Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2019
Naar aanleiding van bovenstaand verzoek van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
berichten wij u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, het volgende.
De Europese Rekenkamer (ERK) publiceerde op 13 november 2018 een rapport over de effectiviteit
van de humanitaire projecten van de eerste tranche van de Faciliteit voor Vluchtelingen
in Turkije.
De Faciliteit is er volgens de ERK, ondanks de uitdagende omstandigheden, in korte
tijd in geslaagd om een respons te bieden aan de vluchtelingencrisis in Turkije. De
humanitaire projecten hebben vluchtelingen gesteund in hun fundamentele behoeften.
De ERK concludeerde tevens dat de meeste projecten de gewenste resultaten lieten zien.
Wel identificeerde de ERK een aantal verbeterpunten op het gebied van efficiëntie
en coördinatie van de Faciliteit. Zo werd implementatie door NGO’s vertraagd door
de uitdagende context waarin moest worden gewerkt en maakten uiteenlopende visies
van de EU en Turkse overheden dat niet alle prioriteitsgebieden even goed gedekt werden.
Daarnaast zouden kosten voor de verschillende projecten beter afgewogen en inzichtelijk
kunnen worden gemaakt.
Het rapport doet de volgende aanbevelingen voor de Faciliteit: beter meenemen van
socio-economische behoeften van vluchtelingen; beter stroomlijnen van steun; een strategie
opstellen voor de transitie van humanitaire hulp naar ontwikkelingshulp; verbeteren
van het klimaat voor NGO’s; en monitoring van en rapportage over de Faciliteit intensiveren
(waaronder volledige toegang van projectpartners tot Turkse data over in aanmerking
komende begunstigden van de geldelijke bijdragen voor vluchtelingen). De Commissie
heeft aangegeven de verbeterpunten mee te nemen in de tweede tranche en stelt dat
het met de Turkse overheid in gesprek zal blijven over het verbeteren van het klimaat
voor NGO’s en toegang tot primaire data.
De Raad nam op 19 februari 2019 conclusies aan over het rapport van de ERK. In deze
conclusies onderschreef de Raad de bevindingen en aanbevelingen van de Europese Rekenkamer.
De Raad benadrukte daarbij het strategische belang van de geleidelijke overgang van
humanitaire hulp naar meer duurzame vormen van assistentie aan vluchtelingen in Turkije
en drong in dat kader aan op een duurzame transitiestrategie. Ook benadrukte de Raad
de noodzaak om met ervaren partners te blijven werken, het klimaat voor NGO’s in Turkije
te verbeteren en de toegang tot primaire data te verbeteren.
Het kabinet kan zich vinden in het ERK-rapport en steunt de Raadsconclusies. De Faciliteit
heeft de afgelopen jaren een waardevolle bijdrage geleverd aan de ondersteuning van
vluchtelingen in Turkije en de gastgemeenschappen die hen opvangen – in aanvulling
op de nationale Turkse inspanningen. Zo ontvangen 1,5 miljoen kwetsbare vluchtelingen
via de Faciliteit een bijdrage voor hun basisbehoeften. Daarnaast hebben dankzij de
Faciliteit meer dan 635.000 Syrische kinderen in Turkije toegang tot onderwijs, en
zijn vluchtelingen in Turkije meer dan 5 miljoen keer op consult in een ziekenhuis
geweest. De eerste tranche van EUR 3 miljard is inmiddels volledig gecontracteerd;
EUR 2 miljard daarvan is al uitgekeerd. Van de tweede tranche is momenteel EUR 1,2 miljard
gecommitteerd. De looptijd van projecten onder de tweede tranche is tot 2025. Met
de ERK en de Raad is het kabinet van mening dat een duurzame transitiestrategie, verbetering
van het klimaat voor NGO’s en toegang tot primaire data prioriteiten voor de komende
periode zijn.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag