De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot
het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende
vragen.
Inleiding
De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en
Ruimtelijke Ordening hebben met belangstelling kennis genomen van de memorie
van antwoord. De leden van de commissie, op initiatief van de leden van de
PvdA-fractie, hebben naar aanleiding van de memorie
van antwoord enkele nadere vragen. De leden van de commissie verzoeken de
regering om deze vragen uiterlijk 12 december 2011
van beantwoording te voorzien.
Vragen commissie
De regering geeft aan niet vooruit te willen lopen op de
uitkomsten van de evaluatie van het adviesstelsel, maar neemt er in de ogen van
de leden van de commissie wel een voorschot op met de vormgeving van de nieuwe
Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI). Is de regering bereid de
uitkomsten van de hiervoor bedoelde evaluatie te leggen naast de uitgangspunten
en vormgeving van de RLI en de leden van de commissie haar analyse van beide te
doen toekomen?
In de memorie van antwoord noemt de regering het willen
bevorderen van alternatieve werkwijzen door en voor de RLI. Waar denkt de
regering in dit verband aan en waarom?
De Eerste Kamer en de regering ontvingen een brief van de
Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS) van 28 oktober 20113. Graag ontvangen deze leden een reactie van de
regering op deze brief, en op de problemen die de AGS signaleert.
De regering geeft in de memorie van antwoord aan geen inzicht te
kunnen geven in de kosten van het commercieel advies op het terrein van de
nieuwe raad (en dus van alle oude raden die worden opgeheven), teneinde dit te
kunnen afzetten tegen de huidige begrote kosten van de RLI. De leden van de
commissie zijn hierover nogal verbaasd, temeer omdat het kostenaspect van de
advisering steeds een van de redenen is geweest voor de herstructurering van
het advieslandschap. Graag ontvangen deze leden van de regering alsnog een
nadere specificatie van de kosten van het commercieel advies in de
achterliggende periode en van de kosten van de onafhankelijke adviescolleges
waaruit de RLI is voortgekomen.
De voorzitter van de vaste commissie voor
Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening,
M. de Graaff
De griffier van de vaste commissie voor
Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening,
De Boer