32 317 JBZ-Raad

21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 167 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2013

Tijdens het algemeen overleg over de JBZ-Raad op 6 maart jl. heb ik het lid Helder (PVV) toegezegd uw Kamer te informeren over de informatievoorziening over de implementatie van strafrechtelijke regelgeving, naar aanleiding van haar vraag over de implementatie van de richtlijn betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures1 en van de richtlijn betreffende het recht op informatie in strafprocedures.2

Er bestaat geen centraal overzicht van de stand van zaken rondom omzetting van richtlijnen voordat de implementatietermijn is verstreken. Dit geldt dus ook voor deze twee richtlijnen. De implementatietermijn van de richtlijn vertolking en vertaling in strafprocedures verstrijkt op 27 oktober 2013, die van de richtlijn recht op informatie in strafprocedures op 2 juni 2014.

Elk directoraat-generaal van de Europese Commissie voert zijn eigen beleid ten aanzien van implementatie, waarbij afhankelijk van het DG en de complexiteit van een om te zetten richtlijn meer of minder actief wordt opgetreden in de omzettingsperiode. Er kan door een DG een veelvoud aan instrumenten worden gebruikt die de lidstaten kunnen helpen bij hun omzettingsverplichtingen. Enkele voorbeelden: het organiseren van expertbijeenkomsten of werkgroepen; het uitwisselen van «best practices»; het opstellen van richtsnoeren of handboeken; trainingen door de Commissie; of het opzetten van implementatienetwerken. Het voor uw Kamer toegankelijke documentenregister van de Raad, Extranet, bevat doorgaans geen documenten over deze instrumenten.

Als een lidstaat niet tijdig melding heeft gemaakt van de maatregelen ter volledige omzetting van een richtlijn, ontvangt die lidstaat na één à twee maanden zo goed als automatisch een ingebrekestelling van de Commissie. Deze ingebrekestellingen geven een eerste beeld van in hoeverre een richtlijn tijdig is omgezet in de lidstaten.

Echter, ingebrekestellingen zijn niet openbaar. Wel worden op http://ec.europa.eu/eu_law/infringements/infringements_decisions_en.htm mededelingen over uitgebrachte ingebrekestellingen gepubliceerd. Ook worden ze per jaar bijgehouden op http://ec.europa.eu/eu_law/directives/directives_communication_en.htm. Een andere openbare bron over implementatie is het jaarlijkse verslag van de Commissie over de toepassing van het EU-recht. Uit deze verslagen, te vinden op http://ec.europa.eu/eu_law/infringements/infringements_annual_report_en.htm, kan worden gedestilleerd hoe Nederland en de andere lidstaten presteren waar het de omzetting van richtlijnen betreft. Deze bronnen zijn echter onvoldoende nauwkeurig en actueel om op een willekeurig moment de actuele stand van zaken met betrekking tot de implementatie van een bepaalde richtlijn door een andere lidstaat te kunnen vaststellen.

Verder kan de volgende informatie nog nuttig zijn:

Uw Kamer wordt ieder kwartaal geïnformeerd over de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen en -kaderbesluiten in de Nederlandse wet- en regelgeving, laatstelijk op 24 januari 2013.3 Het percentage in een jaar te implementeren richtlijnen waarvoor Nederland een ingebrekestelling is verzonden, is de afgelopen jaren gestegen van 13% in 2009 naar 21% in 2011, waarmee Nederland het Europese gemiddelde (22% in 2011) is genaderd.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures, Pb L 280 van 26 oktober 2010, blz. 1–7.

X Noot
2

Richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures, Pb L 142 van 1 juni 2012, blz. 1–10.

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 21 109, nr. 208.

Naar boven