nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het nodig is de Uitvoeringswet
EG-executieverordening te wijzigen ter uitvoering van het op 30 oktober
2007 te Lugano tot stand gekomen verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid,
de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken,
met Protocollen, Verklaringen en Bijlagen (PbEU L 339);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Uitvoeringswet EG-executieverordening wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a
De artikelen 2–5 en 6 van deze wet strekken mede tot uitvoering
van het op 30 oktober 2007 te Lugano tot stand gekomen verdrag betreffende
de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen
in burgerlijke en handelszaken, met Protocollen, Verklaringen en Bijlagen
(PBEU L 339) met dien verstande dat in deze artikelen voor «de verordening»
het in dit artikel genoemde verdrag wordt gelezen.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad wordt geplaatst en dat alle
ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan nauwkeurige
uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,