32 317 JBZ-Raad

Nr. 216 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN HIJUM TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 210

Voorgesteld 20 februari 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat diverse EU-lidstaten onder verschillende voorwaarden paspoorten en verblijfsvergunningen verstrekken aan vermogende vreemdelingen van buiten de EU;

voorts constaterende dat personen die eenmaal de status van langdurig ingezetene van een EU-lidstaat hebben verkregen, het recht hebben om vrij te reizen en te wonen en werken in andere lidstaten;

overwegende dat een ruime toelating van vermogende vreemdelingen via de «achterdeur» het Europese migratie- en asielbeleid kan ondermijnen, dat zich richt op bescherming van vluchtelingen en een selectieve toelating van hooggekwalificeerde kennis- en arbeidsmigranten van buiten de EU;

verzoekt de regering, om zich in de JBZ-Raad in te zetten voor strenge en meer uniforme voorwaarden voor de toelating van vermogende vreemdelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Hijum

Naar boven