32 317 JBZ-Raad

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2012

Tijdens het Algemeen Overleg van 8 juni 2011 (Kamerstuk 32 317, nr. 67) voorafgaand aan de JBZ-Raad van 9 en 10 juni 2011 heb ik toegezegd uw Kamer schriftelijk te informeren over de totaalbijdrage die Nederland levert aan gemeenschappelijke operaties onder coördinatie van Frontex1. Voorts heeft de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken tijdens het AO Raad Algemene Zaken op 16 juni 2011 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1078) toegezegd een overzicht te geven van het aantal migranten dat met behulp van Frontex in 2011 is teruggekeerd naar Noord-Afrika. Met deze brief doe ik deze toezeggingen gestand.

Nederland neemt sinds de oprichting van Frontex in 2004 actief deel aan verschillende typen gemeenschappelijke operaties aan de gemeenschappelijke buitengrenzen (land-, zee- en luchtgrenzen) van de Europese Unie. Deze bijdrage bestaat voornamelijk uit de deelname van Nederlandse grenswachters van de Koninklijke Marechaussee en de Zeehavenpolitie aan de gemeenschappelijke operaties onder coördinatie van Frontex. De Koninklijke Marechaussee heeft daarnaast ook klein materieel zoals voertuigen en kleine vaartuigen ingezet.

In het Border Security Training Center van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol worden ten behoeve van Frontex trainingen verzorgd voor grenswachters uit de EU.

In 2007 heeft het nationaal contactpunt van Frontex in Nederland een registratiesysteem opgezet waarin de Nederlandse bijdrage wordt geregistreerd. Van 2007 tot en met december 2011 heeft Nederland aan 87 Frontex operaties deelgenomen.

Sinds 2010 heeft Nederland ook verscheidene malen een bijdrage geleverd in de vorm van groot materieel. In zowel 2010 als 2011 hebben twee Alkmaarklasse mijnenjagers deelgenomen aan de operatie INDALO bij de Zuid-Spaanse kust.

In september 2010 heeft een vliegtuig van de Kustwacht deelgenomen aan operatie POSEIDON in de Egeïsche zee bij Griekenland en hetzelfde Kustwachtvliegtuig heeft in maart 2011 deelgenomen aan operatie HERMES in het maritieme grensgebied tussen de Italiaanse en Noord-Afrikaanse kust. De Kamer is over de inzet en uitvoering van de hierboven genoemde operaties geïnformeerd.

Ook heeft Nederland van oktober 2010 tot maart 2011 een forse bijdrage geleverd aan de inzet van de speciale Frontex snelle grensinterventieteams aan de landgrens tussen Griekenland en Turkije. Vanuit Nederland zijn, verdeeld over vier perioden, in totaal 48 grenswachters actief geweest in deze operatie. Daarnaast zijn ook een aantal Nederlandse tolken beschikbaar gesteld voor deze operatie. Dit is de enige keer dat deze speciale teams tot nu toe zijn ingezet.

Nederland neemt daarnaast ook deel aan gemeenschappelijke terugkeeroperaties waarbij Frontex een ondersteunende rol speelt. Hierbij gaat het om groepsgewijze uitzettingen per overheidsvlucht, georganiseerd door meerdere EU-lidstaten, waarbij Frontex een ondersteunende rol speelt. Nederland heeft vanaf 2007 tot en met december 2011 aan 33 terugkeeroperaties deelgenomen. Van een tiental operaties was Nederland het organiserende land. Vanaf 2007 tot en met december 2011 heeft Nederland ruim tweehonderd vreemdelingen uitgezet via deze gezamenlijke terugkeeroperaties.

Tijdens het AO Raad Algemene Zaken op 16 juni 2011 heeft de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken toegezegd een overzicht te geven van het aantal migranten dat met behulp van Frontex in 2011 is teruggekeerd naar Noord-Afrika. In 2011 hebben vanuit EU-lidstaten geen gemeenschappelijke Frontex terugkeeroperaties plaatsgevonden naar Noord-Afrika. Uit de thans beschikbare informatie van Frontex blijkt wel dat tot en met het derde kwartaal van 2011 ongeveer 15 000 illegale migranten naar Noord-Afrikaanse landen zijn teruggekeerd.

Alle EU lidstaten en Schengen Geassocieerde landen (Zwitserland, Noorwegen en IJsland) dragen bij aan de gemeenschappelijke Frontex operaties. In de jaarverslagen van Frontex wordt elk jaar een overzicht gegeven van alle landen die deelnemen aan de specifieke operaties. De jaarverslagen worden elk jaar toegestuurd aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Commissie, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de Rekenkamer en worden tevens gepubliceerd op de website van Frontex (www.frontex.europa.eu).

Met betrekking tot de Nederlandse inzet wil ik de volgende kanttekening maken. Uit het bovengenoemde overzicht van Frontex blijkt niet de exacte aantallen grenswachters of materieel dat door de landen beschikbaar is gesteld.

Daarnaast kent elk land een eigen dienst voor grensbewaking, die onderling grote verschillen kennen in grootte en specialisme. Dit heeft te maken met de verschillende typen buitengrenzen die de diverse lidstaten hebben. Het is vanuit dit perspectief bezien bijvoorbeeld te verklaren dat lidstaten die een grote maritieme buitengrens hebben en een daartoe ingerichte grensbewakingsdienst kennen, meer bijdragen leveren aan de gemeenschappelijk maritieme operaties. Zo levert Nederland naar verhouding veel grenswachters en minder materieel voor gemeenschappelijke operaties. Ik ben van mening dat de bijdragen die door verschillende lidstaten worden geleverd goed tot elkaar in verhouding staan.

Met de recente wijziging van de Frontex-verordening zal overigens beter inzicht kunnen worden gegeven in de exacte bijdragen (inzet grenswachters en materieel) per lidstaat aan Frontex operaties. De lidstaten worden verplicht om deze informatie via Frontex te verstrekken aan de Europese Commissie en het Europees Parlement.

Ten slotte wijs ik u nog op het volgende. Lidstaten die participeren in operaties die onder coördinatie van het agentschap Frontex worden uitgevoerd, hebben de verantwoordelijkheid om te handelen conform het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de Status van Vluchtelingen, het Vluchtelingenverdrag, inclusief het daaronder vallende principe van non-refoulement, alsmede relevant EU-recht en internationale verdragen.

Alle grenswachters van de lidstaten zijn tijdens de operaties gebonden aan de Schengengrenscode (Verordening 562/2006) waarin de taken en bevoegdheden van de grenswachters zijn beschreven en aan de Frontex-verordening. In deze documenten wordt ook expliciet verwezen naar fundamentele rechten, in het bijzonder het EU-grondrechtenhandvest.

Voor iedere gezamenlijke operatie binnen het kader van de Frontex-verordening wordt het doel van de operatie en de uitvoering van de taken uit de Schengengrenscode nader vastgelegd in een operationeel plan.

Daarnaast is door Frontex ook een gemeenschappelijk curriculum voor grenswachters opgesteld, dat ervoor zorgt dat alle grenswachters een opleiding hebben genoten waarin dezelfde zaken aan bod komen. Bescherming van de fundamentele rechten maken hier een belangrijk onderdeel van uit.

Verder is er dit jaar door Frontex een «fundamental rights strategy paper» opgesteld, waarin Frontex aangeeft hoe de bescherming van fundamentele rechten nog beter gewaarborgd kan worden. Ook in de wijzigingen die in de Frontex-verordening zullen worden doorgevoerd, zijn extra bepalingen hieromtrent opgenomen. In de herziene Verordening zijn bepalingen opgenomen waardoor snel opvolging kan worden gegeven aan mogelijke incidenten die plaatsvinden. Het incidentmechanisme wordt een verplicht onderdeel van het operationeel plan en de evaluaties.

Voor de maritieme Frontex operaties zijn operationele voorschriften en richtsnoeren opgesteld, waarin de kaders zijn aangegeven op welke wijze met personen moet worden omgegaan die tijdens de Frontex operaties op zee worden aangetroffen en die bescherming behoeven. Derdelanders die geen bescherming behoeven zullen moeten terugkeren naar het land van herkomst. Over de uitvoering van deze voorschriften heeft de toenmalige minister van Justitie uw Kamer bij brief van 3 september 20102 geïnformeerd.

Met de uitvoering van het voorgaande zijn er voldoende waarborgen voor een uniform en respectvol handelen van grenswachters van de verschillende lidstaten ten opzichte van derdelanders in het kader van Frontex operaties.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers


X Noot
1

Het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

X Noot
2

TK, 2009–2010, 21 501-28, nr. 61.

Naar boven