32 316 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake de invoering van een competentiegerichte kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs

Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 mei 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift wordt «de invoering van een competentiegerichte kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs» vervangen door: de beroepsgerichte kwalificatiestructuur.

B

In de considerans wordt «een competentiegerichte kwalificatiestructuur in te voeren voor het beroepsonderwijs» vervangen door: regels te geven voor de beroepsgerichte kwalificatiestructuur.

C

Artikel IV komt te luiden:

ARTIKEL IV. OVERGANGSBEPALING VOOR EINDTERMGERICHTE BEROEPSOPLEIDINGEN

1. De artikelen 1.4.1, 2.1.1 en 7.2.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van dit artikel en de eindtermen die zijn vastgesteld voor de inwerkingtreding van dit artikel blijven van toepassing op

a. beroepsopleidingen die voor de inwerkingtreding van dit artikel op basis van artikel 2.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor bekostiging in aanmerking zijn gebracht, voor zover het deelnemers betreft die voor de desbetreffende opleiding staan ingeschreven in het studiejaar waarin de in de aanhef bedoelde dag valt,

b. beroepsopleidingen waarvoor voor de inwerkingtreding van dit artikel op basis van artikel 1.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, diploma-erkenning is gegeven, voor zover het deelnemers betreft die voor de desbetreffende opleiding staan ingeschreven in het studiejaar waarin de in de aanhef bedoelde dag valt en

c. beroepsopleidingen waarvoor voor de inwerkingtreding van dit artikel op basis van artikel 1.6.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs een recht tot examinering is gegeven, voor zover het deelnemers betreft die voor de desbetreffende opleiding staan ingeschreven in het studiejaar waarin de in de aanhef bedoelde dag valt.

2. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de in het eerste lid bedoelde deelnemers in staat worden gesteld binnen een redelijke termijn hun diploma te halen.

3. Een diploma voor een opleiding als bedoeld in het eerste lid kan worden uitgereikt gedurende een periode van maximaal de normatieve duur van de opleiding vermeerderd met een jaar na het studiejaar waarin de in de aanhef van het eerste lid bedoelde dag valt.

D

In artikel VI vervalt de aanduiding van het eerste lid, vervalt telkens de zinsnede «met uitzondering artikel IV» en vervalt het tweede lid.

Toelichting

Deze nota van wijziging wordt mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ondertekend.

In de onderdelen A en B van deze nota van wijziging wordt het begrip «invoering van de competentiegerichte kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs» in het opschrift vervangen door «de beroepsgerichte kwalificatiestructuur» en in de considerans van het wetsvoorstel vervangen door «regels te geven voor de beroepsgerichte kwalificatiestructuur». Hierdoor wordt beter aangesloten op de strekking en de inhoud van het wetsvoorstel. Door in opschrift en considerans het begrip competenties te hanteren, terwijl in de artikelen van het wetsvoorstel het woord competenties niet wordt genoemd, krijgt het begrip een onwenselijke nadruk. Het wetsvoorstel biedt een basis voor de herziening van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur, waarbij de diploma-eisen worden vastgelegd in kwalificatiedossiers. Die diploma-eisen betreffen kennis, vaardigheden en houding.

Onderdeel C schrapt de bepaling dat in het studiejaar volgend op de plaatsing in het Staatsblad geen nieuwe deelnemers kunnen worden toegelaten tot het eerste leerjaar van een op eindtermen gerichte beroepsopleiding. Verder wordt voor op eindtermen gerichte opleidingen dezelfde overgangsregeling opgenomen als voor experimentele opleidingen. Een en ander betekent dat gedurende het gehele studiejaar 2011–2012 nog studenten kunnen worden toegelaten tot het eerste leerjaar van een op eindtermen gerichte beroepsopleiding (ongeacht het tijdstip waarop deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst).

In onderdeel D wordt de inwerkingtredingsbepaling aangepast aan de wijziging in onderdeel C. Alle artikelen van het wetsvoorstel treden nu op hetzelfde tijdstip in werking.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven