32 299 Ziekenhuiszorg

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2014

In deze brief informeer ik u over de stand van zaken rond transgenderzorg en de uitvoering van de motie van het lid Van Veen (Kamerstuk 31 016, nr. 73) en de motie van de leden Dijkstra en Voortman (Kamerstuk 31 016, nr. 70), waarin de regering wordt verzocht om in overleg te gaan met relevante veldpartijen over alternatieve locaties voor de behandeling van genderdysforie en een nieuw Deltaplan voor toekomstbestendige transgenderzorg en de Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling 2015 te informeren.

De knelpunten rondom de transgenderzorg die zich eind vorig jaar aftekenden waaronder het sluiten van de wachtlijst door het VU medisch centrum en de patstelling tussen aanbieder en zorgverzekeraars waardoor de zorg aan patiënten met genderdysforie ernstig in de knel kwam, waren aanleiding voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om onderzoek te doen naar mogelijke aanmerkelijke marktmacht van het ziekenhuis en naar mogelijke schending van de zorgplicht door de zorgverzekeraars. Ik heb u met mijn brief van 14 mei 2014 geïnformeerd over de analyse en de eerste bevindingen van de NZa (Kamerstuk 32 299, nr. 26). In deze brief heb ik aangekondigd dat het onderzoek door de NZa nog moest worden afgerond voordat de NZa definitieve conclusies zou kunnen trekken en maatregelen opleggen op grond van de Wet marktordening gezondheidzorg, indien de conclusies daar inderdaad aanleiding voor zouden geven. Ook kondigde ik aan dat de NZa mij zou adviseren over de wijze van bekostiging van deze zorg. Inmiddels kan ik u melden dat de NZa zijn onderzoek volledig heeft afgerond en mij op de hoogte heeft gesteld van zijn bevindingen. De brief van de NZa van 29 september 2014 treft u ter informatie als bijlage bij deze brief1.

Conclusies NZa

De NZa vermoedt aanmerkelijke marktmacht bij het VU medisch centrum op basis van het feit dat het ziekenhuis vanwege zeer specifieke expertise en hoogspecialistische kennis in de loop van jaren een groot marktaandeel heeft verworven. VU medisch centrum biedt als enige kliniek in ons land het volledige traject aan alle doelgroepen. Echter, de NZa ziet nu geen reden voor ingrijpen omdat het VU medisch centrum zelf bevestigt dat er afspraken zijn gemaakt over de financiering van deze zorg voor de komende jaren. Op basis daarvan wijst de NZa erop dat er geen reden is voor een tweede patiëntenstop. Mocht dat onverhoopt toch het geval zijn, dan zal de NZa alsnog maatregelen in het kader van aanmerkelijke marktmacht overwegen. Het niet leveren van zorg door een zorgaanbieder met een aanmerkelijke marktmacht positie vindt de NZa onwenselijk en ernstig. De NZa merkt op dat zorg in het buitenland om verschillende redenen geen volwaardig alternatief is. Wat betreft de rol van de zorgverzekeraars constateert de NZa dat de zorgverzekeraars niet goed voorbereid waren op de patiëntenstop en niet in staat waren om hun klanten passend te bemiddelen. Omdat de zorg thans weer wordt geleverd, wordt er inmiddels voldaan aan de zorgplicht.

Bekostiging

Transgenderzorg bevindt zich nu in het zogenoemde vrije segment. Dat betekent dat het aan het veld is om te bepalen welk tarief zij overeenkomen. De NZa heeft de bekostiging van transgenderzorg heroverwogen omdat vrije tarieven niet logisch lijken voor behandelingen die maar door een enkele zorgaanbieder worden aangeboden. Om een aantal redenen concludeert toch de NZa dat vrije tarieven goed zijn voor transgenderzorg.

De belangrijkste reden is het eerder genoemde beleid van partijen èn de breed gedeelde wens, waaronder van patiënten, om de transgenderzorg meer te spreiden zodat de zorg door meerdere partijen aangeboden kan worden. Vrije tarieven zijn voor nieuwe aanbieders aantrekkelijker dan gereguleerde (maximum-)tarieven. Een aanbod door meerdere aanbieders zal een gezonde marktstructuur ten goede komen en spreiding van transgenderzorg kunnen bevorderen, aldus de NZa. Mede gezien de wens van uw Kamer om te komen tot een toekomstbestendige transgenderzorg heb ik besloten om het advies van de NZa te volgen.

Vervolgstappen

De NZa heeft alle partijen nadrukkelijk gewezen op de noodzaak stappen te ondernemen om in de toekomst vergelijkbare situaties te voorkomen. De NZa heeft mij verzekerd dit te monitoren en bij te sturen waar dat nodig mocht blijken, door de inzet van haar handhavinginstrumentarium en aanmerkelijke marktmacht bevoegdheden.

De NZa verwacht een inspanning van alle betrokken partijen om normen voor wachttijden op te stellen, wachttijden respectievelijk te publiceren en te monitoren en in actie te komen bij overschrijding daarvan. De NZa is hierover ook in gesprek met Zorginstituut Nederland. Verder verwacht de NZa dat veldpartijen voortvarend aan de slag gaan met hun aankondiging dat zij transgenderzorg beter toegankelijk willen maken door meer spreiding en dat zij kennis willen delen zodat de zorg op langere termijn ook verantwoord aangeboden kan worden door andere zorgaanbieders. VU medisch centrum heeft aangegeven hierin een regierol te zullen vervullen. Ook dat traject zal de NZa monitoren.

Ik dank de NZa voor het onderzoek naar de knelpunten en oplossingen rondom de transgenderzorg. Het onderzoek heeft niet alleen duidelijkheid gebracht over de verhoudingen in de sector maar ook ontwikkelingen ondersteund en gestimuleerd.

Ik constateer met de NZa dat veldpartijen hun verantwoordelijkheid hebben genomen gericht op het leveren van wettelijk verzekerde zorg aan de patiënt.

Ook heb ik er vertrouwen in dat de veldpartijen zullen doen wat zij zeggen en gezamenlijk een plan zullen opstellen en uitvoeren voor toekomstbestendige transgenderzorg met het VU medisch centrum als expertisecentrum. Ik verwacht dat de patiëntenorganisaties bij dit traject zijn betrokken. De NZa zal op de afspraken en toezeggingen toezien.

Gezien bovenstaande en gelet op de verantwoordelijkheidsverdeling in ons zorgstelsel zie ik op dit moment geen noodzaak om zelf initiatief te nemen voor het opstellen van een toekomstplan transgenderzorg. Ik zal de ontwikkelingen nauwlettend volgen en uw Kamer voor de zomer van 2015 opnieuw informeren over de stand van zaken. Betrokken partijen, waaronder de patiëntenorganisaties, heb ik uitgenodigd voor een op korte termijn te houden overleg om mij te informeren over ontwikkelingen en voortgang en om te horen wat de patiëntenervaringen zijn. Hiermee beschouw ik beide moties als afgedaan.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven