32 317 JBZ-Raad

Nr. 308 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN OOSTEN C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 301

Voorgesteld 11 juni 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat predikers die haat prediken, tot geweld oproepen of zelfs jihadistische propaganda verspreiden een gevaar vormen voor de openbare orde en nationale veiligheid van Nederland en daarmee in Nederland niet welkom zijn;

overwegende dat burgemeesters in Nederland regelmatig worden geconfronteerd met de komst van haatpredikers en er tot op heden geen eenduidige aanpak is over hoe in Nederland om te gaan met het vraagstuk van haatpredikers;

overwegende dat de weigeringsgronden uit de Schengen visumcode weliswaar helder zijn maar niet altijd door alle Schengenlanden even eenduidig worden toegepast bij visumaanvragen door haatpredikers van buiten de EU;

overwegende dat veel haatpredikers die zich in Nederland melden in het bezit zijn van een EU-paspoort en daarmee moeilijker te weren zijn uit Nederland;

van mening dat de overheid zowel haatpredikers van buiten als van binnen de EU uit Nederland moet kunnen weren;

verzoekt de regering, tijdens de JBZ-Raad van 15 en 16 juni a.s. het probleem van haatpredikers aan de orde te stellen en aan te kondigen werk te gaan maken van het in kaart brengen en weren van haatpredikers, zowel van buiten als van binnen de EU, en de Kamer te informeren over de uitkomsten hiervan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Oosten

Van der Staaij

Oskam

Segers

Naar boven