32 317 JBZ-Raad

Nr. 305 MOTIE VAN DE LEDEN BERNDSEN-JANSEN EN RECOURT

Voorgesteld 11 juni 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering tijdens de aanstaande JBZ-Raad van 15 en 16 juni 2015 spreekt over het voorstel tot oprichting van een Europees Openbaar Ministerie ten behoeve van de aanpak van fraude met Europees geld;

overwegende dat de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie inmiddels door 25 lidstaten wordt onderschreven en dus tot stand zal komen;

overwegende dat de onderhandelingen over de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie zich in een stadium bevinden waarin Nederland nog invloed kan uitoefenen, mits een meerderheid van de Tweede Kamer actieve participatie in de onderhandelingen wenselijk acht;

verzoekt de regering, zich actief op te stellen tijdens de onderhandelingen over het oprichten van een Europees Openbaar Ministerie;

verzoekt de regering tevens, geen bezwaar uit te spreken tegen de voorliggende intentie van het Letse voorzitterschap dat het eerste deel van de voorliggende tekst als vertrekpunt wordt gekozen voor de verdere discussie over andere onderdelen van de ontwerpverordening, met het expliciete voorbehoud dat hiermee nog geenszins sprake is van instemming met de tekst of met het gehele voorstel;

verzoekt de regering voorts, in dit dossier geen onomkeerbare stappen te zetten of posities in te nemen, voordat de Kamer daarover op de aangewezen momenten uitvoerig is geïnformeerd en met de verantwoordelijke bewindspersoon daarover voldoende van gedachte heeft kunnen wisselen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Berndsen-Jansen

Recourt

Naar boven