32 317 JBZ-Raad

Nr. 134 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 juli 2012

Ik ontving uw brief van 19 juli jl. over het rapport van Human Rights Watch1 over racistisch geweld in Griekenland en het gebrek aan optreden door de Griekse autoriteiten. Ik heb kennis genomen van dit rapport en de bevindingen hierin.

De afgelopen jaren is Griekenland onder druk komen te staan door een grote instroom van immigranten die via Turkije naar Griekenland reizen. Griekenland bleek niet in staat deze stroom van immigranten te stoppen en de asielzoekers naar Europese standaarden op te vangen en hun asielverzoek op correcte wijze te behandelen. De financiële situatie waarin Griekenland terecht is gekomen, maakte het aanpakken van deze problemen nog lastiger.

De situatie van immigranten in Griekenland is van een dergelijke aard dat al sinds het najaar van 2010 geen vreemdelingen op basis van de Dublin-verordening worden overgedragen aan Griekenland. Tegelijkertijd is door Griekenland, samen met de EU, een nationaal actieplan voor migratiemanagement en asiel opgesteld om alle geconstateerde tekortkomingen op dit terrein zo spoedig mogelijk te herstellen, waardoor Griekenland in staat zal zijn effectief zijn eigen grenzen te bewaken en de instroom van immigranten te kunnen verwerken volgens de Europese standaarden.

De Europese Commissie en de lidstaten bieden Griekenland de nodige assistentie aan voor een zo snel en effectief mogelijke implementatie van het nationaal actieplan. Deze assistentie wordt gecoördineerd door het Europees Agentschap voor Asielondersteuning (EASO). Via Frontex wordt samengewerkt tussen de lidstaten op het gebied van grensbewaking en terugkeer. Nederland draagt via deze agentschappen het nodige bij. Ook de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en UNHCR ondersteunen de Griekse autoriteiten waar mogelijk. Griekenland blijft uiteindelijk wel zelf eindverantwoordelijke voor het op orde brengen van zijn eigen organisatiestructuur op het terrein van grensbewaking, asiel en migratie.

De constateringen in het rapport van Human Rights Watch zijn zorgwekkend. Het toegenomen racistisch geweld veroordeel ik dan ook ten zeerste.

De Griekse autoriteiten zijn doordrongen van het feit dat ze onder internationaal recht de verplichting hebben actief op te treden om racistisch geweld te voorkomen en vermeende daders van dergelijk geweld te onderzoeken en te vervolgen en dergelijk geweld publiekelijk te veroordelen.

De Griekse autoriteiten hebben het geweld veroordeeld. De Griekse minister voor burgerbescherming – die verantwoordelijk is voor de politie – heeft bovendien herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat groeperingen de wet niet in eigen handen mogen nemen. Ook afzonderlijke politieke partijen veroordelen het geweld. Tegelijkertijd kan geconstateerd worden dat de Griekse autoriteiten niet in staat zijn geweest krachtig op te treden tegen dit geweld.

De Griekse overheid heeft in het voorjaar van 2012 een werkgroep opgezet om concrete maatregelen te formuleren om bewustwording van het probleem bij politie en justitie te vergroten en om de procedure voor aangifte tegen dergelijk geweld te verbeteren. Er is een speciaal formulier gecreëerd voor aangifte van racistisch geweld en er is een database opgezet voor registratie van incidenten. Ook zijn richtlijnen voor de aanklagers van het Openbaar Ministerie geformuleerd hoe om te gaan met racistisch geweld. Ook loopt een discussie om het strafrecht te hervormen om racistische motivering mee te kunnen nemen in de bepaling van de strafmaat.

Het spreekt voor zich dat deze maatregelen ook daadwerkelijk in de praktijk uitgevoerd moeten gaan worden. De Griekse politie en het justitiële apparaat moeten de middelen die zij tot hun beschikking hebben daadwerkelijk gebruiken om ervoor te zorgen dat immigranten in Griekenland een net zo veilig bestaan kunnen leiden als Griekse onderdanen.

Nederland zal Griekenland de nodige ondersteuning blijven aanbieden om de zaken op het terrein van grensbewaking, immigratiemanagement en asiel op orde te krijgen. Hierbij zal Nederland het belang van een menswaardige behandeling van de vreemdeling blijven benadrukken, zowel in EU-verband als bilateraal.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, a.i. J. W. E. Spies

Naar boven