32 317 JBZ-Raad

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2010

Hierbij bied ik u, mede namens de minister voor Immigratie en Asiel, het verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 7–8 oktober jl aan.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Verslag1 van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 7 – 8 oktober 2010 te Luxemburg

Belangrijkste resultaten:

Tijdens de Raad zijn de volgende afspraken gemaakt:

  • De drie concept-mandaten voor PNR-overeenkomsten met Australië, Canada en de VS dienen identiek qua inhoud te zijn en de onderhandelingen met deze drie landen zullen gelijktijdig worden gestart.

  • De Raad nam Raadsconclusies inzake SISII aan.

  • De Raad verwelkomde de mededeling van de Commissie dat het centrale VIS-systeem op 24 juni 2011 gereed zal zijn.

  • De Raad bereikte overeenstemming over een deel van de concept-richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie.

Gemengd Comité

1. Goedkeuring van de agenda

2. VIS

– stand van zaken

Commissaris Malmström presenteerde namens de Europese Commissie de stand van zaken inzake de implementatie van het Visum Informatie Systeem (VIS), waaronder de bijgestelde planning. De Commissaris gaf aan dat het centrale systeem volgens de laatste planning op 24 juni 2011 gereed zal zijn en sprak de hoop uit dat alle lidstaten tegen die tijd klaar zijn om aan te sluiten op het centrale systeem. Een test gehouden op 23 augustus jl. is foutloos verlopen. Malmström riep bovendien de lidstaten op hun consulaire posten op tijd voor te bereiden op de uitrol van het systeem.

3. (evt.) Wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld

– aanneming

Bespreking van dit onderwerp is verschoven naar de JBZ-Raad van 8 en 9 november.

4. Wederkerigheid inzake visa met Canada

Op 14 juli 2009 heeft Canada de visumplicht voor Tsjechische onderdanen heringevoerd. De Commissie heeft in overleg met Tsjechië geijverd voor herstel van het visumvrij reizen voor Tsjechische onderdanen naar Canada, totnogtoe zonder succes. Commissaris Malmström gaf aan dat op 20 september jl. een expertbijeenkomst met Canada heeft plaatsgevonden. Dientengevolge zal een Canadese delegatie eind 2010 een fact-finding missie uitvoeren in Tsjechië. Bovendien gaf de Commissaris aan dat de Commissie tijdens de JBZ-Raad van 8 en 9 november het rapport over visawederkerigheid presenteren. Daarin zal deze problematiek ook aan de orde komen.

5. SIS II

– stand van zaken

=debat

– algemene planning

– begrotingsraming voor SIS II

=debat en bevestiging

Commissaris Malmström lichtte de stand van zaken toe met betrekking tot het Schengen Informatie Systeem II (SIS II). De eerder aangegeven opleverdatum blijft gehandhaafd (1e kwartaal 2013). Door de eerder opgelopen vertraging vallen de kosten hoger uit dan verwacht.

Op de Raad werd door de lidstaten overeenstemming bereikt over Raadsconclusies, waarin onder meer afspraken over de financiering zijn vastgelegd. Op de JBZ-raad van 8 en 9 november a.s. zullen de lidstaten weer worden geïnformeerd over de stand van zaken.

6. Diversen

Er zijn geen onderwerpen besproken onder dit agendapunt.

Raad

1. Goedkeuring van de agenda

Wetgevende besprekingen

2. Goedkeuring van de A-puntenlijst

3. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming

– presentatie door de Commissie

en

4. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op seizoenarbeid

– presentatie door de Commissie

De Commissie gaf in haar presentatie aan dat beide voorstellen een belangrijke stap vormen in de vorming van een gemeenschappelijk migratiebeleid en bijdragen aan de versteviging van de economie en de concurrentiepositie van de EU.

Ten aanzien van de richtlijn seizoensarbeid benadrukte de Commissie dat seizoenswerkers tijdelijk verblijven, belasting betalen, de economie stimuleren en geen gezinsleden meenemen. Lidstaten profiteren hier van, maar daarbij zijn een helder juridisch raamwerk en gelijke behandeling noodzakelijke voorwaarden.

Ten aanzien van de richtlijn betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming benadrukte de Commissie dat het voorstel ertoe dient om bureaucratische regelgeving en red tape te verminderen, een constante klacht vanuit het bedrijfsleven. Doet de EU dit niet, dan zullen kennismigranten naar elders trekken, zoals de VS.

De meeste lidstaten reageerden positief op het ICT-voorstel en kritisch op het voorstel seizoensarbeid. Ten aanzien van de subsidiariteit van het laatste voorstel stelde enkel Tsjechië dat het voorstel niet voldoet aan de beginselen van subsidiariteit. Verschillende ministers herinnerden de Commissie eraan dat lidstaten zelf het recht behouden om te beslissen over het aantal derdelanders dat op hun grondgebied wordt toegelaten. In dat licht wezen zij er ook op dat rekening gehouden dient te worden met de impact van het voorstel op hun nationale arbeidsmarkt.

Minister Hirsch Ballin gaf aan positief te staan tegenover de ICT richtlijn, omdat het goed past in het Nederlandse beleid om meer hooggekwalificeerde arbeids- en kennismigranten aan te trekken en de intra-EU mobiliteit voor hen te vergroten. Het voorstel kan bijdragen aan het concurrentievermogen en de economische vitaliteit en een flexibel immigratiebeleid kan een belangrijke bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling en prestaties van Nederland en van de EU op lange termijn.

Minister Hirsch Ballin gaf ten aanzien van de richtlijn seizoenswerkers aan dat de Nederlandse regering de subsidiariteit van het voorstel gemengd beoordeelt. Bedenkingen zijn er vooral op het terrein van sociale zaken en werkgelegenheid, met name waar het de termijn van verblijf betreft die tot aanspraak op bepaalde uitkeringen kan leiden, en bij de handhaafbaarheid van het voorstel.

5. Een gemeenschappelijk Europees asielstelsel

– stand van zaken

Het Voorzitterschap gaf een summiere terugkoppeling van de door het Voorzitterschap op 13-14 september jl. georganiseerde conferentie in het kader van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS). De deadline voor afronding van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel is gesteld op 2012.

Tijdens de genoemde conferentie is met name gesproken over de verhouding tussen wetgevende instrumenten en praktische samenwerking en is uitvoerig stilgestaan bij de rol die het EASO («European Asylum Support Office») hierin kan vervullen. Tijdens de terugkoppeling werd aangegeven dat het EASO in juni 2011 volledig operationeel zal zijn en dat de uitvoerend directeur reeds op 1 januari 2011 met zijn werkzaamheden zal beginnen.

Malta, Griekenland en Cyprus herinnerden de Raad aan hun eerdere oproepen tot solidariteit bij het beheersen van de instroom van migranten via de Middellandse Zee.

Minister Hirsch Ballin toonde begrip voor de keuzes die het Voorzitterschap heeft gemaakt in zijn werkprogramma binnen het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS). Het Voorzitterschap heeft een aantal onderwerpen geprioriteerd, namelijk aanpassing van de Eurodac-verordening, de Dublin-verordening, de Kwalificatierichtlijn en de richtlijn Langdurig Ingezetenen. De minister vroeg ook aandacht voor andere belangrijke dossiers die momenteel in onderhandeling zijn, te weten de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn, die onder het Belgisch Voorzitterschap minder prioriteit lijken te genieten. Ook deze onderhandelingen zullen moeten zijn afgerond om het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te realiseren in 2012.

Onder dit agendapunt is ook stilgestaan bij de situatie van asielzoekers in Griekenland. Griekenland gaf aan dat op basis van het Nationale Actieplan inzake Migratiemanagement het asielstelsel in Griekenland zal worden aangepast. De Europese Commissie zal Griekenland ondersteunen bij de uitvoering van dit Actieplan. Minister Hirsch Ballin heeft aangegeven dat Nederland verheugd is met de hervormingen die door Griekenland zijn aangekondigd en bood, net als vele andere lidstaten, hulp bij de implementatie aan. Tegelijkertijd heeft de minister gewezen op de consequenties voor andere lidstaten indien Dublin-overdrachten worden opgeschort en gaf hij aan dat het van belang is dat op korte termijn verbeteringen worden bewerkstelligd. Zijn zorgen werden door meerdere lidstaten gedeeld.

6. Wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld

– aanneming

Bespreking van dit onderwerp is verschoven naar de JBZ-Raad van 8 en 9 november.

7. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en tot intrekking van Kaderbesluit 2004/68/JBZ

– oriënterend debat

Tijdens deze bijeenkomst van de Raad vond een debat plaats over de artikelen 1 tot en met 13 (met uitzondering van artikel 10) van het voorstel, met als doel een algemene oriëntatie te bereiken.

De Voorzitter benadrukte dat dit dossier prioriteit heeft. Commissaris Malmström gaf aan twee voorbehouden te maken, namelijk met betrekking tot de strafmaten, die in de huidige tekst te laag zijn, en ten aanzien van de redactie van artikel 13, die niet voldoende uitsluit dat slachtoffers als overtreders worden behandeld.

Het overgrote deel van de lidstaten, waaronder Nederland, gaf aan het voorliggende voorstel te steunen, zij het dat enkele lidstaten hun voorbehouden ten aanzien van bepaalde onderdelen vooralsnog handhaafden.

Hoewel tijdens deze Raad nog geen onderwerp van gesprek, wezen enkele lidstaten, waaronder Duitsland, op spoedige bespreking van artikel 21 (het eventueel blokkeren van websites) van het voorstel.

De Voorzitter constateerde dat er overeenstemming lijkt te bestaan over de voorliggende artikelen, onder voorbehoud van de parlementaire procedures in sommige lidstaten, en gaf aan te streven naar definitieve overeenstemming over de gehele tekst tijdens de Raad van 2 en 3 december a.s.

8. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht op informatie in strafprocedures

– presentatie door de Commissie

Commissaris Reding presenteerde het voorstel. Zij gaf aan dat wederzijdse erkenning de hoeksteen is en blijft van strafrechtelijke samenwerking. Wederzijdse erkenning is gebaseerd op wederzijds vertrouwen in elkaars rechtsstelsels en het voorstel strekt tot vergroting van dit wederzijdse vertrouwen. Het is de tweede maatregel zoals aangekondigd in de routekaart inzake procedurele rechten van verdachten2. De richtlijn inzake het recht op vertolking en vertaling is de eerste maatregel uit de routekaart. In de eerste helft van 2011 zullen de volgende twee voorstellen uit de routekaart worden gepresenteerd. Het voorstel dat thans voorligt, beoogt minimumregels vast te stellen met betrekking tot de rechten van een verdachte geïnformeerd te worden over een aantal essentiële strafprocessuele rechten die hem toekomen.

Minister Hirsch Ballin wees tijdens zijn interventie op het grote belang van procedurele rechten en sprak de Nederlandse steun op hoofdlijnen uit voor het voorstel. Minister Hirsch Ballin legde daarbij het verband met het Stockholm Programma en het daarin opgenomen evaluatiemechanisme dat in 2012 door de Commissie zal worden gepresenteerd. Hij sprak de wens uit de maatregelen op het gebied van wederzijdse erkenning met dat mechanisme te verbinden.

Uit de interventies van verschillende lidstaten bleek dat het voorstel door alle lidstaten op hoofdlijnen wordt gesteund, maar dat het op onderdelen nog verbetering behoeft. Het gaat dan met name over de gekozen terminologie, het opnemen van het zwijgrecht in de richtlijn, de toegang tot de processtukken en de financiële gevolgen van het voorstel. Het Verenigd Koninkrijk gaf aan nog niet te kunnen aangeven of het gebruik zal maken van een opt in, aangezien het parlementair voorbehoud nog van kracht is. Ierland zal wel gebruik maken van zijn opt in mogelijkheid.

Zowel de Voorzitter als Commissaris Reding spraken de verwachting uit dat tijdens de Raad in december a.s. overgegaan kan worden tot besluitvorming over het voorstel.

9. Initiatief voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees beschermingsbevel

– informatie van het Voorzitterschap

Het Voorzitterschap gaf een presentatie over de stand van zaken ten aanzien van de behandeling van bovengenoemd voorstel in het Europees Parlement. Zowel de LIBE- als de FEMM-commissie van het EP heeft steun uitgesproken voor het voorstel, aldus het Voorzitterschap.

Commissaris Reding gaf wederom aan dat zij haar standpunt ten aanzien van de rechtsbasis handhaaft: het voorstel moet beperkt blijven tot strafrechtelijke besluiten. De Commissie is nog steeds van plan om in 2011 met een voorstel komen om het Europees beschermingsbevel aan te vullen op het terrein van civielrechtelijke maatregelen.

10. Voorstel voor een verordening (EU) van de Raad betreffende de totstandbrenging van nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed

– stand van zaken

De Raad nam kennis van de informatie van het Belgisch Voorzitterschap over de stand van de besprekingen over de genoemde ontwerp-verordening (Rome III).

Het Voorzitterschap gaf aan dat het dit dossier wil afronden voor het eind van het jaar, nadat het Europees Parlement zijn advies heeft gepresenteerd. Commissaris Reding gaf aan tevreden te zijn dat inmiddels veertien lidstaten hebben aangegeven te zullen meedoen met de nauwere samenwerking en roept de overige lidstaten op dit ook te doen.

Niet-wetgevende besprekingen

11. SIS II

– algemene planning

– begrotingsraming voor SIS II

=bevestiging

Dit is hetzelfde onderwerp als GC5. Zie de daar opgenomen annotatie.

12. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad – het terrorismebestrijdingsbeleid van de EU: belangrijkste resultaten en nieuwe uitdagingen

– presentatie door de Commissie

De Raad verwelkomde de mededeling van de Commissie over het terrorismebestrijdingsbeleid van de EU: belangrijkste resultaten en nieuwe uitdagingen.

Commissaris Malmström gaf aan dat deze mededeling enkel een overzicht is van de instrumenten die op dit terrein beschikbaar zijn en een daarbij horende stand van zaken. Deze exercitie is opgezet op verzoek van het EP. Conclusie uit het overzicht is dat het contra-terrorismebeleid werkt.

De EU Contraterrorisme Coördinator De Kerckhove benadrukte in zijn interventie het belang van afstemming en balans tussen de interne EU-aanpak en de externe strategie van de Unie. De Kerckhove pleitte er tevens voor dat de EU meer actief wordt om illegale websites die aanleiding geven tot radicalisering aan te pakken. In dit kader wees hij op het belang van publiek-private samenwerking om dit te kunnen bewerkstelligen.

13. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad – Overzicht van het informatiebeheer op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

– presentatie door de Commissie

Commissaris Malmström gaf een korte toelichting op de mededeling, die met name is bedoeld om een overzicht te verschaffen over welke systemen van informatiebeheer reeds bestaan. Dit overzicht is opgesteld op verzoek van het Europees Parlement. De mededeling geeft geen evaluatie van de systemen.

Het Voorzitterschap en enkele lidstaten verwelkomden de mededeling.

14. Mededeling van de Commissie over het verzamelen en behandelen van passagiersgegevens

– oriënterend debat

Commissaris Malmström gaf een toelichting op de op 21 september jl. gepubliceerde mededeling over het verzamelen en behandelen van passagiersgegevens. In deze mededeling wordt voorgesteld om criteria vast te stellen die de basis moeten vormen voor toekomstige onderhandelingen met derde landen over de verstrekking van Passenger Name Records (gegevens van vliegtuigpassagiers). Malmström benadrukte dat ook deze mededeling is opgesteld op verzoek van het EP om een uniform kader te presenteren voor PNR-overeenkomsten met derde landen.

Gelijk met de mededeling heeft de Commissie ook drie gelijkluidende concept-mandaten gepresenteerd om onderhandelingen te openen met de Verenigde Staten, Canada en Australië teneinde overeenkomsten af te sluiten over het verstrekken van passagiersgegevens. De inhoud van de mandaten waren tijdens deze JBZ-Raad geen onderwerp van gesprek, maar wel is tijdens de Raad afgesproken dat de drie mandaten qua inhoud identiek zullen zijn en tevens tegelijkertijd zullen worden aangenomen, bij voorkeur nog onder Belgisch Voorzitterschap. Ook is afgesproken dat na aanname van de mandaten de onderhandelingen met de drie genoemde landen gelijktijdig worden gestart.

Minister Hirsch Ballin gaf aan dat Nederland met instemming heeft kennis genomen van de Mededeling en wees op het belang van een adequaat, maar ook in de praktijk goed toepasbaar, regime voor gegevensbescherming. Minister Hirsch Ballin steunde de gekozen lijn om uniforme mandaten aan te nemen, met een zoveel mogelijk parallelle aanpak voor de drie landen.

15. Gerechtelijke dimensie van de strijd tegen het terrorisme

Dit onderwerp is besproken tijdens de lunch. De Contraterrorisme Coördinator lichtte zijn aanbevelingen toe. De ministers hebben de aanbevelingen van Contraterrorisme Coördinator echter niet aangenomen en hebben vastgesteld dat dit onderwerp nader bestudeerd moet worden door experts van de lidstaten.

16. Diversen

Onder dit agendapunt deed Commissaris Malmström verslag van haar reis naar Libië (gezamenlijk met Commissaris Füle). Het bezoek had onder meer ten doel om de onderhandelingen over het Framework Agreement tussen de EU en Libië te stimuleren. Tijdens het bezoek is onder andere overeenstemming bereikt over een agenda voor samenwerking op migratie- en asielgebied op de korte termijn die tot versterkte samenwerking moet leiden op het terrein van mobiliteit, het beheersen van migratiestromen, grensbewaking en internationale bescherming.

Enkele lidstaten intervenieerden om hun steun uit te spreken voor de inzet van de Commissie.


XNoot
1

Dit verslag is gebaseerd op de tijdens de Raad vastgestelde agenda en wijkt af van de onderwerpen die in de geannoteerde agenda (Kamerstuk 32 317, nr. D) zijn vermeld.

XNoot
2

Routekaart inzake procedurele rechten van verdachten (PbEU 2009, C 295).

Naar boven