32 317 JBZ-Raad

Nr. 475 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2017

Hierbij bieden wij u het verslag aan van de bijeenkomst van de Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken van 8 en 9 juni te Luxemburg2.

Daarnaast komen wij terug op een toezegging en informeren wij u over een viertal onderwerpen op het gebied van migratie.

De toezegging is gedaan tijdens het Justitie-deel van het AO JBZ-Raad van 7 juni en betreft de transparantie en openbaarheid van Raadsdocumenten.

De vier onderwerpen op het gebied van migratie zijn:

  • de operationalisering van de Europese grens- en kustwacht;

  • de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring;

  • herplaatsing en hervestiging en

  • een uniform model voor verblijfstitels.

Toezegging vorig AO Justitie-deel inzake openbaarheid van Raadsdocumenten

Graag kom ik terug op mijn toezegging aan de Tweede Kamer inzake de transparantie en openbaarheid van Raadsdocumenten. Hiervoor verwijs ik graag naar de Kamerbrief met Kamerstuk 22 112, nr. 2274 waarin uitgebreid in wordt gegaan op rubriceringen, zoals de Limite-rubricering.

Daarnaast verwijs ik graag naar de rechtstreekse toegang die Kamerleden hebben tot de documenten via de zogenaamde Delegates Portal.

Verder kan ik u ook melden dat Nederland zich tijdens het EU voorzitterschap van de Raad in 2016 hard heeft gemaakt voor een zo vroeg mogelijke openbaarmaking van Limite documenten. Zie daarvoor ook Kamerstuk 22 112, nr. 2205.

Operationalisering van de Europese grens- en kustwacht

Op 13 juni jl. publiceerde de Europese Commissie het vierde voortgangsverslag over de operationalisering van de Europese grens- en kustwacht.3 In de periode van dit vierde verslag is wederom belangrijke voortgang gemaakt ten aanzien van de operationalisering van de nieuwe Europese grens- en kustwacht. Dit geldt met name op het gebied van de kwetsbaarheidsanalyses en de samenwerking met derde landen. Frontex heeft de eerste kwetsbaarheidsanalyses afgerond en lidstaten aanbevelingen gedaan om eventuele tekortkomingen aan hun buitengrenzen aan te pakken. Ook heeft Frontex op basis van een risicoanalyse zes lidstaten uitgekozen waarvan getest wordt in hoeverre zij in staat zijn om te gaan met toekomstige uitdagingen aan hun buitengrenzen. Dit gebeurt aan de hand van simulaties. Nederland behoort niet tot deze lidstaten. Wat samenwerking met derde landen betreft zijn de onderhandelingen met Servië over een statusovereenkomst verder gebracht. Het kabinet steunt het voornemen om dergelijke overeenkomsten met meerdere landen op de Westelijke Balkan af te sluiten. In het voortgangsverslag wordt ook gewezen op punten waar de implementatie van de nieuwe verordening gebreken vertoont. Zo zijn er nog steeds tekorten aan materieel en personeel in een aantal gezamenlijke operaties, met name in Griekenland en Italië. Ook hebben nog niet alle lidstaten een bijdrage geleverd aan de snel inzetbare pool voor materieel. Daarnaast wijst de Commissie er op dat niet alle lidstaten namen van grenswachters hebben geleverd voor de snel inzetbare pool voor personeel. Nederland komt zijn verplichtingen ten aanzien van beide pools na en verwacht dat iedere lidstaat zijn aandeel levert, zodat Frontex slagvaardig kan optreden aan de buitengrenzen. Ten slotte is het kabinet tevreden over de installatie van het individuele klachtenmechanisme binnen Frontex. In de rapportageperiode zijn enkele klachten binnengekomen. Hier zaten geen klachten bij over Nederlands personeel.

Uitvoering EU-Turkije Verklaring

Op 13 juni jl. publiceerde de Europese Commissie het zesde voortgangsverslag over de vooruitgang bij de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring.4 Bij het verslag is ook een bijlage opgenomen met betrekking tot de uitvoering van het gezamenlijke actieplan dat specifiek ziet op het verbeteren van de processen en de situatie in Griekenland.

Het kabinet verwelkomt het verslag en de aanbevelingen van de Commissie. Uit het verslag blijkt dat sinds de inwerkingtreding van de Verklaring, het aantal personen dat vanuit Turkije de levensgevaarlijke oversteek waagt naar de Griekse eilanden bestendig laag blijft. Gemiddeld komen 52 personen per dag aan. In de maand voor de inwerkingtreding van de Verklaring (maart 2016) kwamen meer dan 1.700 personen per dag aan. Belangrijker is dat, ondanks een aantal recente tragische gebeurtenissen, het aantal verdrinkingen in de Egeïsche zee significant is gedaald. Wel waarschuwt de Commissie dat de aankomsten in de komende periode licht kunnen oplopen door de verbeterende weersomstandigheden. Dit is een jaarlijks terugkerende trend, ondanks de doorlopende inspanningen van de EU (Frontex), NAVO en Turkse kustwacht om mensensmokkel tegen te gaan.

De situatie op de Griekse eilanden, in het bijzonder de omstandigheden in de opvangcentra, verdient nog alle aandacht. In de rapportageperiode zijn stappen gezet om de asielprocedures te versnellen, zijn verbeteringen doorgevoerd om de omstandigheden in de opvangcentra te verbeteren en zijn maatregelen doorgevoerd om de veiligheidssituatie in de verschillende centra te verbeteren. Kwetsbare migranten die in aanmerking komen voor de reguliere asielprocedure, worden versneld overgeplaatst naar het Griekse vasteland waar meer en betere voorzieningen beschikbaar zijn. De Griekse autoriteiten hebben ook maatregelen getroffen om kwetsbare groepen, zoals minderjarige kinderen, beter te beschermen. Voorts zijn stappen gezet om de opvang- en detentiecapaciteit op de Griekse eilanden te vergroten en efficiënter in te zetten. Ook zijn maatregelen doorgevoerd om de terugkeerprocedures naar Turkije efficiënter en met grotere regelmaat te laten plaatsvinden. Deze verschillende maatregelen moeten er mede toe bijdragen dat het aantal migranten dat in de centra verblijft, daalt. Om de effecten van de genoemde maatregelen beter in beeld te krijgen, nodigt de Commissie de Griekse autoriteiten uit om het officiële aantal aanwezige migranten op de Griekse eilanden (13.968 per 9 juni jl.) opnieuw te verifiëren. Aanleiding hiervoor zijn verschillende berichten die dit officiële aantal in twijfel trekken.

De personele tekorten bij met name EASO zijn deels ingelopen doordat EASO nu ook zelf experts werft. Dit neemt echter niet weg, zoals de Commissie ook in het verslag onderstreept, dat lidstaten een blijvende verantwoordelijkheid hebben om voldoende en de juiste experts beschikbaar te stellen. Zoals al vaker met uw Kamer gedeeld, steunt het kabinet de Commissie in deze oproep en zal het kabinet dit doorlopend benadrukken tijdens verschillende vergaderingen.

De Commissie bevestigt dat het hervestigingsproces van Syrische vluchtelingen vanuit Turkije naar de EU onder de zogenaamde 1:1-afspraken aanzienlijk sneller verloopt dan de terugkeer van de Griekse eilanden naar Turkije. In de praktijk blijkt dat een deel van de Syrische vluchtelingen aan het eind van het traject besluit alsnog geen gebruik te maken van hervestiging. Dit heeft een begrijpelijk negatief effect op de effectiviteit van de hervestigingsprocedure en toezeggingen van de lidstaten. Het kabinet verwelkomt de maatregelen die de Commissie samen met UNHCR in Turkije heeft ontwikkeld om dit tegen te gaan. De Commissie verwacht dat de onderhandelingen met Turkije over de vrijwillige regeling voor humanitaire toelating, dat de 1:1-hervestiging moet vervangen, op afzienbare termijn kunnen worden afgerond.

Via de Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije ondersteunt de EU de opvang van vluchtelingen in Turkije en de verbetering van hun situatie, met een bijzondere aandacht voor kinderen. Lopende projecten dragen bij aan een betere toegang tot onder andere onderwijs, gezondheidszorg en de arbeidsmarkt. Conform de toezegging van de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, dringt het kabinet aan bij de verschillende partners, inclusief de Turkse overheid, om er voor te zorgen dat de toegang van vluchtelingen tot de legale arbeidsmarkt verbetert. Op 13 februari jl. organiseerde de Nederlandse ambassade in Ankara een rondetafelgesprek, waar onder meer is gesproken over mogelijke verlaging van de kosten van werkvergunningen voor vluchtelingen. Ook het Turkse Ministerie van Arbeid nam deel aan dit gesprek, evenals Nederlandse en internationale modemerken.

Inmiddels is binnen het kader van de Faciliteit tot EUR 2,9 miljard aan projecten gealloceerd en zijn contracten gesloten voor in totaal 47 projecten. Met steun vanuit de Faciliteit ontvangen ruim 600.000 vluchtelingen rechtstreeks (financiële) maandelijkse steun. Dit draagt bij aan hun zelfredzaamheid. Ter aanvulling daarop is in mei 2017 gestart met een aanvullende financiële steun aan gezinnen voor het onderwijs van hun kinderen. Volgens de Commissie zullen in het eerste jaar zo’n 230.000 vluchtelingenkinderen hier gebruik van maken.

Met bovenstaande activiteiten is invulling gegeven aan de toezeggingen ten aanzien van arbeidsomstandigheden van Syrische vluchtelingen in Turkije, gedaan door de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tijdens het debat op 25 oktober 2016 over Syrische vluchtelingen in de Turkse textielsector. Nederland zal aandacht blijven houden voor deze kwestie.

Ten opzichte van het voorgaande verslag meldt de Commissie wederom geen concrete vooruitgang op de openstaande criteria waar Turkije aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor visumliberalisatie. Besluitvorming hierover is dan ook wat de Commissie en het kabinet betreft, niet aan de orde.

Op aandringen van Nederland legde de Raad op 13 december 2016 vast dat het toetredingsproces met Turkije feitelijk stilligt. Onder de huidige omstandigheden kunnen geen nieuwe hoofdstukken worden geopend. Uit het zesde voortgangsverslag blijkt dat er sinds 30 juni 2016 geen hoofdstukken zijn geopend of gesloten met Turkije. De Commissie zet het monitoringswerk op het gebied van de rechtsstaat voort. Conform de motie Omtzigt c.s.5 dringt Nederland erop aan dat de Commissie op korte termijn een oordeel presenteert over hoe de grondwetswijzigingen en hun praktische toepassing zich verhouden tot de status van kandidaat-lidstaat van Turkije. De Commissie heeft toegezegd hierover te zullen rapporteren, in het kader van haar rapportage over de stand van het uitbreidingsproces in het voorjaar van 2018 of zoveel eerder als mogelijk.

Herplaatsing en hervestiging

Op 13 juni jl. heeft de Europese Commissie het dertiende voortgangsverslag gepresenteerd over herplaatsing en hervestiging.6 Gedurende de eerste vijf maanden van 2017 is het tempo van de herplaatsingen flink toegenomen. Sinds januari 2017 zijn al bijna 10.300 personen herplaatst. Dit is meer dan een vervijfvoudiging in vergelijking met dezelfde periode in 2016. In totaal zijn inmiddels bijna 21.000 personen herplaatst uit Griekenland en Italië. In Griekenland zijn ongeveer 27.000 personen geregistreerd als herplaatsingskandidaat. De Commissie verwacht dat dit aantal nog nauwelijks significant zal wijzigen. Van deze 27.000 personen dienen nog ongeveer 11.000 personen te worden herplaatst. Italië heeft tot nu toe 8.600 personen geregistreerd als herplaatsingskandidaat waarvan er ongeveer 7.000 personen zijn herplaatst. De overige 1.600 personen worden nog herplaatst en de registratie door de Italiaanse autoriteiten van ongeveer 700 personen als herplaatsingskandidaat loopt nog. De Commissie roept de Italiaanse autoriteiten op om de identificatie en registratie te bespoedigen van mogelijke herplaatsingskandidaten die zich nog op het Italiaanse grondgebied bevinden. Zoals ook is opgemerkt naar aanleiding van eerdere voortgangsverslagen van de Commissie, ligt het daadwerkelijke aantal herplaatsingskandidaten beduidend lager dan de aantallen waar in de Raadsbesluiten over herplaatsing uit 2015 rekening mee werd gehouden. De Commissie ambieert daarom nog steeds om alle personen die in aanmerking komen voor herplaatsing, tegen uiterlijk september 2017 te hebben herplaatst. Het kabinet is tevreden over de bestendiging in de positieve trend van het tempo van de herplaatsingen. Steeds meer lidstaten herplaatsen op maandelijkse of tweemaandelijkse basis. Nederland doet dit al geruime tijd en stelt maandelijks 50 herplaatsingsplekken beschikbaar aan Italië en 100 aan Griekenland. Met de Commissie vindt het kabinet het belangrijk dat alle lidstaten op een faire en proportionele wijze bijdragen aan herplaatsing. Het kabinet heeft dan ook met belangstelling kennis genomen van de inbreukprocedures die de Commissie is gestart tegen de drie lidstaten, Tsjechië, Hongarije en Polen, die herplaatsing weigeren uit te voeren. Het kabinet vindt het een goede zaak dat de Commissie op deze manier gebruikt maakt van de instrumenten die tot haar beschikking staan, zoals het starten van een inbreukprocedure, om lidstaten aan te sporen tot het uitvoeren van herplaatsing. Er is immers voortdurend door de Commissie, maar ook door Nederland, op aangedrongen dat alle lidstaten aan herplaatsing doen. De EU heeft deze besluiten in gezamenlijkheid en volgens de regels genomen. Met deze inbreukprocedures komt de Commissie op voor de Europese rechtsorde. Duitsland (5.658), Frankrijk (3.478) en Nederland (1.907) hebben de meeste herplaatsingen gerealiseerd. Wat betreft alleenstaande minderjarigen (amv’s), roept de Commissie lidstaten op plaatsen beschikbaar te stellen voor de nog resterende 24 amv’s in Griekenland. Aan Italië doet de Commissie het verzoek om voort te bouwen op de eerste ervaringen met herplaatsingen van amv’s, waaronder naar Nederland, zodat de herplaatsing van amv’s structureel kan plaatsvinden. Daarnaast roept de Commissie de lidstaten op om aan Italië plaatsen beschikbaar te stellen voor amv’s.

Wat de hervestigingsaantallen betreft, zet de stijgende lijn zich voort. In het kader van het JBZ-hervestigingsprogramma van juli 2015 is ongeveer twee derde van het afgesproken aantal van 22.504 hervestigingen voldaan. Nederland heeft zijn volledige aandeel al voldaan. Daarnaast waren de hervestigingsaantallen uit Turkije in het kader van de EU-Turkije Verklaring de hoogste in mei met de hervestiging van bijna 1.000 Syriërs. Hiermee komt het totaal aantal hervestigingen in het kader van de EU-Turkije Verklaring uit op een aantal van 6.254 personen, waaraan Nederland ook een significante bijdrage heeft geleverd. In het verslag worden die lidstaten die nog niet hebben hervestigd onder een van de Europese programma’s aangespoord om hier snel mee aan de slag te gaan.

Uniform model voor verblijfstitels

Op 15 juni jl. hebben de permanent vertegenwoordigers van de lidstaten bij de EU namens de Raad het informele akkoord met het Europees Parlement bevestigd over de wijzigingsverordening betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen. Het voorstel voorziet in een nieuw gemeenschappelijk ontwerp voor de verblijfskaart, met verbeterde veiligheidskenmerken die vervalsing voorkomen. De huidige kaart is onvoldoende fraudebestendig gebleken. Na de bevestiging van dit akkoord zal de tekst van de verordening worden voorgelegd aan het Europees Parlement voor een stemming in eerste lezing. Vervolgens wordt de verordening ter aanneming voorgelegd aan de Raad.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

I.v.m. een correctie in de tekst

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

COM(2017) 325.

X Noot
4

COM(2017) 323.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1223.

X Noot
6

COM(2017) 330.

Naar boven