32 317 JBZ-Raad

Nr. 413 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2016

Hierbij bieden wij u het verslag aan van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, gehouden in Brussel op 21 april 2016.

Het kabinet brengt in dit kader tevens de volgende voortgangsrapportage en Mededeling van de Europese Commissie onder uw aandacht.

Tweede voortgangsrapportage herplaatsing en hervestiging1

Op 12 april jl. publiceerde de Europese Commissie de tweede voortgangsrapportage met betrekking tot herplaatsing en hervestiging, waarin het de ontwikkeling hiervan als onbevredigend kenschetst. De rapportage geeft een duidelijk overzicht van de toezeggingen door Lidstaten voor wat betreft herplaatsing en hervestiging. De Commissie concludeert dat Lidstaten overwegend te langzaam reageren op herplaatsingsverzoeken. De rapportage zet tevens duidelijk uiteen welke stappen Griekenland zet om de hotspots en de asielprocedure te verbeteren en om de benodigde wetgeving aan te passen. Ook voor Italië maakt de rapportage duidelijk welke stappen worden gezet om hotspots en capaciteit te verbeteren en welke ondersteunende activiteiten de Commissie en EASO hierin verrichten. De Commissie concludeert dat Lidstaten hun verplichtingen moeten nakomen die zij zijn aangegaan onder de Raadsbesluiten met betrekking tot herplaatsing en hervestiging.

Het kabinet deelt deze conclusie en dringt er in de verschillende contacten met de Lidstaten veelvuldig op aan dat zij hun bijdrage leveren, zoals ook als Voorzitterschap tijdens deze JBZ-Raad.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 21 april 2016 te Luxemburg

Belangrijkste resultaten

Veiligheid en Justitie / Binnenlandse Zaken / Immigratie en Asiel

IT-systemen voor veiligheid en grenzen: De Europese Commissie heeft de Mededeling en het daarbij behorende voorstel voor instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) gepresenteerd. Alle Lidstaten die interveniëren steunen het EES-voorstel en spreken de wens uit in elk geval een akkoord te bereiken voor het einde van 2016.

Follow-up aanslagen Brussel/vullen en gebruik databases: Het Voorzitterschap heeft aandacht gevraagd voor verplichte informatie-uitwisseling, verbetering van de positie van en informatie over slachtoffers van aanslagen en de wijze van uitzettingen door Turkije van EU-ingezetenen. De Commissie heeft toegezegd dit laatste punt op te pakken met Turkije. Lidstaten zijn opgeroepen databases beter te benutten en alle relevante informatie beschikbaar te stellen. Tijdens de JBZ-Raad van juni 2016 staat informatie-uitwisseling weer op de agenda en wordt een Routekaart met concrete acties op het gebeid van informatiedeling gepresenteerd door het Voorzitterschap, betrekking hebbend op migratie, rechtshandhaving, terrorisme en grenzen.

I. Gemengd Comité

1. IT-systemen voor Veiligheid en Grenzen

  • a) Commissiemededeling «Krachtigere en slimmere informatiesystemen voor grenzen en veiligheid»

  • b) Pakket Slimme Grenzen:

    • i) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en gegevens over weigering van toegang ten aanzien van derdelanders die de buitengrenzen van de Europese Unie overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 767/2008 en Verordening (EU) nr. 1077/2011

    • ii) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2016/399 in verband met het gebruik van het inreis-uitreissysteem

= beleidsdebat

Het Voorzitterschap benadrukt de noodzaak om onze informatiesystemen en -uitwisseling met betrekking tot veiligheid en grenzen te verbeteren. De Europese Commissie geeft een korte toelichting op de bestaande problemen: zo vallen sommige personen niet onder de systemen en daarnaast is er een gebrek aan communicatie tussen de bestaande systemen. Het herziene voorstel voor slimme grenzen moet een viertal zorgen adresseren: versterking van de controles aan de buitengrenzen, het systematisch identificeren van personen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden, het verbeteren van de (interne) veiligheid en ondersteuning bij grotere migratiestromen. Het stempelen van paspoorten moet hiermee tot het verleden gaan behoren. De Europese Commissie benadrukt bovendien dat de kosten van dit herziene voorstel lager uitvallen dan van het eerdere voorstel en spreekt de wens uit om het EES in 2020 te operationaliseren. De Lidstaten richten hun interventies op het behandeltraject van het EES-voorstel en de mate van interoperabiliteit van informatiesystemen en de leemten die hierin bestaan. Binnen de Raad bestaat brede steun voor het herziene voorstel van de Europese Commissie en het opzetten van een expertgroep die de wettelijke, operationele en technische knelpunten gaat analyseren. Verschillende Lidstaten spreken hun steun uit voor een verdere analyse van en onderzoek naar de mogelijkheid van het EU-Systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS). Tijdens de JBZ-Raad in juni zal hierover op basis van een stappenplan verder worden gesproken. In dit stappenplan zullen acties voor de korte, middellange en lange termijn worden opgenomen ten einde een geïntegreerde Europese informatiearchitectuur en interoperabiliteit te bewerkstelligen, waarin migratie, rechtshandhaving, terrorisme en grenzen zijn ondergebracht.

II. Veiligheid en Justitie / Binnenlandse Zaken / Immigratie en Asiel

Raad – wetgevende besprekingen

2. Lunchbespreking: Mededeling van de Commissie voor de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) en een verbetering van de legale mogelijkheden om naar Europa te komen

Het Voorzitterschap wijst ter inleiding van de lunchbespreking op de gesignaleerde tekortkomingen in het Europees asiel- en migratiebeleid tijdens de migratiecrisis en de noodzaak om dit stelsel duurzamer en effectiever te maken. De Europese Commissie licht de Mededeling kort toe en stelt dat een beperkt aantal Lidstaten de gevolgen van de Europese migratieproblematiek ervaart en dat secundaire stromen het GEAS ondermijnen. Het is daarom volgens de Europese Commissie van belang meer billijkheid te betrachten in het Dublinstelsel en zaak om een juiste balans te vinden tussen verantwoordelijkheid en solidariteit. Bovendien is het van belang de mogelijkheden om de Europese Unie op reguliere wijze te bereiken te verbeteren. De interventies van de Lidstaten spitsen zich toe op de door de Europese Commissie voorgestelde opties om het Dublinstelsel te herzien. Hierbij spreken verschillende Lidstaten hun voorkeur uit voor één van de twee door de Europese Commissie voorgestelde opties. Verschillende Lidstaten houden hun kruit droog of geven aan op dit moment geen heil te zien in één van beide opties. Het Voorzitterschap concludeert naar aanleiding van de interventies dat handhaving van de huidige status quo geen optie is, maar dat de Raad op dit moment geen keuze kan maken voor één van de door de Commissie voorgestelde opties. De Europese Commissie en Lidstaten dienen verder te bezien hoe de noodzakelijke verbeteringen voor een duurzamer GEAS kunnen worden bewerkstelligd. Het Voorzitterschap roept de Europese Commissie tevens op om op de interventies te reflecteren en dit mee te wegen bij de inhoud en timing van de wetgevende voorstellen.

3. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2007/2004, Verordening (EG) nr. 863/2007 en Beschikking 2005/267/EG van de Raad (eerste lezing)

= Voortgangsverslag

Het Voorzitterschap meldt dat in Coreper van 6 april jl. een akkoord is bereikt dat tevens het mandaat vormt waarmee de triloog met het Europees Parlement zal worden gestart, met als doel een politiek akkoord te bereiken voor 1 juli 2016. Ten einde de Europese Grenswacht zo snel mogelijk te operationaliseren heeft het Voorzitterschap tijdens deze JBZ-Raad aandacht gevraagd voor de implementatie. Belangrijke punten hierbij zijn: de verplichte bijdrage door Lidstaten van personeel en materieel, de kwetsbaarheidsanalyse en terugkeer. De Europese Commissie wijst kort op de behandeling in het Europees Parlement, waar 1175 amendementen op het ontwerpverslag zijn ingediend. Deze amendementen richten zich met name op zoek- en reddingsoperaties, terugkeer, gegevensbescherming en het budget.

Raad – niet wetgevende besprekingen

4. Migratie algemeen en opvolging EU-Turkije Verklaring d.d. 18 maart

= Uitwisseling standpunten

Het Voorzitterschap introduceert dit agendapunt met een pleidooi richting de Lidstaten om samen te werken en bij te dragen aan steun voor Griekenland en de hervestigingsaantallen vanuit Turkije op basis van de bestaande afspraken te plannen en alternatieve routes goed te monitoren. De Europese Commissie onderstreept het belang van deze punten en prijst een aantal Lidstaten voor herplaatsingen vanuit Griekenland, maar beklemtoont de noodzaak dit snel op te voeren. Italië licht in zijn interventie de brief toe die door Minister-President Renzi op 15 april jl. aan de Europese Commissie is gestuurd, waarin het «migratie compact» wordt beschreven, een verzameling van verscheidene voorstellen die kunnen bijdragen bij het aanpakken van de irreguliere migratie over de route via de centrale Middellandse Zee.

Griekenland roept Lidstaten op om meer asielexperts te sturen, zodat de asielprocedure op de eilanden kan worden verbeterd. In hun interventies geven verschillende Lidstaten gehoor aan de oproep van Griekenland en kondigen herplaatsingen en het sturen van personeel aan. Daarnaast wijzen verschillende Lidstaten op het belang van het monitoren van alternatieve routes en op de humanitaire situatie van migranten in Griekenland en Turkije.

5. Follow-up van de aanslagen in Brussel van 22 maart 2016

= Informatie van België en meest betrokken lidstaten

De Minister verwees namens het Voorzitterschap naar de extra bijeenkomst van de JBZ-Ministers van 24 maart 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 401). De Belgische Minister Jambon lichtte de Raad in over de aanslagen van 22 maart en de gezamenlijk ondernomen acties. Minister Jambon bedankte alle lidstaten en Europol voor de geboden hulp.

Minister Cazeneuve legde vervolgens namens Frankrijk de nadruk op het analyseren van de modus operandi van IS, met name ten aanzien van de voorbereidingen van aanslagen en daarnaast wees hij op het belang van de aanpak van de illegale handel in vuurwapens.

Het Voorzitterschap stelde daarop de vraag of het nu geen tijd wordt om informatie-uitwisseling tussen lidstaten verplicht te maken. Het Voorzitterschap gaf aan van mening te zijn dat nu het juiste moment is om dit te regelen. Daarnaast wees het Voorzitterschap op het belang van het delen van informatie en hulp aan slachtoffers van dergelijke aanslagen. Ook deelde het Voorzitterschap mee dat hier pragmatisch naar gekeken moet worden en dat het Voorzitterschap tijdens de Raad van juni 2016 met voorstellen zal komen over informatiedeling. Tot slot vroeg het Voorzitterschap aandacht voor uitzettingen door Turkije van EU-burgers naar EU-lidstaten. Het is wenselijk aanvullende maatregelen te nemen met betrekking tot het tijdig delen van informatie over dergelijke uitzettingen (de Commissie heeft inmiddels aangegeven dit te zullen opnemen met de Turkse autoriteiten) en de uitzettingen te concentreren naar het land van herkomst.

Er waren geen interventies van lidstaten.

Het Voorzitterschap sloot af met een woord van dank aan de Belgische Minister en Franse Minister en stelde nadrukkelijk vast dat de lidstaten gezamenlijk de strijd tegen terrorisme moeten aanpakken. De EU-burgers verwachten van de Raad dat praktische oplossingen worden geïmplementeerd en efficiënte resultaten worden geboekt.

6. Systematisch vullen en consistent gebruik van Europese en internationale databases

= Uitwisseling standpunten

De Minister leidde de bespreking van dit agendapunt in door te wijzen op het grote belang voor de veiligheid van burgers dat is gemoeid met het systematische vullen en consistent gebruik maken van Europese en internationale databases. Vervolgens gaf hij het woord aan de EU-contra terrorisme coördinator (EU-CTC) de heer De Kerchove.

De EU-CTC informeerde de Raad dat er de laatste tijd aanzienlijke verbeteringen zijn geboekt met betrekking tot het vullen van de SIS-II databank en het delen van informatie met Europol. Hij wees op het belang van het vullen van het Focal Point Travellers door de lidstaten. Hij gaf aan dat kan worden vastgesteld dat er een aanzienlijke verbetering is in het gebruik van artikel 36.3 SIS II, maar dat de informatiedeling met Europol verder kan worden verbeterd. De EU-CTC gaf aan van mening te zijn dat lidstaten soms een te rigide onderscheid maken tussen terrorisme en georganiseerde criminaliteit. Hij gaf aan dat hij constateerde dat Europol nog niet voldoende door lidstaten wordt gebruikt.

Vervolgens gaf de EU-CTC een toelichting op zijn discussiedocument (doc. 7726/16) dat drie elementen bevat, te weten: 1) het verbeteren van het vullen, 2) het gebruik en 3) het beter benutten van de analysemogelijkheden van Europol en Eurojust. Tot slot uitte de EU-CTC zijn zorgen over de te verwachten grote aantallen terugkeerders naar de EU waarop de lidstaten goed voorbereid moeten zijn.

Lidstaten reageerden langs de volgende lijnen. Er werd op gewezen dat de architectuur van de datasystemen erg belangrijk is. Het is de verantwoordelijkheid van de lidstaten om de kwaliteit van data te verbeteren en er dient ook meer informatie over de reden van invoeren te worden gegeven. De beschikbare informatie moet aan de grens bijeen komen zodat goede controles kunnen plaatsvinden en terrorisme en georganiseerde criminaliteit effectief kunnen worden bestreden. Het is ook belangrijk dat er een duidelijke definitie van een buitenlandse strijder komt. De oproep van de EU-CTC om het Focal Point Travellers bij Europol te voeden werd gesteund.

De Commissie gaf aan dat lidstaten nog steeds geen goed gebruik maken van de bestaande systemen. Volgens de Commissie is nu politiek commitment nodig om alle informatie over buitenlandse strijders aan Europol door te geleiden. De Commissie gaf aan hetgeen de EU-CTC heeft gezegd over het Focal Point Travellers te steunen en benadrukte dat de Commissie de rol van beschermer van de Verdragen daadwerkelijk zal uitvoeren.

Het Voorzitterschap gaf aan van mening te zijn dat het vullen en gebruik van databases een prioriteit van alle lidstaten moet zijn. Het Voorzitterschap sprak de hoop uit dat de EU-CTC samen met de Commissie actief vervolg zal geven aan de prestaties van de lidstaten met betrekking tot het vullen en gebruik van de databases. Het onderwerp informatie-uitwisseling komt terug op de JBZ-Raad in juni 2016.

7. Diversen niet-wetgevend

Slovenië informeerde de Raad zeer kort over het Brdo-proces (ministeriële bijeenkomst op 18/19 april jl.).

De Commissie gaf kort een mondelinge toelichting op de op 19 april verschenen Mededeling over de Europese Veiligheidsagenda. De Mededeling heeft voornamelijk betrekking op terrorismebestrijding, informatie-uitwisseling en vuurwapens/explosieven. De Mededeling bevat, onder de noemer van een Veiligheidsunie, een opsomming van reeds medegedeelde voorstellen en bevat geen nieuw beleid of regelgeving.

Eén lidstaat sprak uit zich te kunnen vinden in de voorstellen, in het bijzonder die over vuurwapens en explosieven, maar gaf nadrukkelijk aan dat het gebruik van het woord «Veiligheidsunie» niet in overeenstemming is met het Verdrag. De lidstaat maande de Commissie om dit begrip niet te hanteren.

Voor zover de maatregelen in de Mededeling verwijzen naar nog door de Commissie op te stellen wetgevingsvoorstellen of actieplannen, dan zullen deze te zijner tijd in BNC-fiches worden voorgelegd.


X Noot
1

COM(2016) 222, 12 april 2016.

Naar boven