32 317 JBZ-Raad

Nr. 590 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2020

In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van 10 oktober jl. informeer ik, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, uw Kamer met deze brief over de uitkomst van de onderhandelingen tussen Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk en Nederland ten aanzien van de realisatie van de directe Eurostar treinverbinding tussen Amsterdam en Londen. In het verzoek heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid gevraagd om alle conceptteksten die zijn besproken tijdens de onderhandelingen met de andere landen.

In het verslag van de JBZ-raad (Kamerstuk 32 317, nr. 577) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat in het ministerieel overleg op 8 oktober in de marge van de Raad overeenstemming is bereikt over een belangrijk nog openstaand punt met betrekking tot de bevoegdheden van buitenlandse grenswachters, om te kunnen arresteren en detineren in de controlezones in een ander land. Op basis daarvan hebben de landen de nodige verdragstechnische voorbereidingen getroffen opdat de ministerraad in de betreffende landen (Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, België en Nederland) kan instemmen met de ondertekening van het verdrag.

Het vierlandenverdrag zoals dat in Nederland en de andere landen aan de ministerraad is (wordt) aangeboden treft u bijgaand aan1. In Nederland heeft de ministerraad op 15 november ingestemd met de ondertekening van het verdrag. De onderliggende versie zal na instemming van alle ministerraden in landen worden ondertekend. Ondertekening van het verdrag door het Verenigd Koninkrijk heeft vertraging opgelopen vanwege verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. Verder is uw Kamer in de afgelopen periode over de voortgang van de onderhandelingen met de andere landen geïnformeerd. Op basis van het voorgaande en omdat de bijgevoegde verdragstekst tijdens de onderhandelingen is gewijzigd en de andere landen hebben aangegeven dat dit mogelijk tot onduidelijkheden kan leiden, is het niet meer opportuun om eerdere conceptteksten van het vierlandenverdrag met uw Kamer te delen. Op dit moment worden nog de nodige afrondende voorbereidingen verricht ten aanzien van het bilaterale verdrag van Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Zodra deze zijn afgerond zal de tekst van het verdrag aan uw Kamer worden toegezonden. Het streven is dat dit in het eerste kwartaal van 2020 aan uw Kamer wordt toegestuurd.

Het kabinet is tevreden met de uitkomst van de onderhandelingen. Zoals bij uw Kamer bekend wijzigt het verdrag de bestaande Overeenkomst met betrekking tot het treinverkeer via de vaste kanaalverbinding, die sinds 1993 van kracht is tussen het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en België. Het gewijzigde verdrag, met protocol, voorziet in een regeling van de grenscontroles die op de stations in Amsterdam en Rotterdam zullen worden uitgevoerd door achtereenvolgens de Nederlandse en de Britse grensbeambten (de zgn. «juxtaposed controls»). De reizigers naar Londen die in Nederland instappen hoeven na implementatie van het verdrag niet meer in Brussel uit te stappen voor de noodzakelijke grenscontrole.

In het verslag van de JBZ-raad is uw Kamer geïnformeerd dat in deze regeling onder andere wordt bepaald dat buitenlandse grenswachters onder strikte voorwaarden bevoegd zijn om tijdens het grenscontroleproces (gesignaleerde) personen op het grondgebied van een andere verdragspartij strafrechtelijk aan te houden, waarna zij deze personen onmiddellijk dienen over te dragen aan de autoriteiten van het gastland. Naast de regeling van de grenscontroles bevat het verdrag bepalingen inzake de samenwerking op het gebied van politie en justitie en de uitwisseling van informatie. In de onderhandelingen over het vierlandenverdrag en het bilaterale verdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk is rekening gehouden met de Europese uitgangspunten in het kader van de Brexit. Verder sluiten de afspraken over de politiële- en justitiële samenwerking in het vierlandenverdrag aan bij de bestaande verdragen op dit gebied, waaronder het nieuwe Benelux-politieverdrag, het verdrag van Prüm en de Schengengrenscode.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven