32 317 JBZ-Raad

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2010

Tijdens het Algemeen Overleg op 20 januari 2010 (Kamerstuk 32 317, nr. 5) heeft mijn ambtsvoorgangster toegezegd de Kamer na de JBZ-Raad van februari 2010 te informeren over de besluitvorming van de JBZ-Raad over het project Centraal Schengen Informatie Systeem II (CSIS II) en de consequenties voor de kosten van het Nationale SIS II (NSIS II) die door Nederland moeten worden gedragen.

Zoals ik u per brief op 8 maart 2010 heb aangegeven, heeft de bovenbedoelde besluitvorming niet plaatsgevonden tijdens de vergadering van de JBZ-Raad in februari 2010, maar in april 2010. Ook is tijdens de vergadering van de JBZ-Raad in juni 2010 een voorlopige herijkte planning van het project CSIS II besproken. Daarbij is melding gemaakt van een voorlopige opleverdatum in het eerste kwartaal van 2013. Een uitloop van het project CSIS II naar het eerste kwartaal van 2013 houdt een vertraging in van 15 maanden ten opzichte van de vorige planning. Deze datum is nog niet definitief. De Europese Commissie streeft naar bekrachtiging van de herijkte planning in de vergadering van de JBZ-Raad in oktober 2010.

Op basis van de bovengenoemde data kan ik u berichten dat de vertraging leidt tot een verhoging van de kostenraming van het NSIS II met € 1,9 miljoen. Deze kosten worden in het bijzonder gemaakt voor het langer in stand houden van het projectteam NSIS II, omdat er aanpassingen moeten worden doorgevoerd naar aanleiding van een wijziging van de internationale specificaties van het CSIS II en er extra werkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten behoeve van de komende testfasen van het CSIS II en de aansluiting op het NSIS II. De totale kosten van het NSIS II komen thans voor Nederland neer op € 22,8 miljoen. Indien de kostenraming verandert als gevolg van de voorziene bekrachtiging van de planning in de JBZ-Raad in oktober 2010 of andere omstandigheden, zal ik de Kamer hierover weer informeren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven