32 317 JBZ-Raad

Nr. 664 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2020

Met deze brief informeer ik u over de Raadsaanbevelingen voor Nederland op het gebied van het Schengenvisumbeleid. De Raadsaanbevelingen zijn opgesteld op basis van de Schengenevaluatie die in september 2019 in Rabat heeft plaatsgevonden. Het evaluatierapport van de Commissie en de Raadsaanbevelingen zijn pas recentelijk, een jaar na de datum van de evaluatie in september 2019, vastgesteld1. Hieronder treft u een korte appreciatie aan van de belangrijkste aanbevelingen.

Schengenevaluatie

Nederland heeft in het kader van de Schengenevaluaties tussen 24 en 27 september 2019 een onaangekondigde thematische Schengenevaluatie gehad op het gebied van het visumbeleid in Rabat. De evaluatie werd uitgevoerd bij de Nederlandse ambassade in Rabat door een team bestaande uit experts van de Commissie en lidstaten. Door een evaluatiebezoek af te leggen heeft het team beoordeeld in hoeverre Nederland voldoet aan het Schengenacquis op het onderdeel Schengenvisumbeleid. Gelijktijdig met Nederland werd ook het visumbeleid van Spanje, Frankrijk en Zwitserland in Rabat geëvalueerd.

De Schengenevaluaties worden uitgevoerd op basis van een verordening2 waarin de regels en procedures voor de evaluaties zijn vastgelegd. Conform deze verordening heeft de Raad aanbevelingen vastgesteld voor Nederland op het Schengenvisumbeleid zodat de implementatie van het Schengen-acquis verbeterd kan worden. De aanbevelingen worden ook gedeeld met het Europees parlement (EP) en de nationale parlementen. In het vervolgproces moet Nederland, binnen een maand na de formele vaststelling van de Raadsaanbevelingen, een actieplan opstellen om de aanbevelingen te realiseren en periodiek aan Commissie en de Raad rapporteren over de voortgang. De Commissie heeft vervolgens de taak om de Raad en het EP regelmatig over de voortgang hiervan te informeren. De Raad heeft de aanbevelingen voor het Schengenvisumbeleid voor Nederland op 2 december 2020 formeel vastgesteld. Deze Raadsaanbevelingen zijn als bijlage bij deze brief gevoegd.

Aanbevelingen voor het Nederlandse visumbeleid

De algemene conclusie in het gezamenlijke rapport van de thematische Schengenevaluatie van de vier Schengenlanden in Rabat is dat de uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid, wat de meest essentiële aspecten betreft, voldoet aan de Visumcode en andere relevante wetgeving. Op sommige gebieden is er echter veel ruimte voor verbetering zoals de geharmoniseerde toepassing van bepaalde beginselen en voorschriften.

Een van de belangrijkste bevindingen van het evaluatieteam is dat derdelanders bij het indienen van een visumaanvraag te maken krijgen met een zeer lange wachttijd voor het maken van een afspraak om een aanvraag in te dienen. Deze belangrijke aanbeveling voor Nederland heeft betrekking op het afsprakensysteem voor het indienen van een visumaanvraag bij Nederland in Rabat. Het evaluatie team heeft in september 2019 geconstateerd dat het praktisch onmogelijk bleek een afspraak te maken. Op het moment van de evaluatie was de wachttijd meer dan drie maanden, waar deze volgens de Visumcode ten hoogste 2 weken mag bedragen. Deze situatie werd dusdanig niet-conform de Visumcode bevonden, dat er sprake is van een ernstige tekortkoming. De aanbeveling roept Nederland dan ook op tot het onmiddellijk nemen van maatregelen die dit probleem oplossen.

Nederland erkent dat ten tijde van de Schengenevaluatie sprake was van een lange wachttijd voor het maken van een afspraak bij de ambassade en de externe dienstverlener in Rabat. Snel oplopende aantallen visumaanvragen in Marokko en zogenaamde «no shows» waren hier mede debet aan. Na de evaluatie en vooruitlopend op de vaststelling van het evaluatierapport en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen door de Raad, heeft Nederland dit actiepunt opgepakt en werd er een aantal maatregelen genomen. Zo werd, om het hoge aantal «no show» afspraken terug te dringen, de «vooruitbetaling van de dienstverleningskosten» bij de externe dienstverlener ingevoerd. Daarnaast werd de externe dienstverlener geïnstrueerd aanvragers actief te benaderen voor het indienen van de aanvraag bij het vrijkomen van afspraken.

De Covid-19-pandemie heeft het vervolgproces van de Schengenevaluatie aanzienlijk vertraagd. Het visumproces bij de ambassade in Marokko ligt sinds de aanvang van de covidcrisis zo goed als stil. Het afsprakensysteem werd gesloten. Schengenvisa zijn/worden slechts in een uitzonderingsgeval, voor zover de lokale veiligheidssituatie dat toestond/-staat, verstrekt.

Met bevindingen in het rapport waarmee ondanks Covid-19 wel aan de slag kon worden gegaan, zijn aanzienlijke stappen gezet. Ten aanzien van het centraal beslissen bestonden bij het evaluatieteam enkele zorgen over de beschikbaarheid van actuele lokale kennis voor de beslismedeweker bij de centrale visumbackoffice in Den Haag. Nederland wordt aanbevolen ervoor zorg te dragen dat beslismedewerkers toegang hebben tot actuele kennis van de lokale situaties in visumplichtige landen (zoals Marokko).

Nederland maakt in het beslisproces op visumaanvragen gebruik van «Informatie Ondersteund Beslissen». Dit verwijst naar het betrekken van extra informatie om vast te stellen of een visumaanvraag aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een visum voldoet. Deze werkwijze voorziet beslismedewerkers o.m. van relevante lokale informatie van ambassades en Schengenpartners. Daarvoor is door Nederland in het visumproces de landenapplicatie ontwikkeld. Deze «app» dient als een instrument om de besluitvormer te voorzien van zowel algemene als diepgaande achtergrondinformatie over de lokale context en over de door de missies gesignaleerde trends en patronen. In de afgelopen periode is veel werk gemaakt van het in de «app» uitbreiden, optimaliseren en actualiseren van landenspecifieke informatie van visumplichtige landen ten behoeve van een gedegen informatiepositie van beslismedewerkers. Het updaten van lokale informatie in de «app» is essentieel en blijft een permanente actie in het visumproces.

Verder is er een interviewkader opgesteld voor de beslismedewerkers en zijn er trainingen gegeven over «interviewtechniek» aan de lokale staf van een groot aantal belangrijke visumposten. De aantallen afgenomen interviews en de werkwijze hierbij worden gemonitord. Zodra het visumproces weer volledig kan worden opgestart, kunnen ook de interviews weer worden afgenomen. Ook is veel tijd besteed aan opleidingen voor beslismedewerkers van de centrale visumbackoffice in Den Haag over het visumwerkproces en de regelgeving van de Visumcode.

De bevindingen in het rapport die de werkwijze van de Externe Dienstverlener (EDV) betreffen zijn met de EDV besproken en een aantal daarvan zijn al door de EDV in het werkproces aangepast. Momenteel wordt er overeenkomstig de verordening van Schengenevaluaties gewerkt aan een actieplan waarin de maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen voor de korte en lange termijn worden opgenomen.

Ten slotte merk ik op, dat Nederland de Commissie ertoe heeft opgeroepen om, in de contacten met Marokko, deze EU-inzet voor een goede dienstverlening aan visumaanvragers te koppelen aan de weinig coöperatieve houding van Marokko op het terugkeerdossier.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

VERORDENING (EU) Nr. 1053/2013 VAN DE RAAD van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie.

Naar boven