32 317 JBZ-Raad

Nr. 232 MOTIE VAN HET LID VAN NISPEN

Voorgesteld 15 mei 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie met voorstellen is gekomen voor de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie, dat zich in eerste instantie zal toespitsen op de bestrijding van fraude;

van mening dat het oprichten van een Europees Openbaar Ministerie onwenselijk is omdat er tal van andere maatregelen genomen moeten worden om de bestrijding van fraude en andere grensoverschrijdende criminaliteit te verbeteren en het strafrecht en het strafprocesrecht nationale aangelegenheden zijn en moeten blijven;

constaterende dat de Nederlandse regering geen voorstander is van dit voorstel van de Europese Commissie en nu een afwachtende houding aanneemt ten aanzien van eventuele nieuwe voorstellen voor een Europees Openbaar Ministerie;

verzoekt de regering, niet langer deel te nemen aan de gesprekken en onderhandelingen over een Europees Openbaar Ministerie zodat, als er al een Europees Openbaar Ministerie wordt opgericht, Nederland hier niet aan meedoet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Naar boven