aanpak. Zo ja, kan Nederland daar nog wat van leren? Hoeveel AMV’s en andere kwetsbaren hebben andere lidstaten naar aanleiding van eerdere afspraken en toezeggingen inmiddels vanuit de Griekse eilanden overgebracht naar hun eigen land?

De leden van de D66-fractie maken zich zorgen als zij kijken naar de erbarmelijke omstandigheden in het tijdelijke vluchtelingenkamp op Lesbos dat is opgebouwd na de brand in vluchtelingenkamp Moria. Met de winter op komst en recente berichtgeving over mogelijk loodvergiftigingen in het tijdelijke kamp wordt de situatie nog nijpender. Hoe staat het met de taskforce die door de EC is ingesteld om de situatie te verbeteren? Hoe wordt het kamp winterklaar gemaakt? Op welke manier helpt Nederland de situatie in het kamp te verbeteren?

In aanvulling op de toelichting in de brief van 24 november jl.4 kan de Staatssecretaris uw Kamer informeren dat de tweede opvanglocatie voor amv, geschikt voor 16 jongens, in de eerste week van december is opgeleverd. Op 4 december is de eerste groep van 10 jongens verwelkomt. Per 11 december zijn ook de overige jongens gearriveerd waarmee alle 16 plekken in gebruik zijn. Op korte termijn wordt uw Kamer door de Staatssecretaris nader geïnformeerd over de voortgang van het samenwerkingsverband met Griekenland.

In lijn met de motie Voordewind c.s.5 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer nader en meer uitgebreid infomeren over de voortgang. Met betrekking tot de verzochte informatie over de Duitse inzet en ervaringen, verwijst de Staatssecretaris kortheidshalve naar de brief van 24 november jl.6

Volgens recente cijfers van de Europese Commissie zijn momenteel circa 1.600 personen vanuit Griekenland herplaatst, waarvan circa 460 alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Dit betreft voornamelijk herplaatsingen als gevolg van eerdere toezeggingen van lidstaten in reactie op het verzoek van Griekenland van september 2019.

De EU-taskforce die is opgericht ten behoeve van de wederopbouw van de faciliteiten op Lesbos is operationeel. Recent is een Memorandum of Understanding (MoU) terzake ondertekend door de betrokken partijen.7 Recent heeft een expertmissie, waarvan ook een bouwkundige van het COA deel uitmaakte, Lesbos bezocht om een zo optimaal mogelijke locatie te identificeren. Het is het streven van de Europese Commissie om voor het eind van 2020 de locatie te hebben vastgesteld.

In het huidige opvangkamp op Lesbos worden verschillende maatregelen genomen om de opvang verder winterklaar te maken. Zo zijn alle tenten winterklaar gemaakt, wordt gewerkt aan additionele douches met warm water, is elektriciteit (ruimer) aanwezig en komt ook (meer) elektrische verwarming beschikbaar. Ook worden medische faciliteiten ingericht, waarvoor ook de Nederlandse hospitainer zal worden ingezet, zodra deze met Nederlandse financiering is hersteld.

Over de inzet en bijdragen van het kabinet in Griekenland is de Kamer meermaals geïnformeerd. Momenteel zijn twee Nederlandse experts gedetacheerd bij de Europese Commissie als hotspot adviseur op de Griekse eilanden. Deze experts ondersteunen de Griekse autoriteiten met het doorvoeren van verbeteringen in de opvangkampen.

Daarnaast is een Nederlandse expert van het COA aangesloten bij de EU-taskforce en is zoals hierboven gemeld een medewerker van het COA betrokken bij de expertmissies van de taskforce die de locaties voor de bouw van de opvang op Lesbos onderzoekt.

Verder levert Nederland middelen en financiering om de situatie op Lesbos te verbeteren. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft naar aanleiding van de uitzonderlijke situatie die is ontstaan als gevolg van de branden op Lesbos EUR 1 mln. beschikbaar gesteld. Dit zal door Unicef o.a. worden gebruikt om de situatie van minderjarigen op Lesbos te verbeteren.

5. Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het vaak voorkomt dat bewindspersonen nog geen gedetailleerde appreciatie kunnen geven van de agendapunten, omdat vanuit het voorzitterschap nog geen stukken beschikbaar zijn gesteld op het moment van verzending van de geannoteerde agenda. Zij vragen of het mogelijk is dat binnen de JBZ-raad, en mogelijk ook andere raden, nadere afspraken worden gemaakt over het tijdig verstrekken van voor de agenda relevante documenten, zodat deze ook een rol kunnen hebben in de afstemming tussen regeringen en nationale parlementen.

Ook het kabinet acht het wenselijk dat stukken ter voorbereiding op bijeenkomsten in Brussel tijdig verzonden worden aan de lidstaten. Het kabinet heeft hier al verschillende keren aandacht voor gevraagd in aanloop naar de verschillende JBZ-raden. Alhoewel het kabinet de lastige positie van de voorzitter erkent, waarbij het zorgvuldig moet balanceren tussen de verschillende posities van de lidstaten, zal het kabinet nogmaals de noodzaak van het tijdig verspreiden van stukken onder de aandacht brengen bij het voorzitterschap. Overigens zij opgemerkt dat in onderhavig geval de betreffende stukken noch de besprekingen in de JBZ-Raad de Nederlandse regering op enigerlei wijze binden.

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

De leden van de GroenLinks-fractie zijn bezorgd over het feit dat u in de geannoteerde agenda meldt dat het Duitse voorzitterschap zal inzetten op een voortgangsrapportage in plaats van besluitvorming, omdat besluitvorming reeds niet meer haalbaar lijkt. Het heeft er in de ogen van deze leden dan ook de schijn van dat ook, ondanks het gepresenteerde migratiepact van de EC, de discussie over een beter gemeenschappelijk Europees asielstelsel weer in de al jarenlang voortdurende impasse wegzakt. Voornoemde leden vragen of dit nieuwe gebrek aan perspectief nu eindelijk aanleiding is voor u een coalitie van welwillende landen te smeden, om met deze landen aan solidariteitsmechanismen te werken waar onwelwillende landen zich later bij aan kunnen sluiten.

Met de leden van de GroenLinks-fractie had het kabinet graag gezien dat meer voortgang zou zijn geboekt en overeenstemming zou zijn bereikt over de belangrijkste uitgangspunten. Daarbij wijst het kabinet er wel op dat de voorstellen van de Commissie (pas) drie maanden geleden zijn gepubliceerd en dat het niet reëel zou zijn om spoedig formele besluitvorming op (deel-)voorstellen te verwachten. De discussies van afgelopen weken hebben bovendien duidelijk gemaakt dat verschillende lidstaten, of groepen lidstaten, verschillende zorgen en bezwaren hebben. Inzet van het kabinet blijft gericht op een gezamenlijke Europese oplossing. Daarbij werkt het kabinet, zoals in Europese trajecten gebruikelijk is, nauw samen met gelijkgezinde lidstaten. Het kabinet acht het niet wenselijk om, zoals wordt voorgesteld, te werken aan een solidariteitsmechanisme in een kleiner gezelschap van «welwillende» lidstaten om «onwelwillende» lidstaten te omzeilen. Dat zou de totstandkoming van één Europees solidariteitsmechanisme ondermijnen en «free-riding» faciliteren. Bovendien zouden hiermee de lasten van herplaatsing voor individuele Lidstaten toenemen terwijl het de druk op lidstaten van eerste aankomst om serieus werk te maken van de versterking van de buitengrenzen en hun eigen asiel- en migratiesystemen zou verminderen. Daarmee zou ook de doelstelling van het kabinet om secundaire migratie tegen te gaan evenmin worden gerealiseerd.

Schendingen mensenrechten aan buitengrenzen

De leden van de GroenLinks-fractie zijn onthutst over de aanhoudende schendingen van mensenrechten aan de Europese grenzen. Deze leden wijzen op een recent rapport van het EU- Agentschap voor Fundamentele Rechten (FRA), waarin de conclusie wordt getrokken dat deze schendingen structureel zijn. Wilt u dit rapport bij uw collega’s onder de aandacht brengen, en bent u bereid voor een van de lidstaten onafhankelijke monitoring van de mensenrechtensituatie aan de EU-grenzen te pleiten. In dit kader vragen zij ook aandacht voor de door diverse media geverifieerde illegale pushbacks van migrantenboten door de Griekse autoriteiten. Deze leden vragen hoeveel bewijs u nog nodig acht om tot de conclusie over te gaan dat Griekenland inderdaad illegale pushbacks uitvoert, ook als de Griekse overheid dit ontkent.

Momenteel worden naar de vermeende pushbacks meerdere onderzoeken uitgevoerd, namelijk door Frontex, Griekenland en de Europese Ombudsman. Deze onderzoeken worden afgewacht en zullen gepast kritisch worden beschouwd. De uitkomsten van de verschillende onderzoeken zullen naar verwachting voldoende inzicht bieden. Het literatuuronderzoek van het EU-agentschap voor fundamentele rechten (FRA) zal daar ook aan bijdragen. Gelet op het handelen van Commissaris Johansson en de reacties van meerdere andere lidstaten naar aanleiding van de eerste berichtgeving over vermeende pushbacks acht de Staatssecretaris het niet nodig om de recente publicatie van het FRA nog eens extra onder de aandacht te brengen tijdens de JBZ-raad.

Kan worden onderbouwd waarom u de interne controlemechanismen van Frontex op mogelijke schendingen van het (internationaal) recht adequaat acht, mede gelet op het feit dat Der Spiegel meldt dat meldingen in de praktijk niet worden doorgegeven binnen de organisatie om de betrokken lidstaat in kwestie, in casu Griekenland, niet voor het hoofd te stoten.

Zoals bij de vorige vraag is gemeld lopen er momenteel verschillende onderzoeken, waaronder een intern onderzoek bij Frontex, die eerst afgewacht moeten worden voordat eventuele conclusies worden getrokken.

Ook bij incidenten in het verleden zijn de onderzoeksconclusies door Frontex opgevolgd. Hiervoor zijn speciale procedures binnen de Frontex-organisatie ingericht, conform de EGKW- Verordening. Waar nodig zijn toen maatregelen getroffen, en die verwachting is er nu ook.

De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen dat inmiddels een extra vergadering van het Frontex Management Board en Eurocommissaris Johansson heeft plaatsgevonden over deze kwestie, maar dat hiervan geen verslag openbaar is gemaakt. Zij vragen of u kunt aandringen op het openbaar maken van dit verslag.

Na de genoemde speciale Frontex Management Board vergadering over de vermeende pushback incidenten is een terugkoppeling van de voorzitter van de Management Board gepubliceerd op de website van Frontex, waarin de belangrijkste uitkomsten van deze vergadering zijn terug te lezen.

Deelt u de mening van Frontex-directeur Leggeri dat het hier niet om illegale pushbacks gaat, omdat de Griekse autoriteiten het niet als reddingsoperaties maar «reguliere interceptie» hebben geregistreerd? Zo ja, dan vragen de leden van de GroenLinks-fractie of dit dan niet betekent dat de internationaalrechtelijke reddingsplicht op zee de facto wordt uitgehold, omdat niemand daar aan hoeft te voldoen zolang zij registreren dat het om reguliere interceptie gaat.

Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de leden van de D66-fractie.

Deze leden constateren dat meerdere leden van het EP twijfel hebben uitgesproken over hun vertrouwen in Frontex-directeur Leggeri. Voornoemde leden vragen of u nog wel vertrouwen houdt in Leggeri, en zo ja, waar u dat vertrouwen op baseert.

Kortheidshalve wordt verwezen naar de eerdere beantwoording. De uitkomsten van de verschillende onderzoeken moeten eerst worden afgewacht. Het is niet zorgvuldig om hierop vooruit te lopen.

Het Schengenforum

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat wordt gesproken over het versterken van de Schengenzone. Zij vragen welke concrete voorstellen ter tafel liggen, en welke daarvan door Nederland worden ondersteund, of ter tafel zijn gebracht.

Op dit moment liggen nog geen concrete voorstellen op tafel. De komende periode zullen verschillende thematische expert-bijeenkomsten plaatsvinden die naar verwachting als input zullen dienen voor achtereenvolgens een vervolgbijeenkomst en de door de Europese Commissie aangekondigde Strategie voor de Toekomst van Schengen. Deze Strategie wordt in het eerste kwartaal van 2021 verwacht. Ten aanzien van de inzet namens Nederland, wordt kortheidshalve verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de leden van de CDA-fractie.

Zij vragen specifiek naar de Nederlandse inzet ten aanzien van striktere grenscontroles. Kunt u aantonen dat strengere grenscontroles bij kunnen dragen aan het beter reguleren van migratie en het voorkomen van terrorisme, aangezien u hier nog geen feitelijke onderbouwing van hebt kunnen laten zien? Kunt u, voordat u akkoord gaat met mogelijkheden voor aangescherpte grenscontroles, de economische en maatschappelijke effecten hiervan in kaart brengen?

Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de leden van de CDA- en D66-fracties.

Verslag van de informele JBZ-raad van 8–9 oktober 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 639)

De leden van de GroenLinks-fractie lezen in het verslag dat u, mede op verzoek van het lid Van Ojik, aandacht heeft gevraagd voor de implementatie van de aangekondigde Taskforce voor het verbeteren van de opvangsituatie op de Griekse eilanden. Deze leden danken u hiervoor. Zij vragen of de aangekondigde brief over het verdere proces van de taskforce inmiddels is verzonden, en zo ja, wat de inhoud is van deze brief. Is de Taskforce inmiddels operationeel en wanneer kunnen de eerste resultaten worden verwacht? Indien de Taskforce nog niet operationeel is, vragen voornoemde leden op welke termijn u verwacht dat dit het geval zal zijn. Bent u bereid op de aanstaande JBZ-raad met klem te verzoeken dat de Taskforce zo snel mogelijk aan de slag zal gaan met het winterbestendig maken van de opvang op de Griekse eilanden, zolang daar nog asielzoekers verblijven. De aan het woord zijnde leden vragen of u wilt bepleiten dat mensen op de Griekse eilanden de komende weken minstens toegang moeten hebben tot voedsel, sanitair, een verwarmde leefomgeving en zorg.

Het kabinet pleit doorlopend voor het verbeteren van de opvangsituatie op de Griekse eilanden en de Griekse autoriteiten maken hier ook serieus werk van. Tijdens de vorige JBZ-raad heeft de Staatssecretaris specifiek hiervooraandacht gevraagd. Op basis van de inspanning van de Commissie en vooral de Griekse autoriteiten, wordt het niet opportuun geacht om deze oproep nogmaals te herhalen. Alle partijen zijn doordrongen van de urgentie, getuige ook hun inzet.

De EU Taskforce ten behoeve van de wederopbouw van de faciliteiten op Lesbos is operationeel. Op 3 december heeft de Europese Commissie een persbericht gepubliceerd met de laatste stand van zaken omtrent de EU Taskforce.8 In het persbericht wordt gemeld dat het Memorandum of Understanding (MoU) hieromtrent is ondertekend.

Onlangs heeft een expertmissie, in samenwerking met de Griekse autoriteiten, verschillende locaties onderzocht voor de bouw van de nieuwe opvangvoorzieningen. Het is het streven van de Europese Commissie om nog voor de jaarwisseling een locatie te hebben bepaald. De Taskforce wil de nieuwe opvanglocatie op Lesbos in september 2021 gereed hebben.

Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660)

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of u inmiddels kunt aangeven of het gaat lukken de toegezegde herplaatsing van honderd kinderen van de Griekse eilanden naar Nederland voor de kerst te realiseren. Deze leden vragen of inmiddels al kinderen zijn herplaatst.

Kortheidshalve verwijst de Staatssecretaris naar haar brief van 24 november jl.9 en het debat over de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In lijn met de motie Voordewind c.s.10 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer nader en meer uitgebreid infomeren over de voortgang.

6. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

De leden van de SP-fractie constateren dat tijdens deze JBZ-raad vooralsnog geen besluiten worden genomen. Oorzaak is een impasse tussen drie verschillende «kampen», globaal de landen uit het noorden, het oosten en het zuiden. Wat is ondernomen door de EC om deze impasse te doorbreken? Waarom is dit niet gelukt? Welke stappen moeten worden gezet om uiteindelijk toch een Europees asiel- en migratiepact te kunnen sluiten? Wat wordt de inzet van Nederland het eerste kwartaal van 2021? Op welke termijn verwacht u daadwerkelijke besluiten?

Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van onder andere de leden van de CDA-fractie. Het is op dit moment niet mogelijk om een concreet tijdspad te noemen. Zoals aangegeven in het BNC-fiche inzake de overkoepelende mededeling, verwacht het kabinet at de behandeling van deze voorstellen de nodige tijd zal kosten.11 De inzet van het kabinet blijft vooralsnog ongewijzigd. Met belangstelling wordt gekeken naar de aanpak van het inkomende Portugese Voorzitterschap.

Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660) d.d. 23–11-2020

Uit het verslag van de JBZ-raad van 13 november 2020 blijkt dat vooral de zuidelijke landen veel vragen hebben over het voorgestelde solidariteitsmechanisme. Wat is uw oordeel over de argumenten van de zuidelijke lidstaten? Klopt het dat zij geen grootschalige opvanglocaties op hun grondgebied willen, maar vooral heil zien in relocatie? Met welk pressiemiddel gaat de EC ervoor zorgen dat de zuidelijke staten akkoord gaan met opvanglocaties aan hun buitengrenzen?

Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de leden van de CDA-fractie. Daarnaast wijst het kabinet erop dat het nu aan de lidstaten is om binnen de Raad tot een gezamenlijke positie te komen. De Europese Commissie heeft na publicatie van haar voorstellen geen formele rol tijdens de onderhandelingen, anders dan dat het de voorstellen desgewenst toelicht.

Frontex

De leden van de SP-ractie leden zijn not amused over de recente onthullingen over Frontex. Pushbacks en het schenden van mensenrechten zijn onacceptabel. Hoe kijkt u naar de laatste onthullingen? Gaat u tijdens de JBZ-raad meedelen dat Frontex zich aan Europese afspraken moet houden? Komt er een grondig onafhankelijk onderzoek om alle mist hierover weg te nemen?

Het kabinet deelt het standpunt van de SP dat het schenden van mensenrechten onacceptabel is. Daarom heeft Nederland voorafgaand en tijdens de speciale Management Board van Frontex over de vermeende pushbacks ook het belang van grondig onderzoek benadrukt. Het is dus op dit moment niet opportuun dit ook nog tijdens de JBZ-raad aan te kaarten. Belangrijk is dat eerst de uitkomsten van de lopende onderzoeken worden afgewacht. Frontex voert momenteel een intern onderzoek uit naar de vermeende pushbacks en heeft tevens Griekenland verzocht een onderzoek uit te voeren. Daarnaast voert ook de Europese Ombudsman een onderzoek uit.

Moria

Afsluitend vragen de leden van de SP-fractie aandacht voor de situatie aan de Europese buitengrenzen. Beelden van het nieuwe kamp op Lesbos zijn schrijnend. Wat onderneemt u om te voorkomen dat de mensen de komende maanden in een koude tent moeten doorbrengen? Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat duizenden mensen in Europa een koude winter tegemoet gaan omdat de EU er niet in slaagt mensen een veilig dak boven hun hoofd te bieden? Gaat u de schrijnende situatie tijdens de JBZ-raad aan de orde stellen?

Het kabinet pleit doorlopend voor het verbeteren van de migratiesituatie aldaar en de Griekse autoriteiten maken hier ook serieus werk van. Tijdens de vorige JBZ-raad heeft de Staatssecretaris hier ook specifiek aandacht voor gevraagd. Op basis van de inspanning van de Commissie en vooral de Griekse autoriteiten, wordt het niet opportuun geacht om deze oproep nogmaals te herhalen. Alle partijen zijn doordrongen van de urgentie, getuige ook hun inzet.

In het huidige opvangkamp in Lesbos worden verschillende maatregelen genomen om de opvang verder winterklaar te maken. Zo zijn alle tenten winterklaar gemaakt, wordt gewerkt aan additionele douches met warm water, is elektriciteit (ruimer) aanwezigen komt ook (meer) elektrische verwarming beschikbaar. Daarnaast worden medische faciliteiten ingericht, waarvoor ook de Nederlandse hospitainer zal worden ingezet, zodra deze met Nederlandse financiering is hersteld.

Wat is de laatste stand van zaken rond uw eigen plannen? Hoeveel mensen en hoeveel kinderen zijn al naar Nederland gehaald in verband met de Moria-deal? Gaat het lukken voor de kerst de toegezegde honderd mensen op te halen? Bent u bereid de inzet te verhogen? Zo nee, waarom niet?

In lijn met de motie Voordewind c.s.12 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer nader en meer uitgebreid infomeren over voortgang. Met betrekking tot de verzochte informatie over de Duitse inzet en ervaringen, verwijst de Staatssecretaris kortheidshalve naar de brief van 24 november jl.13 Het kabinet is niet voornemens om het herplaatsingsaanbod van 100 kwetsbare personen te verhogen.

Hoeveel kinderen zijn al opgevangen op het Griekse vasteland in de drie opvanghuizen? Wat is de exacte stand van zaken rond dat plan?

In aanvulling op de toelichting in de brief van 24 november jl.14 kan de Staatssecretaris uw Kamer informeren dat de tweede opvanglocatie voor amv, geschikt voor 16 jongens, in de eerste week van december is opgeleverd. Op 4 december is de eerste groep van 10 jongens verwelkomt. Per 11 december zijn ook de overige jongens gearriveerd, waarmee alle 16 plekken in gebruik zijn. In totaal is een dertigtal kinderen opgevangen in de eerste twee opgeleverde opvanghuizen. Op korte termijn wordt uw Kamer door de Staatssecretaris nader geïnformeerd over de voortgang van het samenwerkingsverband met Griekenland.

7. Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de aanstaande JBZ-Raad met betrekking tot de onderwerpen asiel en migratie. Zij hebben daarover enkele vragen en opmerkingen.

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

Het lang verwachte voorstel voor een migratiepact is het resultaat van veel consultaties. Toch blijkt dat er nog veel onenigheid is onder de EU-lidstaten. Natuurlijk is dit de fase waarin bezwaren ingebracht worden. Deelt u niettemin de mening dat ook Nederland tot compromissen bereid zal moeten zijn, met name om de belasting van de grenslanden af te laten nemen en ook de onhoudbare situatie zoals op de Griekse eilanden op te lossen?

Zoals door de leden van de ChristenUnie-fractie wordt aangegeven, hebben de afgelopen drie maanden vooral in het teken gestaan van de duiding van de Commissievoorstellen van 23 september jl. Het kabinet heeft begrip voor de oproep van zuidelijke lidstaten om te komen tot een voorspelbaar en verplichtend solidariteitsmechanisme. Daarbij hecht het kabinet de voorwaarde dat solidariteit hand in hand gaat met het nemen van (meer) verantwoordelijkheid door lidstaten voor de versterking van de EU buitengrenzen en de nationale asiel- en migratiesystemen. Het is aan het inkomende Portugese Voorzitterschap om de belangen van de lidstaten zodanig met elkaar te verzoenen dat de inhoudelijke behandeling van de Commissie voorstellen kan aanvangen.

Verslag van de informele JBZ-raden van 8–9 oktober en 13 november 2020

Hoe beoordeelt u de vrees van de grenslanden dat de buitengrensprocedure tot een grote belasting voor hun asielsystemen gaat leiden? Valt inderdaad te verwachten dat situaties als op Lesbos toe zullen nemen?

Tot de belangrijkste oorzaken van de huidige problemen in de opvangkampen in de lidstaten aan de grenzen van de EU, behoren de tekortschietende procedures, zowel voor screening, registratie, asiel als terugkeer. Kampen als Moria ontstaan niet door een screening- of grensprocedure, maar juist door het ontbreken ervan. De plannen van de commissie bieden perspectief op beter gestroomlijnde procedures, van screening bij aankomst tot terugkeer in geval asielzoekers geen recht hebben op bescherming.

Daarnaast voorzien de voorstellen van de Commissie in meer en hechtere samenwerking met landen van transit en herkomst. Een efficiëntere terugkeerprocedure en betere terugkeersamenwerking met derde landen, zal ook leiden tot een betere doorstroming in de grensprocedure.

Frontex

Er is inmiddels een hoorzitting geweest met de directeur van Frontex over de betrokkenheid van Frontex bij pushbacks. Vindt u zijn verklaringen afdoende? Bent u bereid aan te dringen op een onafhankelijk onderzoek hiernaar?

Frontex voert momenteel intern een onderzoek uit en heeft daarnaast Griekenland gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de vermeende pushbacks. Ook de Europese Ombudsman voert een onderzoek uit naar de incidenten. De zorgvuldigheid gebiedt de uitkomsten van deze nog lopende onderzoeken af te wachten.

Moria

Hoe staat het met de honderd kwetsbare vluchtelingen die uit kamp Moria overgebracht zullen worden naar Nederland? Als dit niet voor de kerst lukt, wanneer verwacht u dat deze operatie uiterlijk voltooid zal zijn? Wat vindt u een acceptabele termijn? Ook zouden deze leden willen weten hoe het staat met de overbrenging van minderjarige asielzoekers van de eilanden naar het Griekse vaste land? Zijn de opvanghuizen allemaal in gereedheid en gevuld? De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zei afgelopen week dat het nieuwe kamp Moria ruimer en gestructureerder is opgezet. Bent u van mening dat de situatie daar nu beter is dan in het vorige kamp? Kent u de berichten over vergiftigde grond waar het nieuwe kamp op gebouwd zou zijn? Bent u bereid hierover opheldering te vragen en in de JBZ- Raad aan te dringen op structurele verbetering van de situatie?

In lijn met de motie Voordewind c.s.15 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer nader en meer uitgebreid infomeren over voortgang.

Met betrekking tot de vragen over het Grieks-Nederlandse samenwerkingsverband wordt kortheidshalve verwezen naar de beantwoording op de vragen van SP.

De Staatssecretaris sluit zich aan bij de uitspraken van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het nieuwe kamp is ruimer en meer gestructureerd opgezet dan Moria. Het kamp is schoner en alle bewoners hebben onderdak. Het kamp is een stuk veiliger omdat permanent meer politie aanwezig is. Ook de voedseldistributie verloopt goed. Daarnaast worden medische faciliteiten ingericht, waarvoor ook de Nederlandse hospitainer zal worden ingezet, zodra deze met Nederlandse financiering is hersteld. Tevens worden maatregelen genomen om de opvang winterklaar te maken. Het kabinet is bekend met de berichten over de vergiftigde grond waarop het nieuwe kamp gebouwd zou zijn. De Griekse autoriteiten hebben geen aanwijzingen gevonden dat de grond onder het nieuwe opvangkamp met lood is vergiftigd. Bovenstaande neemt niet weg dat ook in het nieuwe opvangkamp de opvangomstandigheden nog niet aan alle standaarden voldoen en verdere structurele verbeteringen doorgevoerd dienen te worden. Het kabinet pleit hier in bilateraal en EU- verband voortdurend voor. Door de Griekse autoriteiten, in samenwerking met de Europese Commissie, lidstaten, internationale organisaties en ngo´s wordt gewerkt aan het verbeteren van de opvangomstandigheden en het verlichten van de migratiedruk op de eilanden. Tevens bereiden de Griekse autoriteiten en de Europese Commissie in het kader van de zogenaamde EU Taskforce, de bouw voor van een nieuw opvangkamp op Lesbos in lijn met de geldende Europese en internationale wetgeving.

8. Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie

De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)

Het nieuw Migratie- en Asielpact

De leden van de SGP-fractie vragen naar de stand van zaken in de onderhandelingen over het migratiepact. Wat betekent de huidige stand van zaken voor de positie van de Nederlandse regering naar uw inschatting? Is dit in haar voordeel, of niet?

Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van onder andere de leden van de CDA-, D66-, en GroenLinks-fracties.

In het voorliggende EU-migratiepact wordt de terugkeer van migranten onvoldoende geregeld, naar het oordeel van deze leden. Kunt u aangeven dat u geen genoegen zult nemen met een migratiepact zonder dat er een bindende en dwingende terugkeerregeling komt?

In de voorstellen van de Commissie neemt terugkeer een prominente plaats in. Er worden voorstellen neergelegd voor onder andere een terugkeercoördinator, terugkeersponsorschap en andere vormen van nauwere samenwerking tussen de lidstaten. Ook de externe dimensie van terugkeer, in de vorm van verbetering van de samenwerkingsrelaties met landen van transit en herkomst, wordt versterkt. In dit kader wordt onder meer voorgesteld om de interstatelijke samenwerking op andere terreinen te verbinden aan terugkeersamenwerking.

Samenwerking met partners met betrekking tot effectieve terugkeer en migratiemanagement De leden van de SGP-fractie delen uw oordeel dat de terugkeer verbeterd moet worden en dat

brede partnerschappen met derde landen hierbij essentieel zijn. Welke concrete stappen zijn op het punt van het sluiten van deze partnerschappen reeds gezet? Deelt u de mening dat naast inzet op vrijwillige terugkeer, ook gedwongen terugkeer tot de mogelijkheden moet blijven behoren, voor die gevallen waarbij vrijwillige terugkeer niet effectief blijkt te zijn?

Het kabinet is het met de SGP-fractie eens. Gedwongen terugkeer moet tot de mogelijkheden behoren, ook als stok achter de deur om de keuze voor vrijwillige terugkeer te bevorderen. Uitgangspunt is dat migranten die hier niet mogen verblijven, vertrekken. Dat is ook de Nederlandse inzet binnen de EU. Nederland dringt aan op betere terugkeersamenwerking met herkomstlanden als onderdeel van de partnerschappen benadering. De eerste gesprekken tussen de Europese Commissie en een aantal belangrijke herkomstlanden over terugkeersamenwerking hebben inmiddels plaatsgevonden. Per land is maatwerk vereist. Ook kijkt Nederland uit naar de EU Visumcode als instrument dat kan worden ingezet om terugkeersamenwerking te bevorderen.

Implementatie van interoperabiliteit

Er zijn signalen dat de invoering van nieuwe Europese databanken op het gebied van veiligheid en migratie vertraagd wordt. De EC geeft zelf aan dat dit ernstige gevolgen kan hebben, zo constateren de leden van de SGP-fractie. Gaat u vanuit de Nederlandse regering aandringen op snelle implementatie van deze systemen, zodat onze grenzen beschermd blijven en terrorisme wordt tegengegaan? Welke mitigerende maatregelen nemen de EC, Nederland en de andere lidstaten om vertragingen te voorkomen? Wat kunt u zeggen over de kostenbeheersing en de mogelijke kostenoverschrijding van deze projecten?

Op basis van de voortgang bij de lidstaten zal de Europese Commissie voorstellen om de inwerkingtreding van het inreis- en uitreissysteem (EES) met 2 maanden uit te stellen tot medio mei 2022. De huidige planning om het gehele stelsel van interoperabiliteitscomponenten eind 2023 geïmplementeerd te hebben blijft gehandhaafd.

Het kabinet hecht groot belang aan de implementatie van de (nieuwe) Europese informatiesystemen op het gebied van grenzen en veiligheid en de interoperabiliteit tussen deze systemen en blijft zich dan ook committeren aan de Europese planningen. De Europese Commissie heeft sinds juni 2020 een Rapid Alert proces opgezet waarmee de voortgang van de implementatie van de IT-systemen bij de lidstaten en de Europese agentschappen gemonitord wordt. Hierdoor wordt in een vroeg stadium zichtbaar waar eventuele vertraging zich voordoet. Zowel de Europese Commissie als het agentschap voor grootschalige IT-systemen eu-LISA kunnen op basis daarvan kan snel gerichte ondersteuning bieden.

In Nederland wordt de nationale implementatie van acht verordeningen op het gebied van grenzen en veiligheid (waaronder de verordeningen over interoperabiliteit) in brede zin voorbereid en uitgevoerd in het kader van het Programma Grenzen en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In dit programma wordt onder meer de aanpassing van bestaande nationale wet- en regelgeving ter hand genomen om de uitvoering van de relevante verordeningen – voor zover nodig – mogelijk te maken. Het streven is daarbij zoveel mogelijk te komen tot één nationale uitvoeringswet. Het betreffende wetsvoorstel is momenteel in ambtelijke voorbereiding en wordt daarna aangeboden aan de Kamer. Daarnaast wordt gewerkt aan de feitelijke invoering van de verordeningen in Nederland (opleiding personeel, aanpassing ICT-systemen etc.).

Ook op het hoogste niveau bestaat inzicht in de mogelijke risico’s en de mitigerende maatregelen. Er is volop aandacht voor kostenbeheersing. Op dit moment is geen sprake van kostenoverschrijdingen.

Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660) d.d. 23-11-2020

De leden van de SGP-fractie lezen dat u in lijn met de motie-Van Toorenburg/Becker (Kamerstuk 32 317, nr. 652) heeft gewezen op de samenhang met de lopende herziening van de Terugkeerrichtlijn. Kunt u aangeven welke posities de EU-lidstaten hierover innamen? Kan deze wens van de Kamer ook op draagvlak bij de andere EU-lidstaten rekenen, zodat de Terugkeerrichtlijn ook daadwerkelijk onderdeel wordt van de lopende herziening? Gaat u zich hier tijdens de komende JBZ-raad en in uw andere contacten in EU-verband opnieuw voor inspannen?

In interventies van meerdere lidstaten is aandacht gevraagd voor de samenhang tussen terugkeer, inclusief de herziening van de terugkeerrichtlijn, en de voorliggende voorstellen waarover de Raad nu spreekt. Dat gaat daarbij om de externe dimensie, maar ook om een efficiënter terugkeerproces. Het belang van terugkeer, inclusief efficiënte terugkeerprocedures, zal een speerpunt blijven van de inzet van het kabinet, zowel in gesprekken over de voorstellen als in de trilogie tussen de Raad, de Commissie en het Europese Parlement over de Terugkeerrichtlijn, als deze aanvangt.


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 65.

X Noot
2

Kamerstuk 22 112, nr. 2955.

X Noot
3

Verordening (EU) 2019/1896.

X Noot
4

Kamerstuk 27 062, nr. 117.

X Noot
5

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 65.

X Noot
6

Kamerstuk 27 062, nr. 117.

X Noot
9

Kamerstuk 27 062, nr. 117.

X Noot
10

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 65.

X Noot
11

Kamerstuk 22 112, nr. 2955.

X Noot
12

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 65.

X Noot
13

Kamerstuk 27 062, nr. 117.

X Noot
14

Kamerstuk 27 062, nr. 117.

X Noot
15

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 65.

Naar boven