32 317 JBZ-Raad

Nr. 56 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2011

Graag informeer ik u over mijn bezoek aan Roemenië en Bulgarije op 10, 11 en 12 mei jl. Ik bezocht Roemenië en Bulgarije onder meer om te spreken over de door deze landen gewenste toetreding tot de Schengenzone. In dit kader zijn ook de hervormingen van het justitiële en politiële stelsel, evenals de strijd tegen corruptie en in het geval van Bulgarije ook de strijd tegen de georganiseerde misdaad uitgebreid aan de orde geweest. Daarnaast heb ik met de gesprekspartners gesproken over economische betrekkingen.

In Boekarest sprak ik met de minister van Buitenlandse Zaken Baconschi, de staatsecretaris van Europese Zaken Aurescu, de minister van Justitie Predoiu en de gouverneur van de Roemeense Centrale Bank Isărescu. Ook sprak ik met Nederlandse ondernemers die actief zijn in Roemenië.

In Sofia sprak ik met vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken Tsvetanov, vice-minister van Binnenlandse Zaken Georgiev, minister van Buitenlandse Zaken Mladenov, vice-minister van Buitenlandse Zaken Dimitrov en minister van Justitie Popova. Ik heb de grenspost Kapitan Andreevo, op de grens tussen Bulgarije en Turkije, bezocht. Net als in Roemenië heb ik in Bulgarije met vertegenwoordigers van het lokale Nederlandse bedrijfsleven gesproken en een deels door een Nederlands bedrijf gebouwde waterzuiveringsinstallatie geopend.

Schengen

In zowel Boekarest als Sofia heb ik uitgebreid gesproken over de door beide landen gewenste toetreding tot Schengen. In Boekarest en Sofia werd benadrukt dat de Roemeense en Bulgaarse grenzen voldoen aan de technische Schengencriteria. Dat is ook door de Commissie vastgesteld. Beide landen hebben veel geld en tijd geïnvesteerd om hun grensbewaking zo in te richten dat deze conform de Schengeneisen is. Ook Nederland heeft hieraan bijgedragen. Bij de grenspost Kapitan Andreevo tussen Bulgarije en Turkije ben ik onder meer geïnformeerd over aanwezige infrastructuur en apparatuur, waaronder de vereiste radarsystemen, de opleiding van de grensbeambten en het gebruik van het Schengen Informatiesysteem. Ik heb uitgebreid kennis genomen van de inspanningen van Bulgarije om de toekomstige buitengrens van de EU te bewaken.

In beide landen heb ik benadrukt dat het, ondanks de geconstateerde technische gereedheid, nog te vroeg is voor daadwerkelijke toetreding. Hoewel er geen formeel juridisch verband bestaat tussen Schengen en de binnen het CVM gevraagde hervormingen, is er wel degelijk een relatie tussen beide dossiers. Immers, om de binnengrenscontroles op te heffen, is vertrouwen nodig.

Coöperatie- en verificatiemechanisme

Verder sprekend over dat vertrouwen, werd van Bulgaarse zijde gesteld dat de regering Borisov is gekozen vanwege diens hervormingsagenda en dat deze hervormingen momenteel worden geïmplementeerd. De afgelopen jaren is er concrete en duurzame vooruitgang geboekt met de hervormingen van justitie en politie, dankzij de inzet van de regering en de steun van de Bulgaarse bevolking. Mijn gesprekspartners toonden begrip voor de zorgen die er in Nederland – en andere EU-lidstaten – zijn over Schengentoetreding op dit moment. Zij benadrukten echter dat de hervormingen niet worden uitgevoerd om tot Schengen toegelaten te worden of om EU-partners te plezieren, maar omdat deze topprioriteit genieten op de nationale agenda. In Sofia is men ervan overtuigd dat het CVM-rapport dat de Commissie deze zomer zal presenteren positief zal zijn.

Ook in Roemenië zijn er, zo stelden mijn gesprekspartners in Boekarest, fundamentele systeemveranderingen doorgevoerd. De implementatie van de nieuwe wetboeken van burgerlijk recht, burgerlijke rechtsvordering, strafrecht en strafprocesrecht werd als belangrijk voorbeeld genoemd. Er was volgens de Roemeense minister van Justitie ruim 3 miljoen Euro uitgetrokken om de magistratuur te trainen in de toepassing van de nieuwe wetten.

Ik heb de regeringen in Sofia en Boekarest gecomplimenteerd met hun inspanningen. Ook heb ik benadrukt dat het vertrouwen in de rechtsstaat de Nederlandse positie op het Schengendossier zal bepalen. Voor Nederland is het van belang dat de hervormingen duurzaam en onomkeerbaar zijn en leiden tot concrete resultaten. Deze Nederlandse boodschap is ook in de Bulgaarse en Roemeense media duidelijk naar voren gekomen.

Economische betrekkingen

Een ander belangrijk onderwerp van gesprek in Roemenië was het financieel-economische beleid. Ik heb de Roemeense autoriteiten gecomplimenteerd met de manier waarop zij de economische crisis onder controle weten te krijgen. Ook sprak ik over de economische betrekkingen tussen Nederland en Roemenië. Nederland is, met 5,8 miljard Euro, de grootste investeerder in Roemenië en er zijn bijna 4 000 geregistreerde Nederlandse bedrijven aanwezig. Roemenië heeft een «Oranje strategie» uitgewerkt met als doel de economische, sociale en culturele betrekkingen tussen beide landen te versterken.

In Sofia heb ik een mede door een Nederlands bedrijf gebouwde waterzuiveringsinstallatie geopend om de bekendheid van de Bulgaarse overheid en het bedrijfsleven met de Nederlandse expertise op het gebied van milieu te vergroten en de goede economische relaties tussen Nederland en Bulgarije te belichten. Ook in Bulgarije behoort Nederland tot de grootste investeerders.

Vrij verkeer van werknemers

De Roemeense staatssecretaris Aurescu stelde zich zorgen te maken over de verscherping van het beleid en de voorgenomen verlenging van het transitieregime ten aanzien van het vrij verkeer van werknemers uit Roemenië (en Bulgarije). Volgens hem kon het lage aantal Roemeense arbeidsmigranten dat in Nederland werkzaam is geen duurzame verstoring van de arbeidsmarkt veroorzaken. Roemenië zou bekijken of de door Nederland voorgestelde maatregelen in lijn zijn met de betreffende EU-richtlijn 2004/38. Ik heb mijn collega geantwoord dat het kabinet dit najaar een besluit zal nemen over de eventuele verlenging van de transitietermijn tot uiterlijk 1 januari 2014. Ik heb verduidelijkt dat het beleid niet wordt aangescherpt. Het betreft de consequente toepassing van het beginsel dat eerst nationaal en EU-arbeidsaanbod moet worden geworven, voordat een tewerkstellingsvergunning kan worden afgegeven. Voor Bulgaarse en Roemeense arbeidskrachten is tot uiterlijk 2014 een tewerkstellingsvergunning verplicht.

Appreciatie

Met zowel Bulgarije als Roemenië heeft Nederland goede betrekkingen, niet in de laatste plaats op economisch vlak. Beide landen tonen zich actieve en betrouwbare EU- en NAVO-partners. Zo dragen beide landen bij aan de Frontex-operaties, hebben beide landen troepen in Afghanistan, draagt Roemenië bij aan de handhaving van de no-fly zone in Libië en levert Bulgarije met het Sofia-platform een positieve bijdrage aan de transitieprocessen in de Noord-Afrikaanse landen.

In Bulgarije en Roemenië worden substantiële maatschappelijke hervormingen doorgevoerd. Deze processen zijn complex en vergen veel inspanning, tijd en geld. Voor deze inspanningen verdienen de regeringen van beide landen complimenten. Dat geldt ook voor de investeringen en de resultaten daarvan op het gebied van de grensbewaking. Het is van belang dat de regeringen in Sofia en Boekarest dit beleid voortzetten.

Vooralsnog bestaat er evenwel onvoldoende zekerheid dat de hervormingen die in Bulgarije en Roemenië worden doorgevoerd duurzaam en onomkeerbaar zijn. Het is pas mogelijk de binnengrenscontrole op te heffen wanneer er voldoende vertrouwen is in de bestuurlijke en rechtsstatelijke capaciteiten van betreffende landen. De rechtsstaat is immers het belangrijkste fundament van de Europese Unie.

Vervolgstappen

De Commissie heeft onlangs op basis van evaluaties in beide landen geconcludeerd dat Bulgarije en Roemenië voldoen aan de technische criteria voor Schengentoetreding. Nederland is het eens met deze conclusie. In aanloop naar de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 9 en 10 juni wordt er onderhandeld over de conclusies over de technische gereedheid van Bulgarije en Roemenië. Wat Nederland betreft kan, gezien de tekortkomingen op het vlak van de rechtsstaat, nog niet worden besloten dat beide landen kunnen toetreden tot de Schengenzone. Nederland trekt in dit dossier nauw op met Frankrijk en Duitsland, die net als wij bedenkingen hebben bij de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot Schengen.

In juli presenteert de Commissie het zomerrapport over de voortgang van Bulgarije en Roemenië in het kader van het CVM. Ik zal uw Kamer over het zomerrapport informeren.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Naar boven